Non-fictie

Michael Barzilaij

Cocky
Verzetsheldin uit Rotterdam
Michael Barzilaij


‘Rond half twee zag het verloofde stel boven het oosten van Rotterdam tientallen eskaders bommenwerpers naderen’, pagina 21.


‘Cocky en Anton vingen nog een laatste glimp op van hun geliefde historische binnenstad, een kwartier later zou er vrijwel niets meer van over zijn’, pagina 25.


Het boek begint heftig met het uitbreken van de oorlog en vervolgens het bombardement op Rotterdam. De lezer voelt de angst en onzekerheid die mensen overvielen.


Michael Barzilaij legt uit wat er gebeurt wanneer bommen van 250 kilo uit vliegtuigen naar beneden komen. De beschrijving is indrukwekkend en gruwelijk. De branden duren maanden lang en het nablussen is niet altijd even gemakkelijk. Opvallend is dat direct na de verwoesting van Rotterdam in de meidagen van 1940 al de eerste plannen voor herbouw worden gemaakt. Ook de Duitsers zetten zich hiervoor in.


Direct na de bezetting komt het eerste verzet op gang in de vorm van illegale krantjes. Na het aanvankelijke charmeoffensief van de Duitsers wordt na enige maanden hun ware bedoeling steeds duidelijker. De onderdrukking neemt toe maar deze voedt ook het verzet en Cocky die met Anton is getrouwd in de oorlog, raakt daarbij betrokken: ‘Cocky begon vanaf 1941 steeds vaker op haar fiets geheime waar in de voering van haar vest of jas door de stad rond te brengen’, pagina 65.


Anton is oorspronkelijk van Joodse afkomst maar is al jong tot het rooms katholieke geloof overgegaan. Hij heeft een goed lopende kleermakerij en is behoorlijk welgesteld. Anton denkt met zijn huwelijk betrekkelijk veilig te zijn voor de Duitsers en is evenals Cocky betrokken bij het verzet. Ze krijgen contacten met anderen en ‘samen vormden ze een prille verzetsgroep die zich ging bemoeien met inlichtingen verzamelen, spionage en knokploegen samenstellen, contrabande smokkelen, vervalsingen van persoonsbewijzen, documenten en stempels maken, het illegaal verspreiden van bonboeken en illegale krantjes en de huisvesting van onderduikers’, pagina 84.


Dit brede scala aan activiteiten komt in dit boek niet allemaal even uitgebreid aan de orde. Anton maakt een geheim kamertje in hun woning waar van alles wordt bewaard dat de Duitsers niet mogen zien, hij vermaakt kleding zodanig dat er in de voering documenten kunnen worden meegenomen. Regelmatig zijn er onderduikers in hun woning waar rondom ook Duitsgezinde mensen wonen zodat uiterste voorzichtigheid is geboden.


Boeiend is het verhaal van de Amerikaanse piloot Jim die bij hen onderdak vindt. De opvang van hem komt uitgebreid ter sprake en lijkt daarmee wel het hoogtepunt van hun verzetswerk te zijn. Niet ten onrechte want ‘dat Cocky en Anton het aandurfden een voortvluchtige van hoge statuur te laten onderduiken in dat kamertje, pal naast dat van een nazi, was voor mij onbegrijpelijk’, pagina 126. Jim wordt naar België gebracht maar omdat er een infiltrant in het spel is, wordt hij opgepakt. Hij overleeft de oorlog en later zal er een levenslange vriendschappelijke relatie groeien met Anton en Cocky.


Ontroerend is de afscheidsbrief die iemand uit hun verzetsgroep aan zijn vrouw schrijft. Deze is na de oorlog in het concentratiekamp van Vught gevonden. Hij is niet het enige slachtoffer want de Duitsers zijn zeer actief in het oppakken van verzetsmensen.


In het boek is de oorlogssfeer goed voelbaar en ook gebeurtenissen als D-day en Dolle Dinsdag komen op de achtergrond ter sprake omdat ze de houding van mensen beïnvloeden. De Duitse terreur neemt toe en deze straalt ‘Schrecklichkeit’ uit: aanslagen op Duitsers en Duitsgezinde Nederlanders worden zwaar vergolden met vele slachtoffers als gevolg.

Het wordt spannend voor Anton en Cocky wanneer de Gestapo hen overvalt maar zonder succes. Bij Cocky thuis wordt niets gevonden en Anton is op dat moment niet op de kleermakerij. Ze besluiten dan wel onder te duiken en het wordt een moeizame tocht op weg naar de bevrijding.


De auteur, schrijver en filmer voor o.a. RTL, RTV Rijnmond en Talpa, is een kleinzoon van de hoofdpersoon in dit boek: zijn oma Cocky. Hij komt haar oorlogsverhaal bij toeval op het spoor wanneer een piloot – die in het boek een belangrijke rol speelt – in een reportage vertelt over een vrouw met de naam Cocky bij wie hij onderdak vond.


Een mooi verhaal over de moed van gewone mensen in oorlogstijd!


ISBN 978 90 225 8917 5 | Paperback | 236 pagina’s | Meulenhoff Boekerij | april 2020

© Evert van der Veen, 13 april 2020

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER