Goethe und Napoleon, eine historische Begegnung
Gustav Seibt
Johann Wolfgang von Goethe ontmoette Napoleon twee maal in 1808, tijdens het Vorstencongres in Erfurt (een eerste keer op 1 oktober 1808, een tweede keer op 2 oktober). Beide ontmoetingen hebben een onuitwisbare indruk op hem achtergelaten. Wilhelm von Humboldt merkte hierover in een brief aan zijn vrouw op dat
“Ohne das Legionskreuz geht Goethe niemals”
Bovendien sprak hij over diegene, die het hem geschonken had, steeds als “mein Kaiser”.
Het verhaal van de ontmoeting wordt door Gustav Seibt ingeleid met een uitvoerige schets van wat er zich op het Europese toneel afspeelde in de twee jaren voor de ontmoetingen. Hij laat ons in zijn boek meegenieten van een grootse schildering van beide titanen. Wij maken uitvoering kennis met de tijd waarin zij leefden, de verhoudingen aan het hof, de verhoudingen tussen de oorlogvoerende partijen, de geestelijke tendensen, … Dit boek is volgens de auteur zeker niet alleen bedoeld voor liefhebbers van Goethe.
Zelf heeft Goethe weinig nagelaten over deze ontmoetingen. Een volledig afgewerkte tekst bestaat niet. Alleen een basis, en die is slechts rond 1820 ontstaan. In de “Tag- und Jahresheften” voor 1808 verscheen uiteindelijk slechts deze sybillijnse zin:
“Der im September erst in der Nähe versammelte, dann bis zu uns heranrückende Kongress zu Erfurt ist von so grosser Bedeutung, auch der Einfluss dieser Epoche auf meine Zustände so wichtig, dass eine besondere Darstellung dieser wenigen Tage wohl unternommen werden sollte.”
Een plan was er wel, maar het is nooit uitgewerkt. Het getuigt wel van een enorm goed geheugen, zowel wat het besprokene betreft, als wat ruimtelijke en visuele waarnemingen betreft. Gustav Seibt kan voor meer details wel teruggrijpen op een aantal nagelaten getuigenissen van de andere aanwezigen bij deze ontmoetingen (zoals Talleyrand, Daru, Berthier, …). De keizer toont duidelijk sympathie voor Goethe, die zich zelf zeker niet als onderworpen beschouwt.
Het verhaal stopt niet na de tweede ontmoeting, maar vertelt ook hoe het verder ging, en meer bepaald ook over de weerslag ervan in het literaire werk van Goethe. Zo wijdt Gustav Seibt onder meer uit over “Die Wahlverwandtschaften”, en, belangrijker, over “Dichtung und Wahrheit”. Hij gaat uitvoerig in op de gebeurtenissen tijdens de eerste bezetting van Frankfurt, en de inkwartiering ten huize Goethe van François de Théas, graaf van Thoranc, en stelt dat wat in “Dichtung und Wahrheit” staat eigenlijk gaat over de Napoleontische periode. Dit zou bijvoorbeeld ook verklaren waarom er zo weinig over Carl-August, hertog van Weimar, en Goethes beschermheer, in staat, aangezien deze op het moment van verschijnen nog tot de levenden behoorde.
Het boek sluit met de mijmeringen van de oude Goethe over de (vergane) glorie van Napoleon.
Alhoewel de schrijver zelf stelt, dat dit boek niet alleen interessant is voor in Goethe geïnteresseerde lezers, maar ook voor diegenen die eerder interesse hebben voor de algemene geschiedenis van de Napoleontische periode, kan ik mij daar niet helemaal in terug vinden. Enige kennis van Goethe’s leven en werk is toch wel een minimum vereiste, om dit boek volledig te begrijpen. Helaas verscheen van dit werk ook nog geen Nederlandse vertaling.
ISBN 978 3 406 57748 2 Paperback 287 pagina's | Beck C. H. | september 2008
© Lezer100, 1 februari 2011
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER