Non-fictie

Zoya Phan

Kleine dochter
Zoya Phan
co-auteur Damien Lewis

-----

'04 juli 2009 16:47

NAYPYIDAW/YANGON -
Secretaris-generaal Ban Ki-moon van de Verenigde Naties heeft Myanmar zaterdag teleurgesteld verlaten. De militaire junta had hem zaterdag opnieuw geen toestemming gegeven om met oppositieleidster Aung San Suu Kyi te spreken.

Kort nadat hij voor een tweede keer had gesproken met de Myanmarese leider Than Shwe, zei Ban: ‘Ik ben erg teleurgesteld.’ Than Shwe heeft wederom gezegd dat de oppositieleidster verwikkeld is in een juridisch proces en hij dat niet wil verstoren. Ban noemde het een tegenslag voor de internationale gemeenschap en een gemiste kans voor Myanmar en de mensenrechten.

Suu Kyi staat terecht vanwege het schenden van de regels van haar huisarrest. Ze zou zonder toestemming een Amerikaan op bezoek hebben gehad. Ban was vrijdag in Myanmar aangekomen voor een tweedaags bezoek.'

-----

Dit krantenbericht zei me een paar maanden terug weinig. Na het lezen van dit boek echter des te meer.

 

De schrijfster van dit boek, Zoya Phan, groeide op  in een klein dorp in de jungle van Birma.  Ze woonde in een bamboehut op palen aan een rivier en trok veel op met haar geliefde geadopteerde broer Say Say.
Tot haar dertiende leefde ze vrij gelukkig. Maar dan valt het Birmese leger het dorp aan en moeten ze vluchten.

 

Zoya Phan en haar familie behoren tot de  Karen*, een van de etnische groeperingen die strijdt tegen de overheersende junta van Birma (Birma heet nu Unie van Myanmar). De vader van Zoya,  Padoh Mahn Sha, was vrijheidsstrijder en secretaris van de Karen National Union. Als kind wist de schrijfster dat haar vader 'iets belangrijks' deed  en daardoor weinig thuis was. Als hij thuis was dan was  het feest en ze vond het vreselijk als hij weer weg moest, soms al na één dag. Maar hij beloofde zijn 'kleine dochter' altijd dat hij terug zou komen.
De ouders van Zoya waren animist (natuurgodsdienst)

 

Na de aanval van het leger  op hun dorp vlucht Zoya met het gezin dieper de jungle in. Haar moeder, een voormalig guerilla activiste in de strijd tegen de militaire junta, leidt hen naar een Thais vluchtelingenkamp, waarbij moeder haar opgedane ervaringen goed kan gebruiken. Waar vader is, of hij nog leeft, weten ze lange tijd niet. Na twee jaar bereiken ze uiteindelijk het kamp en zo goed en kwaad als het gaat proberen ze zich daar overeind te houden. Ze ontmoeten dorpsbewoners, bouwen een 'huis' en gaan naar 'school'.
De Thaise regering geeft de gevluchte mensen geen vluchtelingenstatus en soms valt het Birmese leger de kampen binnen. De Thaise bewakers kijken dan de  andere kant op. De kampen zijn enorm groot en Zoya en haar familie voelen zich doodongelukkig daar. Ze mogen het kamp niet uit en lopen elke dag de kans verkracht of vermoord te worden. De VN is er wel en voorziet ze van voedsel maar echt ijveren voor erkenning van de mensen als Birmese vluchteling doen ze niet.
Uiteindelijk komt voor Zoya een unieke kans. Ze kan goed leren, vooral in wiskunde blinkt ze uit, en wint een studiebeurs, ze kan gaan leren aan de universiteit in Engeland, haar zus zit daar al, die heeft het jaar daarvoor een beurs gewonnen. Maar moeder is zwaar ziek, Zoya blijft, hun situatie lijkt uitzichtloos.
Dankzij haar vader kunnen ze wel het kamp uit maar ook dankzij haar vader wordt ze, als dochter van de vrijheidsstrijder, ook het doelwit van de junta en moet ze vluchten. Het word Bangkok en later Engeland.  Pas daar leert en leest ze eindelijk wat er allemaal gaande is in Birma. Door de enorme censuur in Birma heeft ze in het land zelf nooit geweten hoe de situatie precies was.
Als zij tijdens de protestmars "Free Burma" uit het publiek wordt geplukt en geïnterviewd wordt door de BBC begint het leven waarmee ze in de voetsporen van haar vader treedt.
Haar vader is inmiddels vermoord door de Birmese regering, maar Zoya strijdt door.

 

Ik zal eerlijk bekennen dat ik aanvankelijk dacht, oh nee weer zo'n waargebeurd verhaal. Daar heb ik meestal  een hekel aan, niet om te lezen wat die mensen overkomen is, maar vaak wel om het toontje waarin het geschreven is. De schrijver/schrijfster is dan vaak héél erg zielig evenals haar familie en wij zullen en moeten weten hoe érg zij het gehad hebben. Het is vaak ook erg maar door de manier waarop het meestal verteld wordt gaan mij waargebeurde verhalen tegenstaan.
Zoya heeft echter een heel andere toon. Zij zegt in haar boek. Ik vraag geen medelijden en wil geen medelijden, ik wil dat u wat doet voor de Karen en de andere mensen in Birma die enorm lijden onder de dictatuur. Het hele verhaal is juist door het ontbreken van de 'klagerige' toon veel indrukwekkender en aangrijpender. Zoya vertelt over de toestand in de kampen. Hoe bizar de dingen daar zijn. Hoe idioot sommige regels zijn, maar ze schrijft nooit 'we hadden toen zo'n vreselijke honger en kregen maar zo weinig te eten, het was zó  vreselijk.' Nee ze schrijft eerder dat het onbegrijpelijk was dat er zo weinig voedsel werd aangeleverd terwijl iedereen kon zien dat het niet voldoende was. Waarom greep de VN niet in?



Nadat ik het boek uit had besefte ik weer hoe je geboortenest kan bepalen hoe je leven verloopt. Ik heb het geluk in Nederland geboren te zijn, met scholen, overvloedig eten, genoeg water, kleding etc.  Zeker als je leest hoe iedereen zich daar overeind hield met de weinige middelen die er waren en een enorme levendrang hebben ondanks de trieste omstandigheden.

 

Het meest trieste is eigenlijk dat na verlies van heel veel mensenlevens de situatie in Birma nog steeds hetzelfde is. Bijna iedereen is familie kwijtgeraakt. De oppositie mag niets (zie krantenbericht). Vrouwen en meisjes worden verkracht, jongens moeten kindsoldaat worden, vaders moeten het leger in en worden  bij protest neergeschoten, dorpen worden binnengevallen en platgebrand etc. etc. Deze gruwelen noemt Zoya wel, ze zal ze ook gezien hebben, maar ze treedt nergens in detail. Ze vertelt over 'haar' volk en de strijdt voor 'haar' mensen, indrukwekkend!

*(Karel Glasstra van Loon beschreef de Karen in zijn boek 'De onzichtbaren)

 

ISBN 9789049951009 Paperback 352 pagina's | Mistral | september 2009
Vertaald door N. de Zwaan

© Dettie, september 2009

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER