PAX
Oorlog en vrede in het gouden tijdperk van Rome
Tom Holland
Dit boek is met merkbaar plezier geschreven. Tom Holland combineert een enorme kennis van zaken met een bijzonder vlotte pen. Eén keer glijdt die pen uit de bocht als Holland op blz. 332 schrijft dat Christus een crimineel was die onder Pontius Pilatus gekruisigd werd. In werkelijkheid zag Pontius Pilatus na een verhoor geen schuld in Christus maar veroordeelde hij Hem toch tot de kruisdood om de uitzinnige menigte Joden tegemoet te komen. Alleen al gezien het feit dat onze jaartelling gebaseerd is op de geboorte van Christus is het toch wel de moeite waard om op te merken dat het niet over een crimineel gaat. Maar, zoals gezegd, het boek is meeslepend geschreven, de vreugde van het schrijven spat van de pagina’s af.
De Romeinen brachten hun beschaving (pax romana) naar de veroverde gebieden. Dit boek beschrijft de periode van Nero tot en met Hadrianus, dus van 68-138 na Chr. Maar oorlogvoering was paradoxaal genoeg permanent noodzakelijk om die pax op te leggen en te handhaven. Holland wijst er terecht op dat het leger de kern van de Romeinse identiteit vormde. De Romeinse staat was gebaseerd op militaire discipline. Het staande leger van de Romeinen was zelfs het grootste dat er ooit in de geschiedenis was geweest.
Romeinse legers stortten zich niet in een losse formatie op hun vijanden, luid schreeuwend en slaand met hun speren op de schilden zoals de barbaren dat deden. Nee:
“een Romeins leger liep in stilte en in strak gesloten gelederen langzaam maar onstuitbaar op de vijand af. Pas op het allerlaatste moment, als de tegenstander binnen bereik was, hieven de soldaten hun strijdkreten aan en stormden ze naar voren. Een dergelijke mate van zelfbeheersing was alleen door jarenlange training te bereiken – en dus voorbehouden aan Romeinse legers” (blz. 83).
Eigenlijk waren de Romeinen permanent in oorlog. En de legioenen gingen niet zachtzinnig te keer. Er werden stromen bloed vergoten. Denk aan de val van Jeruzalem in 70 na Chr. En het neerslaan van de opstand van de Batavieren in onze landstreken. De Daciërs op de Balkan werden massaal vermoord of gedeporteerd.
Binnen de Romeinse samenleving draaide alles om macht. Keizers kwamen in deze periode vaak na een bloedige staatsgreep aan de macht en handhaafden zich door executies en gedwongen zelfmoorden onder de elite. Nero is in dit opzicht spreekwoordelijk geworden, maar keizer Hadrianus kon er ook wat van. Nog in zijn laatste levensdagen bracht hij familieleden om het leven op beschuldiging van een samenzwering. Als we dan ook nog eens kijken naar de spelen in de arena en het lot van de talloze slaven die zwoegden op de plantages, in de mijnen en de steengroeven dan valt toch wel de hardheid en wreedheid op van het leven in het Romeinse Rijk.
De ondertitel van dit boek (“Het Gouden Tijdperk van Rome”) is op zich niet onjuist, maar daar vallen dus wel kanttekeningen bij te plaatsen. Het is vergelijkbaar met de term ‘Gouden Eeuw’ voor Nederland in de 17e eeuw. De term is bruikbaar als we willen benoemen dat er op tal van terreinen sprake was van een bloeiperiode, mits we de keerzijde niet vergeten.
Tom Holland noemt beide aspecten. Naast die hardvochtigheid en bloederigheid is er de bloei van architectuur, de literatuur, de filosofie, de ontplooiing van techniek (aanleg van steden met verwarming in de huizen, de aquaducten, de badhuizen, de riolering). Het Romeinse recht heeft eeuwenlang model gestaan voor wetgeving in Europese landen. Nog Napoleon liet zich erdoor inspireren.
De Romeinen hebben inderdaad ‘pax’ gebracht, maar het ging dus met veel bloedvergieten gepaard. Dit volk was resoluut, daadkrachtig en nuchter ingesteld. Een voorbeeld van die resolute en daadkrachtige aanpak is te vinden op blz. 188. Supportersrellen tussen rivaliserende clubs kwamen in die tijd ook regelmatig voor. Bijvoorbeeld in Pompeï een paar jaar voor de Vesuvius de plaats onder de lava bedolf. De autoriteiten maakten er korte metten mee: vooraanstaande burgers die bij de rellen betrokken waren geweest werden verbannen en de twee stadions gingen voor tien jaar dicht. Daarmee was de openbare orde hersteld.
De ondergang van Pompeï en het naastgelegen Herculaneum als gevolg van de uitbarsting van de Vesuvius staat beschreven op blz. 210 tot 219. Het is een adembenemend en dramatisch verslag. “Iedereen kwam om. In razende vaart kwam de lawine van as, puin, en gas naar beneden en in een paar minuten was de hele stad overspoeld. Geen levend wezen was bestand tegen de verzengende hitte.”
De stad Rome was het centrum van het rijk en de machtsbasis van de keizers. De stad was afhankelijk van de jaarlijkse aanvoer van graan. Dat graan kwam uit Egypte, de graanschuur van het rijk. De keizers deden er alles aan om te waarborgen dat er voldoende graan was voor de inwoners van de stad tegen billijke prijzen of zelfs gratis. De stabiliteit van hun bewind berustte erop. Zelfs voor keizers konden de marges van hun macht smal zijn.
In een recensie kun je maar een paar krenten uit de pap vissen. Je zou meer aan willen halen uit dit prachtige boek. Maar voor iedereen die graag een goed geschreven historisch werk leest, is het beste advies: koop het boek en stel je in op een paar uur leesgenot over de fascinerende wereld van Romeinse keizers en hun onderdanen.
Het boek is voorzien van twee fotokaternen in kleur. Achterin staat een tijdstabel, er is een overzicht van personen die veel genoemd worden, en dan nog het notenapparaat en de literatuurlijst. Een heel verzorgde uitgave dus.
Tom Holland (1968) is schrijver van zowel fictie als non-fictie. Hij studeerde vergelijkende literatuurwetenschap in Cambridge en in Oxford. Over de geschiedenis van Het Romeinse Rijk schreef hij eerder al vier boeken.
ISBN 9789025316488 | Hardcover | Omvang 309 blz. | Uitgeverij Athenaeum-Polak & Van Gennep | juli 2023
© Henk Hofman, 7 oktober 2023
Lees de reacties op het Forum en/of reageer, klik HIER
Pax
Oorlog en vrede in het gouden tijdperk van Rome
Tom Holland
Na ‘Rubicon’ (over Julius Caesar) en ‘Dynastie’ (over Augustus en zijn opvolgers) vormt Pax het derde deel van een trilogie over het Romeinse Rijk.
Succes-auteur Tom Holland (°1968) beschrijft uitvoerig de periode van 68 n.C. (zelfmoord van Nero) tot ca. 138 n.C. (dood van Hadrianus). Zijn verre voorganger Edward Gibbon noemde in 1776 de 2de eeuw n.C. de periode waarin de mensen het gelukkigste waren: overal was er vrede en voorspoed, tenminste in Europa en westelijk Azië. Holland spreekt hem niet tegen.
Hij begint met Nero, die voor meer dan genoeg onrust zorgde. Het jaar 69 was het toppunt met vier keizers: Galba, Otho, Vitellius en Vespasianus. De auteur lijkt te genieten van de vele moorden en slachtpartijen dat jaar. Vespasianus ontpopte zich wel tot een vredesvorst.
Terloops vertelt de auteur ook veel over de standenmaatschappij, over de slaven, die een kwart van de bevolking uitmaakten in Italië, de uitbarsting van de Vesuvius, de dood van Plinius op zijn 56ste, de dieren in het Colosseum, de gecastreerde jongens. In totaal gaat het meer over zulke onderwerpen dan over de politieke of militaire prestaties van de keizers. We vernemen wel dat consul Agricola in 83 Schotland veroverde en de Orkneyeilanden bereikte. De lof daarvoor ging vooral naar keizer Domitianus, die kort daarvoor de Germaanse Chatten ten oosten van Keulen verslagen had. Germanië leek nu definitief onderworpen, net zoals Brittannië.
Maar er was nog het gevaar van de Daciërs aan de Donau: zij hakten twee legioenen in de pan. De annexatie van Caledonië door Agricola werd dan compleet opgegeven: de troepen waren nodig om de vernietigde legioenen te vervangen. De forten werden zelfs afgebroken. Het was een diepe vernedering voor Rome en voor hun beste generaal Agricola. Het duurde tot 92 vooraleer de Daciërs de wapens neerlegden en ze de Romeinse heerschappij (tijdelijk) erkenden.
Rome werd ondertussen steeds meer een multiculturele stad met vreemdelingen uit gans het rijk, van wie velen het burgerrecht kregen, o.a. de Judese rebellenleider Flavius Josephus, die vervolgens een succesvol geschiedschrijver werd.
In 96 werd Domitianus vermoord door vrijgelaten hoffunctionarissen en meteen opgevolgd door zijn vriend Nerva, die wel alle standbeelden van zijn voorganger liet verwijderen. Hij adopteerde meteen zijn erfgenaam, Trajanus. Een goede keuze, want Nerva stierf al na 16 maanden.
Hoewel de Daciërs door Domitianus koest waren gehouden, kwamen ze onder Trajanus opnieuw in opstand. Hij slaagde erin ze tussen 105 en 107 te verpletteren en bracht goud, zilver en een half miljoen krijgsgevangenen mee naar Rome (p. 264). Dat cijfer lijkt me wel heel hoog.
In 115-117 veroverde hij ook nog Mesopotamië op de Parthen. Maar op de terugweg kreeg hij een hersenbloeding, waardoor hij gedeeltelijk verlamd raakte. En doordat hij zo’n immens leger nodig had om de Parthen te verslaan, ontstonden er elders problemen. Zoals in Egypte tussen Judeeërs en Grieken, in Cyrene (Libië) en nadien in Babylon, telkens omwille van Judese opstanden. Judeeërs zaten overal (p. 299), ook toen al.
Trajanus, de allerbeste keizer (p. 300), stierf op de terugreis. Hadrianus riep zich meteen uit tot imperator. Hij had een lange militaire carrière achter de rug en was de meest intellectuele van alle keizers (p. 301). Hij liet de door Trajanus veroverde gebieden Armenië, Mesopotamië en het westen van Dacië evacueren. In 122 maakte hij een lange reis naar de Rijn, Brittannië, Afrika en Klein-Azië om de grenzen van de Romeinse macht vast te leggen. Athene, zijn lievelingsstad, bezocht hij meerdere keren en hij liet er de tempel van Zeus voltooien.
Rond 135 kwamen de Judeeërs opnieuw in opstand onder leiding van Simeon Bar Kochba. Bijna gans Judea werd in een woestijn veranderd en het werd omgedoopt tot Syria Palestina.
In 138 benoemde Hadrianus op zijn sterfbed Antoninus Pius tot zijn opvolger. In 139 werd zijn as bijgezet in een groot mausoleum. Tijdens Antoninus was er vrede in heel het rijk. Met deze keizer eindigt de auteur. Na zijn lang verhaal volgen er nog een tijdstabel van 753 v.C. tot 138 n.C., een lijst met ‘dramatis personae’, noten, een uitsluitend Engelstalige bibliografie en een register.
Beoordeling
Tom Holland is enorm belezen, kent eindeloos veel details over het uitzicht, karakter en privéleven van de keizers en hun medewerkers, heeft een vlotte pen.
Over die keizers en hun intriges vertelt hij te veel onnodige details, waardoor zijn boek eerder mooi proza is dan nuchtere historiografie. Dat is zeker zo wanneer hij voorspellingen en wonderen beschrijft, zoals een blinde die opnieuw ziet nadat keizer Vespasianus op zijn ogen heeft gespuugd en een kreupele die weer stapt nadat Vespasianus zijn hiel tegen zijn been heeft gehouden (p. 148-149).
De auteur haalt de goden er heel dikwijls bij als verklarende factor, net alsof ook hij overtuigd is dat die nu eens boos waren op de Romeinen, dan weer goedgezind (p. 242, p. 245, p. 335 etc.).
Zijn boeiend boek zal wel succes kennen.
ISBN 978-90-253-1648-8 | Hardcover | 399 pagina's Kaarten, foto’s, tijdstabel, dramatis personae, noten, bibliografie, register | Uitgeverij Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam/L&M, Antwerpen | juli 2023
© Jef Abbeel juli-augustus 2023
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER