Non-fictie

Mitchell Zuckoff

Ondergang en opkomst
Het verhaal van 11 september
Mitchell Zuckoff


Het boek heeft een treffende opening: bij de onthulling van het Vrijheidsbeeld in 1886 gooit iemand papierlinten uit zijn kantoor naar beneden. Het is een parallel met de mensen die op 11 september uit de ramen van de Twin Towers naar beneden springen.


De schrijver, journalist bij de Boston Globe, vertelt niet zozeer over het waarom van de aanslag al geeft hij wel enige informatie over Bin Laden.


Het volgende geeft te denken: Achterafredeneringen zijn altijd gemakkelijk, maar er zijn overweldigende bewijzen dat de Amerikaanse overheid om tal van redenen de aanslagen van 9/11 had kunnen en moeten voorkomen’, pag. 28.
Zuckoff beschrijft vanuit allerlei invalshoeken wat er gebeurde en hij doet dat op een wijze dat de lezer helemaal in het verhaal wordt getrokken. Wie aan dit boek begint, kan het maar moeilijk weer wegleggen en wil doorlezen. Het is razend spannend al ken je de tragische afloop.


Het verhaal begint met diverse mensen die op 10 september leven en werken: personeel dat in de Twin Towers werkt en de aanslagplegers die hun laatste voorbereidingen treffen. Laatstgenoemden leven volgens een uitgebreide instructie die als volgt begint: ‘Omarm het verlangen te sterven en hernieuw de gelofte van trouw’, pag. 58.


In schijnbaar onbelangrijke détails weet de schrijver sfeer te scheppen, het verhaal klein te maken en juist zo dichtbij te brengen. Het krijgt zo een menselijk karakter en door deze benadering krijgt het verhaal een verborgen lading want de lezer weet wat er staat te gebeuren.
Het vertrek van de vliegtuigen wordt beschreven en de titels van hoofdstukken in deel 1 ‘Val uit de hemel’ zijn veelzeggend: ‘Geen radiocontact meer’, ‘Volgens mij zijn we gekaapt’, ‘Kijk uit voor indringers in de cockpit’ en ‘Actie!’.


We volgen de gebeurtenissen in de diverse vliegtuigen op de voet en dit is gewoon adembenemend. Sommige zinnen zijn veelzeggend zoals die over de vlucht van vlucht 11 van American Airlines: ‘Voordat de verbinding werd verbroken, hoorde Michael Amy’s laatste woorden: ‘O god! We vliegen echt veel te laag!’ ‘, pag. 114 en die over vlucht 175 van United Airlines: ‘ ‘Nee!’ schreeuwde een verkeersleider in New York. ‘Hij gaat niet landen. Hij vliegt ertegenaan!’ ‘, pag. 128.


De impact van de aanslagen wordt duidelijk in bladzijden waarop het leven van allerlei passagiers wordt getypeerd met de steeds terugkerende woorden ‘nooit meer’.


Bijzonder spannend is het verloop van de actie van passagiers van vlucht 93 van United Airlines waarvan vermoed wordt dat deze het Capitool of het Witte Huis als doelwit heeft. Door de revolutie van een aantal passagiers wordt dit voorkomen en stort het vliegtuig neer bij een klein plaatsje waarbij allen omkomen.


Pijnlijk om te lezen is dat er allerlei tekortkomingen zijn in de veiligheidsprocedures en de wijze waarop luchtverkeersleiders en andere betrokkenen reageren op de actuele gebeurtenissen en daarover onderling communiceren – of juist niet – zo blijkt tal van keren. De auteur benoemt dit, niet als aanklacht tegen mensen, maar hij registreert wel dat het ánders had gekund en gemoeten, al hadden de aanslagen daarmee niet voorkomen kunnen worden. De ontreddering is groot:


‘Al met al heerste er in het eerste uur na de kapingen bijna overal verwarring en onzekerheid, en lang niet alleen bij de FAA’, pag. 176 en:  ‘Maar uit wat Cheney zei, blijkt wel dat de verwarring, de desinformatie en de chaos op het hoogste niveau van de Amerikaanse regering nog altijd groot waren, en dat terwijl de crisis al ruim twee uur gaande was’, pag. 225.


Deel 2 is getiteld ‘Val naar de grond’ en geeft eerst wat achtergrondinformatie over de Twin Towers. Het bouwbesluit is tijdens de bouw aangepast met als gevolg dat de veiligheid tijdens een brand beduidend is afgenomen. Een brandweerman die wordt opgeroepen is zich bewust van de onmogelijke opdracht om een gebouw van dergelijke hoogte te blussen. Brandweerlieden hebben helaas een probleem met hun portofoons waardoor zij moeilijk contact met elkaar kunnen leggen en niet van elkaar op de hoogte zijn.


De beschrijving van de inslag van de vliegtuigen en de gevolgen daarvan grijpen je als lezer naar de keel. Het boek heeft geen foto’s maar de beschrijving is zo beeldend en brengt de gebeurtenissen zo dichtbij dat je zelf een duidelijk beeld kunt vormen van wat er gebeurt. De auteur maakt ook hier het verhaal klein door in te zoomen op een aantal mensen met hun verwondingen, hun zoektocht naar een uitweg, hun ontreddering en desoriëntatie in de gebouwen.


Even wordt benoemd dat zich in beide gebouwen 14.000 – 17.000 mensen bevinden om daarmee de grote context aan te geven maar de kracht van dit boek zit in de vele verhalen van diverse mensen die de auteur ingenieus met elkaar verweeft tot een dramatisch overkomende geheel. Aangrijpend is het verhaal van een vrouw die de hulplijn belt. Degene die daar de telefoon opneemt, voelt zich machteloos maar ook betrokken en houdt contact met haar terwijl de toon steeds persoonlijker wordt. Een ander détail wordt later tot een iconisch beeld: ‘de voet van een meisje, in een roze sportschoen’, pag. 356.


In de waarneming van een andere werknemer in de zuidelijke toren wordt het onvermijdelijke noodlot kort maar indringend aangeduid:


‘In de verte, vanachter het Vrijheidsbeeld, zag hij iets wat zijn kant op kwam. Zijn verstand registreerde dat het grijs en groot was, en genoeg herrie maakte om hem door de potdichte ramen het donderende geluid van de motoren te laten horen. Een tel later begreep hij dat het een vliegtuig was, met een U op zijn staart. Het leek gek genoeg recht op hem af te komen, met hellende vleugels en met de neus op gelijke hoogte met hem. Het werd groter en groter. Toen vulde het de hele raampartij’, pag. 334.


Uitermate spannend is de beschrijving van een groep mensen in de noordelijke toren die probeert te vluchten en weet te ontsnappen.


De burgemeester van New York krijgt helaas gelijk wanneer hij na de aanslagen zegt: ‘Het aantal doden zal uiteindelijk hoger zijn dan wat voor iedereen van ons dragelijk is’, pag. 502.


Het boek vertelt tenslotte hoe een aantal mensen na de aanslagen verder gaan met hun leven. Sommigen de volgende dag al, bijna alsof er niets is gebeurd, anderen voor het leven getekend. Velen houden er traumatische herinneringen aan over.


Het boek eindigt met het vermelden van de slachtoffers: de lijst met bijna 3000 namen vult als een stil eerbetoon ruim 30 pagina’s.


Het is in al zijn verschrikking toch een prachtig boek dat de lezer zeer dicht bij de ontzagwekkende gebeurtenissen brengt en deze vanuit diverse invalshoeken laat beleven. De auteur is niet uit op effectbejag, maar beschrijft nuchter en soms in mooie beeldende taal wat er gebeurt. Dat is genoeg, het verhaal vertelt zichzelf op overweldigende wijze en neemt je daarin mee. Het klinkt misschien thrillerachtig maar dit boek is een echte ‘pageturner’!


ISBN 978 90 445 4265 3 | Paperback | De Geus Amsterdam | 5 september 2019
vertaling: Alexander van Kesteren, Brenda Mudde, Nannie Plasman, Pon Ruiter, Theo Schoenmaker en De Geus bv

© Evert van der Veen, 16 oktober 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER