Non-fictie

Cees W. de Jong e.a.

Piet Mondriaan
leven en werk
Cees W. de Jong e.a. (samenstellers)


Piet Mondriaan (Amersfoort 1872 - New York 1944), een van de meest radicale kunstenaars van zijn tijd, schrijft Cees W. de Jong in zijn voorwoord. En als je dit boek bekijkt kun je niets anders doen, dan het beamen. Er zijn in zijn leven bepaalde 'radicale' omslagmomenten geweest die hem maakte tot de grote kunstenaar die nu alom geroemd wordt om zijn werk. In dit boek kunnen we deze veranderingen bijna zien gebeuren.


We maken aanvankelijk kennis met de realistische werken van Mondriaan die hij op zeer jonge leeftijd schilderde. - Hij kreeg schilderles van zijn oom - We zien prachtig geschilderde boerderijen, gemaakt rondom Winterswijk waar hij opgroeide, we zien de schepen in de havens van Amsterdam, mooie landschappen, portretten etc.  Al in 1890, Mondriaan was toen achttien of negentien jaar, werd zijn werk voor het eerst geëxposeerd. We volgen in het boek, via grote afbeeldingen van zijn schilderijen, de ontwikkeling in zijn werk. De afbeeldingen worden minder gedetailleerd, de penseelstreken minder verfijnd maar toch blijven het nog wel landschappen hoewel ze een veel helderder en modernere uitstraling hebben dan zijn vroege werk.


Opmerkelijk genoeg zijn er een aantal schilderijen te zien die veel van het werk van Vincent van Gogh weg hebben, zowel qua uiterlijk als qua stijl. Het pointillisme van Mondriaan is niet zo verfijnd als bij Van Gogh, Mondriaan hanteert een grovere streek, soms zelfs strepen. Duidelijk is dat hij steeds nieuwe technieken in het pointillisme probeert, van diverse kleuren door elkaar tot bijna gegroepeerde en gerangschikte kleur'points'. Deze schilderijen werden aanvankelijk, net als bij Van Gogh, door de critici als choquerend ervaren. Frederik van Eeden schrijft over Mondriaans schilderijen Bos bij Oele en Molen bij zonlicht: "Nooit heb ik zulke zuivere gevallen van acute decadence zóó duidelijk voor oogen gehad. Het zijn, wat de medicus noemt: typische ziekte-beelden."

Van grote invloed is de moderne theosofie en het aansluiten de Theosofische vereniging (1909) op het werk van Mondriaan geweest. Die invloed is onmiddellijk te zien in zijn werk. Volgens kenners verandert Mondriaans werk van instinctief naar vergeestelijkt, wat prachtig weergegeven wordt in het schilderij Evolutie (1911) dat natuurlijk ook in het boek te zien is.        


Mondriaan maakt, beïnvloed door o.a. Picasso en Braque, nog een uitstapje naar het kubisme, waarin hij opvallend genoeg nog vrij veel ronde vormen gebruikt. Naar mijn mening maakte Mondriaan in deze tijd enkele van zijn mooiste schilderijen. Ze zijn stuk voor stuk prachtig qua opbouw en kleurgebruik. Natuurlijk zijn deze schilderijen totaal anders dan de pointillistische werken maar toch begrijp je dankzij dit boek de overstap wel. De 'points' zijn kleurvlakken geworden, omkaderd door lijnen.
Alleen de specifieke Mondriaankleuren en strakke afbakening en vierkante vormen ontbreken nog. Maar die ontstaan na de ontmoeting met Bart van der Leck, een voormalig glasschilder. "Kleur is verbeelding van het licht." is een van Van der Lecks uitspraken die Mondriaan ter harte neemt. Van der Leck zorgt voor opnieuw een radicaal omslagmoment van Mondriaan. Aanvankelijk schildert Mondriaan, onder Van der Lecks invloed, losse gekleurde blokken op een wit doek. Maar ook hier ontwikkelt hij zich verder in tot hij de voor hem zo kenmerkende krachtige doeken vervaardigd.


Het boek voert ons visueel steeds verder mee op de ontdekkingsreis die Mondriaan maakt en we zien langzamerhand zijn reis eindigen bij de schilderijen die hem o.a. zo wereldberoemd hebben gemaakt. Met als grandioze finale het - onvoltooide - Victorie Boogy Woogie.


De tekst in het boek is summier. De levensloop van Mondriaan wordt puntsgewijs genoemd door middel van een jaartal met daaronder in enkele zinnen een belangrijke privé- of andere gebeurtenis in het leven van Mondriaan. Er staan een aantal langere teksten in het boek die elkaar helaas meerdere malen herhalen en overlappen. Zo lezen we diverse keren dat Mondriaan in 1912 naar Parijs ging maar in 1914 terug moest naar Nederland omdat zijn vader ziek was. Dat hij niet kon terugkeren naar Parijs dankzij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog en Mondriaan daardoor in Laren/Blaricum verbleef waar hij in 1917 samen met o.a. Theo van Doesburg De Stijl oprichtte. Ook zijn toetreding tot de moderne theosofie wordt meerdere malen meegedeeld.


De tekstuele opbouw van het boek is verder vrij rommelig en soms verwarrend. In de langere teksten staan bijvoorbeeld verwijzingen naar schilderijen maar niet op welke pagina deze in het boek te zien zijn. Dat maakt dat je veel moet zoeken en heen en weer moet bladeren. De ene keer staan deze afbeeldingen aan het eind van het hoofdstuk, de andere keer kom je de afbeelding een paar bladzijden verderop tegen. Ook klopt de tekst niet altijd met de tijdkaders waarin het boek ingedeeld is. Maar aangezien de ervaring leert dat bij dergelijke uitgaves vol foto's de teksten nauwelijks gelezen worden, zal dit bovenstaande geen groot struikelblok vormen.


De visuele opbouw van het boek is daarentegen geweldig. Het boek staat boordevol foto's van Mondriaan zelf, van zijn omgeving en huizen waarin hij grootgebracht is, van zijn ateliers, met plattegrond. - Vooral dit laatste is erg bijzonder om te zien want ook privé omringde Mondriaan zich met witte wanden vol kleurige vlakken, zelfs zijn meubels werden aangepast. Zijn werk was letterlijk zijn leven. -
Verder staan er prachtige kleurenfoto's in van enorm veel (ca. 240) schilderijen van Mondriaan en achterin het boek zijn al zijn werken weergegeven in kleine zwart wit afbeeldingen. De visuele opbouw van het boek is werkelijk perfect, het geeft een prachtig overzicht van Mondriaans oeuvre.
Dat vooral maakt het boek tot een schitterend bezit om in huis te hebben.


ISBN 9789400500822 | Hardcover | 392 pagina's | Uitgeverij Lev | februari 2015
Samengesteld door Cees W. de Jong, Katjuscha Otte, Ingelies Vermeulen, Robert P. Welsh, Marty Bax en Marjory Degen.
Afmeting 25 x 30,6 x 2,5 cm

© Dettie, 19 juli 2015

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Het nieuwe Rijks museum
Pierre Cuypers en Georg Sturm in ere hersteld
Samengesteld door Cees W. de Jong e.a.


Vandaag, 13 april 2013, heropent het Rijksmuseum haar deuren nadat het 'in nieuw luister hersteld' is. Onder het motto 'Verder met Cuypers' is het gebouw voor een groot deel teruggebracht in de oorspronkelijke staat omdat "het Rijksmuseum nooit is geworden zoals Pierre Cuypers het in gedachten had. Zodra delen van het gebouw werden opgeleverd en museumdirecteuren het voor het zeggen kregen, werd de witkwast ter hand genomen om het interieur aan te passen aan de moderne smaak en opvattingen over tentoonstellen." Ook de ornamenten werden in de ban gedaan.
Het is bijna onbegrijpelijk dat dit gebeurde als je in dit boek de foto's van het nieuwe Rijksmuseum ziet. Alles straalt, ondanks de rijke schilderingen, vele decoraties en ornamenten, een enorme harmonie uit. Dit in tegenstelling tot het oude 'rommelige' Rijksmuseum van voor de verbouwing.


In dit boek komen diverse mensen aan het woord die zeer betrokken waren bij de grootscheepse renovatie en restauratie van dit mooie museum.
Als eerste is dat natuurlijk een terecht trotse Wim Pijbes, hoofddirecteur van het Rijksmuseum. Hij vertelt o.a. wat er allemaal veranderd en verbeterd is. "Het exterieur is grandioos hersteld, de binnenhoven zijn weer opengebroken, inbouwverdiepingen zijn gesloopt en de oorspronkelijke laskappen hersteld. De monumentale trappenhuizen, bibliotheek en majestueuze Voorhal zijn volledig gerestaureerd en voorzien van de originele decoraties, inclusief de schilderingen van Georg Sturm, die begin twintigste eeuw al waren verwijderd."


De architecten Antonio Cruz en Antonio Ortis vertellen over 'de criteria voor de verbouwing en restauratie van het nieuwe Rijksmuseum.' Het hoofdidee was vooral een gebouw neerzetten dat in zijn oude luister hersteld was maar tevens voldeed aan de eisen van de moderne tijd. Geen gemakkelijke opdracht en vooral het verzet tegen hun plannen rond de doorgang onder het gebouw maakte het hun flink moeilijk. Ze moesten nadat de diverse protesterende instanties in hun gelijk waren gesteld, hun plannen herzien. Ook het idee om een betere route langs de Nachtwacht te realiseren kreeg geen goedkeuring, dit keer van de toetsende instanties. Maar gelukkig konden veel van hun ideeën wél gerealiseerd worden. Vooral het herstel van de binnenhoven die o.a. het hart van het museum vormen stemt de architecten zeer tevreden, daglicht valt weer naar binnen en herstelt de oorspronkelijke helderheid.  Maar o.a. ook de moderne kroonluchters in die binnenhoven, vinden zij een succes, ze vormen als het ware een 'gotisch' plafond. Bij 'de criteria' zijn plattegronden en schitterende foto's geplaatst van de vernieuwde ruimtes.


Vervolgens vertelt Wies van Leeuwen, die een biografie over Pierre Cuypers schreef, wat de bouw van het Rijksmuseum betekende voor deze architect. Samen met zijn vrienden Victor de Stuers en Joseph Alberdink Thijm schreef hij alle onderdelen van het gebouw tot in de kleinste details voor. Zij zagen in het gebouw een afbeelding van het Hemels Jeruzalem, de ideale hemelse stad neergedaald op aarde. Ook de functies van de ruimtes zoals Cuypers ze bedoeld had wordt besproken. Erg bijzonder om te lezen.


Architect Wytze Patijn vertelt hoe aanvankelijk tegen het gebouw werd aangekeken, er was weinig waardering voor. Pas rond 1980 kwam het besef dat in het Rijksmuseum veel ten onrechte was weggestopt en vernietigd. Langzaam begon men met het terughalen van details etc.
En dan komen we bij het onderwerp waarvan ik nooit genoeg kan krijgen. Het restaureren en reconstrueren van de decoraties van Cuypers en de doeken van George Sturm. Het blijft altijd fascinerend om de zoektocht naar de gebruikte materialen te volgen en te lezen hoe met een scalpel voorzichtig laag voor laag de verf werd weggekrabd om een beeld te krijgen van motief en kleur. Deze weggekrabte lagen werden eveneens gebruikt om de samenstelling van de verf te achterhalen. Ook werden oude foto's geanalyseerd van vóór het veelvuldig overschilderen.
De 70 herontdekte doeken van Georg Sturm lagen opgerold in het magazijn en het is schitterend om te zien hoe prachtig de beschadigde werken gerestaureerd zijn. Patrick Spijkerman weet dit alles zeer boeiend te verwoorden maar ook de vele duidelijke bijgevoegde afbeeldingen spreken boekdelen.


Al met al maakt dit boek dat je beseft wat voor enorme en fantastische prestatie er is geleverd rond de (her)bouw van het Rijksmuseum. Toentertijd door zowel Cuypers als Sturm en in de tegenwoordige tijd door Cruz en Ortis en alle overige mensen die dit kunststuk tot stand hebben gebracht.
Een boek met veel informatie en prachtige foto's. Een boek om te bewaren, het vormt een stukje geschiedenis rond het Rijksmuseum.


ISBN 9789085550747 Hardcover 96 pagina's Pallas Publications april 2013

© Dettie, 13 april 2013

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER