Leestafel Leestafel
  • Leestafel
  • Nieuwste recensies
    • Romans volwassenen
    • Jeugd
      • Recensies 0-5 jaar
      • Recensies 6-9 jaar
      • Recensies 10-12 jaar
      • Recensies 13-15 jaar
      • Recensies 15+
    • Non-fictie Volwassenen
    • Non-fictie Jeugd
  • Archief
    • Romans volwassenen
    • Non-fictie volwassenen
    • Jeugd
    • Jeugdseries
    • Non-fictie jeugd
    • Hobby en vrije tijd
  • Thema's
    • Pasen
    • Sinterklaas
    • Kerst
    • Hobby en vrije tijd
  • Linken
    • Diverse websites
    • Websites schrijvers
    • Poëzie
    • Thrillers
  • Forum
  • Zoeken
  1. Nieuwste recensies
  2. Non-fictie Volwassenen

Non-fictie Volwassenen

Joris Peters - De zwembadmoord

De zwembadmoordDe zwembadmoord
Joris Peters

Jan Elzinga is een man met vaste gewoonten. Iedere morgen pakt hij zijn rugzak met een handdoek, douchegel en een schone onderbroek en fietst naar het zwembad, niet ver van zijn woonhuis in Marum (Groningen).
Om half acht heeft hij zijn baantjes getrokken en gaat hij naar huis, waar zijn partner Monique het ontbijt al heeft klaarstaan, als ook een koelbox met zijn lunch, zodat Jan op tijd naar zijn werk kan vertrekken. Hij is vertegenwoordiger bij de Noord Nederlandse Tweewiel groothandel. In zijn vrije tijd knutselt hij aan motoren, en in het weekend is er veelal de motorcross.
Al tien jaar wonen Jan en Monique samen. Ze hebben een hond en een kat, maar zijn bewust kinderloos. Tenminste, Jan wil geen kinderen en Monique heeft dat geaccepteerd, zoals ze alles eigenlijk accepteert.

De ochtend van 10 juli 2012 verandert alles: Jan wordt neergeschoten, als hij op de fiets naar het zwembad rijdt. Als Monique op zoek gaat naar haar man omdat hij niet zoals gebruikelijk thuis is gekomen voor het ontbijt, treft ze bij het zwembad ambulances, politieauto’s en heel veel mensen.
Op verzoek van een agent zoekt ze een foto van Jan op, en de agent concludeert dat er geen twijfel bestaat: Jan is de man die neergeschoten is.

'Ik had dit ergens wel verwacht,’ zegt Monique. ‘Jan gedroeg zich al langer vreemd. Dat komt omdat hij zich bezig hield met gestolen spullen, andere vrouwen en de handel in wietplanten.’

Het onderzoek wordt opgestart. Jan blijkt inderdaad betrokken bij allerlei criminele activiteiten, heling en drugs. Ook blijkt Monique zo’n drie maanden eerder een aangifte tegen hem gedaan te hebben vanwege mishandeling.
Tien minuten na de moord vliegt verderop een auto in brand, duidelijk gelinkt aan de moord.
De dader bleek slordig en wordt snel gepakt. Hij moordde in opdracht, beweert hij, maar van wie die opdracht precies kwam, en waarom Jan dood moest zou nog jarenlang onduidelijk blijven.

De schutter wijst ene Willem aan als opdrachtgever. Willem is bij de politie bekend als wiethandelaar, is daarvoor veroordeeld geweest. Maar hij beweert de familie Elzinga niet te kennen. Omdat zijn verhaal aan alle kanten rammelt en de bewijzen tegen hem zich opstapelen, belandt hij toch in de cel.

De tijd daar gebruikt hij goed: vijf jaar later meldt hij zich als getuige. Hij zegt te weten wie de moord gepland heeft. Het Openbaar Ministerie gelooft hem: Willem krijgt de status kroongetuige en een grootschalige undercoveroperatie wordt opgezet.
Pas in 2024 wordt de zaak afgerond.
Maar of de waarheid inderdaad boven tafel is gekomen?

In een vrij zakelijke stijl en in korte hoofdstukken doet Joris Peters verslag van het uitgebreide onderzoek dat hij naar de zaak van de zwembadmoord deed.
Hij dook in de zeer lijvige strafdossiers, politieverhoren en sprak met betrokkenen om daarna een truecrimeboek te schrijven over een geruchtmakende moordzaak, die vanwege de vele onduidelijkheden, liegende getuigen en dwalingen van justitie maar bleef (blijft?) aanslepen.

Het is een verbijsterend verhaal. Joris Peters heeft een duidelijk verslag geschreven, maar als lezer blijf je achter met twijfels, hetgeen vast de bedoeling was.

Joris Peters (1982) is misdaadverslaggever bij NU.nl. De auteur maakte eerder al de podcastserie ‘De Zwembadmoord’, die meer dan een miljoen keer beluisterd is. Zijn podcast ‘Het geheim van Mallorca’ werd in 2023 verkozen tot beste journalistieke podcast.

ISBN 9789021055343 | Paperback | 272 pagina's | Uitgeverij Luitingh-Sijthoff | juni 2025

© Marjo, 3 september 2025

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

Lore Dewulf - Hoogbegaafd zijn

Hoogbegaafd zijnHoofdbegaafd zijn 
Wat als 1 + 1 gelijk is aan 3?
Lore Dewulf

Hoogbegaafden dat zijn toch die nerds? Die betweters? Die mensen die sociaal zo onbeholpen zijn? Dat is het beeld wat veel mensen bij het horen van het woord hoogbegaafdheid hebben. Met andere woorden er rust een flink stigma op hoogbegaafdheid.
Lore Dewulf begeleidt en ondersteunt hoogbegaafde volwassenen en laat zien wat hoogbegaafdheid werkelijk inhoudt: 'Van de eerste verkennende stappen, over het begrijpen van diepere lagen van hun hoogbegaafd-zijn tot het vrij leven als hoogbegaafde.'

Velen gaan ervan uit dat hoogbegaafdheid alleen draait om het IQ. Is je IQ hoger dan 130 dan ben je hoogbegaafd. Punt. 
Maar Hoogbegaafd zijn behelst veel meer dan dat. Hoogbegaafden zijn veelal ook hooggevoelig, hebben een sterk ontwikkeld empathisch vermogen, hebben een diep begrip voor de gevoelens en ervaringen van anderen. Ze hebben een diepe voeling met het leed in de wereld: daklozen, minderheden, klimaatcrisis etc. Zijn zijn erg gedreven. "Hoogbegaafden worden voortegstuwd door een krachtige onvermoeibare en onverzadigbare innerlijke drive" Dit dankzij een verlangen naar een betekenisvol leven en persoonlijke groei. Ze zijn vaak perefctionistisch, hebben een verhoogd (zelf)bewustzijn. Hebben een enorme leerhonger. 

Hoogbegaafden hebben een sterke drang naar autonomie, die zich vooral richt op trouw blijven diepgewortelde waarden, interesses en overtuigingen die helemaal in lijn zijn met hun eigen identiteit. "Van belang is hierbij een ondersteunende en veilige omgeving." 

Hoogbegaafden merken vaak als kind al dat ze anders zijn. Ze stellen veel vragen, krijgen vaak te horen "Doe niet zo moeilijk" etc.. Velen leren zich daardoor aan te passen en zich te richten op andere mensen waardoor de kans bestaat dat ze zichzelf kwijtraken, niet meer weten wie ze zelf zijn. Ze worden als het ware een kameleon. Vertonen steeds gewenst gedrag terwijl ze innerlijk weten dat ze anders zijn.

Ook in hun volwassen leven is het een constant aanpassen. Vaak is de ontdekking dat ze hoogbegaafd zijn een opluchting maar wordt ook afgeweerd. Juist vanwege het stigma wat op hoogbegaafdheid rust. Ze zijn niet succesvol, sommigen hebben geen hoge opleiding, en juist door hun anders zijn denken ze eerder dat ze dom zijn, dingen niet begrijpen. Het accepteren en integreren van hun hoogbegaafdheid is vaak nog een hele weg. Maar het maakt wel veel duidelijk over het hoe en wat in hun leven. Frappant is dat veel hoogbegaafden pas vaststellen dat ze hoogbegaafd zijn doordat hun kinderen hoogbegaafd blijken te zijn.

Lore Dewulf behandelt diverse aspecten van hoogbegaafd zijn, verdeeld over zeven hoofdstukken getiteld: 1. Wat is Hoogbegaafdheid? 2. De hoogbegaafde Identiteit, 3. Vriendschap, 4. Partnerrelaties, 5. Ouder van je Kind, 6. Hoogbegaafd op het werk. 7. Persoonlijke ontwikkeling en groei.

Het is bijzonder om te lezen hoe diep vriendschappen gevoeld worden door hoogbegaafden en hoe groot het vertrouwen in vrienden kan zijn. Dingen die persoonlijk uitgewisseld zijn, zullen persoonlijk blijven. Doorvertellen voelt als hoogverraad. Ook in relaties ziet de hoogbegaafde hun partner als de grote liefde, bijna als in een sprookje, begrijpelijk is, dat hierin nog  veel te leren valt. 

De ontwikkeling van de hoogbegaafde is erg afhankelijk van zijn of haar omgeving, Als de hoogbegaafdheid geaccepteerd wordt, worden het evenwichtige personen die in harmonie met zichzelf en de omgeving leven. Als het niet geaccepteerd wordt is de zoektocht lang en moeilijk. En dan komen we terug op het werk van Lore Dewulf... zij laat alle mogelijkheden zien hoe te leven met de eigen hoogbegaafdheid.

De kracht van Lore Dewulf is dat zij in heldere en overzichtelijke taal alle aspecten van Hoogbegaafd zijn toelicht. Dat zij niet over één nacht ijs is gegaan blijkt wel over haar indrukwekkende literatuurlijst. Kortom, een uitermate prettig boek dat veel zaken rond Hoogbegaafd zijn rechtzet. Lezen!

ISBN 9789463833349 | Paperback | 280 pagina's | Pelckmans | 29 augustus 2025

© Dettie, 1 september 2025

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

Rene van der Heijden - De tsarina van Bergen

De tsarina van BergenDe tsarina van Bergen
Rene van der Heijden

Wie is die vrouw die de tsarina van Bergen wordt genoemd?
In een voorwoord vertelt Rene van der Heijden hoe hij geïntrigeerd raakte door de achtergrond van het kunstenaarsdorp Bergen, dat nooit in de huidige staat bestaan zou hebben zonder deze vrouw. Hij dook in alle artikelen en boeken die er al over het dorp geschreven zijn, en ontdekte een werk van Jacob van Reenen ’Jeugdherinneringen’.
Deze voormalig burgemeester, ‘de heer van Bergen’ schreef tijdens de tweede wereldoorlog toen hij verdreven was uit zijn huis, over zijn inmiddels overleden echtgenote, hoe zij samen hun plannen bedachten en uitvoerden.
Hetgeen dus geresulteerd heeft in de ontwikkeling van Bergen en Bergen aan Zee.

Dat Marie van Reenen-Völter (1854-1925) een bijzondere vrouw was, blijkt duidelijk uit deze biografie. Haar jeugd was niet zonder haken en ogen: haar vader overleed toen ze pas elf was, en het gezin kwam in financiele problemen.
Dat ze desondanks het gymnasium heeft kunnen doorlopen, was misschien wel haar redding.
Na haar schooljaren vertrok ze naar het verre Holland, om in Bergen te gaan werken als gouvernante bij het gezin van Reenen.
Het vervolg was als een sprookje: zij en de oudste zoon werden verliefd en trouwden in 1882.

Ook al was Jacob de burgemeester van Bergen, en zou hij in de gemeente woonachtig moeten zijn, na een aantal jaren verhuisden ze, met een ontheffing. Ze wilden hun kinderen naar een goede school sturen, en dat kon in het nabijgelegen Alkmaar.

Marie was een feminist avant la lettre, ze richtte de ‘Huishoud- en Industrieschool’ op in Alkmaar, in 1896. Ze vond dat meisjes net zo goed als jongens, voorbereid moesten zijn op hetgeen van hen verwacht werd als ze volwassen waren. Meisjes werd niet alleen geleerd hoe ze een huishouding moesten voeren, maar ook konden ze technisch geschoold worden.

Rond de eeuwwisseling ontstonden met name in het Gooi de eerste kunstenaarskolonies en zo kwam ook Bergen in beeld. Toen er een treinverbinding kwam met Alkmaar, opende dat de wereld nog verder. De heerlijkheid Bergen was zo’n 1500 hectaren groot, er was ruimte genoeg voor al die mooie plannen van Marie en Jacob.
Vasthoudendheid en doorzettingsvermogen, dat waren eigenschappen die Marie absoluut bezat, en zo is zij de grondlegger geworden van Bergen en Bergen aan Zee.

Het verhaal over Marie is niet alleen interessant voor Bergenaren en mensen die Bergen kennen, het is zeer zeker ook het portret van een bijzondere vrouw, die - misschien - op een plek elders in de wereld met eenzelfde daadkracht ook wonderen had verricht.
Bergen mag zich gelukkig prijzen dat zij juist daar terecht kwam!

Rene van der Heijden is journalist en schrijver. Eerder schreef hij de roman Haaiensafari. Hij werkt als redacteur voor auteurs en al ruim twintig jaar voor landelijke (nieuws)media, waarvan tien jaar als eindredacteur. 


ISBN 9789048874347 | Paperback | 288 pagina's | Hollands Diep | mei 2025

© Marjo, 26 augustus 2025

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

Guadalupe Muñoz Garcia - 3167 km Één rugzak Één waarheid

3167 km3167km
Één rugzak
Één waarheid
Te voet van wat ik erfde naar wie IK ben
Guadalupe Muñoz Garcia

De ondertitel geeft het al aan. Guadalupe liep haar leven met al zijn regeltjes en beïnvloeding uit, en begon aan de route naar zichzelf, op weg naar totale vrijheid.

Ze werd geboren in een familie van Jehova's getuigen maar toen ze zes was besloten haar ouders uit die religigieuze gemeenschap te stappen. Ze wilden vrij zijn. Maar wat is vrijheid? "We bleven doorgaan met leven alsof we nog getuigen waren, alleen zónder naar de vergaderingen etc. te gaan." Dit bracht verwarring "een innerlijke chaos". Moest ze de regels van Jehova blijven volgen? Was de buitenwereld echt zo slecht en wreed zoals de regels van de Jehova's getuigen verkondigde? En... Wie was Guadalupe eigenlijk? Wat was van haar en wat niet? 

Deze innerlijke strijd maakte dat Guadelupe besloot te gaan lopen, van haar woonplaats Barcelona naar Innsbruck wat verlengd wordt naar Montenegro. Met haar rugzak, piepkleine oranje tentje, telefoon en een paar schone kleren begon ze haar reis. Het begin was loodzwaar. Haar hele lijf deed pijn, duizend keer vroeg ze zich af waarom ze dit ook alweer deed, maar toch bleef ze lopen.... door Frankrijk, Zwitserland, Liechtenstein, Oostenrijk, Slovenië, Kroatië, Montenegro en terug naar Barcelona.

Bij elk hoofdstuk staat een kaartje van de route die Guadelupe aflegt. De Franse grens bereiken is als een overwinning. En daar gebeurt het, ze zwikt door haar enkel... met pijn en moeite loopt ze door. De woorden van een andere wandelaar die ze een paar dagen geleden tegenkwam spelen door haar hoofd. Jij haalt Innsbruck! Die woorden geven haar kracht. Ze weet dat ze de moed en wil heeft. Bovendien heeft ze deze reis nodig. Haar hoogbegaafdheid speelt haar parten, het vraagt om innerlijk onderzoek in alle vrijheid, zonder invloed van het ouderlijk gezin. 

Het is verleidelijk om alle bijzondere ontmoetingen te vermelden en vooral wat deze ontmoetingen voor inzichten geven. De meeste mensen zijn uitermate vriendelijk en gastvrij voor Guadeloupe maar met enkelen heeft ze gesprekken die diep gaan en inzicht geven. Ze ontmoet fantastische vrouwen die haar door hun manier van leven wijze lessen geven. Ook zijn er diverse mannen die haar van haar stuk brengen op positieve en negatieve manier, maar ook daardoor leert ze veel. De confrontatie met zichzelf is echter vooral een enorme en soms heftige leerschool. In the middle of nowhere is er niets om zich achter te verschuilen, het is alleen zijzelf en de natuur, meer niet en dat is prachtig maar soms ook loodzwaar.

De natuur wordt ook een steeds groter gegeven in haar leven. Langzamerhand vormt zich een connectie, een eenheid tussen Guadeloupe en de natuurlijke omgeving. Het voelt voor haar bijna vreemd als ze bergbeklimmers ontmoet die alleen over de hoogte van de berg spreken en niet over de schoonheid daarvan.

Het boek heeft net als de aanvang van de reis een lastig begin. Er is een vorm van afstand waardoor je aanvankelijk niet het gevoel hebt dat je meereist. De inzichten voelen soms een beetje beheerst, aarzelend aan. Guadeloupe lijkt zich ook in haar verhaal nog niet echt open te durven stellen maar naarmate het verhaal vordert wordt het verhaal vloeiender en minder beheerst. Net zoals zij zichzelf leert openstellen, doet ze dat ook aan ons. Het einde is zelfs ronduit ontroerend. 

Op het eind spreekt ze ook haar lezers toe. Dit was háár reis, zoals ieder zijn eigen reis zal maken.

Maar haar reis is wel erg inspirerend en fijn om te lezen.

Zie ook https://www.thejourneywithguadalupe.com

ISBN 9789493425200 | Paperback | 351 pagina's | Paris Books | juni 2025
Vertaald door Susanne Snouck

© Dettie, 28 augustus 2025

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

Dido Michielsen - Verborgen vader

Verborgen vaderVerborgen vader
Dido Michielsen

Zeven jaar was Dido Michielsen toen haar ouders besloten te scheiden (1964).
Aanvankelijk stuurde haar moeder haar twee keer per jaar naar hem toe, en af en toe kwam hij bij haar en haar moeder thuis.
Bij hem op zijn vrijgezellenflat voelde ze zich niet thuis, en haar vader wist eigenlijk niet wat hij met haar aan moest.
Ook al werd de verstandhouding beter toen ze ouder werd, toch besloot Dido op haar dertiende dat hij geen rol meer in haar leven hoefde te spelen. Hij was als een ‘Indische oom die er niet toe deed.’

Waarom die beslissing, ze weet het zelf niet zo goed. Had ze meer aandacht voor de jongere mannelijke exemplaren in haar omgeving? En blijkbaar vond hij het best dat ze elkaar niet vaak meer zagen.
Tot hij in 1972 hertrouwde met An, de logeerpartijen herstelden zich weer.

Contact was er dus wel, maar pas jaren na zijn overlijden in 1974, komen er vragen.
Wie was deze man? Kende ze hem eigenlijk wel?
Summiere feiten over zijn verleden, over Indië, en dat hij in een Jappenkamp had gezeten, maar ze zou niet kunnen zeggen wie Rudy Michielsen nu eigenlijk was.

Ze leest over het verschijnsel ‘vaderwond’:


‘Een dochter die niet door haar vader wordt gezien of erkend zal de fout hiervoor bij zichzelf zoeken. Vervolgens doet ze er alles aan om maar gezien te worden. Sommige dochters worden daar extreem ambitieus van. Sport, carrière, alles kan worden aangegrepen om zichzelf kenbaar te maken. Aan hem, aan zichzelf en haar omgeving. Dit kost hoe dan ook veel energie, die niet aan de eigen ontwikkeling wordt gespendeerd.’

 
Omdat ze zichzelf hier enigszins in herkent gaat ze op zoek: wie was Rudy Michielsen?
Waarom was hij wie hij was: onbetrouwbaar, een man met een moeilijk karakter? Hoe was zijn opvoeding? Wat deed hij in de oorlog?

Ze spreekt vele mensen, die hem gekend hebben, maar ook mensen die meer weten over de tijd die hij doorbracht in Indonesië; ze zoekt in archieven en oude krantenknipsels.
Ze volgt het spoor terug, naar Japan en Indonesië, waar hij bij de KNIL zat en in een Jappenkamp belandt. En gaandeweg ontdekt ze ook het een en ander over zichzelf.

Het is een heel openhartig, intiem verhaal geworden.
Voor in het boek vind je de stambomen van haar familie, achterin een tijdlijn en een bibliografie.

Dido Michielsen (1957, Amersfoort) werd bekend door haar boek ‘Lichter dan ik’ dat gevolgd werd door ‘Engel en Kinnari’, boeken waarin ze in de voorgeschiedenis van haar moeder duikt. Nu is haar vader aan de beurt.

ISBN 9789048871575 | Hardcover | 160 pagina's | Hollands Diep | augustus 2025

© Marjo, 22 augustus 2025

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

Eddy Merckx De ultieme biografie

Eddy Merckz klEddy Merckx
De ultieme biografie

Ik wilde altijd winnen
Johny Vansevenant

 
Op 17 juni 2025 werd Eddy Merckx 80 jaar. Een goed moment voor een laatste, indrukwekkend eerbetoon.
Hij werd geboren in Meensel-Kiezegem, een dorp dat zwaar getroffen was door de oorlog. Zelfs zijn moeizame geboorte wordt hier beschreven. In 1946 namen zijn ouders een winkel over in Sint-Pieters-Woluwe (Brussel). De naam ontbreekt hier, maar hij heette: ‘Chez Jules Merckx, fruits et légumes’. Ze pasten zich dus meteen aan aan de overwegend Franstalige inwoners.

In 1961 won Merckx als onbekende zijn eerste koers. Ex-renners Guillaume Michiels en Félicien Vervaeke leerden hem het vak. Vanaf mei 1962 ging Merckx niet meer naar school en kon hij volop trainen en winnen.

In 1964 werd hij de jongste wereldkampioen bij de liefhebbers. In 1965 voorspelde Anquetil dat Merckx zijn opvolger zou worden. In 1967 was hij de beste eendags-renner en werd hij wereldkampioen. Hij trouwde dat jaar met Claudine Acou. Hoewel beiden van Vlaamse afkomst, gebeurde dat enkel in het Frans, zowel burgerlijk als kerkelijk. Toen lag dat heel gevoelig, vele Vlamingen in Brussel hadden een minderwaardigheidscomplex en pasten zich aan, maar de Vlaamse pers en supporters waren boos, temeer omdat zijn ploegmaten overwegend Vlamingen waren.  De auteur vermeldt niet dat er nadien nog fluitconcerten volgden bij wedstrijden in Vlaanderen.

In 1968 kwam Merckx bij Faema, een zeer goed georganiseerde Italiaanse topploeg. Doordat hij snel Italiaans sprak, werd hij ook in dat land zeer populair. Hij moest dan wel de Giro rijden, die hij won als eerste Belg. Er was een ijskoude sneeuwrit bij in de Dolomieten, waarbij tenen en vingers bevroren. Doordat hij de Tour niet mocht rijden, kon een zeer goede Jan Jansen hem winnen. In 1969 won hij hem wel, op de dag van de eerste maanlanding, met bijna 18 minuten voorsprong, een record. België had eindelijk een opvolger voor Sylvère Maes, de winnaar van 1939.

In de Giro testte Merckx in duistere omstandigheden positief, nadat hij veel geld geweigerd had om Gimondi te laten winnen. In september kwam hij zwaar ten val in Blois: zijn bekken stond definitief scheef, hij was nooit meer de Merckx van 1969. In 1970 won hij zowel de Giro als de Tour en in de Tour zelfs acht ritten. In 1971 weer de Tour en een hoop andere wedstrijden. In 1972 opnieuw de Tour, inclusief zes ritten. Bovendien verbeterde hij het uurrecord met 800 meter. Zijn longinhoud was toen 8,1 liter, die van Coppi destijds maar 6,8. En zijn hematocriet lag rond de 50 (p. 331).

In 1973 liet hij de Tour vallen: het Franse publiek stond te vijandig tegenover de man die het record van Anquetil zou evenaren. Hij won wel de Vuelta, de Giro en een aantal klassiekers. In 1974 won hij zijn vijfde Giro, zijn vijfde Tour en zijn derde WK.

In 1975 won hij nog een serie klassiekers, maar in de Tour gaf een venijnige Franse supporter hem een stoot in de lever. Daarna liep hij bij een val nog een dubbele kaakbeenbreuk op. Gevolg: geen zesde Tour en achteruitgang van zijn gezondheid.

Vanaf 1976 zei zijn lichaam “neen”. Hij won nog wel een zevende Milaan-Sanremo, maar wegens een operatie kon hij niet meer naar de Tour. 1977 werd ook geen succes, in 1978 stopte hij.

De periode 1978-2025 wordt kort afgehandeld in één hoofdstuk. In 1979-1980 begon hij met een fietsenfabriek. Hij kreeg nog een fiscale boete van 20 miljoen BF (een half miljoen euro) voor inkomsten van hem en van zijn ploegmaats in het zwart. In 2008 verkocht hij die fabriek. In 2017 werd ze een onderdeel van Ridley. Zoon Axel was beroepsrenner van 1993 tot 2007, met redelijke resultaten.

Merckx kreeg nog allerlei eerbetoon en titels. Hij bewondert Pogacar als renner en als mens en ziet in hem zijn waardige opvolger.

Beoordeling
Dit boek is geschreven in een voor iedereen verstaanbare taal, met veel dialoogjes en met terechte bewondering. We krijgen ook een overzicht van de wielersport van ca. 1964 tot 1978. Behalve over de sportieve prestaties vernemen we ook veel over Merckx als mens, het gezin waarin hij opgroeide, zijn karakter en onbeperkte wilskracht, de harde rivaliteit met Rik Van Looy tot 2015. We krijgen een verslag van elke belangrijke koers die hij reed en al dan niet won. 
Hier en daar mocht de auteur wel wat kritischer zijn. Een overzichtelijke erelijst ontbreekt, maar die staat wel op het internet. 
Voor niet-renners is het soms onduidelijk: op p. 62 zegt Vansevenant dat het kampioenschap gereden werd zonder versnellingen en vier regels verder dat Merckx de omloop ging verkennen om te zien welke versnelling hij best zou kiezen. Het verschil tussen versnelling en verzet wordt dus niet uitgelegd.
De schrijver wijst er niet op dat het wielrennen toen een West-Europees onderonsje was en nu een mondiaal fenomeen.
Een aparte, overzichtelijke bibliografie ontbreekt, maar het grootste deel van de teksten komt uit eigen interviews en overal in het boek noemt de auteur de titels van andere boeken en achteraan een lijst van personen die teksten en foto’s bezorgd  hebben.
De uitgever heeft goed zijn werk gedaan: het boek is stevig gekaft, mooi verzorgd en zonder taal- of spelfouten.
Op p. 278 staat één drukfoutje: ‘tussen en Merckx en Driessens’. Die overbodige ‘en’ wordt verwijderd uit de volgende druk.

Voor wielerfans is het een juweeltje om van te genieten.

ISBN 978-90-209-7545-1 | Hardcover | 369 pagina's, foto's | Uitgeverij Lannoo, Tielt, 2025

© Jef Abbeel, 19 augustus 2025  www.jefabbeel.be

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

Richard Overy - Regen van Verwoesting

regen van verwoesting klRegen van Verwoesting
De bombardementen op Japan, 1945
Richard Overy

De auteur heeft een groot aantal boeken geschreven over de Tweede Wereldoorlog. Hij onderzocht de relatie tussen Hitler en Stalin, analyseerde de vraag hoe de geallieerden de oorlog hebben kunnen winnen en onderzocht de processen in Neurenberg. Nu voegt hij aan zijn oeuvre dit boek toe waarin hij ingaat op het bombarderen van Japanse steden in 1945, met als climax het afwerpen van een atoombom op Hiroshima en Nagasaki.

Het boek laat zien hoe in oorlogstijd de morele grens opschuift naar steeds zwaardere vormen van geweld. Daarmee bezit dit boek grote actualiteitswaarde. Eerst waren de Amerikanen gekant tegen het aanvallen van niet-militaire doelen, zoals het bombarderen van steden bewoond door burgers. Meestal waren dat vrouwen, kinderen en bejaarden, want de mannen vochten aan het front. Maar de Japanners boden zo fanatiek verzet tegen oprukkende Amerikaanse troepen dat in 1944 besloten werd om ook het thuisfront als legitiem doelwit voor de luchtmacht te beschouwen.

In 1945 werd berekend dat een invasie van Japan zelf aan meer dan honderdduizend soldaten het leven zou kosten. Er waren geen signalen dat Japan bereid was om de strijd te staken. Kon de oorlog niet bekort worden door gebruik te maken van de atoombom? Zou de Japanse regering dan niet inzien dat verder vechten geen enkele zin meer had? Er werd dus een morele rechtvaardiging gevonden voor het afwerpen van de atoombom. Het zou levens redden van militairen maar ook van honderdduizenden gevangenen in de Japanse kampen en de oorlog bekorten.

Heeft het in de praktijk ook zo gewerkt? Volgens Overy ten dele. De schok en ontreddering in Japan was immens. Maar pas toen duidelijk werd dat Stalin van plan was Japan aan te vallen, koos het Japanse oorlogskabinet eieren voor zijn geld. Liever een Amerikaanse bezetting, dan leven onder de Russische knoet. Bovendien hadden de Amerikanen beloofd om de positie van de keizer niet aan te tasten en dat viel van Stalin niet te verwachten.

Op 14 augustus 1945 hield keizer Hirohito een historische toespraak voor het kabinet en de Opperste Oorlogsraad. In zijn ‘heilig besluit’ deelde de keizer mee dat de oorlog beëindigd moest worden, zonder dat hij de woorden ‘nederlaag’ en ‘capitulatie’ in de mond nam. Het ‘heilig besluit’ werd dan ook niet gezien als een overgave, maar als ‘het beëindigen van de vijandelijkheden’ om de bevolking verder lijden te besparen.

Na de oorlog laaide de discussie op over de vraag of Amerika het oorlogsrecht had geschonden. President Bill Clinton verklaarde in 1995: “De Verenigde Staten zijn Japan geen excuses verschuldigd over het afwerpen van de twee atoombommen”. Barack Obama bracht in 2016 een bezoek aan het Vredespark in Hiroshima om te rouwen over de doden. Maar ook hij bood geen excuses aan. Overigens meldt Overy dat de Japanse overheid geen extra hulp aan de overlevenden van de atoomaanvallen bood, uit angst vergelijkbare claims te krijgen van mensen die in de bezette gebieden hadden geleden onder het Japanse keizerlijke bewind. Ook konden er van de zijde van Japan geen excuses af over het misbruik dat in Japanse bordelen werd gemaakt van de “troostmeisjes”.

Het is wel duidelijk: er is bijna niets dat erger is dan een totale oorlog, die bovendien nog eens doorwerkt in de volgende generaties. Pogingen om het oorlogsgeweld aan banden te leggen zijn van de hoogste urgentie. Tegelijk is het bijna onbegonnen werk. Als het naakte leven op het spel staat, is het erop of eronder.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog knepen de Britten elke toevoer van voedsel naar Duitsland af met een zeeblokkade, zodat in Duitsland hongersnood uitbrak. De Amerikanen veroverden het Westen op de Indianen door de bizons uit te roeien. De Russen pasten de tactiek van de verschroeide aarde toe, waarna een gebied onbewoonbaar was. En zo kunnen we helaas doorgaan. Er is daarentegen geen land te noemen dat oorlog voert en onderwijl de vijandelijke bevolking op de been houdt door voedsel en medicijnen te sturen.
Kortom: Overy schreef met kennis van zaken een belangwekkend, boeiend en actueel boek.

De laatste zin van het boek is een aanbeveling voor leiders die nu moeten beslissen over de inzet van geweld:

“Groter inzicht in de oorzaken van de stapsgewijze geweldsescalatie binnen de strategie in 1945 en in de ontwikkeling van een relatieve moraal die een legitimering mogelijk maakte van de gevoerde meedogenloze totale oorlog, kan zonder twijfel een belangrijke bijdrage leveren aan het voorkomen van een herhaling ervan.”

Maar ook dan geldt toch weer dat beide partijen zich daarin moeten vinden en zich eraan moeten houden.

Richard Overy (1947) is een Brits historicus, gespecialiseerd in de militaire geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. Zijn boek is voorzien van een fotokatern, een literatuurlijst en een register.

ISBN 9789401921015 | Paperback | Omvang 240 bladzijden | Uitgeverij Omniboek | 10 april 2025

© Henk Hofman, 18 augustus 2025

Lees de reacties op het Forum en/of reageer, klik HIER

Philippe Sands - De verdwijningen van Londres 38

De verdwijning van Londeres 38 klDe verdwijningen van Londres 38
over Pinochet in Engeland en een nazi in Patagonië
Philippe Sands


Er zijn boeken die je leest omdat ze spannend zijn, soms prachtig geschreven. Ook zijn er documentaire-boeken die de lezer bijlichten. In bovenstaand boek wordt een gruwelijk verhaal onthuld. Het gaat over generaal Pinochet van Chili(1915-2006) die de regering van Salvador Allende - wettelijk gekozen - na een staatsgreep ten val bracht in 1973. Niets bijzonders, zou je kunnen denken, immers in Zuid Amerika zijn staatsgrepen aan de orde. Wat zich na deze - goed voorbereide - coup echter in Chili afspeelde was niets meer of minder dan een horror scenario.

Duizenden medestanders van Allende, zelfs uit zijn voormalige regering werden afgevoerd, gefolterd, vermoord of uit vliegtuigen gegooid. Ook dichters, musici  of argeloze andere burgers waren onder Pinochet vogelvrij. Het kostte mij veel moeite om de verschrikkingen in dit boek tot mij te nemen. Lijken van vermoorde mensen werden verwerkt in vismeel, Kippenvoer dus. Soms trof men opeens een nagel aan tussen het voer.

De DINA geheime dienst van Pinochet deinsde voor niets terug en had tijdens het folteren en moorden carte blanche van het generaalsregime. Tijdens het bewind werden circa 3000 mensen gedood, 130.000 opgepakt en vele duizenden gemarteld.
In Villa Grimaldi in Santiago werd druk gemarteld en ook in Londres 38, een villa in dezelfde plaats gebeuren trieste en vooral gewelddadige dingen. 

Luguber is ook de rol van Walther Rauff (1906-1984), een SS-Standarten -führer, kolonel, die in de Tweede Wereldoorlog mede-uitvinder was van de zgn. gasauto’s. Dit waren omgebouwde vrachtauto’s waarvan de uitlaat naar binnen werd geleid. De arme gevangenen veelal van Joodse afkomst, stierven een gruwelijke dood door het inademen van koolmonoxide. Aanvankelijk stierven 96.000 mensen in de doodswagens. Overigens waren de wagens geconstrueerd want Duitse militairen klaagden, omdat ze met het pistool mensen moesten vermoorden. Dat konden ze niet. 

De wagens werden vervangen door gaskamers, waarin nog meer mensen en vooral sneller, konden worden vermoord. Een idee van SS-leider Heinrich Himmler.

Philippe Sands, de schrijver van dit boek is Hoogleraar Internationaal Recht en hij was betrokken bij talloze zaken, aangespannen tegen de ex-nazi’s en volgelingen van andere totalitaire regimes. Hij volgt Rauff op de voet, krijgt geen contact met hem, maar wel met talloze lieden die hem kenden en soms hielpen. Het beeld wat hij omhoog tovert is even schokkend als afgrijselijk. En gaandeweg het boek wordt duidelijk, dat Rauff, Pinochet en zijn martelaars een training gaf. Ze waren dikke vrienden…

Overigens hielp Klaus Barbie ook in Bolivia met martelen voordat hij eindelijk aan Frankrijk werd uitgeleverd. De Slager van Lyon, martelde een van Franrijks meest beroemde verzetshelden Jean Moulin, dood. Hij kreeg levenslang in Franrijk, maar sterft al na twee jaar in de gevangenis. Het bureau van nazi-jager Simon Wiesenthal, dat ook meewerkte aan de jacht op Eichmann was de spil in zijn arrestatie. Het bureau spoorde hem op, waardoor hij in Israël ter dood werd veroordeeld. De Mosad, geheime dienst van Israël, ontvoerde hem. Netanyahu de huidige president van Israël werkte als jongeman voor Wiesenthal en hield destijds een pleidooi in de Verenigde Naties voor een actievere rol van landen om oorlogsmisdadigers op te sporen.

Het boek wordt spannender wanneer Rauff connecties blijkt te hebben gehad met Pinochet. Hij mocht in de martelkamers werken en ook PIDE-leden opleiden. Verder was hij bedrijfsleider van de krabfabriek van het regime. Hier gebeuren nare dingen, lijken werden in verbrandingsovens verbrand en de alcoholistische Rauff krijgt ook een huis toegewezen en hij mag in een sportauto rondrijden. De reden waarom de uitleveringsprocedure aan W-Duitsland stagneert is ook nauwelijks te begrijpen. Na veel speurwerk komt Sands er achter dat Rauff ook voor de Duitse inlichtingendienst werkte. Uiteindelijk stierf hij nadat Duitsland hem ook nog een pensioen overmaakte. Zijn begrafenis werd door een scala aan ex-nazi’s bezocht in Chili.

Het andere spoor van generaal Pinochet leidt bijna tot diens arrestatie. Hij gaat naar Londen en denkt in zijn grenzeloze arrogantie dat hij onschendbaar is. Maar Spanje in de gedaante van rechter Carzon wil hem uitgeleverd hebben en dat lukt bijna. Na eindeloos juridisch touwgetrek, de procedure duurt meer dan anderhalf jaar, verzinnen de advocaten van de generalissimo een list. Ze laten een gezondheidsverklaring vervalsen zodat het lijkt of Pinochet nauwelijks bekwaam is en hij ontspringt de dans. Met hulp van Margaret Thatcher, een goede vriendin van hem, wordt hij op het vliegtuig teruggezet naar Chili.  Daar wordt hij met trompetgeschal weer opgenomen. Hij treedt af maar zal nimmer moeten boeten voor zijn wandadaen.

Het boek van Sands is precies in zijn research, gelardeerd met reportages en veel verhalen van slachtoffers en beulen. 
Ook interessant is zijn boek De Rattenlijn, een reportage over veel nazi’s die na de Tweede Wereldoorlog wisten te ontkomen naar Zuid-Amerika.

ISBN 9789000376742 | Softcover | 528 pagina’s | Uitgeverij Spectrum | april 2025
Vertaald door Jan Wynsen

© Karel Wasch mei 2025

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

Maarten Boudry - Het verraad aan de verlichting

Het verraad aan de verlichtingHet verraad aan de Verlichting
Pleidooi voor een nieuwe vooruitgangsbeweging
Maarten Boudry

 

De Verlichting in de 18de eeuw stond model voor een sterk vooruitgangsgeloof. Voor de rationele mens die vertrouwde op wetenschap en techniek lagen betere tijden in het verschiet na eeuwen van onwetendheid en bijgeloof. Dat is ook waargemaakt in de twee daaropvolgende eeuwen: het leven is comfortabel en gezonder geworden, de levenstandaard steeg met sprongen, en binnen hun samenleving genoten burgers ongekende vrijheden.

De schaduwkanten van ongeremde groei en consumptie werden vanaf de tweede helft van de 20e eeuw scherp zichtbaar. In 1972 verscheen het rapport van de Club van Rome. Daarin werd gewezen op de grenzen aan onbeperkte economische groei: uitputting van natuurlijke hulpbronnen; vervuiling van het milieu en een tekort aan voedsel voor de groeiende wereldbevolking.  Het vooruitgangsgeloof sloeg om in zorg en pessimisme. Vandaag de dag ben je progressief als je op de rem trapt en oproept tot “degrowth”, het tegenovergestelde van groei dus. Progressieven zien de Verlichting nu als een dekmantel voor drie eeuwen van imperialisme en kolonialisme, wat slavernij en uitbuiting van de buiten Europa gelegen wingewesten tot gevolg had.

Volgens Maarten Boudry plegen progressieven hiermee verraad aan de Verlichtingsidealen. In dit boek gaat hij na hoe het tot deze omslag heeft kunnen komen. Tal van denkers (zoals Michel Foucault, Jean-Paul Sartre, Edward Said en Franz Fanon) ondergroeven het Westerse superioriteitsdenken en klaagden het Westen aan wegens racisme, discriminatie, culturele overheersing en onderdrukking.

Boudry is een scherpzinnig denker. Volgens hem hebben we onze welvaart niet afgepakt van andere landen. Plundering en kolonialisme – overigens zo oud als de mensheid bestaat – hebben geen enkel land voor de negentiende eeuw echt rijk gemaakt. Bovendien hebben sommige van de rijkste landen ter wereld, zoals Zuid-Korea, Finland en Zwitserland, nooit noemenswaardige koloniën gehad (blz. 189). Rijkdom nivelleren en herverdelen is het najagen van een illusie. Zonder economische groei heeft de overheid geen extra inkomsten en kan ze geen enkel probleem oplossen. Economische groei is de perfecte gelijkmaker als we naar de koopkracht kijken. Door groei worden luxeproducten steeds betaalbaarder.

Na 1972 zijn de voorspellingen over de uitputting van grondstoffen niet uitgekomen. Grondstoffen werden juist overvloediger, ondanks de toename van de bevolking. Boudry kritiseert de milieubeweging die is blijven steken in een anti-groeidenken. Biologische landbouw is geen oplossing. De opbrengst valt tegen, maar er is wel twee keer meer land voor nodig (blz. 208).

Ook het Gaza-conflict komt ter sprake. Hoewel Israël niet perfect is, is het wel het enige vrije en democratische land in de regio. Er wonen geen Joden in Gaza, maar in Israël wonen wel twee miljoen Arabieren met burgerrechten en vertegenwoordigers in het parlement. Er gaapt een morele kloof tussen Hamas en Israël. En hoe gingen wij in de Tweede Wereldoorlog om met een vijand die ons existentieel bedreigde? Met nog veel minder mededogen. Het is erg gemakkelijk om commentaar te leveren vanuit een veilig huis in onze West-Europese steden (zie blz. 147 en 148).

Het boek eindig met tien aanbevelingen. De eerste is: Groei zegent alles en iedereen. In aanbeveling 8 lezen we dat Europese buitengrenzen broodnodig zijn om de toekomst van onze liberale democratie te beschermen. Aanbeveling 10 kritiseert het voorzorgsbeginsel: je moet eerst aantonen dat een nieuwe technologie veilig is. Dat klinkt redelijk, totdat je beseft dat het nagenoeg onmogelijk is om met zekerheid te bewijzen dat iets veilig is. Daarom is dit principe in de praktijk een rem op innovatie.

Boudry zal zich bij velen niet populair maken met zijn boodschap. Zijn verhaal staat haaks wat op wat in de mainstream-media wordt uitgedragen. Toch noemt hij feiten en heeft hij argumenten die het waard zijn om meegewogen te worden in het debat. Als je standpunten hebt, die voor jou onwrikbaar zijn, is dat prima, maar is het toch nuttig om na te gaan of tegenargumenten valide zijn. Als die bereidheid tot weging van diverse standpunten er niet is, ben je een idealist en draag je een ideologie uit. Het risico is dat op enig moment een ideologie met dwang wordt opgelegd.

Centraal in dit boek staat dat (onbeperkte) groei op zich goed is. Nu is het leven onderworpen aan beperkingen. Ik miste in dit boek een paragraaf waarin ethische restricties en voorwaarden als kader voor groei werden geschetst.

Kortom: een boek dat stof tot nadenken biedt en bestaande standpunten uitdaagt.   

Maarten Boudry (1984), wetenschapsfilosoof en tot 2023 aan de Universiteit van Gent.

ISBN 9789044654356 | Paperback | Omvang: 349 blz. | Uitgeverij Prometheus | 16 april 2025

 © Henk Hofman, 7 augustus 2025

Lees de reacties op het Forum en/of reageer, klik HIER

Cathelijne Blok - Een wereld zonder kunst is een wereld zonder ziel

Een wereld zonder kunst is een wereld zonder zielEen wereld zonder kunst is een wereld zonder ziel
Een manifest

Cathelijne Blok

Waar zouden we zijn zonder kunst? 
Zonder kunst missen we het gedicht dat in rake taal precies verwoordt wat we voelen.
Zonder kunst zouden we niet met ingehouden adem naar een modern schilderij kunnen kijken. Het maakt niet uit of je ziet wat het is, je vóelt het. 
Zonder kunst had Picasso ons zijn Guernica, het symbool van de verschrikkingen van oorlog, angst, dood en chaos, niet kunnen tonen. 
Zonder kunst zouden we niet wakker zijn geschud door diverse schrijvers, die ons andere perspectieven en inzichten tonen.
En wat te denken van de populaire Banksy van wie de kunstwerkenvaak politiek en humoristisch van aard zijn.
Dat is het eerste wat in mij opkomt bij een wereld zonder kunst. Je moet er niet aan denken dat kunst niet meer zou mogen bestaan.

In deze tijden van bezuinigingen en politieke visies ten nadele van de kunst voelde Cathelyne Blok zich genoodzaakt ons het belang van kunst te tonen. Kunst is namelijk geen luxe, geen bijzaak maar een eerste levensbehoefte!
Zij laat in dit manifest zien, hoe ontzettend belangrijk kunst is. Banksy is bijvoorbeeld rauw en niet te missen volgens Cathelijne Blok.
Voor veel Oekraïners voelde Banksy's kunst als een teken van erkenning [...]

In landen als Afghanistan is - de verboden - streetart een uitingsvorm om indringende boodschappen over te brengen, met name aan vrouwen. Kunst is in tijden van oorlog sowieso van belang. Maar kunst wordt ook veelvuldig gebruikt om het belang van burgerrechten aan te geven. Maya Angelou stelde volgens Blok het volgende:


"De kunstenaar is zo nodig in ons leven. De kunstenaar verklaart ons, of stelt tenminste de vragen die gesteld moeten worden [...] Dat is wat een kunstenaar moet doen, ons bevrijden van onwetendheid." 


De film Barbie wordt ook genoemd, daarin wordt de "perfecte' wereld getoond maar uiteindelijk wordt het 'een scherpzinnige en humoristische reflectie op genderrollen, identiteit en maatschappelijke verwachtingen."

En zo laat Cathelijne Blok ons met vele voorbeelden zien waarom cabaretiers, filmmakers, schrijvers, schilders, beeldhouwers enz. van enorm belang zijn. Zij schudden ons wakker, laten de andere kant van 'de waarheid' zien. Kortom. Kunst is alles, kunst is niet weg te denken. Kunst is niet weg te bezuinigen.


"Een wereld zonder kunst is ondenkbaar, omdat het een wereld zonder verbeelding zou zijn, zonder vrijheid en zonder het vermogen om iets anders, iets beters voor te stellen. [...] Kunst is onze houvast, een spiegel, die we niet kunnen of moeten willen ontwijken."


ISBN 9789038814650 | Paperback met flappen | 72 pagina's | Nijgh & Van Ditmar | 10 juli 2025

© Dettie, 21 juli 2025

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

Klaas A.D. Smelik - De gereedschapskist van de Bijbelschrijvers

De gereedschapskist van de BijbelschrijversDe gereedschapskist van de Bijbelschrijvers
Hoe verhalen in de Bijbel worden verteld
Klaas A.D. Smelik


Klaas Smelik is een vruchtbare en veelzijdige schrijver. Vorig jaar publiceerde hij een boek over de Jodenvervolging in bezet Europa dat ook voor Leestafel.info is gerecenseerd. Iets meer dan een jaar later ligt er een boek over een heel ander onderwerp, namelijk een onderzoek naar de insteek waarmee Bijbelschrijvers hun verhaal vertellen.

Smelik heeft “grote eerbied voor het talent van deze auteurs, die ons met de Bijbel een kostbare schat hebben nagelaten in de vaste overtuiging dat hun werk ook voor latere generaties van betekenis zou blijven” (blz. 8).

Smelik legt de focus op het Oude Testament. Het Nieuwe Testament komt een enkele keer ter sprake. Tal van bekende en minder bekende Bijbelverhalen analyseert hij op inhoud en stijl. Voorkennis van die Bijbelverhalen is niet per se nodig, want de auteur geeft zelf al voldoende informatie om het verhaal te kunnen volgen. Een paar voorbeelden van de Bijbelverhalen die hij aan de orde stelt: Abraham die zijn zoon Isaak moet offeren; Jozef die door zijn broers als slaaf verkocht wordt en vervolgens onderkoning wordt van Egypte; de genezing van de melaatse Syrische legerbevelhebber Naäman; Esther die de aanslag van de Perzische hoveling Haman op het Joodse volk verijdelt; Izebel die Naboth laat vermoorden waarna koning Achab diens wijngaard in bezit krijgt.

Deze verhalen worden niet in één aaneengesloten geheel besproken, maar komen verspreid over diverse hoofdstukken aan de orde, afhankelijk van het stijlmiddel dat Smelik bespreekt.  

Stuk voor stuk zijn het prachtige verhalen. Maar hoe komt het nu dat ze door de eeuwen heen niets van hun glans hebben verloren?

Een kernpunt is dat de Bijbelschrijvers geen woord te veel gebruiken. Ze delen precies genoeg mee om het verhaal te snappen zodat de lezer leemten zelf kan aanvullen en vragen zelf kan beantwoorden. Als Abraham van God de opdracht krijgt zijn eigen zoon te doden, zal hij ongetwijfeld bestormd zijn geweest met emoties. Maar die worden niet benoemd, de lezer kan zelf wel bedenken dat Abraham verscheurd werd door twijfel, afschuw, wanhoop en verdriet. Een ander voorbeeld is te vinden in de analyse van het Bijbelboek Ruth. In dit boek staat Ruth centraal. Toch komt het maar weinig voor dat zij zelf het woord neemt. Dit weerspiegelt haar bescheiden opstelling.

Het boek biedt dus interessante inzichten om de Bijbelverhalen beter te begrijpen. Boeiend is ook dat de verhaaltechnieken van de Bijbelschrijvers hun weg hebben gevonden naar moderne schrijvers. Smelik noemt daar veel voorbeelden van (Harry Mulisch, Anton Tsjechov, Tessa de Loo o.a.). Zelfs schrijvers van thrillers (Agatha Christie) en stripboeken (André Franquin van Robbedoes) hebben hun voordeel gedaan met de aanpak van de Bijbelschrijvers.

Op blz. 39 schrijft Smelik dat Mordechaï zijn nicht Esther bedreigt: zij zal omkomen als Haman slaagt met zijn plan. “Uit zijn bitse woorden blijkt dat Mordechaï niet geïnteresseerd is in het lot van zijn nicht – zij moet gewoon doen wat hij zegt.”  Dit is te kort door de bocht en dat kan blijken uit de gegevens die de Bijbelschrijver eerder in het boek Esther heeft benoemd. Na de dood van haar ouders had Mordechaï zich over Esther ontfermd en haar als zijn dochter aangenomen. Toen zij in de koninklijke harem terechtkwam, ging Mordechaï elke dag informeren hoe het met haar ging. Haar welstand ging hem dus wel degelijk ter harte. Er speelde wat anders een rol. Esther dacht dat ze in de harem en als vrouw van de koning wel buiten bereik van Haman zou zijn. Bovendien had ze haar Joodse afkomst geheimgehouden. Dat had Mordechaï door en daarom zei hij: maak je geen illusies, zodra bekend wordt dat ook jij Jodin bent, zul je zeker ook gedood worden. Dat was dus geen dreigement, maar een aansporing om bij de koning op te komen voor het Joodse volk. Als dat lukte, zou ook zij gespaard blijven.

Een ander punt van aandacht is het getuigenis van de Bijbel dat God de verschillende auteurs heeft geïnspireerd bij het schrijven. Smelik gaat aan dit thema voorbij. Als God uiteindelijk de auteur is, schuilt er achter elk verhaal een plan. Dan kunnen we niet schrijven over een “een soap” (blz. 168), “een verteltruc” (blz. 224) of een wending in het verhaal toeschrijven aan de fantasie van de menselijke schrijver (blz. 215, de bekering van koning Manasse).

Al met al schreef Smelik een boeiend boek dat de lezer veel te bieden heeft. De auteur maakt intrigerende Bijbelverhalen inzichtelijk en begrijpelijk voor de hedendaagse lezer. Het boek is voorzien van een register van besproken Bijbelteksten. De mooie omslag is een ontwerp van Mijke Wondergem.

Klaas A.D. Smelik (1950) studeerde onder meer theologie, archeologie en oude geschiedenis. Hij promoveerde op een studie over koning Saul. Daarnaast is hij deskundige op het gebied van de Jodenvervolging en gaf hij de nagelaten geschriften van Etty Hillesum uit.

ISBN 9789464565560 | Paperback | Omvang 237 blz. | Uitgeverij Walburgpers | 17 juni 2025

© Henk Hofman, 15 juli 2025.

Lees de reacties op het Forum en/of reageer, klik HIER

Iris de Graaf - Vrijuit

VrijuitVrijuit
Over Rusland en de liefde voor een land die niet wederzijds bleek te zijn
Iris de Graaf


De auteur (°1991) was Rusland-correspondent voor de NOS. Haar boek begint op 24 februari 2022, de eerste dag van de oorlog die niemand van de geïnterviewde Moskovieten zag aankomen. De staatstelevisie was al wel lang bezig met oorlogsverheerlijking, patriottisme en de roep om “onze kinderen in de Donbas te beschermen tegen de nazi’s”.
Dan vertelt de schrijfster over haar Russische oma Katja (°1923), die in 1942 in Dessau moest gaan werken voor 100 gram brood en een kom soep per dag. Een Friese dwangarbeider, Geert Damstra,  werd er verliefd op haar. Op 20 maart 1945 trouwden ze daar. Ze slaagden erin naar Leeuwarden te vluchten.

De Graaf beschrijft de viering van de ‘Dag van de Verdedigers van het Vaderland’ (23 februari 2022 en 2023): de echtgenotes zijn trots op hun mannen, die nu vechten tegen de ‘nazi’s’. Verder vertelt ze over de laatste pro-Navalny-betoging, de 100.000 à 300.000 corona-doden, de oorlog die al in 2014 begon met de annexatie van de Krim en de bezetting van de Donbas, de start van de ‘Speciale Militaire Operatie’. 16.000 betogers tegen de oorlog zijn meteen opgepakt, tienduizenden verloren hun baan. Alle onafhankelijke media zijn meteen uitgeschakeld. Idem voor Memorial, de Moskouse Helsinkigroep en het Sacharovcentrum. De misdaden van Stalin worden uitgewist, de geschiedenis herschreven.
Tien dagen na de invasie van 24 februari verlaat ze tijdelijk Rusland.

Chronologie zit er niet in: nu volgt ineens een hoofdstuk over haar studie in Sint-Petersburg in … 2012 en dan over de eerste reis van haar oma naar haar dorp Kotenjovka in 1960 en de armoede die daar heerste. Van de lezer wordt permanent soepelheid verwacht.

Begin juni 2022 vliegt ze via Dubai terug naar Moskou. Russen die tegen de oorlog zijn, durven niet meer betogen: ze verliezen hun baan, hun geld en hun vrijheid. Het ergste is de militaire censuur en het risico op een langdurige celstraf. Leraren die kritisch zijn, worden verklikt en door de politie uit de klas gesleurd.

De Graaf filmt de herdenking van slachtoffers van WO 2 en hoort een meisje zeggen: “We zullen de nazi’s overwinnen die onze kinderen in de Donbas vermoorden.” De indoctrinatie heeft gewerkt. Vele Russen geloven niet wat hun Oekraïense familieleden vertellen. 
De Graaf bezoekt Kolomna, een stadje waar veel mannen naar het front zijn gegaan. De inwoners zijn bijna allemaal trots op hun soldaten en ze steunen Poetin.

De sancties hebben het leven duurder gemaakt, maar de economie overleeft door de import uit China, Kazachstan, Dubai, Turkije. De Russen wijten de sancties aan het Westen, niet aan Poetin. 80% steunt Poetin, maar die enquêtes worden telefonisch afgenomen: ze kennen je adres en dus durft bijna niemand tegen de oorlog te zijn. Zelfs de boze soldatenmoeders zijn niet tegen de oorlog, enkel tegen de slechte wapens en kleding waarmee hun zonen moeten vechten (p. 267-272).

De sancties treffen ook de auteur: ze kan niet meer aan haar geld komen en ze heeft veel nodig om de huur en haar medewerkers te betalen. Elke week moet ze enkele uren in de rij staan om 500 dollar te wisselen tegen roebels. Om de 2,5 maanden moet ze in Nederland nieuw contant geld ophalen. Om de drie maanden verliest ze dan ook nog veel tijd en geld met een verplichte keuring op drugs, syfilis, hiv en tbc.

In Moskou is de oorlog veraf: bars en restaurants zitten vol, films en muziekfestivals zijn uitverkocht.

Sinds 2012 heeft Rusland een anti-homowet, die sinds de oorlog aangescherpt is: de hele lgbtqia+ beweging is nu een ‘extremistische organisatie’, zoals Al Qaida, IS en de aanhangers van Navalny.

Een vrouw met een poster ‘Oekraïners zijn onze broeders’ kreeg een boete van 700 euro en 15 dagen cel. Ilja Jasjin kreeg 8,5 jaar cel voor het bekend maken van de Russische misdaden in Boetsja (maart 2022). Andere journalisten en activisten kregen tot 25 jaar cel. De schrik en de stress maken dagelijks deel uit van haar leven en werk, net zoals bij de weinige andere buitenlandse correspondenten.

Begin mei 2023 krijgt De Graaf  bevel van de NOS om meteen terug te keren. Ze mag geen drie dagen wachten op haar nieuw visum. De arrestatie van Evan Gershkovich, een Amerikaanse journalist met Russisch-Joodse roots, toonde aan dat elke correspondent in gevaar was.
Geert Groot Koerkamp blijft in Moskou: hij ondervindt niet dezelfde intimidatie. Iris de Graaf staat op de sanctielijst van Rusland en mag het land nooit meer binnen. Zij houdt van Rusland, omgekeerd helaas niet (p. 337-340).

Na zeven jaar maakt ze ook een einde aan haar relatie met L. Ze wordt  presentator van het journaal en op 16 februari 2024 moet ze de dood van Navalny aankondigen. Het laatste restje hoop op een beter Rusland verdwijnt.

Beoordeling
De Graaf kan bijzonder goed en vlot schrijven. Het zijn allemaal korte hoofdstukjes die los van elkaar gelezen kunnen worden. Ze tekent een zeer duidelijk en indringend beeld van het huidige Rusland, waar de repressie erger is en de meeste inwoners het minder goed hebben dan tijdens de Sovjet-Unie.

Ze toont ook aan hoe stresserend en ongezond het beroep van een geëngageerd correspondent is, zeker bij oorlogscensuur. Interviews met mensen op straat worden moeilijk gemaakt door de alomtegenwoordige politie. Ze ondervindt ook dat ze als vrouw in het extreem patriarchale Rusland niet als gelijkwaardig wordt gezien. En dat ze er als journalist minder welkom is dan als student of toerist. Bovendien zijn er in Nederland een hoop gefrustreerde mensen die haar allerlei verwensingen toestuurden via sociale media. Onze persvrijheid is soms te groot.

De familiegeschiedenis is verweven in het verhaal. En de auteur is bijzonder openhartig over haar privéleven.

Een chronologische volgorde zit er helaas niet in: de lezer moet zeer flexibel zijn. Je kunt er best het  Russisch-Nederlands woordenboek van Honselaar bij nemen om de vele Russische woorden te vertalen en een Engels is niet overbodig. Er staat geen enkele foto in, ook niet van de mooiste boekhandel van Rusland, de Podpisnyje Izdanieja in Sint-Petersburg.

Dit boek is zeker de moeite waard om te lezen en als lezer leef je meteen mee met de schijfster.

ISBN 978- 90- 488-7378- 4 | Paperback | 365 pagina's | Uitgeverij Lebowski/Overamstel, Amsterdam/Antwerpen|  maart 2025

© Jef Abbeel, Turnhout,  juli 2025 www.jefabbeel.be

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

Brigitte Ars - Het wilde-vrouwenpad

Het wilde vrouwenpadHet wilde-vrouwenpad
Brigitte Ars


Een verslag van twaalf wandelpaden, in bijna even zoveel landen.
Omdat Groot-Brittannië het wandelland bij uitstek is, zijn er drie in dat land, in het Lake district, in Schotland en in Yorkshire.


Om met die laatste te beginnen: die wandeling heet de Brontë Way.
Jawel, je loopt min of meer in de voetsporen van de gezusters Brontë. In zijn geheel is de tocht 70 kilometer, van Oakwell Hall vlak bij Leeds, tot Gawthorpe Hall in het westen. Het pad loopt langs de plekken die te maken hebben met het tragisch verlopen leven van de zussen: het geboortehuis, het dorp waar ze gewoond hebben, de plekken waar ze begraven liggen.
Je loopt over de hei, waar Emily Brontë zo graag dwaalde.
Het lijkt vanzelfsprekend dat als je deze route gaat lopen, je hun boeken kent, en dan herken je de sfeer. Hun boeken werden eerst onder een pseudoniem uitgegeven, en daar raken we meteen een van de thema’s van het boek: de positie van de vrouw.


Op deze wandelingen ontmoet je meer schrijvers: Astrid Lindgren, Simone de Beauvoir, Virginia Woolf en nog anderen.
De vrouwen op wie deze wandelpaden gebaseerd zijn, zijn allemaal vrijgevochten, bijzondere vrouwen. Die niet of nauwelijks erkend werden in de tijd waarin ze leefden, en ook nu nog nauwelijks. Zij waren pioniers, moesten opboksen tegen de normen die heersten in hun tijd. Wilde vrouwen dus!

Die ene die door Nederland loopt zou je eerste uitdaging kunnen zijn.
Het pad loopt door Limburg, deels over de grens. De wandeling begint in Echt, bij het Museum van de Vrouw en eindigt in Roermond bij de Rattentoren, waar een monument komt ter herinnering aan de heksenvervolgingen. Je wandelt door het witte stadje Thorn, dat bij uitstek een vrouwenstadje was. Over de galgenberg. In Roermond werden heksen vaak vervolgd.


Treedt in hun voetsporen, met deze twaalf wandelpaden. En er zijn er meer, voor als je de smaak te pakken krijgt.
Het is geen wandelgids, je zal zelf uit moeten zoeken hoe de route verloopt, hoe je er komt. En ook staat er nergens vermeld hoe je weer terugkomt, lastig, want het zijn geen afgeronde routes.
Daar is het Brigitte Ars dan ook niet om begonnen: ze vertelt over hoe ze zelf het lopen over deze paden ervaren heeft. Wat er zoal te zien is, de ontmoetingen onderweg, de overpeinzingen die als vanzelf komen. Over hoe het haar leven veranderd heeft: het zijn soms bijna mystieke ervaringen. En er wordt gerefereerd aan de positie die de vrouw vandaag de dag heeft: geschiedenis gaast veelal uit van de man, en is vaak geschreven door de man, en dat is eigenlijk nog steeds zo. De vrouw is nog altijd niet gelijk aan de man!


Het leest lekker weg: praktische dingetjes, historische feiten, sfeervolle beschrijvingen. Achterin een dankwoord en een literatuurlijst.
Mocht je een van deze wandelingen gaan lopen, neem dan het boek mee!


Brigitte Ars is journalist, schreef over haar tochten door afgelegen gebieden in Afrika en Azië. Ze maakte radioreportages en schreef Hoe wikkel je een sari om over haar leven in India. Ze runt het platform Alice Goes Wild en de Avontuurlijk Leven-podcast en is docent aan de toerismeafdeling van Breda University of Applied Sciences.


ISBN 9789025318161 | Paperback | 272 pagina's | Uitgeverij Querido | mei 2025

© Marjo, 30 juni 2025

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

Ellen Dohman - In het hol van de leeuw

In het hol van de leeuwIn het hol van de leeuw
Ellen Dohmen

‘Ik wil in de toekomst een partner die emotioneel bereikbaar is, financieel alles op orde heeft, eerlijk is en verantwoordelijkheid neemt. Te vertrouwen is, steun geeft en bij wie ik me veilig voel.’


Liza, tegen de vijftig, heeft al een paar relaties achter de rug, die niet goed afliepen. Toch geeft ze het niet op om een maatje voor het leven te vinden en ze meldt zich aan op een datingsite. Ze vindt er Tom, en Liza denkt dat het wel wat kan worden. Ze spreken af.
Dat hij bij hun eerste ontmoeting vertelt dat hij Bas heet en niet Tom, vindt ze raar, maar geen probleem. Hij woont in Amsterdam, Liza in Limburg, en in de loop der jaren ontwikkelen ze een latrelatie die hen beiden tevreden stelt.


Als ze in Limburg zijn is alles perfect. Bas is zorgzaam, en hij heeft de leukste ideeën. Hij neemt Liza mee naar allerlei plekken en blijkt daar dan heel veel over te weten. In Amsterdam voelt Liza zich evenwel niet prettig. Hij heeft daar een schildersbedrijf, dat goed lijkt te lopen. Maar in zijn woning staan onuitgepakte dozen en is er niet veel op orde. Of schoon.
Hij laat haar kennis maken met zijn vriend, en met deze man voelt Liza zich niet op haar gemak. Het is sowieso een feit dat ze zich in Amsterdam unheimisch voelt. Het lijkt wel of Bas iets te verbergen heeft. En er zijn behalve de leeftijd meer ‘kleine’ leugens: in zijn profiel had hij aangegeven gelegenheidsroker- en drinker te zijn, maar hij is eerder een kettingroker en drinken doet hij ook vrij veel. En hij is hartpatiënt.
Hier kan Liza nog wel mee om gaan, maar er gebeuren vreemde dingen met haar zelf in Amsterdam – waarom is ze zo suf, voelt ze zich niet lekker, terwijl ze daar in Limburg geen last van heeft?


Bas dringt er op aan dat Liza een opleiding volgt. En daarna nog een, ook al wil ze eigenlijk niet. Hij wil dat ze carrière maakt, waar ze zelf geen behoefte aan heeft.
De stress is de oorzaak dat ze ziek wordt, soms hele dagen op bed moet liggen, lijkt Bas heel bezorgd. Bas zegt steeds: ‘Maak je geen zorgen.’
Maar dat doet ze wel: ze is haar werk kwijt, haar gezondheid (FNS-klachten) en Bas blijft haar pushen. Waarom doet-ie dat?
En het duurt toch nog lang, maar tenslotte ziet ze in dat er iets goed mis is. Eindelijk zoekt ze hulp.
Als lezer denk je dat je zelf allang maatregelen had genomen, allang deze relatie had verbroken. Maar dat is makkelijk praten. Ellen Dohmen laat in haar verhaal zien hoe het kan dat Liza daar niet toe komt.


Uit het voorwoord wordt al duidelijk dat dit niet zomaar een verhaal is.
Het is grotendeels waargebeurd. Liza, de hoofdfiguur heeft zich tenslotte aangemeld bij het Centrum voor SOLK e.a. Complexe KIachten. SOLK staat voor Somatisch Onvoldoende verklaarbare Lichamelijke Klachten. Zij richten zich op het chronisch vermoeidheidssyndroom, fibromyalgie, EDS (=Het syndroom van Ehlers-Danlos), NAH niet-aangeboren hersenletsel), burn-out en FNS Functionele Neurologische Stoornissen, vroeger conversiestoornis genoemd)


Ellen Dohmen (1965) is na het voortgezet onderwijs gaan werken in een bakkerij in Valkenburg aan de Geul. Momenteel werkt ze als vrijwilliger bij zorgcentrum ‘t Brook te Voerendaal.
Dit is haar debuut.

ISBN 9789463657204 | Paperback | 296 pagina's | Uitgeverij Elikser | december 2024

© Marjo, 27 juni 2025

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

Markus Zusak - Drie wilde honden (en de waarheid)

Drie wilde honden en de waarheidDrie wilde honden (en de waarheid)
Markus Zusak


‘Ik bedoel, ik schijn een aardige gast te zijn. Ik ben vriendelijk, ik ben een goed mens, Ik sta erom bekend dat ik makkelijk in de omgang ben en gul. Maar als je begint te schrijven over je leven, in tegenstelling tot fictie (wat ik normaal doe voor de kost), kun je een paar kanten op. Je kunt ofwel projecteren wat mensen van je denken, en beleefd en succesvol zijn, en gelijk hebben.
Of je kunt mensen laten zien wie je echt bent. Ongeduldig, geïrriteerd, grofgebekt, soms wreed. Constant verwikkeld in een strijd om je betere zelf te zijn, maar daar nooit echt in de buurt komen…vooral niet als je onder de voet gelopen wordt door een grote witte hond in de gang.’


Als Zusak en zijn vrouw Mika besluiten om een hond in huis te nemen, verandert hun leven totaal. En, zoals de schrijver in de proloog vertelt, niet alleen hun leven, maar ook hun eigen zijn.
Hondenbezitters herkennen dit onmiddellijk. Een hond confronteert je met jezelf.
Markus Zusak vertelt over de confrontaties die hem overkwamen, aan de hand van de geschiedenis met drie honden:


Reuben en Archer, de eerste twee:

‘Gangsters, huurmoordenaars. Soldaten.
Ze leefden samen en maakten amok.
In wezen een tweekoppige maffia.
Hun intimidatie werd legendarisch, maar hun harten waren van goud.’

Als Reuben in huis komt zijn er al twee katten, en dochter Nikita. De laatste gaf de aanzet om een hond in huis te nemen, en Mika zoekt doelbewust naar ‘probleemhondenhonden’.
Als je dit boek eenmaal gelezen hebt, weet je dat de drie honden echt wilde honden waren, honden met problemen, honden die voor moeilijkheden zorgden ten aanzien van het gezin zelf, maar ook van buitenstaanders.
Maar ook honden waar zo ontzettend veel van gehouden werd, dat je als lezer niet anders kan dan dat ook te doen. Van Reuben, van Archer, en daarna opnieuw van Frost, de derde hond.
Tegelijk ontstaat er grote waardering voor Markus en Mika, en hun kinderen (na Kitty kwam Noah) die misschien vanuit hun grote hart niet anders konden, maar het toch maar deden, want uit de verhalen blijkt wel dat niet iedereen dit op zou hebben kunnen brengen.


In korte hoofdstukken schrijft Zusak vol emotie en openhartig over hun belevenissen met drie bijzondere honden.
Een boek voor hondenliefhebbers, zeker, maar ook voor iedereen die een waarachtig verhaal wil lezen over onvoorwaardelijke liefde.


Markus Zusak (Sydney, 1975) is een Australische schrijver. In het Nederlands zijn vier boeken van Zusak gepubliceerd: De underdog, De vechter, De boekendief en De boodschapper. De boekendief (het Engelstalige origineel verscheen in 2005) is inmiddels in meer dan dertig landen uitgegeven en in 2013 verfilmd met de originele titel The Book Thief.


ISBN 9789044370041 | Hardcover | 224 pagina's | Uitgeverij the House of Books | februari 2025
Vertaald uit het Engels door Caspar Wijers

© Marjo, 26 juni 2025

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

Jeanette Wagenaar - Gooilust

GooilustGooilust
De stille strijd van Louise Blaauw-Six
Jeanette Wagenaar


Louise Six groeit samen met haar broers en zus op in ’s-Graveland op de buitenplaats Hilverbeek. Haar vader is jonkheer Pieter Hendrik Six (1827-1905), haar moeder barones Henriëtte d’Ablaing van Giessenburg (1837-1872).
Zoals in het woord vooraf vermeld wordt, was dit niet de meest ideale tijd om vrouw te zijn.
Wie in het huwelijk trad werd volgens de wet ondergeschikt aan de man. De vrouw werd handelingsonbekwaam en moest haar man gehoorzamen. Ze was verplicht in zijn huis te wonen terwijl haar man haar bezit beheerde en al had ze recht op huishoudgeld, voor het overige moest ze toestemming vragen. In ruil daarvoor beschermde de man zijn vrouw.
En al was het een periode waarin steeds meer aandacht voor de positie van de vrouw kwam, pas in 1919 kregen vrouwen het recht om te stemmen.

Na het overlijden van de barones in 1888 verhuisde de jonkheer met zijn kinderen naar Hilverbeek om er het jaar rond te blijven wonen. Het landgoed grensde aan Westerveld, waar de familie Blaauw een huis had.

Frans Blaauw (1860-1936) was een ambitieuze amateur-bioloog. Hij had een diergaardepark, dat was zijn lust en zijn leven. In welke mate, dat zou Louise ontdekken toen ze eenmaal met Frans getrouwd was. Dat gebeurde in 1890, Louise was achtentwintig jaar. Het echtpaar ging wonen op Westerveld, waar de moeder van Frans ook woonde.

Als in 1895 haar tante overlijdt, erft Louise diens landgoed, Gooilust. Frans en Louise verhuizen, eindelijk had ze haar eigen huishouden. Frans was ook blij:


‘Weet je wel wat we er allemaal mee kunnen doen?’ Hij noemde de onderkomens voor de dieren, afzonderlijke velden waar ieder dier zijn eigen habitat kon krijgen. Alle grond en woningen die bij de herenhofstede hoorden, konden ze verpachten. De dierenoppasser, huisknecht, tuinman en koetsier moesten natuurlijk een huis op het landgoed krijgen of vlakbij, aan het Zuidereinde.’


Dat Louise ook zo haar wensen had, bleek hij snel te zijn vergeten: geen zitje in de boomgaard, geen volière, en dat de gordijnen blauw werden was ook haar keuze niet. Maar Louise had niets te vertellen, machteloos moest zij alles accepteren. Ook dat al het geld (haar geld) naar de verzorging van de dieren ging, en ze moest bedelen om huishoudgeld. Frans had een obsessie voor exotische dieren en rond 1900 had hij een verzameling van meer dan 400 dieren. Zijn dierenpark was internationaal bekend, en er kwamen vele bezoekers.
Maar oog voor zijn vrouw had hij niet.

Als zij zich gedwongen ziet een paar van zijn dieren te verkopen, laat Frans haar opnemen in een sanatorium. Gelukkig lukt het hem niet haar krankzinnig te laten verklaren, en weet Louise ‘te ontsnappen’, met hulp van haar neef Jan en zijn vrouw Tine.

Een officiële scheiding komt er niet, dan zou Frans Gooilust kwijtraken, dat wil hij niet. Maar ze wonen gescheiden.
Als ze voelt dat haar gezondheid achteruitgaat, neemt Louise een besluit. 
In 1930 bezoekt ze de heer van Tienhoven, voorzitter van de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten. Ze regelt in het geheim dat deze Vereniging de buitenplaats Gooilust erft. En ze vraagt Van Tienhoven om ook Hilverbeek aan te kopen. Als Frans na de dood van Louise in 1934 hoort wat ze geregeld heeft, is hij woest, maar deze keer heeft hij niets in te brengen... 

Jeanette Wagenaar wilde een historisch verhaal schrijven, en besloot onderzoek te doen naar het leven van Louise Blaauw-Six. Gooilust is niet alleen het verhaal van een bijzondere vrouw, maar ook van de landgoederen in ’s-Graveland, vlak bij Hilversum, waar je mede dankzij deze vrouw nu nog heerlijk kunt wandelen. Het is een gedegen maar zeer leesbaar boekwerk geworden, met namenlijsten, foto’s en briefwisselingen, als ook het verhaal over het proces dat Frans Blaauw voerde. De nasleep en een bibliografie.


Jeanette Wagenaar (Hilversum, 1982) werkte na haar studie Kunstgeschiedenis jarenlang in musea, particuliere collecties en boekhandels. Ze volgde de Schrijversvakschool en werkt nu bij een kunstfonds. 

ISBN 9789462973091 | Paperback | 224 pagina's | Uitgeverij De Kring | januari 2025

© Marjo, 26 juni 2025

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

Volg ons ook op Facebook

facebook

Copyright © 2025  leestafel.info
Niets van deze site mag ter publicatie worden overgenomen.
Indien nodig kunt u contact opnemen met de beheerder van Leestafel, e-mail: Dettie@leestafel.info
Inloggen