Diersporen in beeld
Kees de Heer
De titel zegt het al, dit boekje gaat over diersporen, hoe en waar deze te vinden zijn en wat je uit deze sporen op kunt maken.
De beste tijd om diersporen te vinden is, volgens de schrijver Kees de Heer, de winter. Dan zijn de bomen kaal en kun je de vogel- en andere nesten goed zien. Een dun laagje sneeuw is ideaal om vogelsporen te vinden, daarin tekenen de sporen zich duidelijk af. - Helaas ligt dat er niet altijd maar ondanks dat wordt er duidelijk gemeld waar je duidelijke diersporen kunt aantreffen. -
Maar alle seizoenen hebben hun eigen mogelijkheden tot waarneming van dierensporen. Zoals de herfst die bij uitstek geschikt is voor het vinden van sporen van spinnen (web) en slakken.
In het voorjaar is er kans op het vinden van sterrenschot waar ik nog nooit van gehoord had. Het blijkt te ontstaan als roofdieren 'drachtige' kikkers of padden opeten. De gelatinelaagjes van de kikkereitjes zwellen op zo gauw ze in aanraking met water of spijsverteringssappen komen. De roofieren spugen de geleimassa zo snel mogelijk uit en dat braaksel wordt sterrenschot genoemd. Weer wat geleerd dus.
Zo staat er nog veel meer in zoals: vraatsporen (welk dier heeft dat gegeten), hoe herken je holen van o.a. dassen en vossen, het verschil tussen de veegsporen van reeën en edelherten, kenmerkende knaagsporen van spintkevers, wanneer en waar vind je galappels, wat is het verschil tussen braakballen van uilen en meeuwen, wat kun je zien aan prooiresten of ontlasting enz.
Uit al deze genoemde zaken kun je veel opmaken over de leefwijze en eetgewoonten van een dier en om welk dier het gaat. Aan de vorm en lengte van ontlasting kun je bijvoorbeeld zien of het een muis, konijn, hoefdier, vos, das of ander dier betrof. Zelfs vogels hebben hun eigen kenmerkende ontlasting.
Voor zo'n smal, dun boekje (31 pagina's) staat er een ongelofelijke hoeveelheid informatie in. Achterin het boekje zit een uitklapkaart waarop je in één oogopslag kunt zien waar in het boekje nadere informatie wordt verstrekt over bijvoorbeeld loopsporen of prooiresten.
'Het is een praktisch gidsje om vierentwintig karakteristieke diersporen thuis te brengen' staat er op de cover. Naar mijn gevoel brengt het meer dan dat. De verstrekte informatie maakt nieuwsgierig naar meer, en dat kan alleen maar goed zijn!
Het boekje heeft een prettig formaat (10 x 21 x 0,5 cm) zodat het goed mee te nemen is bij een wandeling. Het past makkelijk in een jas- of kontzak. Ook leuk om cadeau te geven, voor de prijs hoef je het niet te laten liggen.
ISBN 9789050114059 Paperback met flappen 31 pagina's KNNV uitgeverij maart 2012
Illustraties Renée den Besten en Elwin van der Kolk
© Dettie, 7 april 2012
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Bijen in beeld
Kees de Heer
"Bijen spelen een belangrijke rol in de natuur en in de landbouw. Veel planten zijn voor hun bestuiving sterk afhankelijk van bijen, terwijl deze insecten achteruit gaan door het verlies van leefgebieden, een eenzijdig voedselaanbod, een tekort aan nestgelegenheid, de opmars van ziekteverwekkers en het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Dit probleem speelt bij alle bijensoorten."
Zo begint het boekje over bijen. Een weinig opwekkende tekst maar wel terecht. Vooral als je leest hoe bijzonder deze beestjes eigenlijk zijn en wat een enorme variëteit aan soorten er bestaan. Het jaar 2012 is uitgeroepen tot jaar van de bij en het is te hopen dat het bijdraagt tot het in stand houden van de diverse bijensoorten en het verbeteren van hun leefomgeving.
Veel mensen kennen wel de honingbij maar voor de rest staan deze insecten vooral bekend als 'die enge prikbeesten'.
In het boekje is te lezen dat de honingbij het enige 'huisdier' is én het meest berucht is. Deze bijen hebben namelijk angels met weerhaakjes. Niet voor niets is een imker zo goed ingepakt. De honingbij leeft in een kolonie en elke bij heeft een taak.
De overige bijen zijn wild, de meeste leven solitair, dus niet in een kolonie, en hebben een angel zonder weerhaakjes waardoor de steek minder pijnlijk is. Overigens steken bijen zelden, alleen in echte noodgevallen. Het grappige is echter, zo lees ik in dit boekje, dat veel bijen niet eens een angel hebben, alleen maar een legboor om eitjes te kunnen leggen in hun nest. De vrouwtjes zorgen voor het nest en het nageslacht.
Wat echt bijzonder is om te lezen, is de enorme variëteit aan nesten die de wilde bijen hebben. Ze maken nestjes in zand, in steenholtes, in rietstengels etc. en deze nestjes hebben kamertjes. Per soort wordt ook eigen nestmateriaal gebruikt zoals hars, plantenharen of modder. Bijzonder om te zien!
Na allerlei algemene informatie over bijen volgen 'portretten' van zestien verschillende soorten bijen. Na dit gezien en gelezen te hebben kijk je met heel andere ogen naar een bij. Een bij zit zo ingenieus in elkaar dat je met open mond van verbazing de informatie leest.
Bijna elke bij heeft eigen bloemen die bezocht worden, ze hebben ook heel verschillende lijfjes of achterpoten. De een verzamelt stuifmeel met het lijfje, de ander met de poten, elke bij is aangepast aan de bloem waar de nectar bij 'gedronken' wordt en stuifmeel verzameld wordt.
In het boekje staan bij elke bij duidelijke afbeeldingen waardoor je ze kunt herkennen en achterin het boekje is een uitklapkaart waar een overzicht staat met afbeelding van alle besproken bijen. Waar nodig wordt zowel de manlijke als de vrouwelijke variant van de bij vertoond.
Het boekje is mooi verzorgd in handzaam formaat en de tekeningen zijn waar nodig mooi gedetailleerd.
Dit boek is het 26e boekje uit de 'in beeld' serie. Ook deze uitgave is zeer informatief en voor mensen die iets meer willen weten over bijen zeker een aanrader.
ISBN 9789050114042 Paperback met flappen 31 pagina's afm. 10 x 21 x 0.5 cm KNNV uitgeverij, maart 2012
Illustraties Renée den Besten en Elwin van der Kolk
© Dettie, 7 april 2012
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER