Ondergedoken
Een jonge vrouw overleeft in Berlijn 1940-1945
Marie Jalowicz Simon
Het boek is de neerslag van het verslag dat Marie na 50 jaar aan de geluidsband toevertrouwde. In 1995 om precies te zijn. Haar zoon Hermann Simon hielp de fragmenten te rangschikken.
Het verslag begint in 1942 wanneer de Gestapo in het nationaalsocialistische Berlijn een arrestatieronde organiseert. Niemand zal gespaard worden, vooral de Joden niet, maar ook de socialisten en communisten zijn een geliefd doelwit van de nazi's. Vooral de Joden laten zich naar de slachtbank voeren, de ouders van Marie bijvoorbeeld. Maar Marie is dat niet van plan en ze weigert zelfs een gele ster te dragen. Ook neemt ze regelmatig andere identiteiten aan om verborgen te blijven voor haar beulen. Ene Johanna Koch, 'Hannchen,' leent haar identiteit drie jaar aan Marie. Verder helpt het variété- en artiestenechtpaar Fiochi haar, door net te doen of ze bij hun circus hoort.
Voorin het boek staat een kaartje van Berlijn met alle adressen waar Marie Simon ondergedoken zat en dat zijn er maar liefst 20. Daarbij moeten we nog wat adressen buiten Berlijn optellen. Marie Simon ontdekt echter al snel dat ze op het platteland veel meer opvalt dan in Berlijn zelf. Aan de andere kant wemelt het in de Duitse hoofdstad van de verraders. Maar wonderwel zijn er ook mensen die een hartgrondige hekel hebben aan Hitler en zijn trawanten en haar helpen.
Marie is een onvoorstelbare overlever. Ze heeft een ongebreidelde fantasie, redt zich daardoor uit de meest gevaarlijke situaties. Verder heeft ze een streepje voor omdat ze een ongebreidelde belangstelling heeft voor literatuur en filosofie. Dat ziet ze als tegengif tegen de duisternis om haar heen.Verder probeert Marie een schijnhuwelijk aan te gaan met een Chinees en een Bulgaar, ene Dimitr Petrow, maar dat mislukt.
Uiteindelijk vindt ze wat veiligheid bij de Nederlander Gerrit Burgers, een dwangarbeider, die haar in ruil voor seks, onderdak biedt, tot zijn huis wordt platgebombardeerd. Want tegen het einde van de oorlog wordt half Berlijn in de as gelegd. Gerrit en Marie nemen zonder veel verdriet afscheid en Marie staat weer eens op straat. Seks is trouwens in die tijd een vrij openlijk redmiddel om aan vervolging te ontkomen en om te ruilen tegen voedsel, onderdak, bonkaarten of valse papieren. Het aantal abortussen is niet van de lucht.
Eten is ook een dagelijkse beslommering, maar Marie ruilt van alles, weet zelfs medicijnen te bemachtigen en rolt zo door de meest gruwelijke omstandigheden. Want de achtergrond van het verhaal is een griezelige samenleving, waarin niemand meer zijn leven zeker is.
Vreemd genoeg komen ook de vrienden en familie van Marie -in haar perceptie - naar voren als een stel armzalige knoeiers, die alleen maar bang op hun doodvonnis zitten te wachten. Zou dat werkelijk zo geweest zijn? Het stoorde mij enigszins. Verder is het een aangrijpend verslag van een vrouw die als geen ander haar vege lijf voor de poorten van de hel wist weg te slepen.
Marie Jalowicz Simon (1922-1998) werd na de oorlog professor in de klassieke literatuur- en cultuurgeschiedenis aan de Humboldt- universiteit. Haar zoon Hermann Simon, historicus en directeur van de Stiftung Neue synagoge Berlin, heeft samen met de schrijfster Irene Stratenwerth de nu gepubliceerde tekst geredigeerd en van een nawoord voorzien.
ISBN 9789023489221 Paperback 384 pagina's Uitgeverij De Bezige Bij Augustus 2015
Bewerkt door: Irene Stratennet en Hermann Simon Vert: Liesbeth van Nes
© Karel Wasch, 23 september 2015
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER