Inleiding tot de islam
Een levende traditie
Joas Wagemakers (red.)
Zevenendertig deskundigen, waarvan het merendeel werkzaam is op één van de Nederlandse universiteiten, hebben bijgedragen aan deze bundel.
Het boek is opgesplitst in zes delen.
Deel 1 bespreekt het ontstaan en de verspreiding van de islam.
Deel 2 gaat over de bronnen van de islam (soenna, Koran, sharia).
Deel 3 behandelt de geloofsvoorstellingen van de islam (rituele plichten, theologie, filosofie, gender).
Deel 4 onderzoekt de confrontatie met andersdenkenden (joden en christenen; fundamentalisme en radicalisme).
Deel 5 bevat een beschouwing over kunst en cultuur.
Deel 6 tot slot gaat in op de situatie van moslims die in Europa leven en werken.
Dit boek stelt onze beeldvorming over de islam bij. Het is een uitstekende algemene studiegids, met de aanzet voor verdere verdieping. Alle bijdragen zijn beknopt van omvang en geven gedegen informatie van hoge kwaliteit. Nuances worden zorgvuldig tegen elkaar afgewogen. De auteurs polariseren niet, maar zoeken naar achtergronden en streven naar begrip op basis van feiten. Een voorbeeld hiervan is te vinden op bladzijde 65 waar het gaat over de positie van Oeigoeren in China:
“Oeigoeren worden volgens velen geconfronteerd met systematische onderdrukking door de centrale regering, wat tot internationale discussies heeft geleid en waarover uitgebreid is gerapporteerd”.
De auteur neemt zelf geen standpunt in, maar deelt wel mee wat het probleem is en noemt bronnen voor verder onderzoek. Een gedragslijn waar andere auteurs zich ook aan houden en waardoor het boek voor een breed publiek acceptabel zal zijn.
Het viel mij op dat islam en christendom niet in alle opzichten elkaars tegenpolen zijn. De richtingenstrijd die in deel 1 wordt beschreven over de juiste uitleg van de Koran, heeft ook de vroegchristelijke kerk ondergaan, maar dan met betrekking tot de juiste Bijbeluitleg. Beide godsdiensten zien de mens als kroon op de schepping, en aanvaarden dat man en vrouw onderscheiden maar complementair aan elkaar zijn geschapen. Op blz. 154 gaat het over mensvormige attributen die de Koran toeschrijft aan God. Zijn handen bijvoorbeeld, of Zijn zitten op een troon. Binnen het christendom spreken theologen van accommodatie: God past zich aan aan het begripsvermogen van mensen. En, om niet meer te noemen, islam en christendom hebben zich te verhouden tot culturele stromingen die niet altijd passen binnen hun geloofsvoorstellingen.
Een paar vragen en opmerkingen:
In het hele boek wordt het Opperwezen consequent met God aangeduid en niet met Allah. Waarom? Nergens las ik daarvoor een verklaring, of ik heb die over het hoofd gezien. Hoe het ook zij: een toelichting was wel nuttig geweest. Allah is immers strikt monotheïstisch, terwijl het Godsbegrip drie personen binnen God veronderstelt (de Vader, de Zoon en de Heilige Geest).
Hoe grondig, veelomvattend en veelkleurig de thema’s ook zijn die worden behandeld, het onderwerp “vrouwenbesnijdenis” miste ik. In de Koran komt het begrip besnijdenis weliswaar niet voor, maar binnen sommige soennitische rechtsscholen is vrouwenbesnijdenis verplicht dan wel aanbevolen. Door migratie komt vrouwenbesnijdenis ook in Westerse landen inclusief Nederland voor. Had dit onderwerp niet enige aandacht verdiend?
Ruud Koopmans, hoogleraar sociologie aan de Humboldtuniversiteit in Berlijn, heeft grondig onderzoek gedaan naar immigratie en integratie, democratie en islam, de relatie tussen terrorisme en islam, slavernij en islam. Zijn boeken en opvattingen zijn in dit boek niet meegenomen in de beschouwingen. Dat kan zijn omdat Koopmans kritisch over de islam is, wellicht zelfs zich polariserend opstelt, en daarom niet past binnen de meer neutrale benadering van dit boek. Maar is het terecht om zijn onderzoeksresultaten buiten het debat te houden?
Er is een nuttig glossarium dat lezers vaak zullen raadplegen als ze de stof goed willen volgen. Er hadden nog wel meer begrippen aan toegevoegd mogen worden. Verspreid over het boek lezen we over malekieten, kopten, orthodoxen, maronieten, nestorianen, jakobieten. Die hadden er dus wel bij gemogen.
De algemene conclusie is echter: dit is een standaardwerk geschikt voor een brede doelgroep, knap geschreven met zorgvuldige analyses, niet polariserend maar evenwichtig. Het doel om kennis en begrip te kweken voor moslims en hun geloof wordt zeker bereikt.
Het boek is heel verzorgd uitgegeven met illustraties, een glossarium, index, bronnenopgave en auteursbiografieën.
Redacteur Joas Wagemakers is universitair hoofddocent Islam en Arabisch aan de Universiteit Utrecht. De fraaie cover is ontworpen door Mijke Wondergem.
ISBN 9789048558414 | Hardcover | Omvang 432 blz. | Uitgeverij Amsterdam University Press | 31 januari 2025
© Henk Hofman, 11 maart 2025
Lees de reacties op het Forum en/of reageer, klik HIER
Hamas
Palestijns nationalisme en militant pragmatisme
Joas Wagemakers
De auteur is professor Arabisch en islam in Utrecht. N.a.v. de terreuraanval op 7 oktober 2023, de bloedigste in de geschiedenis van Israël en nog meer in die van Gaza, geeft hij in deel 1 de historische achtergrond van Hamas, analyseert hij in deel 2 waarom Hamas zich met geweld verzet tegen het vredesproces en toont hij in deel 3 hoe Hamas in de Gazastrook aan de macht is gekomen.
Hij beschouwt het geweld van Hamas als nationalisme, niet als islamisme dat de vernietiging van de staat Israël beoogt. Hij ziet Hamas als een verzetsbeweging, niet als een terreurorganisatie, omdat terreur slechts één deel is van haar activiteiten (p. 15-18).
Hij spreekt vrij kort over de oorlogen van 1948, 1956, 1967, 1973, de eerste intifada van 1987-1993, de Oslo-akkoorden van 1993, de Abraham–akkoorden van 2020.
Dan volgt de geschiedenis van de Palestijnse nationale beweging vanaf de 19de eeuw, met de opstand van 1936, de Nakba (catastrofe) van 1948, de vluchtelingenkampen, het ontstaan van Fatah en van de PLO, het uitroepen van de Palestijnse staat door Arafat in 1988, de Oslo-akkoorden van 1993. Wagemakers toont zich kritisch, zowel tegenover Israël als tegenover de PLO.
Vervolgens onderzoekt hij hoe nationalistisch en islamitisch Hamas is en gaat hierbij terug naar de wortels, namelijk de Moslimbroeders, opgericht in Egypte in 1928 en daarna verspreid over Palestina, Jordanië en Syrië. Het ‘militante pragmatisme’ van Hamas verklaart hij uit haar wortels in de Moslimbroederschap en hij beweert dat de strijd tegen Israël eerder antikoloniaal is dan antisemitisch.
In 1959 hebben afgescheiden Moslimbroeders Fatah opgericht en zij waren fel tegen ‘zondige praktijken’ zoals cafés, bioscopen en vrouwen zonder hoofddoek. In 1987 ontstond Hamas uit de in 1973 opgerichte Islamitische Vereniging, het centrum van de Moslimbroeders in Gaza. Hamas deed mee aan de Intifada van 1987-1993, o.a. door algemene stakingen te organiseren. Het kantte zich tegen de Oslo-akkoorden wegens het verlies van grondgebied, hoewel de meerderheid van de Palestijnen er blij mee was. Het streed ook tegen seculiere organisaties zoals de PLO: Hamas wou een islamitische samenleving creëren (p. 60-61).
In het Handvest van 1988, 33 pagina’s lang (p. 155-188), portretteert het zichzelf. Het waarschuwt voor het ‘nazisme van de joden’, verwijst naar koranverzen over de verdrijving van de Joden en in artikel 22 beschuldigt Hamas hen van geldzucht, beheersing van de media, het veroorzaken van revoluties en van WO I en WO II en van pogingen tot werelddominantie. Het ziet de Jihad als enige oplossing om heel Palestina te veroveren en te islamiseren (p. 64-66).
Tussen de vredesakkoorden van Oslo (1993) en de 2e intifada (2000-2005) was er vrede tussen Israël en de PLO, maar Hamas veroorzaakte met zelfmoordaanslagen veel geweld, dat volgens Oslo door de PA (Palestijnse Autoriteit) bestreden moest worden. De auteur noemt de zelfmoordaanslagen “geen haat, maar militant pragmatisme” (p. 73).
In 1986 was slechts 16,9% van de Palestijnen voor een twee-staten-oplossing en 77,9% wou heel Palestina. Maar tijdens de euforie van de Oslo-akkoorden waren veel meer Palestijnen voor die twee-staten-oplossing (p. 130). De auteur zegt er niet bij hoeveel.
Hamas heeft een Politbureau, dat in Qatar verblijft, een militaire tak: de al-Qassam Brigades, die o.a. zelfmoordaanslagen plegen en een sociale tak voor onderwijs, medische zorg en prediking. De zelfmoordaanslagen verstoorden bewust het vredesproces en leidden in 1996 tot de verkiezing van Netanyahu, ook een tegenstander van het vredesproces.
De gewelddadige Al-Aqsa-intifada van 2000-2005 toonde aan dat de Oslo-akkoorden gefaald hadden. Hezbollah en Hamas speelden in deze opstand een militante rol. Hamas pleegde tientallen aanslagen, waarbij honderden Israëlische doden vielen, o.a. in Tel Aviv in 2001 en in Netanya in 2002 (p. 91).
Daarmee protesteerde het tegen de Oslo-akkoorden, de Road Map van 2003 en de Genève-akkoorden (p. 97). Tegelijk zegt de auteur dat Hamas voor een wapenstilstand was in 1988, 2003 en 2005, als Israël een Palestijnse staat gaf binnen de grenzen van 1967 en nog aan enkele andere voorwaarden voldeed.
De aanslagen gebeurden vooral vanuit de Westoever. Daarom viel Israël in 2002 het vluchtelingenkamp van Jenin binnen, waarbij 50 Palestijnen gedood werden en 4.000 dakloos.
In 2004 viel Israël ook de Gazastrook aan. In totaal sneuvelden tussen 2000 en 2008 ruim 4.800 Palestijnen. Israël liquideerde ook enkele leiders, o.a. hun stichter Ahmad Yasin.
In 2004 nam Hamas voor het eerst deel aan (lokale) verkiezingen, waarbij het 35% van de stemmen op de Westoever haalde tegenover 38% voor Fatah en in Gaza 65% tegenover 22% voor Fatah (p. 112).
In 2006 haalde het bij de parlementsverkiezingen de absolute meerderheid. Toen ontstond een gewapend conflict met Fatah, waarbij tientallen doden vielen. In februari 2007 sloten ze het Mekka-verdrag, waarbij Hamas tien regeringsposten aan Fatah gaf. Na nieuwe gevechten in juni 2007 nam Hamas de macht in Gaza en de PA op de Westoever, maar ze erkenden elkaars bestuur niet. De akkoorden van 2011, 2014 en 2017 brachten de twee niet dichter bij elkaar.
In Gaza installeerde Hamas een autoritair bestuur, met martelingen van tegenstanders en ‘soft-islamisation’ van vrouwen, een eufemisme voor onderdrukking, maar net geen sharia en minder fanatiek dan al-Qaida en IS, die de sharia wereldwijd willen invoeren. In Gaza zijn er wel kleinere groepjes die aanslagen plegen tegen ‘on-islamitische’ personen en doelwitten.
De aanvallen van Hamas op Israël zorgden sinds 2007 voor een internationale boycot en een afsluiting van Gaza, werkloosheid, armoede en honger. Hamas bouwde tunnels om van alles te smokkelen. Eind december 2008 tot 18 januari 2009 viel Israël weer aan (Operatie Gegoten Lood), het doodde 1.200 à 1.500 Palestijnen en verwoestte duizenden gebouwen.
In 2017 publiceerde Hamas een nieuw Document, nu zonder het antisemitisme van 1988. De vijanden zijn nu niet meer de Joden, maar de agressieve zionisten. Hamas blijft zoals in 1988 heel Palestina opeisen, van de Jordaan tot de Middellandse zee. Het eist ook de terugkeer van alle vluchtelingen. In 1948 waren er dat 750.000, nu zijn ze met 6 miljoen. Israël verwierp het document volledig.
De impliciete acceptatie van Israël binnen de grenzen van 1967 lijkt moeilijk te rijmen met de grootschalige terreuraanval van 7 oktober 2023. Toch noemt de auteur ook die aanval een voorbeeld van het ‘militante pragmatisme’ van Hamas. Zo bracht Hamas de Palestijnse kwestie en zichzelf in het wereldnieuws: 75% van de Gazanen had onvoldoende te eten, 67% had weinig vertrouwen in Hamas en 44% helemaal geen, maar 54% geloofde wel dat de gewapende strijd de bezetting zou beëindigen.
Israël had een jaar voordien vernomen dat die aanval zou komen, maar geloofde het niet, te meer omdat het sinds 2018 had toegestaan dat Hamas veel geld ontving van Qatar en Iran (p. 137-138).
Onder dekking van duizenden raketten, die Hamas en de Islamitische Jihad op Israël afvuurden, doodden de aanvallers 1.191 mensen, ze ontvoerden er 252 en ze verkrachtten een ongekend aantal meisjes en vrouwen, wat Hamas ontkent.
De oorzaken waren divers: de armoede, de isolatie door Israël om de raketbeschietingen te doen stoppen, het achterhouden van belastinggeld door Israël, de collectieve bestraffing van de inwoners door tekorten in voedsel, elektriciteit en brandstof, de keuze van de internationale gemeenschap (EU, VN, VS, zelfs Rusland) voor Fatah en tegen Hamas sinds 2007, het afsluiten van tunnels door Egypte, de Abrahamakkoorden van 2020-2021 tussen Israël en de Verenigde Arabische Emiraten, Bahrein, Marokko en Soedan, waardoor de helft van de Arabische bevolking diplomatieke banden had met Israël. De auteur vergeet hier dat de onderhandelingen met Saoedi-Arabië ver gevorderd waren en dat Hamas dit akkoord wou voorkomen.
Op 22 november 2023 ging Hamas akkoord met een wapenstilstand, op voorwaarde dat de Palestijnse gevangenen dan vrijgelaten werden in ruil voor de gijzelaars. Hamas zal Israël opnieuw aanvallen als het niet toegeeft (p. 145).
Conclusie
De auteur concludeert dat Hamas sterk verschilt van Al-Qaida en zeker van IS, dat met trots (en met videobeelden) zijn vijanden onthoofdt (p. 153). Volgens Wagemakers is de combinatie van Palestijns nationalisme en militant pragmatisme de reden waarom Hamas geweld gebruikt tegen Israël. Met Hamas valt er volgens hem wel te praten (p. 154).
Dan volgen de volledige tekst (33 pagina’s) van het Handvest uit 1988, vertaald uit het Arabisch door de auteur, de tekst van het ‘Document van Algemene Principes en Beleid’ uit 2017 (11 p.), vele noten (55 p.), een indrukwekkende bibliografie (29 p.), en de index (5 p.).
De lectuur van het Handvest vergt geduld en vertrouwdheid met de koran, de ‘grondwet van Hamas’ (p. 162). Geduld bij zinnen zoals: “De moslimvrouw is de producent van mannen” (p. 170). En ze moet haar kinderen voorbereiden op de Jihad (p. 171). Of: “De Vrijmetselarij en de Rotaryclubs zijn nesten van verwoesting en verwoesters en zij steunen zionistische organisaties” (p. 172). Op p. 175 en 180 worden de Lionsclubs toegevoegd aan deze ‘verwoestende spionnenorganisaties’! De clubs die ik ken, steunen veel goede doelen, maar niet het zionisme. En ook in dit Document beweren ze dat de Joden achter WO I en WO II zaten en er enorme winsten uit haalden (p. 175).
Beoordeling
Wagemakers is werkelijk een Hamas-specialist. Hij heeft enorm veel bronnen geraadpleegd, zowel primaire als secundaire, zowel Arabische als Engelstalige. Daardoor krijgen we ook de Arabische/Palestijnse opinie te lezen. Een gemakkelijk boek is het niet.
De auteur oordeelt zeer genuanceerd over Hamas en over de Moslimbroeders, vaak te mild. Menig lezer zal twijfelen aan zijn herhaalde uitspraak dat Hamas en de Moslimbroeders pragmatisch zijn. Ze lijken mij heel fanatiek met hun zelfmoordaanslagen of ‘martelaarschaps-operaties’ en met het principieel opeisen van heel Palestina. De woorden die het meest voorkomen, zijn pragmatisch en militant pragmatisme.
De auteur zegt dat honderdduizenden Joden na de oorlog van 1948 naar Israël kwamen. Hij zegt er niet bij dat er 1 miljoen verdreven werden uit de Arabische landen van Marokko tot Irak. En bij de oorlog van 1956 vergeet hij dat Nasser de oorzaak was door het Suezkanaal te nationaliseren en Israël te verhinderen nog door Suez of door de Golf van Akaba naar Perzië/Iran te varen.
In de bibliografie mis ik:
a) Ludo De Brabander, Gaza. Een geschiedenis van kolonisatie (2024);
b) Rashid Khalidi, De honderdjarige oorlog tegen Palestina (2023);
c) Jamie Stern-Weiner, Deluge, Gaza and Israël from Crisis tot Cataclysm (2024);
d) Derk Walters, Israël-Palestina (2024).
Maar ik ken geen beter boek over Hamas dan dit.
ISBN 978-90-485-6447-7 | Paperback | 291 pagina’s bijlagen, noten, bibliografie, index | Uitgeverij Amsterdam University Press / Mythras, Antwerpen, oktober 2024
Jef Abbeel, 1 december 2024 www.jefabbeel.be
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER