Zilte windsels suikerwier
Inge Nicole
De dertienjarige Duifje woont met haar moeder, die gescheiden is, antikraak in het Celblok, een flat die op de nominatie staat om afgebroken te worden. Het staat in Grauwegeest (niet voor niets, deze naam!), ergens in West-Friesland.
Duifje zwerft graag door de omgeving, op het braak liggend terrein. Ze is alleen, heeft (nog) geen vrienden gemaakt.
‘Dertig jaar geleden stopte daar voor het laatst een trein. In het teloorgegane station scharrelen egels en jagen ongechipte zwerfkatten op spitsmuizen. Met op de dwarsliggers van de rails het wegkwijnende skelet van een weggelopen schaap – in de schedel een grijnzende rij gele tanden en kiezen. Geen boer of burger die de moeite genomen heeft het karkas te ruimen. Onder de ribbenkast hopen Red Bull blikjes, ballonresten, gebruikte lachgaspatronen en wegwerp vapes zich op. ’s Avonds claimt de oudere jeugd het station voor geflikflooi en zuipen. Overdag is het er uitgestorven. Maar dan komt Duifje Derkje er graag.’
En dan zit er een jongen op de spoorbiels.
Ze wil maken dat ze weg komt, maar is te laat. De jongen wil weten wat ze daar doet, en is ook benieuwd waar zij naar school gaat. Misschien is het dezelfde school als waar hij naar toe gaat, na de vakantie?
Rayan en Duifje worden vrienden, ondanks hun zo verschillende achtergrond.
Hij heeft al veel scholen bezocht, vertelt hij, het gezin moest steeds verhuizen, totdat er een huis beschikbaar kwam. Hij is bootvluchteling, op zijn zesde in Nederland gekomen. Nu wordt hij veertien.
Duifje heeft diabetes type 1. Haar tante Iris heeft dezelfde ziekte, en heeft in haar dagboek geschreven over haar ervaringen. Over de hypo’s, de coma’s.
Duifje kan goed met haar opschieten, behalve de ziekte delen ze ook hun in de grond (te?)optimistische karakter.
Maar heeft ze eenmaal een hypo, dan valt het niet te stoppen. Als Rayan getuige is van een aanval, helpt hij haar, al denkt hij dat ze iets geslikt of gesnoven heeft.
Vanaf dat moment zorgt hij min of meer voor Duifje, zonder zich op te dringen.
‘Onafgebroken rijgen de regendruppels zich aaneen tot een hemelhoog kralengordijn en tonen een wazig schoolgebouw achter een weefpatroon van water. Het klapt van water, zeggen de Westfriezen. Duifjes sokken soppen in haar druipnatte Allstars, het is alsof ze met beide voeten in een Slush Puppie staat – dat maakt haar pesthumeur er niet beter op. Het stopzand in haar kop neemt niets meer op.
Vertraag het uiteenvallend verstand. Niet capituleren! Graaf naar hulpwerkwoorden. H-e-b gefietst. S-t-a te wankelen. Adem in een lange teug in en adem uit in pufjes – stotende pufjes.’
Maar er is ook haar ontluikende seksualiteit, en de boze buitenwereld, die het gemunt heeft op deze twee jongeren, omdat ze anders zijn.
De taal is prachtig, je kan goed merken dat Inge Nicole ook poëzie schrijft.
Ze legt verbanden tussen de twee zo tegengestelde werelden. Als Rayan terugdenkt aan wat hem allemaal overkomen is, staat de tekst cursief. Het zijn reacties op iets uit Duifjes leven.
Ook de dagboekstukken van de tante staan cursief.
Er staan enkele prachtige collages in kleur in het boek, van de schrijfster zelf. En achterin een medische woordenlijst.
Op diverse terreinen geeft dit boek inzicht het leven van anderen. Er zijn nog meer bewoners in het Celblok, ieder met hun eigen achtergrond en problemen, al gaat het verhaal vooral om de auto-immuunziekte van Duifje en het leven van een asielzoeker.
Inge Nicole (Den Helder, 1968) is het pseudoniem van schrijver, dichter en kunstenaar Inge Bak. De achtergrond van het boek is gebaseerd op haar eigen leven.
Zij publiceerde in 2004 en 2008 twee romans als Inge Bak, maar maakte als Inge Nicole vooral indruk met de novellen De tranen van de zeegans (in 2012 bekroond met de Rabobank Cultuurprijs Letteren) en Aardappelbloed (2014). In 2020 debuteerde zij als dichter met de bundel Maanbrief aan het getij. Haar roman Blauwdruk van capgras verscheen in 2017.
ISBN 9789493368255 | Paperback | 216 pagina's | Uitgeverij In de Knipscheer | april 2023
© Marjo, 3 september 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
The Love Haters
Katherine Center
Zoals je van Katherine Center gewend bent, trekt ze je direct het verhaal in:
Het was vrijdagmiddag en bijna tijd om naar huis te gaan, maar dat kon Cole Hutcheson niets schelen.
Het kon eigenlijk niemand iets schelen. Iedereen stond namelijk op het punt om te worden ontslagen.
Of nou ja, niet iedereen, maar wel te veel van ons.
Op dat moment verscheen Cole naast mijn bureau met de vraag of ik een paar weken naar Key West wilde om een video over een reddingszwemmer bij de Amerikaanse kustwacht te maken.
Mijn antwoord was natuurlijk: ‘Ja, hoor.’
Wist ik wat een reddingszwemmer was? Kon ik Key West aanwijzen op een landkaart? Wist ik ook maar iets over de Amerikaanse kustwacht – behalve dat ze iets deden met wachten aan de kust? Hield ik überhaupt van de oceaan?
Nee. En dus had dat misschien ook beter mijn antwoord op zijn vraag kunnen zijn.
Katie, een jonge, professionele videoproducer, neemt tegen beter weten de opdracht van haar baas aan om als wervingsactie voor de kustwacht een reportage over reddingszwemmer Hutch te maken. Katie wil echt alles doen om haar baan te redden. Ook al kan ze zelf niet zwemmen en zal ze allerlei spannende dingen moeten gaan doen die ze helemaal niet durft.
The Love Haters is een verhaal dat boordevol humor geschreven is en, zoals op de cover van het boek staat aangekondigd, een verhaal over vallen, opgroeien en liefde vinden.
Het verhaal van Katie en Hutch maakt je vrolijk en is een echte aanrader als je wilt ontspannen met een glimlach.
Katherine geeft je ook nog wat wijze levenslessen mee, waarvan er één in het hele boek steeds weer naar voren komt:
‘Elke keer dat je dapper moet zijn maakt je dapperder voor de keren die volgen.’
ISBN 978 90 297 3879 8 | NUR 302 | paperback | 323 pagina’s | KokBoekencentrum Uitgevers | juli 2025 | vertaald door Patricia Pos
© Els ten Voorde, 11 augustus 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Sophie's reis naar bevrijding
Hilal Yavuz
Sophie zit al bijna een jaar thuis vanwege depressieve klachten en nu is haar moeder ook nog overleden.
'Het voelde alsof ik was aangereden en niet door een auto, maar eerder door een sneltrein of vrachtwagen, alsof ik wist welk van deze voertuigen de meeste pijn zou veroorzaken. Ik wilde alleen maar slapen, zodat ik even kon ontsnappen aan de realiteit."
Maar na een week komt er een mysterieuze kort briefje uit Griekenland. Ze wordt uitgenodigd om te komen op een voor haar onbekend adres in een klein dorpje. Natuurlijk doet ze dat niet, daar heeft ze geen totaal geen zin in, ze wil helemaal niets. Maar dan had ze buiten hartsvriendin Maria gerekend. Die sleurt haar het bed uit, neemt haar mee uit eten en... boekt een reis naar Griekenland! Als je echt in een depressie zit lijkt me dat overigens het laatste wat je wil.
Maar Sophie gaat en raakt overdonderd door het mooie landschap én door de beeldschone 'Griekse God' Theo, de kleinzoon van het oude stel waar ze terecht komt. Deze Theo is toevallig ook nog eens hypnotherapeut en de dag na hun eerste ontmoeting ondergaat ze een hypnosesessie bij hem en voelt dat ze eindelijk dichtbij de kern van haar depressie komt. "Hij zorgde ervoor dat ik alles wat ik had opgepropt aan emoties kon uiten. Alles kwam eruit." Theo is gewoon wonderbaarlijk. Sophie is dan ook als een blok gevallen voor hem, maar Theo ook voor haar?
Eenmaal thuis blijkt dat de korte vakantie Sophie erg goed heeft gedaan - ofwel de ontmoeting met de prachtige, bijzondere Theo - en ze gaat verder met het ontdekken van zichzelf. Ze ondergaat, samen met Marie, een Psilohuasca-ceremonie, een variatie op Ayahuasca wat momenteel verboden in Nederland is. Deze geestelijke reis is opnieuw een bevrijding, het plantmedicijn opende een poort naar nieuwe inzichten en ervaringen...
Het is een grote-stappen-snel-thuis boek. Alles wordt te makkelijk en te simpel beschreven, échte diepgang ontbreekt. Het is allemaal bijna te mooi om waar te zijn. De gevoelens bij een rouwproces en depressie worden aangeraakt maar snel overheen gestapt. Het is eerder een feel-good roman voorzien van inspirerende spreuken waarover je eventueel na kunt denken. Aardig verhaal voor de liefhebber maar verwacht er verder geen wijze inzichten van.
ISBN 9789493345836 | Paperback | 200 pagina's | Paris Books | 29 november 2024
© Dettie, 29 juli 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De handlezer
Chris Polanen
‘Beste dokter met je dure achternaam, het kan mij niet schelen dat je vader en je opa ook arts waren en dat je in Nederland gestudeerd hebt. Luister: ik heb een maand geleden de marathon in de Surinamerivier gezwommen, 18 kilometer borstcrawl, met die almachtige stroom mee, zonder één keer te stoppen, zonder spierpijn of kramp, tientallen jonge kerels achter mij latend.’
Waar Henri dacht dat zijn kaarsje langzaam uit zou gaan, wordt hij nu niet alleen geconfronteerd met het verleden dat niet verwerkt is, en blijkt ook het heden nog verrassingen in petto te hebben. Enerverende verrassingen...
Polanen vertelt over de Surinaamse cultuur, waarin een man geacht wordt zich te gedragen als een macho.
Machismo en magisch-realisme, plus de relatie tussen Suriname en Nederland zijn terugkerende elementen in Polanens boeken. Hij vertelt in een meeslepende, haast zintuiglijke stijl over de situatie, waardoor je mee kunt leven met de hoofdpersoon.
Chris Polanen (1963) is een Nederlands dierenarts en schrijver. Hij is van Surinaamse komaf.
De handlezer is zijn derde roman, alle drie spelen ze zich in Paramaribo af.
ISBN 9789048868476 | Paperback | 352 pagina's | Uitgeverij Lebowski | mei 2025 |
© Marjo, 26 juli 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Valentino & De moeder
Natalia Ginzburg
Een bundeltje met twee verhalen. In Valentino, het eerste verhaal, lezen we dat Caterina, de ik verteller, opgroeit in een gezin waar alles draait om haar broer Valentino.
"Mijn broer studeerde geneeskunde en er was altijd geld nodig, nu eens voor een microscoop, dan weer voor boeken en colleges. Mijn vader dacht dat hij een groot man zou worden: daar was misschien geen reden voor, maar hij dacht van wel [...]"
Maar Valentino's leven draait alleen om Valentino. Af en toe studeert hij maar vaak verdoet hij zijn tijd met een beetje rondhangen of nieuwe kleding aanschaffen. Hij is ijdel, een nietsnut en heeft regelmatig een beeldschone vriendin die hij thuis steevast voorstelt als zijn verloofde, maar drie weken later is er vaak alweer een nieuwe 'verloofde'. Groot is de schok dan ook als Valentino aankondigt dat hij gaat trouwen met Maddalena. Zijn aanstaande is een kleine, dikke, lelijke vrouw met een snor. Maar ze is wel doortastend, rijk en bezit een grote villa en landgoederen.
Vader stort in, hij schaamt zich, zijn zoon trouwt om geld. Ook al beweert Valentino bij hoog en laag dat het niet zo is. Vader gaat zelfs op bezoek bij Maddalena om het uit haar hoofd te praten maar hij komt verslagen terug. Het huwelijk krijgt zijn zegen. Maar moeder en gehuwde zus Clara blijven een afkeer houden van deze lelijke vrouw hoewel Maddalena goed voor ze zorgt. Caterine is de enige die wèl op bezoek gaat en later zelfs bij haar broer en zijn vrouw intrekt als haar beide ouders overleden zijn.
Het huwelijk van Valentino is op zijn zachts gezegd vreemd te noemen. Valentino en Maddalena gaan hun eigen gang, er komen wel kinderen maar dat is een bijkomstigheid. Als Valentino 's avonds maar thuis is, dan is alles prima. Huisvriend Kit wordt ook aanvaard als zijnde een familielid en even lijkt het erop dat hij dat ook daadwerkelijk wordt. Alles lijkt prima en huiselijk maar langzamerhand verschuiven de verhoudingen en wordt hun leven totaal op zijn kop gezet.
Het zou zomaar een doorsnee verhaal kunnen zijn ware het niet dat Natalia Ginzburg Caterine een heel eigen stem heeft gegeven. De zesentwintigjarige lerares bekijkt alles vanuit een bijzonder perspectief. Zij ziet het egoïsme van haar broer, de afhankelijkheid van Maddalena, de ledigheid van Kit maar oordeelt niet, ze zijn zoals ze zijn en juist dàt maakt het verhaal bijzonder.
In het zeventien pagina's tellende opzichzelfstaande verhaal De Moeder maken we kennis met twee broertjes die samen met hun moeder proberen te overleven. Eigenlijk zijn de kinderen een beetje bang voor de magere, kleine vrouw die zich hun moeder noemt en nooit echte beslissingen neemt.
"De jongens vonden het maar raar dat zij uit haar waren geboren. Het was veel minder raar om uit oma of Dormira geboren te zijn, met die grote warme lichamen die de angst tegengingen en die beschermden tegen onweersbuien en dieven."
Gelukkig is moeder zelden thuis, na haar werk vertrekt ze weer, waarheen weten de kinderen niet. Zij kennen hun moeder feitelijk niet.
Wij als volwassenen leren de moeder beter kennen en lezen tussen de regels door hoe het de moeder werkelijk vergaat. En dat is niet goed...
Ook dit verhaal is indrukwekkend. In die paar pagina's wordt een hele wereld weergegeven die je even stil achterlaat. Ginzburg verstaat de kunst van 'show don't tell' uitstekend. Na afloop heb je het gevoel een dik boek gelezen te hebben in plaats van die paar pagina's. Heel knap.
Natalia Ginzburg (Palermo 1916 - Rome 1991) is een van de belangrijkste naoorlogse schrijvers van Italië. In haar werk komen familierelaties, politiek en filosofie telkens terug, vaak in samenhang met de tijd waarin ze schreef. Ze publiceerde zowel romans als essays en toneelstukken en haar werk is in vele talen vertaald en bekroond.
ISBN 9789038816449 | Paperback met flappen | 86 pagina's | Nijgh & Van Ditmar | 3 juni 2025
Uitstekend vertaald door Jan van der Haar
© Dettie, 21 juli 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Het vrouwenhofje
Mérie van der Rijt
In Leerdam, aan de Linge, bevindt zich Het Vrouwenhofje, dat gesticht werd door Maria Ponderus-Van Aerden (1672-1764). Zoals dat door haar bedoeld werd is het nog steeds in gebruik: een tehuis bieden aan ongehuwde, protestantse dames. In de regentenkamer hangen diverse schilderijen uit haar nalatenschap.
https://www.hofjevanaerden.nl/
Hoe kwam mevrouw van Aerden op het idee? Wie was zij?
Dat wordt verteld in deze historische roman.
De twintigjarige Maria woont in Den Haag. Haar vader is een arts, die maar al te graag zijn kennis deelt met Maria. Dat is haar streng gelovige moeder een doorn in het oog. Een vrouw moet haar tijd doorbrengen met borduren…
Maria wil het liefst haar leven delen met Johannes, maar dat is een onbetekenende timmerman. Zo oordelen tenminste haar ouders. Zij vinden een betere kandidaat: de 30 jaar oudere Pieter van Aerden. Een weduwnaar met zes kinderen. Maria legt er zich bij neer, wat moet ze anders. Ze kan haar familie de schande van een huwelijk met een timmerman niet aandoen.
Maar, zegt ze tegen Johannes, zo’n oude man gaat vast snel dood en dan ben ik rijk en kan ik doen wat ik wil.
Tegen haar verwachting in blijkt Pieter niet de strenge hardvochtige echtgenoot, zoals ze had verwacht. Niet alleen is hij eigenlijk wel aardig, hij laat zich vrij makkelijk om haar vinger winden. Tot haar ergernis heeft de dienstbode dat ook gedaan in de tijd dat Pieter alleen was!
Maria zou haar graag wegsturen, maar dat lukt dan weer niet.
En tegen haar verwachting in, gaat Pieter helemaal niet dood!
Het huwelijk van Pieter en Maria wordt gezegend met drie kinderen, Maria zal hen alle drie en later ook haar man overleven.
Niet alles wat in dit boek verteld wordt berust op feiten. Over Maria is niet veel bekend.
Mérie van der Rijt heeft zich evenwel verdiept in de tijdgeest, en haar verhaal zou echt kunnen zijn. Dat Maria en Pieter samen waren en drie kinderen kregen, berust op feiten. Dat Maria het brein achter het Vrouwenhofje is ook: dat bepaalde ze in haar testament.
Het verhaal rond het portret dat van Maria geschilderd werd, zou ook zomaar kunnen kloppen.
En zo lezen we een mooie historische roman, over het Vrouwenhofje, maar vooral over Maria van Aerden.
Mérie van der Rijt is auteur, tekstschrijver en communicatieadviseur. Het vrouwenhofje is haar debuut.
ISBN 9789401624589 | Paperback | 384 pagina's | Uitgeverij Xander | mei 2025
© Marjo, 15 juli 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Het geschenk
Gaea Schoeters
Het verhaal begint met een olifant die rustig water staat te drinken aan de rand van de rivier. Op een beeldende manier wordt beschreven hoe kalm en genietend het dier met haar slurf het water naar haar mond brengt.
De dakloze man die net ontwaakt, denkt bij het zien van dat dier, dat hij hallucineert. Maar er staat écht een olifant in de rivier de Spree in Berlijn! En het blijft niet bij één olifant...
Bondskanselier Hans Christan Winkler wordt in alle vroegte gebeld, er is een heuse invasie van olifanten in de stad, hij moet direct komen! Er is al een crisiscentrum ingericht en om twaalf uur is de persconferentie gepland. Waar de dieren vandaan komen is iedereen een raadsel, geen enkele dierentuin mist olifanten. Maar er komt al snel antwoord op die vraag. Tebogo, de president van Botswana is aan de telefoon... Hij heeft de olifanten gestuurd, in totaal twintigduizend! Het heeft alles te maken met de nieuwe ivoorwet die Winkler voor elkaar heeft gekregen. Er mag niet meer gejaagd worden op de olifanten. En nu zit Botswana met een overschot aan olifanten die de gewassen op het land opvreten en in hun zoektocht naar voedsel bossen vernielen. Duitsland mag nu zelf zorgdragen voor de olifanten en als de dieren wat aangedaan wordt dan wordt het aantal geleverde olifanten verdubbeld.
De chaos is compleet. Winkler zit met zijn handen in het haar. Hoe moet hij te werk gaan? Hij had gehoopt dat de ivoorwet stemmen zou opleveren want over een tijdje zijn er weer verkiezingen. Wat moet hij doen? De dieren voeren kost kapitalen, bovendien vernielen ze hele parken en zelfs de groente- en fruitafdeling van een supermarkt. "We moeten ze spreiden!" is de kreet. Maar daar zit niet iedereen op te wachten. Wie wil nu een stel wilde olifanten opvangen? Natuurlijk neemt de ultrarechtse populist Fuchs zijn kans waar. Hij haalt uit naar Winkler en stelt dat de uitheemse olifanten voor de eigen mensen gaan...
Het is duidelijk dat het olifantenverhaal een metafoor is voor de huidige gang van zaken in Europa waarin ultrarechts steeds meer de scepter zwaait. Eigen land en volk eerst. De exotische indringers moeten weg. Ook de politieke blufpoker om als regeringsleider toch overeind te blijven, al kost het koppen van goede (vrouwelijke) politici wordt meer dan duidelijk gemaakt. 'Wir schaffen das' wordt zelfs opgevoerd. Er wordt gedraaid met de waarheid, ingespeeld op sentimenten, verantwoordelijkheden op elkaar afgeschoven en zelfs 'voordeel' gehaald uit de komst van de Afrikaanse dieren, wat echter compleet uit de hand loopt.
Uiteindelijk duurt de olifanteninvasie meer dan een jaar, zo'n 434 dagen. Dan is de oplossing bedacht, helaas wel een oplossing met een wrang staartje.
Op zich is het een origineel idee om olifanten op te voeren om het vluchtelingenprobleem te bespreken. De venijnige angel wordt er zo uitgehaald. Maar toch is het verhaal te herkenbaar om niet in te zien waar het wérkelijk om draait. Een echt statement wordt er echter niet gemaakt maar Gaea Schoebers laat wel de gang van zaken zien binnen de politiek en vooral het politieke spel waarbij je je uiteindelijk afvraagt wat er nu helemaal bereikt is.
Een prettig leesbaar, inzichtelijk makend boek.
Gaea Schoeters is een Belgische auteur. Ze is vooral bekend om haar roman Trofee, die genomineerd werd voor meerdere literaire prijzen, waaronder de EU-prijs voor Literatuur. Schoeters schrijft zowel fictie als non-fictie.
ISBN 9789025318604 | Paperback met flappen | 128 pagina's | 4 juni 2025
© Dettie,14 juli 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER