Non-fictie

Chaja Polak

De man die geen hekel had aan Joden
Een botsing met het verleden
Chaja Polak


Onze generatie heeft een probleem gekregen in de omgang met het verleden. Beeldenstormers uit 1567 worden vergeleken met de Taliban in Afghanistan. De Synode van Dordrecht (1618) wordt door het stadsbestuur van Dordrecht herdacht, maar met voorbijgaan van de religieuze achtergronden [de synode draaide nu juist om zaken die met religie hadden te maken], recent kwam de vraag om ‘moffenmeiden’ excuses aan te bieden voor hun behandeling na de oorlog [Joden hebben nooit excuses gekregen voor hun behandeling tijdens en na de oorlog]. En nu is er dan de discussie tussen Isabel van Boetzelaer en Chaja Polak over het onderscheid tussen daders en slachtoffers.


Het heeft er allemaal mee te maken dat veel mensen vandaag de dag het verleden benaderen vanuit hun eigen referentiekader. Het is nu juist zaak erachter te komen hoe mensen toen dachten. Hoe wij er nu over denken is even minder relevant. Dat kan een constatering achteraf zijn. Maar als je ermee begint, zal het verleden je ontsnappen en overkomen als ‘vreemd’ en ‘onbegrijpelijk’, want het wijkt zo af van wat we nu normaal vinden.


Isabel van Boetzelaer schreef haar boek Oorlogsouders ook vanuit haar eigen frame. Haar vader was vrijwillig bij de SS gegaan, had aan het Oostfront gevochten, werd overgeplaatst naar Den Haag en deed daar actief mee aan de Jodenvervolging.  Na de oorlog is haar vader veroordeeld en heeft hij 12 jaar gevangenisstraf uitgezeten. Isabel van Boetzelaer heeft onderzoek naar archiefdocumenten gedaan, maar ging hierbij heel selectief te werk. In een uitzending van Een Vandaag verklaarde ze dat iedereen verliezer was. Ook haar vader die in zijn naïviteit de verkeerde kant had gekozen en daarvoor na de oorlog geboet had. Eigenlijk had hij helemaal geen hekel aan Joden gehad.


Het is begrijpelijk en terecht dat Chaja Polak zich hier fel tegen verzet. Haar ouders werden in 1944 opgepakt en gedeporteerd. Haar moeder overleefde Auschwitz, haar vader kwam om het leven.


Het maakt nogal wat uit of je dader dan wel slachtoffer bent. Van Boetzelaers vader was vrijwillig bij de SS gegaan en had onschuldig bloed aan zijn handen. De Joden, die zich aan geen enkel misdrijf schuldig hadden gemaakt, werden opgejaagd, opgepakt en afgemaakt. Met de stelling dat ‘wij allen verliezers zijn’ wis je elk moreel onderscheid uit. Er blijkt in ieder geval een ontstellend gebrek aan inlevingsvermogen uit met het trieste lot van Joodse landgenoten.


Isabel van Boetzelaer maakt het nog erger als ze over haar grootvader van moeders kant schrijft. Nu komt er helemaal geen bronnenonderzoek aan te pas. Ze schrijft klakkeloos op wat haar moeder vertelt over deze man. Deze grootvader was een Duitser en hij zou zijn arm expres in een mitella hebben gedragen om dan geen Hitlergroet te hoeven brengen.


Als er wel onderzoek door haar zou zijn gedaan, was er van dit mooie verhaal geen spaan heel gebleven. Deze grootvader blijkt namelijk commandant van een Stalag [Duits krijgsgevangenenkamp] te zijn geweest. Mijn eigen vader is tijdens de oorlog een krijgsgevangene in zo’n Stalag geweest. Het leven van Joden in een vernietigingskamp was natuurlijk het ergst van alles en kan nergens mee vergeleken worden. Maar het leven in een Stalag was ook een hel. Een commandant van zo’n kamp moest een echte nazi zijn, meedogenloos en ongevoelig voor de ellende waarin anderen leefde.


Isabel van Boetzelaer zat dus twee keer fout. En goed ook. Ad van Liempt (journalist, auteur van oorlogsboeken en tv-programmamaker), die zich liet overhalen een aanbeveling voor haar boek te schrijven, heeft hier inmiddels enorm veel spijt van.


Het zal duidelijk zijn dat ik voor 100% achter de visie van Chaja Polak sta. Het is verontrustend dat we in onze samenleving het morele kompas kwijtraken in de omgang met het verleden. Het boek van Isabel van Boetzelaer werd aanvankelijk kritiekloos ontvangen. Voelen we niet meer aan dat een SS-er en een Holocaustslachtoffer nooit op dezelfde lijn van ‘verliezer’ mogen worden gebracht? Er gaapt een kloof tussen die beide.


Ik heb één kanttekening bij het boek van mevrouw Polak en dat betreft de compositie. Chaja Polak is romanschrijfster. Maar een boek over een historisch onderwerp publiceren vraagt om andere vaardigheden. Het verhaal is heel brokkelig beschreven, met sprongen heen en weer van de eigen tijd naar de oorlog, onderbroken door herinneringen en dromen. Veel beter is het in mijn ogen om eerst de oorlogsgebeurtenissen weer te geven, vervolgens het boek van Isabel van Boetzelaer te vermelden en tot slot het kritisch commentaar op dit boek weer te geven. Ook bij deze aanpak is er volop ruimte voor emotie en gevoel. Maar het zou de duidelijkheid ten goede zijn gekomen.


Ik vind het ontzettend dapper van Chaja Polak dat zij op de leeftijd van 76 jaar de handschoen heeft opgepakt. Tegelijk is het triest dat dit van haar kant moest komen. Een journalist en een historicus hadden dit boek moeten opmerken en moeten ontmaskeren. Dit is niet gebeurd en dat is bedenkelijk.


Beluister het gesprek (VPRO OVT) met Chaja Polak en historicus en oorlogskenner Bas Kromhout over het boek van Isabel van Boetzelaer en haar eigen boek De man die geen hekel had aan Joden


ISBN: 9789045037691| Hardcover | 142 blz. | Uitgeverij Atlas Contact | november 2018

© Henk Hofman, 26 november 2018

Lees de reacties op het forum en/of reageer. Klik HIER