Bevrijdingsfilosoof Will Heeffer is er rotsvast van
overtuigd dat we met z’n allen vastszitten in een opdeling van de wereld
in centrum en periferie. Een opdeling die voortkwam uit de
wereldsysteemtheorie van Immanuel Wallerstein. Bovendien lopen we al
decennia lang gebukt onder schuldenproblematiek en
afhankelijkheidsrelaties. In plaats van te luisteren naar academici uit
the global south, mensen die de dupe zijn van dat denken, wordt over hen
door mensen uit het centrum gesproken.
Het
is de westerse visie die richtinggevend is voor het reilen en zeilen in
de wereld. Het is een westers perspectief op beschaving en vooruitgang
dat moet worden gevolgd, wil men de ondergang van de mensheid voorkomen,
zo wordt gezegd. In zijn boek pleit Heeffer er voor dat de dominant
geworden westerse beschavingsopvatting fundamenteel dient te worden
herzien. De tomeloze arrogantie van westerse academici staat wat extra
aandacht voor denkers uit the global south in de weg. Dat is zowat het
voornaamste punt dat hij met dit boek wil maken.
(…) om nog een
ander veel voorkomend misverstand uit de weg te ruimen: in de
bevrijdingsfilosofie gaat het niet primair over het realiseren van
vrijheid, maar om de realisatie van sociale rechtvaardigheid waarbinnen
respectvolle wederkerigheid een ijkpunt is. Zonder de realisatie van een
bestaanszekerheid voor iedereen is vrijheid noch welbevinden mogelijk.
Waar armoede heerst, bestaat geen vrijheid, daar bestaat alleen maar
noodzakelijkheid. (pagina’s 109-110)
Het gaat hem allemaal
om gedrag. En dat gedrag houdt in dat al wat niet aan de westerse norm
voldoet als onbeschaafd en onontwikkeld wordt aangezien. Zo is het
kapitalisme evenwel niet meer maar zeker ook niet minder dan de
manifestatie van een civilisatieproces dat vanaf 1492, het jaar dat
Christopher Columbus landde op Guanahaní, wereldwijd werd uitgedragen.
Het is een bijzonder kwalijke manifestatie van een beschavingsopvatting
die voortkomt uit het dominant worden van westerse zienswijzen en
kennisontwikkeling nadat het kolonialisme vanaf toen wereldwijd de
vleugels uitsloeg. De auteur is er dan ook onomstotelijk van overtuigd
dat het kapitalisme in feite gewoonweg een ander woord is voor een
marktdenken zoals dat is voortgekomen uit de mondiale kolonisatie en neo
-kolonisatie.
De
Latijns–Amerikaanse bevrijdingsfilosofie wil zich bevrijden uit de
voetangels en de klemmen van een westers denken dat uitgaat van het
eigen gelijk. Ze wil een ander pad bewandelen dan de weg die voortkomt
uit het eurocentrisme. Dat begrip staat voor een westerse opvatting over
beschaving en wetenschap dat wereldwijd, vanaf 1492, met
imperialistisch machtsvertoon is uitgedragen. (pagina 10)
De auteur pleit er
voor om bijzonder kritisch te zijn voor de westerse - eurocentrische -
vooronderstellingen en pleit hartstochtelijk voor een herwaardering van
de relatie centrum / periferie. Onze oogkleppen moeten eindelijk af.
Instandhouding van
het leven vanuit bevrijdingsfilosofisch perspectief en een effectieve
verandering van het bestaande systeem, een uitgesproken systeembreuk,
vraagt van ons allen een mentaliteits- en gedragsomslag. De
nietsontziende opgang van het neoliberalisme en de opgevoerde digitale
revolutie hebben de desastreuze destructie van onze planeet zienderogen
versneld.
Een van Heeffers
fundamentele stellingen is dat niet het kapitaal de aarde heeft
leeggeplukt, het kapitalisme an sich ‘gebruikt’ niets, maar dat het de
mens is die geld heeft gecreëerd en er een wereld vanuit
winstaccumulatie op heeft uitgebouwd. Het is de mens die plukt vanuit
een opvatting die door het Westen is geformuleerd als: We hebben het
recht om te doen wat we doen omdat de aarde van ons is.
Na de
beschavingsopvattingen van de aristocratie en de denkbeelden van de
kerk, werd de burgerlijke beschavingsopvatting immers dé norm waarop
iedereen zich diende te richten. Al het ander was onontwikkeld,
primitief, barbaars of onbeschaafd. En nog altijd wil het Atlantische
bondgenootschap normerend zijn over hoe men zich in het geglobaliseerde
‘dorp’ dient te gedragen.
“Een van de belangrijkste theologische
vraagstukken in de middeleeuwse wetenschap was de zoektocht naar
godsbewijzen. Wat waar is, werd vastgesteld door theologische disputen: quod erat demonstrandum (wat bewezen moest worden en aldus bewezen werd)”. (pagina 11)
We mogen ons
bijgevolg niet blindstaren, schrijft hij, op de academische arrogantie
van het plenum westers georiënteerde auteurs en wetenschappers en het
prestige dat zogezegd wordt ontleend aan publicaties in gezaghebbende
westerse tijdschriften. Afrikaanse, Aziatische en Zuid-Amerikaanse
wetenschappers spreken naar zijn aanvoelen terecht over een westerse
arrogantie die voorbijgaat aan kennis die vanuit de andere culturen
wordt aangereikt. Het moet maar eens gedaan zijn met zoveel
navelstaarderij.
De
bevrijdingsfilosofie, schrijft Heeffer bij wijze van afsluiting van zijn
boekje, wijst ons finaal de weg om kennis in te zetten op het
voortbestaan van het leven in totaliteit. Wij mensen zijn erfgenamen en
erflater zolang we in staat zijn om Moeder Aarde te respecteren en niet
te misbruiken. Wij zijn met haar en met elkaar verbonden en zijn van
wederzijdelijkheid afhankelijk. Het gaat fout, als in het leven
toe-eigenen centraal komt te staan.
Een aangrijpend moto dat zowel thema's als hoop, moed en rechtvaardigheid omvat.
Afijn. Iedereen snakt
vandaag de dag immers naar een sprankje hoop en het niet altijd even eenvoudig om aanhoudend hoopvol te
blijven. Het kan dan ook geen kwaad om even een rustpauze in te lassen
en met bijzondere aandacht dit boekje te lezen van een
bevrijdingsfilosoof van echt goede wil. Doen, gewoon doen, ook al ben je niet
per se een sandaalloper, plattelandsjongen, baarddrager of ouwe hippie
met geitenwollen sokken en heb je in feite niks vandoen met wat
wereldvreemde, non-conformistische sociale hervormers.
Wil Heeffer studeerde
tandheelkunde en filosofie. Hij is dertig jaar werkzaam geweest in de
sociale tandheelkunde waarbij bleek hoe waardevol de inzet op preventie
is. Daarnaast werkte hij jarenlang als wetenschapsjournalist. Filosofie
studeerde hij in Tilburg, Amsterdam en Rotterdam. Hij was bevriend met
Heinz Kimmerle, grondlegger van de interculturele filosofie in Nederland
en volgde cursussen die Jürgen Habermas in voormalig Joegoslavië gaf.
Cuba bracht hem in contact met het werk van José Martí. Naast romans en
poëziebundels publiceert hij essays en artikelen over de
Latijns-Amerikaanse filosofie.
ISBN 9789465090924 | Paperback | 144 pagina's | boek-scout | 28 juni 2024
© Benny Madalijns, 7 december 2024
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER