Extreem
Het ware tennisleven van Martin Verkerk
Martin Vriesema
Martin Verkerk werd in 2003
plotseling wereldberoemd door het als tamelijk onbekende tennisser
ineens te schoppen tot finalist van Roland Garros.
2,7 miljoen mensen
volgden deze finale live op tv en Verkerk was ineens een van de
populairste sporters van ons land. Daarna waren de verwachtingen
hooggespannen maar vernamen we weinig meer van Verkerk. Wat is er
gebeurd met deze veelbelovende tennisser en wie is deze man waarover
sindsdien zoveel verhalen de ronde doen? Daarover schreef
sportverslaggever Martin Vriesema deze biografie.
Verkerk werd in
1978 in Alphen aan de Rijn in een welgesteld gezin geboren. Zijn ouders
spelen een grote rol in zijn leven en in zijn tenniscarrière.
Zijn vader was zijn voornaamste sponsor en de coaches van Verkerk waren bij hem in dienst.
Uit
het boek reist een beeld op van een hechte warme familie, maar
regelmatig hoor je de begeleiding ook de kanttekening maken dat Martin
het wel erg makkelijk voor elkaar heeft. Vader betaalt toch wel en als
er klachten waren over de inzet van Martin kozen zijn ouders doorgaans
zijn kant.
De woorden gemakzuchtig, ongedisciplineerd en verwend
vallen met grote regelmaat, zeker in de beeldvorming rondom Verkerk. Uit
het boek blijkt dat hij periodes wel degelijk keihard gewerkt heeft,
maar er tekent zich ook een beeld af van een jongen die het moeilijk
vind om langdurig discipline op te brengen en die zich er periodes veel
te makkelijk van af maakt en iets te vaak feest viert.
De
carrière van Verkerk ontwikkelt zich langzaam, hij maakt veel kilometers
over de hele wereld, maar haalt weinig punten. De omslag komt als in
2001 de Australische coach Nick Carr zijn intrede doet. Hij heeft een
harde aanpak, hij scheldt Verkerk zo nodig helemaal plat, provoceert hem
en pakt hem fysiek hard aan. Met resultaat; aan het eind van 2002 is
Verkerk nummer 86 van de wereld.
Ook in die periode blijft Verkerk
een flierefluiter, drank, vrouwen en feesten komen in dit boek in
grote getale voorbij. Verkerk functioneert het best bij een coach die
hem dat met mate toe staat, hij heeft het nodig om zich te ontladen.
In
2003 wint Verkerk het ATP-toernooi in Milaan, maar zijn echte doorbraak
komt dus datzelfde jaar op Roland Garros, als hij de finale bereikt. Die
verliest hij weliswaar, maar de manier waarop hij dat hele toernooi
gespeeld heeft, maakt in Nederland enorm veel los. Verkerk is ineens een
wereldtopper en staat in die periode veertiende op de wereldranglijst.
Het
omgaan met die druk en verwachtingen en die plotselinge roem valt
Verkerk zwaar. Ineens kent iedereen hem, zijn anonimiteit is in een klap
verdwenen en de verwachtingen zijn meer dan hooggespannen. Maar de
resultaten van zijn wedstrijden vallen tegen en tot overmaat van ramp
krijgt Verkerk ook nog te kampen met een ernstige schouderblessure.
Een
enorme crisis volgt, Verkerk valt in een zwart gat, hij krijgt een
depressie, kampt met angstaanvallen en zijn omgeving is zelfs bang dat
hij zichzelf iets aan zal doen. Hij piekert zichzelf gek in die periode, zondert zich helemaal af van de buitenwereld en is nauwelijks te bereiken.
Er
komen ook spanningen tussen Verkerk en zijn coaches, deze hebben het
idee dat Verkerk de moed te snel laat zakken en fysiek niet alles uit de
kast haalt om fit te worden. Verkerk drinkt meer dan hen lief is en
kampt met behoorlijk overgewicht. Hij ligt voornamelijk op de bank, doet
computerspelletjes, eet fastfood en drinkt zich ‘s avonds klem. Hij
voelt zich alsof hij in een rouwproces zit, aan de ene kant zijn er de
verwachtingen van het publiek en van zichzelf, aan de andere kant is er
het lichaam wat niet wil.
Na een lange periode van afwezigheid maakt
Verkerk weer zijn rentree, maar het wordt geen succes. Uiteindelijk komt
het tot een breuk tussen hem en zijn coach Nick Carr, de coach die hem
tot zijn grote succes bracht en met wie hij zoveel heeft meegemaakt.
Het
boek tekent een spoor van coaches en trainers die uiteindelijk met
ruzie bij Verkerk zijn weggegaan. Bijna allemaal met een ernstig
conflict over de werkethos van hun voormalig pupil en over geld of
achterstallig loon met zijn vader. Volgens vader en zoon Verkerk
overigens ten onrechte.
Verkerk blijft nog een periode tennissen, met wisselend succes, maar besluit er uiteindelijk toch een punt achter te zetten.
Tegenwoordig is hij mede-eigenaar van de Martin Verkerk-tennisacedemie.
Vaak
is over Verkerk gezegd dat hij een eendagsvlieg was, die uit het niets
in een grandslamfinale speelde, maar dat beeld klopt niet. Hij was in
die periode al vijf jaar prof en is heel langzaam beetje bij beetje
richting de top honderd geslopen.
Toch kun je je als lezer niet aan
het gevoel onttrekken dat er met wat meer discipline veel meer uit zijn
carrière te halen zou zijn geweest. Iets wat Verkerk zelf overigens
tegenspreekt. Na het lezen van het boek overheerst het beeld van een
vrolijke flierefluiter, een hartelijke charismatische jongen tegen wie
mensen weinig weerstand hebben en die periodes van zijn carrière
wel degelijk hard gewerkt heeft, maar die uiteindelijk moeilijk met de
roem en met de tegenslag om kon gaan en relationeel zowel in werk als
privé heel wat brokken gemaakt heeft op zijn pad.
Maar wat in ons
collectieve geheugen en in de geschiedenisboeken zal blijven staan, is
natuurlijk die ene dag op Roland Garros, toen er eindelijk weer eens een
Nederlander in de finale van een grandslamtoernooi stond.
Een fijne, goed leesbare biografie met veel hoor en wederhoor.
ISBN 9789046816806 Paperback 208 pagina's Uitgeverij Nieuws Amsterdam april 2014
© Willeke, 14 april 2014
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER