Non-fictie

Orlando Figes

http://www.orlandofiges.com

http://www.orlandofiges.info

 

Het verhaal van Rusland
Mythe en macht
Orlando Figes


Dit is het zoveelste boek van Rusland-specialist Orlando Figes. In de inleiding schetst hij de discussie tussen Rusland en Oekraïne over hun gezamenlijke geschiedenis. Poetin interpreteert die op zijn manier, vindt dat zijn buurland geen recht heeft op onafhankelijkheid en dat Rusland het mag beschermen tegen Westerse inmenging. De Russische geschiedschrijving zit volgens hem vol hardnekkige mythes, die voortdurend herschreven worden om te voldoen aan de wensen van het heden en van de toekomst.


Het begint al met Vladimir de Grote, die zich in 988 liet dopen. Over hem bestaan geen geschreven bronnen uit zijn tijd, enkel een kroniek uit de 12de eeuw, van de Kievse monnik Nestor. In 882 zou Kiev-Roes, de ‘eerste Russische staat’, gesticht zijn door Oleg, een Zweed. Maar we weten niet of Oleg van Kiev echt bestaan heeft. Kiev-Roes telde in de 12de eeuw 40.000 inwoners, meer dan Londen, bijna zoveel als Parijs. En het had al een volksvergadering van vrije mannen. Het latere Moskovië had dat niet.


In 1240 maakten de Mongolen een einde aan het Kievse rijk. Ze hadden de beste ruiterij ter wereld en ze hadden heel Europa kunnen veroveren. Maar in 1241 trokken ze zich terug na de dood van grote Khan Ögedei. Het Kievse rijk was door de Mongolen zo veranderd dat Rusland, Oekraïne, Belarus niet kunnen beweren dat ze er de voortzetting van zijn. De westelijke helft kwam met Minsk en Kiev onder de invloed van Litouwen en Polen, met een gekozen koning en parlement. De Russische helft kreeg een autocratie.


In 1380 kon Moskou voor het eerst een Tataars leger verslaan bij Koelikovo (ten zuiden van Moskou). Die overwinning wordt in Rusland nog altijd gevierd. Voor Poetin is ze het bewijs dat Rusland al in de 14de eeuw een grootmacht was en dat het Europa heeft gered van het Mongoolse gevaar, wat niet klopt, want de Mongolen rukten al sinds 1241 niet verder op en de overwinning was van korte duur, want in 1382 werd Moskou opnieuw verslagen en half uitgemoord door de Mongolen (p. 54-56). Tot 1502/1550 (Ivan IV) bleef Moskovië een vazal van de Mongolen.


Een positief gevolg van de Mongoolse tijd was de postbezorging met paarden en koeriers: ze was de snelste ter wereld. Een brief uit Moskou was binnen drie dagen in Novgorod, 660 km verder. Bij de Mongoolse erfenis hoort ook de autocratie en de volledige onderwerping van de bevolking aan de tsaar, die heel zijn grondgebied beschouwde als zijn persoonlijk bezit. Poetins oligarchen zijn nu ook volledig afhankelijk van hem.

In Oekraïne was de Mongoolse invloed zwakker en van kortere duur:  de Kievse gebieden waren  meer op het Westen (Polen en Litouwen) gericht, wat niet wil zeggen dat ze altijd een Europees volk waren.

In 1547 werd Ivan IV tot eerste tsaar en autocraat van heel Groot-Rusland gekroond. Volgens de mythe was hij de opvolger van de keizer van Byzantium en zelfs van keizer Augustus. Toen was Moskou één van de rijkste handelssteden van Europa, het telde 100.000 inwoners, dubbel zoveel als Londen (p. 66-71). De tsaar had zoveel macht dat het leek alsof iedereen slaaf was van hem. Zo moesten de bojaren zich ‘uw slaaf’ noemen. Ook dat was een erfenis van de Mongolen.

Van 1500 tot 1917 groeide Rusland met gemiddeld 130 km² per jaar tot het grootste land ter wereld.

Na Ivan IV volgde de ‘Tijd der Troebelen’ (1584-1613), die eigenlijk langer duurde want in 1648 waren er nog opstanden.

De Romanovs (1613-1918) stamden niet af van de Kievse vorsten, maar hun stichter Michaël I liet het stoffelijk overschot van Vladimir  wel overbrengen van Kiev naar Moskou. Vladimir werd het symbool van de verenigde familie van Groot-Russen, Klein-Russen en Wit-Russen.

In de 17de eeuw verdubbelde de oppervlakte van Rusland. De verovering van Siberië verliep even wreed als de oorlog in Oekraïne: platbranden, executeren, massaverkrachtingen (p. 102). In de Russische geschiedenisboeken wordt ze als  vreedzaam voorgesteld: alweer een mythe.  In 1654 werd een groot deel van Oekraïne Russisch grondgebied: de hoofdman van de kozakken zocht bescherming bij de tsaar.

Tot 1682/Peter de Grote was Rusland barbaars en achterlijk. Er waren geen universiteiten, geen academies voor kunst of wetenschappen, bijna geen gedrukte boeken. Peter de Grote bracht daar verandering in: het jaar ‘7209’ volgens de Byzantijnse jaartelling (vanaf de schepping in 5508 v.C.) werd 1700, de kledij moest westers worden, het leger werd het grootste ter wereld. Daarmee kon hij tussen 1709 en 1721 de Oostzee veroveren op de Zweden. Hij hechtte veel belang aan onderwijs en wetenschap. Maar bij het gewone volk bleef er nog lang verzet bestaan tegen de verwestering.

Catharina de Grote krijgt hier weinig aandacht, maar zij breidde het rijk wel uit ten koste van Polen en Potjomkin veroverde het zuiden en de Krim (1783). Catharina vond dat zo’n uitgestrekt rijk met 194 volkeren (telling van 1926) enkel bestuurd kon worden door een autocraat.


Alexander I kwam in conflict met Napoleon over het Continentaal Stelsel. Hij werd de bevrijder van Europa. Zijn opvolger Nicolaas I wou bij de Belgische Opstand van 1830 tegen Nederland tussenbeide komen, maar hij had zijn leger nodig om een opstand in Polen te onderdrukken.

In de 19de eeuw waren de slavofielen tegen de hervormingen van Peter de Grote, voor de mythe van Rusland als verdediger van de christelijke waarden en voor de ‘Russische ziel’ van naastenliefde en verbondenheid.

Bij de Krimoorlog (1853-54) werd Rusland zo vernederd door Frankrijk en Engeland dat de wrok tot vandaag voortduurt, m.n. bij Poetin en zijn entourage (p. 156-17).

Tsaar Alexander II begreep dat veranderingen nodig waren. Hij schafte de lijfeigenschap af, maar de grond ging naar de dorpscommune, de Mir, niet naar de boeren. In 1881 werd de tsaar-bevrijder vermoord. Zijn hervormingen werden teruggedraaid door Alexander III. Er waren steeds meer revolutionairen actief in Rusland.

Bij de revolutie van 1905 bleef de tsaar nog overeind, maar in februari 1917 trad hij af en tijdens de Oktoberrevolutie werd heel de tsarenfamilie uitgemoord in juli 1918. Hetzelfde lot trof tijdens de Rode Terreur een paar miljoen welgestelden en geestelijken.

Bij de Vrede van Brest-Litovsk (maart 1918) verloor Rusland (tot 1939/1940) 34% van zijn bevolking (toen 55 miljoen), 32% van zijn landbouwgronden, 54% van zijn industrie en 89% van zijn koolmijnen (p. 206).

In 1920 volgde een algemene rantsoenering en werd bij de boeren al het graan afgepakt. Gevolg: hongersnood, waarbij Amerika moest komen helpen.

De mythe van de heilige tsaar werd in 1917 verruild voor de verering van Lenin en Stalin, die overal hun standbeelden kregen. Stalin voerde de strijd tegen de ‘koelakken’ verder op: boeren werden gedeporteerd, hun bezittingen werden in beslag genomen. Vanaf 1929 werden met geweld kolchozen opgericht. De geheime dienst deporteerde  meer dan 1 miljoen koelakkenfamilies naar strafkampen voor dwangarbeid. De kolchozen verloren zo de bekwaamste boeren. De hongerterreur van 1932-1933 veroorzaakte 8,5 miljoen doden, vooral in Oekraïne. De dwangarbeiders van de Goelag legden spoorwegen en kanalen aan, zoals het Witte Zeekanaal, ze dolven steenkool en goud, hakten hele wouden om en zorgden voor economische groei.

De Grote Terreur (1936-38) trof ook de top van de partij en van het leger (512 van de 767 hoge officieren). De ondertussen teruggekeerde koelakkenfamilies werden zwaar aangepakt met 376.000 executies op 670.000 arrestaties. In 1937 werden gemiddeld 1.500 mensen per dag doodgeschoten.

Stalins paranoia en angst voor een vijfde colonne tijdens de komende oorlog gaven de doorslag.

In 1938 decreteerde hij dat het Russisch de enige voertaal moest zijn op alle scholen.

Na het pact met Hitler (augustus 1939) veroverde hij de oostelijke helft van Polen en de Baltische landen. Hij deporteerde 400.000 Polen en 140.000 Balten naar Siberië. Tot 21 juni 1941 collaboreerde hij met Hitler door de helft van de export naar Duitsland te laten gaan: brandstoffen, delfstoffen, levensmiddelen, katoen (p. 236-243).

De Duitse inval werd een ramp: 12 miljoen soldaten kwamen om, plus nog meer burgers, samen 25 à 28 miljoen. De opofferingsbereidheid zorgde voor de overwinning.

Na de verovering van Oost-Europa zorgde Stalin voor een nieuwe mythe: Rusland als bevrijder van de mensheid. Hij censureerde de componisten, ontsloeg de Joden uit hun functies, liet ze martelen en deporteren naar Siberië.

Chroesjtsjov hekelde in zijn ‘Geheime Toespraak’ de Stalincultus. Solzjenitsyn waagde het in 1962 als eerste over de goelag te schrijven. Maar niemand durfde in 1956 ‘Dokter Zjivago’ van Pasternak te publiceren.

Brezjnev promootte het Russisch nationalisme als tegengif voor de westerse ideeën. Na zijn ‘Goelag Archipel’ (1973) werd Solzjenitsyn verbannen. De armoede op het platteland bleef groot en in de stadswinkels was er een tekort aan alles behalve aan wodka. De levensverwachting van de mannen daalde van 66 in 1964 naar 62 in 1980.

Gorbatsjov bracht verandering. De glasnost maakte tijdelijk een einde aan vele mythes over het grootse Sovjetverleden. In 1989 volgden de eerste democratische verkiezingen. In de Baltische landen en in Georgië ontstonden nationalistische bewegingen en werden resp. 17 en 19 demonstranten gedood door de Sovjet-politie. In augustus 1991 volgde een staatsgreep tegen Gorbatsjov. Jeltsin kwam als winnaar uit de strijd. Gorbatsjov trad af als secretaris-generaal. In december 1991 ontbonden Jeltsin, Kravtsjoek en Sjoesjkevitsj de SU, iets wat Gorbatsjov en de meerderheid van de Russen niet wensten (p. 268-271). Maar de oude elites bleven aan de macht en werden dankzij de privatiseringen miljonair of miljardair. Gewone mensen verkochten hun vouchers (aandelen) voor een prikje aan slimme zakenlui zoals Chodorkovski, Potanin, Goesinski, Berezovski. Zij kregen in 1995 ook de grote staatsbedrijven in handen, in ruil voor leningen aan Jeltsin.

De coupplegers kregen al in 1994 amnestie en hoge posten in banken of bedrijven!

In 2000 kwam Poetin aan de macht. Hij promootte de traditionele waarden: patriottisme, collectivisme en een sterke staat. Zijn doel was en is: herstel van Rusland als grote mogendheid. Hij eiste de tv-zenders van Goesinski en Berezovski op: die hadden kritiek op Poetins wrede oorlog tegen Tsjetsjenië. Ook andere oligarchen zoals Chodorkovski moesten hun bedrijf afstaan. Zijn critici werden voortaan ‘vijanden van het volk’ genoemd. Hij onderwierp de Doema en de gouverneurs aan zijn macht. Rusland werd een ‘soevereine democratie’: het is vrij om zijn politiek systeem een ‘democratie’ te noemen en het buitenland moet zich daar niet in mengen. Leraren moesten vanaf 2007 opnieuw de trots op het Sovjetverleden herstellen. Stalin werd in ere hersteld, voor schuldgevoelens was er geen plaats. De collaboratie met Hitler (augustus 1939-juni 1941) mocht niet meer besproken worden. Memorial werd onder druk gezet en in 2021 helemaal verboden (in 2022 kreeg het de Nobelprijs voor de vrede). Historicus Joeri Dmitrijev kreeg 15 jaar cel: hij had een massagraf ontdekt met 9.000 doden uit 1937. Tot 2004 sprak Poetin nog over “toetreden tot de EU en de NAVO”!

Het Westen hield Rusland klein, het steunde in 1999 Kosovo tegen het Slavische Servië en Rusland gebruikte die NAVO-interventie om zijn oorlogen in Georgië (2008), de Krim (2014) en Oekraïne te rechtvaardigen.

De expansie van de NAVO in oostelijke richting (vanaf 1999) was tegen de afspraken van 1990 (p. 289) en zorgde voor de breuk met  en voor de wrok van Poetin. Die steunde de opstand van de Donbas en hij gebruikte de Stepan Bandera-cultus handig om Oekraïne een nazistaat te noemen.

Na twee jaar zelf-isolatie uit angst voor corona, dacht Poetin dat hij Oekraïne vlot kon veroveren en dat de Oekraïners hem met open armen zouden ontvangen.

Het streven naar NAVO-lidmaatschap staat sinds 2019 in de grondwet van Oekraïne  en is de enige garantie voor het voortbestaan van het land. Voor de oorlog was 55% voor het lidmaatschap, einde maart al 72% (p. 305).

Beoordeling

Figes heeft weer een briljant en zeer kritisch boek geschreven. Hij kent de Russische geschiedenis door en door en hij speelt met de Russische taal alsof het zijn moedertaal is. Hij is heel kritisch tegenover alle mythes en zeker tegenover de verhalen van Poetin: “Niets van wat Poetin zegt, is te vertrouwen.”(p. 305). En: “De oorlog is het resultaat van Poetins mythes.” (p. 307).

Enkele opmerkingen: Figes beweert dat er in de Donbas al 20.000 doden zijn gevallen tussen 2014 en 2022. De meeste bronnen spreken van 14.000. Hij zegt dat Rusland geen natuurlijke grenzen heeft, ook geen zeeën: dan vergeet hij een paar duizend kilometers van de Noordelijke IJszee, de Beringzee, de Zee van Ochotsk, de Japanse en de Zwarte Zee. Volgens hem hebben de Russen voor heuvel en berg maar één woord: gora (p. 28). Maar ze hebben ook cholm, boegor en koergan. In de titel staat: het verhaal van Rusland. Maar het zijn meerdere verhalen en meerdere mythes.  De kaarten (p. 6-9, 22, 44) zijn goed, maar er ontbreken belangrijke steden. Er zijn geen onderlinge verwijzingen tussen de tekst en de foto’s (p. 128/1-16): de lezer moet zelf zoeken bij welke tekst de foto’s horen. Het register is onmisbaar, maar ook daar ontbreken vele namen en begrippen: ik heb er zelf 41 aan toegevoegd.




Referentie


Het verhaal van Rusland

Mythe en macht

Orlando Figes

Vertaling van: ‘The Story of Russia’ (2022)


Uitgeverij Nieuw Amsterdam, Amsterdam/Lannoo, Tielt, september  2022

335 pagina’s, kaarten, foto’s, noten, register

23 x 15 cm, paperback, € 29,99

ISBN 978-90-468-2802-1


©Jef Abbeel       september-oktober  2022            www.jefabbeel.be

 

Europeanen
Het ontstaan van een gemeenschappelijke cultuur
Orlando Figes


In dit boek staat de vraag centraal hoe er in de 19de eeuw een ‘Europese cultuur’ kon ontstaan, bestaande uit een gemeenschappelijke voorkeur voor dezelfde boeken, schilderijen en muziekwerken. In Europa werden kunsten een bindende kracht tussen de verschillende landen. De schrijver wijst op een internationale synthese van kunstvormen, ideeën en stijlen die Europa onderscheidde van de rest van de wereld. Deze internationale cultuur verdween met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.


In dit boek staan drie mensen centraal. De schrijver Ivan Toergenjev (1818-1883), de zangeres en componiste Pauline Viardot (1821-1910), met wie Toergenjev een langdurige verhouding had, en haar wettige echtgenoot Louis Viardot (1800-1883), inmiddels vergeten maar in zijn tijd een belangrijk kunstcriticus, uitgever en journalist. Hun biografieën zijn verweven met het grotere verhaal.


De spoorwegen maakten het ontstaan van een Europese cultuur mogelijk. Naarmate het spoorwegnet werd uitgebreid, verschrompelden afstanden en werd ook het verre achterland bereikbaar vanuit de grote steden. Tijd en plaats veranderden van betekenis. Mensen beseften de enorme omwenteling die spoorwegen in een samenleving teweegbrachten. De kroonprins van Hannover wilde geen spoorwegen in zijn gebied, omdat hij ‘niet wenste dat elke schoenlapper en kleermaker net zo snel kon reizen’ als hij.


Voor de komst van de spoorwegen was het niet ongewoon dat burgers hun hele leven in hun geboortestad doorbrachten. Het stoomtijdperk maakte het mogelijk dat mensen, goederen, brieven, nieuws en informatie zich steeds sneller en in een groter gebied konden verplaatsen. Langs de spoorwegen verrezen hotels, restaurants, winkels, cafés, casino’s en theaters.


Een ander nieuw fenomeen was de piano, die in menige huiskamer kwam te staan. Veel vrouwen bleken getalenteerde pianospeelsters te zijn. Dit veranderde hun positie in het gezin. Beperkten vrouwen zich voorheen tot conversatie en handwerken, nu konden zij een meer prominente rol in het sociale verkeer van het gezin vervullen. Een jonge vrouw die de piano kon bespelen gold als een aantrekkelijke huwelijkskandidaat.


Muziekuitvoeringen waren door de eeuwen heen gebonden aan het aristocratische hof. Muziek was de achtergrond bij sociale gelegenheden, zoals banketten en bals. Maar in de 19de eeuw verrezen de concert- en operagebouwen, waar de norm voor het burgerpubliek werd dat zij tijdens de uitvoeringen stil waren. Beethoven, Meyerbeer, Liszt, Schumann, Verdi, Bizet, Chopin, Wagner, Strauss, schreven aan de lopende band muziek voor de Europese cultuurhuizen.


Die democratisering van de kunst ontwaren we ook in de portretfotografie. Het individu komt op gelijke voet met de beroemdheid, wiens beeltenis voorheen door de schilder op het doek werd vastgelegd. Nu kon iedereen, ook de burger ‘geportretteerd’ worden.


Het toerisme is eveneens een 19de eeuws verschijnsel. Waar buitenlandse reizen voorheen slechts voor een select gezelschap was weggelegd, brachten spoorwegen deze binnen het bereik van zeer veel anderen. Er ontstond een toeristenindustrie met als brandpunten reisgidsen (Baedeker), musea, souvenirwinkels, reisleiders, reisorganisaties (Thomas Cook). Ook hier kregen vrouwen de kans hun leefruimte te vergroten. Thomas Cook moedigde vrouwen aan zelfstandig te reizen en garandeerde dat zijn reizen ‘veilig en fatsoenlijk’ verliepen.


Ik stip met nog een enkel trefwoord andere ontwikkelingen in de ‘Europese canon’ aan: het ontstaan van kuuroorden en badplaatsen. De opkomst van bibliotheken en leeszalen, de toenemende alfabetisering van de bevolking vooral na de invoering van de leerplicht, het organiseren van wereldtentoonstellingen in Parijs en Londen, het impressionisme dat brak met de conventionele schilderkunst.


Dit boek gaat niet over religie, filosofie, politiek of economie, maar ziet vooral de kunsten als bindende kracht tussen de inwoners van Europa. Je kunt je afvragen of het terecht is om religie en filosofie buiten beschouwing te laten.


Orlando Figes bezit de gave om aan de lopende band het ene na het andere boek-met-diepgang te schrijven. Zijn boeken zijn virtuoos, zwierig en zeer deskundig geschreven. De schrijver betreurt de ondergang van het oude Europa. Dit boek dient wat hem betreft als een herinnering aan de verbindende kracht van de Europese beschaving. Na het Britse besluit om de Europese Unie te verlaten, koos hij ervoor om zijn Duitse nationaliteit weer aan te nemen.


Figes is hoogleraar aan de University of London. Eerdere boeken van hem zijn: Natasja’s dans, Fluisteraars, Tragedie van een volk, De Krimoorlog of de vernedering van Rusland.


Uitgeverij Nieuw Amsterdam maakte er weer een mooie uitgave van, met een prachtige kleurenfotokatern. Het boek is heel compleet met kaarten, opgave van bronnen, notenapparaat en register. Toon Dohmen zorgde voor een prima vertaling. De tekstredactie lag in de bekwame handen van Marianne Tieleman.


ISBN: 9789046825044 | Gebonden met stofomslag | Uitgeverij Nieuw Amsterdam | Omvang: 640 blz. | 16 oktober  2019

© Henk Hofman, 16 oktober 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Natasja’s dans
Een culturele geschiedenis van Rusland
Orlando Figes


In dit boek onderzoekt Orlando Figes de Russische cultuur in de periode van de vroege 18de eeuw tot en met de 20e eeuw. Er is aandacht voor literatuur, beeldende kunst, architectuur en filosofie.


Figes verhaalt levendig van het werk van veel kunstenaren: Tolstoj, Dostojevksi, Maxim Gorki, Kandinsky, Strawinsky (de naam van laatstgenoemde wordt consequent met een ‘w’ gespeld) en vele anderen. Het boek opent met de stichting van Sint-Petersburg in 1703 op een plek die nauwelijks geschikt was voor menselijke bewoning, namelijk in de drassige delta van de Neva. De bouwer, tsaar Peter de Grote, wilde met de bouw van deze stad de blik nadrukkelijk op Europa richten. Het boek eindigt met het bezoek in 1962 van componist en dirigent Strawinsky aan de Sovjet-Unie.


Natasja’s Dans beschrijft dus zowel het Rusland der tsaren als het Rusland geregeerd door Lenin en Stalin. Het jaar 1917 is een waterscheiding tussen die twee tijdvakken. Figes laat zien hoe sprankelend en creatief het leven was van adel en kunstenaars in de 18de en 19de eeuw, waar de eenvormigheid van het leven onder communistisch bewind flets tegen afsteekt.


De titel van het boek is ontleend aan een passage uit Tolstojs Oorlog en Vrede. De aristocratische Natasja danst op de melodie van een boerenliedje over de liefde. Haar afkomst en opvoeding vormen een kloof met de dorpse cultuur, maar Natasja pikt zonder moeite het ritme en de melodie op. Figes ziet hierin een ontmoeting tussen twee totaal verschillende culturen: de Europese elitecultuur en de Russische boerencultuur. In de 18de eeuw richtte tsaar Peter de Grote zich op Europa. In de 19de eeuw, na de gewonnen oorlog tegen Napoleon, was men Rus èn Europeaan. In de 20e eeuw gooien de communisten de deur naar het Westen weer op slot. Sint-Petersburg staat symbool voor de gerichtheid op Europa, Moskou voor de gerichtheid op de Russische cultuur. De ene stad stond open voor de Verlichting; de andere stad voelde zich de erfgenaam van een Byzantijns-Christelijke traditie.


Het is vreselijk dat de communisten na 1917 een bloeiend cultureel leven de nek omdraaien. Er begint een terreurcampagne waarin mensen aangemoedigd worden om elkaar te verraden bij revolutionaire tribunalen. Een privéleven bestaat niet meer, mensen werden dag en nacht gecontroleerd en leefden in de voortdurende vrees gearresteerd te worden. Kunstenaars hielden zich gedeisd, pasten zich aan of vluchtten naar Europa. De Sovjetcultuur ging bestaan uit holle retoriek en absurde claims over Russische politieke, culturele en wetenschappelijke prestaties. Pas als Stalin overlijdt en Chroesjtsjov hem opvolgt worden de teugels wat gevierd.


Het is allemaal ontzettend boeiend. Dat komt niet alleen door de grote lijnen die Figes weet te trekken, maar ook door zijn vlotte, soepele stijl van schrijven. Daarmee is zijn boek heel toegankelijk voor een breed publiek.


Natasja’s Dans dateert uit 2002, maar is nog steeds een klassieker. Deze heruitgave is voorzien van kaarten, vele afbeeldingen in de tekst met bovendien een apart kleurenkatern, een tijdtafel, verklarende woordenlijst, literatuurlijst, notenapparaat en register. De uitgever heeft er alles aan gedaan om het hoge niveau van dit standaardwerk te handhaven.


Orlando Figes is hoogleraar Geschiedenis aan de Birkbeck College, University of London. Hij heeft al heel wat boeken over de Russische geschiedenis geschreven. In vakkringen is er wel eens wat ruis over de kwaliteiten van Figes als historicus. Hij zou niet altijd zorgvuldig te werk gaan. In dit boek heb ik daar geen voorbeelden van gevonden.  De auteur heeft zich grondig verdiept in zijn onderwerp en beschikt over een enorme kennis omtrent de zaken die hij bespreekt. Ik heb het boek geboeid gelezen en beveel het van harte aan.


ISBN 9789046825303 | Paperback | Omvang 703 blz. | Uitgeverij Nieuw Amsterdam | juni 2019

© Henk Hofman, 8 juli 2019

Lees de reacties op het Forum en/of klik HIER


 

Tragedie van een volk
De Russische Revolutie 1891-1924
Orlando Figes

Orlando Figes is de auteur van meerdere boeken over de recente Russische geschiedenis: Natasja’s dans, Fluisteraars, de Krimoorlog, om drie van de bekendste te noemen. Hij is hoogleraar Russische geschiedenis aan de University of London.

Figes vergaarde met deze boeken enorm veel roem. Hij draaide zijn glanzende reputatie zelf de nek om toen in 2010 bleek dat hij onder pseudoniem boeken van collega’s heel kritisch recenseerde. Eén van zijn eigen boeken voorzag hij daarentegen anoniem van een schitterende recensie. Hoe een groot wetenschapper toch weer kleingeestig kan zijn. Figes had dit helemaal niet nodig en had gewoon moeten vertrouwen op de kwaliteit van zijn boeken. En ook al zou de kwaliteit matig zijn geweest: zoiets doe je natuurlijk nooit, en zeker als wetenschapper niet. Figes kocht een proces af door een forse schadevergoeding te betalen.


Sindsdien bekijk ik de boeken van Figes altijd met andere ogen. Toch blijft bewondering voor het vakmanschap van Figes bestaan. Zijn boeken zijn wetenschappelijk verantwoord en schitterend geschreven. Door het inlassen van verslagen van getuigen krijgt Tragedie van een volk een persoonlijk perspectief waardoor de lezer inleeft wat een verschrikkelijk leven veel mensen doormaakten tijdens de Russische Revolutie.


In zijn Nawoord verbaast Figes zich er terecht over dat het vreselijke tijdperk van de Revolutie en de daaropvolgende Stalinistische terreur toch weer vergoelijkt wordt en met heimwee wordt herdacht. Poetin erkent deze periode als een zwarte bladzijde in de geschiedenis, maar relativeert dit meteen door op te merken dat dit soort zaken nu eenmaal voorkomen en andere landen zoals Duitsland in de Tweede Wereldoorlog en Amerika in Vietnam het nog veel bonter hebben gemaakt. Daarom moeten we ons niet met schuldgevoelens op laten zadelen, concludeert hij.  Geen ontkenning dus van misdaden begaan door Stalin, daar moet het Russische volk nu overheen stappen. We moeten tenslotte verder en kunnen niet in het verleden blijven hangen. Inderdaad, dit is verontrustend. Anders dan Duitsers en Amerikanen die hun verleden onder ogen hebben gezien, maken de Russen geen schoon schip.


Er zou alle reden voor zijn om schoon schip te maken. Toen ik de eerste Nederlandse druk in 2006 las, was ik diep onder de indruk van het onmetelijke lijden van het Russische volk. Maar, waarschuwt Figes, revoluties zijn nooit ver weg. De geschiedenis van Europa in de twintigste eeuw toont aan hoe kwetsbaar de democratie is. De Westerse liberale democratie heeft de Tweede Wereldoorlog maar net aan overleefd. Ook West-Europa moet op z’n tellen passen.


Het boek van Figes neemt 1891 als startpunt aan en eindigt in 1924 met de dood van Lenin. De laatste foto in dit boek is een foto van Lenin een paar maanden voor zijn dood genomen. De vurige revolutionair van weleer is veranderd in een wegkwijnende man, het holle gezicht getekend door de naderende dood. Een aangrijpende foto. Figes publiceert zijn boek in 1996 nadat het communistische experiment is mislukt en de Sovjet-Unie ineen is gestort. We zijn dan wel pakweg 40 miljoen doden verder en een illusie armer. Als er iets is, dat dit boek de moeite waard maakt, dan is dat het inzicht dat revolutionairen hun idealen hoger waarderen dan het leven van mensen. Mensen zijn niet meer dan ‘mest op de velden van de toekomst’. De heilstaat wordt gebouwd op lijken.


Lenin was volgens Figes niet minder wreed dan Stalin. Bovendien zou hij laf zijn geweest. Maar Lenin bezat het juiste politieke instinct. Hij wist in 1917 precies wat de bevolking wilde en beloofde wat zij het vurigst wenste: vrede, land voor de boeren en brood. Met die beloften kwam hij aan de macht en was de weg vrij voor zijn dictatuur.


Tragedie van een volk is een imposant werk, een klassieker. De herdenkingseditie is in een robuuste hard cover uitgegeven en heel schappelijk geprijsd. Naast de gebruikelijke rubrieken zoals een Bibliografie, Notenapparaat en een Register is dit boek ook toegerust met acht fotokaternen, vijf duidelijke kaarten, een verklarende woordenlijst en een nawoord van de auteur speciaal voor deze herdenkingseditie geschreven.


Tragedie van een volk verscheen voor het eerst in 1996 in de Engelstalige editie. Uitgever Henk ter Borg schatte dit boek op zijn waarde in en bracht dit omvangrijke werk kort na de oprichting van Nieuw Amsterdam in vertaling uit (2006).

ISBN: 9789046822739 | Hardcover| 1128 pagina's | Nieuw Amsterdam | september 2017
Herdenkingseditie 100 jaar Russische Revolutie

Henk Hofman, 1 oktober 2017

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Revolutionair Rusland 1891 – 1991
Een geschiedenis
Orlando Figes


In de inleiding van het boek vertelt Figes dat hij gekozen heeft voor het beschrijven van de geschiedenis van revolutionair Rusland over een periode van honderd jaar omdat dit, volgens hem, één lange cyclus omvat. Tijdens de algemene verontwaardiging over de hongersnood van 1891 kwam voor het eerst de algehele onvrede met het tsaristisch bewind aan het licht en kwam er ruimte voor een omslag in het politieke denken bij het volk. Dat moment ziet Figes als het startsein van de Russische revolutie en niet, zoals bij velen van ons uit de geschiedenisboeken bekend is, 1917 waarin het tsaristisch bewind wordt afgezet en Lenin, Stalin en Trotski in oktober van dat jaar de macht grijpen. Als het einde van deze revolutionaire cyclus beschouwt Figes de val van het Sovjetbewind in 1991 met als gevolg de opsplitsing van de Sovjet Unie.


Met dit uitgangspunt als vertrekpunt beschrijft Figes heel gedetailleerd en met een minutieuze blik voor de historische feiten deze revolutionaire cyclus. Net als in zijn andere boeken blijkt ook hier de schrijver weer een boeiende verteller. De historische feiten opsommen is één ding, maar daar een boeiend verhaal van te maken en het voor lezers van ieder niveau interessant te houden is heel knap. Naast begenadigd schrijver is Figes ook een passievol verteller, zoals te zien is op deze video, gemaakt tijdens zijn bezoek aan Nederland op 22 september 2014 om dit boek te promoten. 


Waarom opnieuw schrijven over de Russische revolutie, ook als je dat, zoals Figes in zijn boek Tragedie van een volk, al eerder hebt gedaan en er al zoveel over geschreven is? De motivatie hiervoor, lezen we in het boek, is dat er inmiddels een historische afstand is ontstaan die het mogelijk maakt een aantal cruciale vragen op dit moment beter te beantwoorden, met als hoofdvraag waarom de revolutie mislukt is, volgens Figes. Daarnaast is het ook pas nu mogelijk om deze historie te koppelen aan het Rusland van nu, het hedendaagse Rusland van Poetin. Nu ook worden de gevolgen van die de opsplitsing van de unie in zijn volle omvang duidelijk, met voor Nederland het tragische dieptepunt afgelopen zomer met het neerschieten van een passagiersvliegtuig, de MH17 boven Oekraïens grondgebied.


Wat voor mij altijd nog het meest onbegrijpelijk aan de hele periode is, is wat bekend staat als De Grote Terreur, beschreven in hoofdstuk 13, die zelfs voor persoonlijke vetes werd gebruikt. Zoals Figes het beschrijft op bladzijde 266:


Veel klikbrieven waren een uiting van kwaadwilligheid. De makkelijkste manier om een rivaal uit te schakelen was die persoon aan te brengen bij de politie. Vaak was daarbij jaloezie of amoureuze rivaliteit in het spel: echtelieden en minaars konden zich van niet langer gewenste partners ontdoen door hen aan te geven. Ook de weerzin van de langere klassen tegen de bolsjewistische elite wakkerde De Grote Terreur aan. Als arbeiders in de fabriek of de kolchoz niet tevreden waren over hun baas, verklikten ze die gewoon.


Aangezien ook het gezin onderschikt werd gemaakt aan de collectieve samenleving, gaven kinderen hun ouders aan als zij oordeelden dat deze een zogeheten vijand van het volk leek te zijn. Hoe het zo ver kon komen.


Ontluisterend is dan ook om in het laatste hoofdstuk te lezen dat uit een onderzoek, gehouden in 2007 onder de Russische bevolking bleek dat de meeste respondenten wel wisten dat er tussen de 10 miljoen en 30 miljoen slachtoffers waren gevallen, maar dat twee derde nog altijd vond dat 'Stalin goede dingen voor het land had gedaan' en de mensen 'onder zijn leiding vriendelijker en meelevender' waren geweest. 42% van de Russen zou 'de komst van een nieuw leider als Stalin toejuichen'.


Tijdens de promotie van Figes boek in de balie benadrukte Wierd Duk, historicus, journalist en schrijver van onder andere Poetin, straatvechter bedreigt de wereldorde, dat het precies deze denkbeelden van de Russen zijn die zo bedreigend zijn voor de rest van Europa. Als we hen nog meer isoleren en uitsluiten, zullen zij nog sterker aan deze ideeën gaan hechten en zal Poetin steeds meer politiek terrein winnen. Poetin vindt namelijk ook, zoals we ook in Figes kunnen lezen, dat we niet te lang stil moeten staan bij Stalins misdaden, maar bij de prestaties als groot man waaraan Rusland zijn 'glorieuze Sovjetverleden' te danken heeft. 


Achter op het boek staat dat Figes Een dramatische eeuw inzichtelijk gemaakt heeft en daarmee kan ik het volledig eens zijn. Kortom weer een interessant en mooi geschreven boek van Figes.


Orlando Figes
is hoogleraar Geschiedenis aan Birkbeck College, University of London. Hij is geboren in 1959 in Londen en studeerde in 1982 cum laude af in Cambridge. Hij schreef reeds verschillende boeken over de Russische geschiedenis, waaronder het veelgeprezen Natasja’s dans: Een culturele geschiedenis van Rusland. Figes ontving verscheidene prestigieuze prijzen voor zijn werk; A People’s Tragedy werd onder meer bekroond met de W.H. Smith Literary Award, de Wolfson History Prize en de Los Angeles Times Book Prize.


ISBN 9789046816769 Paperback 288 pagina's Uitgeverij Nieuw Amsterdam september 2014
Oorspronkelijk titel: Revolutionary Russia 1891 – 1991 Vertaling: Toon Dohmen

© Ria, 6 november 2014

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Schrijf je me?
Een verhaal van liefde en overleven in de Goelag
Orlando Figes


Een boek vol liefdesbrieven, dat is het boek van Orlando Figes. Zoals hij zelf zegt is het daarmee niet een boek dat hij heeft geschreven, maar zijn hoofdpersonen, Lev en Svetlana. Deze twee inwoners van het Sovjet Rijk onder Stalin, hebben elkaar in totaal vijftienhonderd liefdesbrieven gestuurd. Het klinkt heel romantisch en in zeker zin is dat ook zo, ware het niet dat de periode en de omstandigheden waarin de brieven zijn geschreven verre van romantisch kunnen worden genoemd. De brieven heeft Figes ontdekt bij de Stichting Memorial, die probeert zoveel mogelijk schriftelijke en mondelinge getuigenissen uit de Stalin periode te verzamelen.


Lev en Svetlana - of Sveta zoals Lev haar noemt - ontmoeten elkaar op de universiteit van Moskou in 1935 en ondanks dat Lev, zoals Figes schrijft, veel te voorzichtig is om zomaar verliefd te worden, gebeurt dat toch en vanaf dat moment vormen hij en Sveta een stel. Het verloop van de geschiedenis is Lev en Sveta zeer ongunstig gezind en met name Lev is daarvan uiteindelijk heel erg de dupe. Hij belandt, nadat hij verdacht wordt van landverraad en daardoor als een vijand van het volk wordt beschouwd, in een goelag in Petsjora. Hij wordt veroordeeld tot een verblijf aldaar van tien jaar. De brieven die Lev en Sveta aan elkaar schrijven en waar het boek op is gebaseerd, zijn uit deze periode en het mag een wonder heten dat zij bewaard zijn gebleven. Dit is het geval omdat zowel Lev als Sveta heel zorgvuldig zijn geweest met het versturen van de brieven. Die gingen voor een groot deel buiten de censuur om, aangezien veel mensen uit met name de omgeving van Lev, de brieven op illegale wijze de goelag uitsmokkelden. Dat betekent dat de brieven zeer authentiek zijn gebleven, maar zowel Lev als Sveta gebruikten veel codes in de brieven mochten deze toch aan censuur onderworpen worden.


Wat ik zelf een nog groter wonder vind, is dat Lev en Sveta al die tijd op elkaar hebben gewacht en elkaar zo trouw zijn blijven schrijven. Daarin zit ook de romantiek van het boek. Deze twee mensen moeten heel veel van elkaar gehouden hebben en die liefde ondanks de zeer moeilijke omstandigheden levend hebben kunnen houden. Dat deden zij via de brieven die ze schreven en, zoals Figes, zegt waren zij beide begenadigd schrijvers, wat het boek een genot maakt om te lezen. Wat het boek daarnaast zeer aantrekkelijk maakt om te lezen is dat we door de ogen van een inwoner, Lev, een beeld krijgen van het leven in een goelag. Het zware werk, de honger en ziektes, alles beschrijft Lev in zijn brieven. Hij doet dit wel in bedekte termen omdat hij Sveta niet tot last wil zijn en haar ook geen onnodige risico’s wil laten lopen. Sveta daarentegen is heel moedig en zeer bereid risico’s te nemen en zij bezoekt Lev een aantal keren in de goelag.


Het prachtige boek heeft een nog mooier einde. Na acht jaar en vier maanden komt Lev op 17 juli 1954 vrij en kunnen hij en Sveta eindelijk als man en vrouw gaan leven. Hun grote wens om kinderen te krijgen kunnen zij dan ook nog verwezenlijken. De foto uit 2002 op bladzijde 188 toont twee mensen op hoge leeftijd. Heel gewone mensen en een heel ongewone geschiedenis. Je raakt vertederd en ontroerd als je deze foto ziet bij de gedachte wat deze mensen hebben moeten meemaken en dat zij door alles heen van elkaar zijn blijven houden. In dit geval kunnen we echt wel stellen dat liefde alles overwint.


Over de auteur
Orlando Figes is hoogleraar Geschiedenis aan Birkbeck College, University of London. Hij is geboren in 1959 in Londen en studeerde in 1982 cum laude af in Cambridge. Hij schreef reeds verschillende boeken over de Russische geschiedenis, waaronder het veelgeprezen Natasja’s dans: Een culturele geschiedenis van Rusland. Figes ontving verscheidene prestigieuze prijzen voor zijn werk; A People’s Tragedy werd onder meer bekroond met de W.H. Smith Literary Award, de Wolfson History Prize en de Los Angeles Times Book Prize.


ISBN 9789046812433 | Paperback 368 pagina’s | Nieuw Amsterdam | 2012
Oorspronkelijk titel: Just Send Me Word Vertaling: Yolanda Bloemen en Marja Wiebes

© Ria, 1 oktober 2012

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 
Non-fictieFluisteraars

Leven onder Stalin


Het boek Fluisteraars van Orlando Figes handelt over het hoe het leven was voor de Sovjetburger van jong tot oud, partijlid of niet, onder het Stalinregime. Voor de totstandkoming van dit boek zijn meer dan duizend mensen geïnterviewd en tevens zijn vele brieven, dagboekaantekeningen, foto’s en documenten bestudeerd om een zo getrouw mogelijk beeld te schetsen. Dit alles in samenwerking van de Russische stichting Memorial. Het resultaat is niet een geschiedenisboek in de traditionele zin, maar de geschiedenis van ‘gewone mensen’ die elk hun persoonlijke, vaak gruwelijke verhaal hebben te vertellen. Daardoor is dit boek een monument voor alle Sovjetburgers die zwaar hebben geleden onder het Sovjetregime.

Na het aantreden van Stalin in 1928 toen met de collectivisering van de landbouw en de planeconomie een start werd gemaakt, veranderde er veel voor Sovjets. Alles zou vanaf dat moment van bovenaf gedirigeerd worden, waarbij de ontwikkeling van de industrie van het allerhoogste belang werd geacht en de landbouw zich daaraan ten dienste moest stellen. De schamele bezittingen van de boeren werden onteigend en zij werden gedwongen in collectieve bedrijven zgn. kolchozen en sovchozen te gaan werken. Veel boeren werden voor koelakken, rijke zelfstandige boeren en daarom staatsvijanden, uitgemaakt terwijl het in veel gevallen mensen betrof die met de grootste moeite hun hoofd boven water konden houden. Wie eenmaal het stempel koelak had, was zijn leven niet zeker. Zij werden massaal vermoord, verbannen en naar werkkampen afgevoerd waar zij jarenlang dwangarbeid moesten verrichtten. Het sterftecijfer lag zeer hoog.
De kinderen van deze door het regime uitgemaakte koelakken werden ook beschouwd als staatsvijanden en verraders van de revolutie en hadden geen enkele kans op een normale baan. Velen probeerden dan ook hun achtergrond te verbergen en zelfs als zij getrouwd waren lieten zij zich niet uit over hun afkomst ten opzichte van hun partner. Wie als kind zijn ouders aangaf als verrader van de revolutie, bijvoorbeeld als zij een aantal tamelijk onschuldige opmerkingen maakten over de gang van zaken, werd als een held van de revolutie beschouwd en kon carrière maken binnen de partij. Sommige ouders moedigden zelfs hun kinderen aan hen aan te geven, zodat zij wel toekomstmogelijkheden zouden hebben.

Naast de zogenaamde koelakken werden mensen met een adellijke afkomst, religieuzen, intellectuelen, kunstenaars en iedereen die zich niet duidelijk conformeerde aan het regime massaal vermoord of afgevoerd naar werkkampen. Hele gezinnen raakten ontheemd, kinderen zwierven van hot naar her, belandden in kinderhuizen en zagen in veel gevallen hun ouders nooit meer terug. Als dat soms wel gebeurde waren ze zodanig van elkaar vervreemd dat een normale ouder-kind verhouding onmogelijk was.
Vanaf 1935 nam deze terreur massale proporties aan, alles wat je zei of niet zei kon tegen je gebruikt worden. Het maakte niet meer uit of je loyaal partijlid was of niet, door de volkomen willekeur kon iedereen als staatsvijandig worden gezien en vermoord of verbannen worden.


Orlando Figes geeft in Fluisteraars weer wat dit regime persoonlijk voor effect had op de mensen die aan deze waanzin waren overgeleverd. Deze vele verhalen zijn vaak hemeltergend. Het is goed dat door dit boek de fluisteraars duidelijk gehoord worden, al wordt er onder Poetin anno 2008 nog steeds getracht de kritiek op de vreselijke terreur onder Stalin af te zwakken. Iedereen die de waarheid wil weten hoe het leven onder Stalin was, kan er niet onderuit dit boek te lezen.


ISBN13: 9789046802441 Hardcover | Nieuw Amsterdam Co-uitgever Standaard Uitgeverij november 2007  oorspronkelijke titel The Whisperers. Private life in Stalin's Russia vertaling Toon Dohmen
geïllustreerd met foto's

© Cavendish, januari 2008

Voor meer informatie over de schrijver en zijn werk, klik op de afbeelding van het boek.

Lees de reacties en/of reageer, klik HIER