Non-fictie

Antoine Bodar

http://www.antoinebodar.nl

 

Droef gemoed
Nels Fahner in gesprek met Antoine Bodar over depressie
Antoine Bodar/Nels Fahner


Auteur Nels Fahner voerde een aantal diepgaande gesprekken met Antoine Bodar en stelde aan de hand daarvan dit boekje samen. De vanuit de media bekende priester is in dit boekje buitengewoon openhartig. Met name over zijn depressieve karakter maar ook zijn homosexualiteit komt ter sprake.
Bodar vertelt dat hij twee keer in een ernstige depressie heeft verkeerd maar heeft een voorkeur voor het woord melancholie: heimwee naar iets dat onze wereld overstijgt: ‘een diep verlangen naar de eeuwigheid’, pag. 25. Indertijd heeft hij over zijn persoonlijke ervaringen in het Katholiek Nieuwsblad geschreven. Bodar onderkent dat hij een ‘aanleg tot zwaarmoedigheid’ (pag. 14) heeft en ervaart als kern daarvan ‘een gevoel van overbodigheid op deze wereld’ (pag. 15).


De toon in het boekje is openhartig, persoonlijk en kwetsbaar. Bodar vertelt dat hij op 21-jarige leeftijd een suïcidepoging heeft ondernomen tijdens zijn eerste depressie. Later kwam dat niet in hem op omdat hij zich toen niet door God verlaten voelde. Zijn godsvertrouwen gaf en geeft hem steun.
Ook voelde hij zich maatschappelijk verantwoordelijk en dat typeert deze gevoelige man: je hebt als bekende priester een voorbeeldfunctie tegenover andere mensen. Veel van wat hij zegt, is voor anderen met depressieve gevoelens herkenbaar, zoals de neiging om dit verborgen te houden. Mensen reageren niet altijd even tactvol en dat remt af om ermee naar buiten te treden. Belangrijk is volgens Bodar dat je jezelf als depressief mens accepteert.


Bodar refereert aan de profeet Elia uit de bijbel die onder een bremstruik in de woestijn uitroept: ‘het is genoeg’. Een verhaal dat herkenning oproept. Ook de ijdelheid (= de vraag naar de zin van ons bestaan) die in het boek Prediker een centrale rol speelt, spreekt Bodar aan: ‘Waarom leef ik? Ben ik hier niet voor niets? Ik heb een diep verlangen naar dat wat groter is dan ikzelf ben’, pag. 41.


Bodar vindt troost in vriendschap, literatuur, (religieuze) muziek en de Latijnse liturgie van de Rooms-Katholieke kerk. Niet iedereen zal hem dat op dezelfde manier beleven. Voor menigeen is dit cultureel te hoog gegrepen maar de essentie zal toch hetzelfde zijn: iets vinden dat je hart raakt, je gevoelens vertolkt. Die geborgenheid en herkenning doen een mens goed.


Een fijnzinnig boekje dat gelijkgestemden – die zich in Bodar herkennen – een hart onder de riem kan steken.


ISBN 9789021144955 | Paperback | 80 pagina's | Uitgeverij Meinema | januari 2018

© Evert van der Veen, 29 juni 2018

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Geborgen in traditie
Antoine Bodar

Een beroep op traditie doet het in een gesprek meestal niet erg goed. Wie zich op traditie beroept, wendt de blik naar het verleden. De tegenwerping is dan al snel: “dat is toch niet van deze tijd!” Daarmee wordt de eigen tijd tot norm verheven en vaak beëindigt dit elke discussie. In dit mooie boek neemt Antoine Bodar het op voor de traditie, als zinvol verleden voor het heden.


Zoals de titel aangeeft kan traditie troost bieden in moeilijke tijden. Mensen moeten zich niet overgeven aan de waan van de dag, maar terugkijken naar het verleden. Aan het verleden ontleent de mens zekerheid, maar ook een gevoel van betrekkelijkheid. Zo weet hij zich “Geborgen in traditie”. Traditie staat in de visie van Bodar niet tegenover Vernieuwing, maar waarborgt continuïteit met het verleden. Een maatschappij die opstaat tegen traditie, veroordeelt zichzelf tot vernietiging (blz. 15).


In bijna 50 hoofdstukken snijdt Bodar een groot aantal thema’s aan. Hij schrijft over Europa, de vrijheid van meningsuiting, tolerantie, de verhouding Rome-Reformatie, de verhouding van de kerk tot de Joden, de Armeense genocide, schilderkunst, architectuur en liturgie, paus Adrianus VI, de pausen Benedictus en Franciscus.


De Europese cultuur wortelt in het christendom, maar wordt thans weggedrongen uit het publieke leven. Maar waarom zou een liberaal of een socialist wel voor zijn overtuiging mogen opkomen en een christen niet? (blz. 42). Europa is opgericht door politici met een rooms-katholieke achtergrond. Seculiere politici ontnemen volgens Bodar Europa zijn christelijke fundament, waardoor het continent nu op zoek is naar zijn identiteit. Europa is zijn ziel kwijtgeraakt, meent Bodar. Europeanen nemen zelfs niet meer de zorg voor een nageslacht op zich. Met instemming citeert Bodar een opperrabbijn die in 2016 schreef: “Als gevolg van de demografische crisis is Europa aan het doodgaan” (blz. 96).


Bodar heeft een soepele stijl van schrijven. Hij neemt echter geen blad voor de mond. “Zou er in West-Europa een vaderland bestaan waar de onbeschoftheid zo tot de natuur van de bewoners is gaan behoren? … Is er een vaderland dat zich meer op platheid laat voorstaan als het Koninkrijk der Nederlanden? Ik denk het niet” (blz. 387). Dit is “het lompste land ter wereld” (blz. 208).


Bodar is zeer belezen en geeft een rake typering en beoordeling van allerlei maatschappelijke ontwikkelingen. Een enkele maal is hij wat te gemakkelijk in zijn conclusies. Bijvoorbeeld als hij schrijft dat het Genève van Calvijn en de Inquisitie van Rome een pot nat zijn (blz. 217). Dat is niet juist. In Genève spoorde de overheid verdachten op, deed het onderzoek en sprak de rechter het vonnis uit. Calvijn was adviseur van de overheid. De Inquisitie daarentegen deed het opsporingswerk, berechtte, sprak het vonnis uit en droeg daarna de veroordeelde over aan de burgerlijke overheid om de straf te voltrekken.


Een ander voorbeeld betreft de verdediging van Bodar op het verwijt dat de kerk schatrijk is (blz. 326). Hij merkt op dat de kerk zijn rijkdom maar eenmaal kan verkopen om het uit te delen onder de armen. Een begrijpelijk argument. Maar Bodar verwijst elders instemmend (op blz. 50) naar het gebod van Jezus: “Verkoop alles wat je hebt, en geef het aan de armen”. Dat is toch een onvoorwaardelijk gebod. Het contrast met de pracht en praal van zijn kerk is er toch wel.


Bodar houdt van zijn kerk. Dat doet weldadig aan. Kort geleden besprak ik voor Leestafel het boek Priester tussen kruis en hakenkruis van Henk Egbers, die op de kerk is afgeknapt en er teleurgesteld uit is gestapt. Bodar is niet blind voor de wandaden in zijn kerk: geestelijken die jongeren en kwetsbare volwassenen seksueel misbruiken. Hij walgt ervan, maar kijkt tegelijk verder. Misstanden bestrijd je. Van christenen valt inderdaad veel slechts te vertellen, maar over Christus alleen maar goeds (blz. 87). Maak dus onderscheid tussen de goede Boodschap en feilbare mensen.


Ik vind dit een mooi boek. Bodar is een vaardig verdediger van de kerk. Ik houd van zijn laconieke manier van schrijven. Vanuit het rijke verleden van zijn kerk, de traditie dus, reikt Bodar gezichtspunten aan op het terrein van huwelijk, gezinsvorming, de heiligheid van het leven, het probleem van het lijden en het kwaad in ons leven, die beslist niet vergeten mogen worden. Hij is ervan overtuigd dat zonder religie een maatschappij niet kan voortbestaan.

Over de auteur: Antoine Bodar is geboren in 1944, priester in de Rooms-Katholieke Kerk, kunsthistoricus, auteur, hoogleraar en presentator van radio- en televisieprogramma’s. Tegenwoordig horen we wat minder van hem in Nederland omdat Bodar al weer geruime tijd in Rome woont.


Beluister ook het radio-interview met Antoine Bodar over dit boek.


ISBN: 9789026337536 | Paperback met illustraties | 423 pagina's | Ambo|Anthos | november 2016

© Henk Hofman, 18 maart 2017

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER