In de Mokumse Jaren
Memoir
Patrizia Filia
Soms wordt je oog meteen getrokken door de omslag van een boek en blijf je kijken. Dat was bij dit boek zeker het geval. Op de voorkant staat, in sepiatinten, een foto van een magere man met een karakteristieke kop en een woeste baard. Zijn ene hand ligt op de schouder van een vrouw, met zijn andere hand staat hij druk te gebaren, zijn blik op haar gericht. De vrouw, jong en mooi, is gehuld in zigeunerachtig kleren, glimlacht breeduit maar lijkt in haar eigen wereld te verkeren. Op de achtergrond een bed en een poster van de bekende mimespeler Milan Sladek. De man met de mooie karakteristieke kop is de mimespeler, theatermaker en bohemien Will Spoor, de vrouw op de foto is Patrizia Filia, theatermaakster, danser, scenarioschrijfster, dichteres en artistiek leider van stichting de LuiaardVrouwe, een stichting die theaterproducties maakt, met name over ontheemde mensen in verschillende culturen. In dit boek beschrijft ze haar memoires over de jaren dat ze samen met Will in Amsterdam woonde.
Begin jaren tachtig ontmoeten de twee elkaar in haar toenmalige woonplaats Turijn, waar Patrizia dans studeerde en Will deelnam aan een internationaal theaterfestival. Het was liefde op het eerste gezicht en Patrizia verhuist met hem naar Amsterdam. Bij aankomst is het even slikken, de woonboot van Will blijkt klein en koud en er moet eerst stevig gepoetst worden voor er überhaupt gekookt kan worden. Ook Nederland was even wennen, als was het alleen maar aan de tongbrekende taal, maar toch is de liefde voor Mokum er ook meteen. Patrizia schrijft, speelt en regisseert een aantal theaterstukken en samen met Will maakt ze verre reizend o.a. naar Berlijn, Kopenhagen en naar Japan, waar de voorstelling Domus proberen te propaganderen. Ze vormen een illuster paar;
We zijn er aan gewend nagekeken te worden. De mensen zijn eerst verbaasd, vervolgens gaan ze peinzen, beoordelen, twijfelen, weer verbazen. We zijn anders dan anderen en toch zo herkenbaar, bijdehand, wel wat afstandelijk, soms lastig, veeleisend, maar toch beleefd, zelfs vriendelijk. Ze raken volstrekt uit hun evenwicht, maar voelen zich niet in gevaar gebracht. Integendeel. Het is alsof ze in een sprookje zijn belandt, of in een mythische wereld, of in een droom.
Net voor de reis naar Japan verbreken Patrizia en Will hun relatie, maar houden contact. Tijdens het schrijven van deze memoires, in 2014, krijgt ze bericht van diens overlijden. Al schrijvend realiseert ze zich dat ze een intensief, af en toe chaotisch, maar kleurrijk leven heeft geleid, waar ze zonder spijt op terug kijkt;
Kijk, ik had in Turijn kunnen blijven, dicht bij familie en vrienden; theater maken en boeken schrijven in mijn eigen taal in plaats van deze taal te leren sputteren en neerpennen…maar ja, dan had ik niet van de hak op de tak met Will in Mokum geleefd en gewerkt, met hem door streken getrokken en aan diepe ravijnen, gevaarlijke bochten moeten wennen.
Uit recensies van die voorstellingen die Patrizia maakte, die achter in het boek te vinden zijn, blijkt dat ze intens en associatief speelt en denkt, en zo schrijft ze ook. Dat maakt dat je als lezer af en toe flink je best moet doen om haar associaties, gedachtesprongen en belevenissen mee te gaan. Tegelijkertijd is dat de moeite waard omdat het boek een mooi inkijkje geeft in de theater- en kunstwereld van de jaren tachtig en in het leven van een vrouw die alles voor de liefde achterliet en leefde en leeft voor de kunst.
ISBN 9789082623208 | Paperback | 304 pagina's | Uitgeverij de LuiaardVrouwe | december 2016
© Willeke, januari 2017
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER