Non-fictie

David Cesarani

Endlösung
Het lot van de Joden 1933-1949
David Cesarani


Dit boek is geen deelstudie, maar een alomvattend en uitputtend onderzoek naar het lot van de Joden in Duitsland en Europa tussen 1933 en 1949.


Hitler was de man die de lont ontstak, waarna een vergiftigde sfeer in kruitvat Europa tot ontploffing kwam. De Joden waren daarvan de dupe. Duidelijk is dat nazi’s en Duitsers de eerstverantwoordelijken en schuldigen zijn als het gaat om het uitroeien van het Joodse volk. Maar op het punt van het antisemitisme viel de Duitse haat tegen Joden samen met haat in heel Europa tegen Joden. In alle landen hielp het overheidsapparaat, samen met de lokale bevolking, om Joden op te sporen en te deporteren.


Endlösung
is een overstelpende aaneenschakeling van gruwelen die de Joden ondergingen. Bewakers haalden mooie vrouwen uit de rij gevangenen om ze eerst te verkrachten voor ze vermoord werden. Baby’s werden uit de armen van hun moeders gerukt en voor hun ogen in het vuur geworpen. Burgers stonden lachend toe te kijken hoe Joden geëxecuteerd werden. In heel Europa onteigende de staat Joods bezit, plunderden burgers Joodse woningen, stalen ze schilderijen en meubilair. Omstanders doorzochten de buit die achterbleef als Joden vergast of geëxecuteerd werden op waardevolle spullen.


Joden waren nergens welkom en stonden er altijd alleen voor. Engeland en de VS hielden de grenzen gesloten. Na de oorlog weigerde de Britse regering om Joodse overlevenden toe te laten tot Palestina. Zij werden opnieuw geïnterneerd in kampen op Cyprus. Geroofd goed werd door de Britse regering niet teruggegeven, maar gebruikt voor eigen doeleinden. Zwitserse banken, beschermd door de overheid, namen dezelfde houding aan. In Nederland ontvingen teruggekeerde overlevenden uit de kampen belastingaanslagen over de achterliggende jaren verhoogd met een boete vanwege achterstalligheid. In Polen werden na 1945 Joden opnieuw slachtoffer van pogroms, nu bedreven door Polen. De berechting van de oorlogsmisdadigers verliep eveneens heel gebrekkig. De meeste daders ontsprongen de dans, anderen kwamen er af met geringe straffen of kregen na verloop van tijd gratie.
De ongevoeligheid en misdadigheid van dit alles is van een adembenemende omvang.


De enige uitzondering die in dit boek wordt genoemd is Denemarken. In dit land werkten overheid, verzetsbeweging, kerken en burgers eendrachtig samen om zoveel mogelijk Joden te redden.


Over het lot van de Joden was al tijdens de oorlog veel bekend bij de geallieerden. Smeekbeden om te interveniëren en bijvoorbeeld de gaskamers en toeleidende spoorwegen te bombarderen, of Joden tegen Duitse krijgsgevangenen te ruilen, of ze vrij te kopen, werden van de hand gewezen. De geallieerden gaven de prioriteit aan oorlogvoering op het slagveld. Volgens Cesarani heeft falend geallieerd beleid het lijden van het Joodse volk verlengd.


Cesarani beschrijft de lijdensweg van Joden sober en terughoudend. Toch komt dat zo indringend over dat de lezer vol emotie schiet. Verontwaardiging en ongeloof dat dit allemaal echt is gebeurd, wisselen elkaar af. Dit is een inktzwarte bladzijde in de geschiedenis van Duitsland, van Europa en van de mensheid als geheel.
Rode draad in het boek is dat het antisemitisme tot de kern van het nationaalsocialistische gedachtegoed hoorde, maar dat in de uitvoering het beleid met betrekking tot de Joden al improviserend tot stand is gekomen.


Hoe omvangrijk het boek ook is, het is onmogelijk om volledig te zijn. Raoul Wallenberg, de Zweedse redder van tienduizenden Hongaarse Joden komt er wat bekaaid van af met een tweetal regels. Oscar Schindler, die in Krakau Joden uit de Duitse klauwen wist te houden, wordt niet genoemd. De Nederlandse Jood Jules Schelvis, een van de achttien overlevenden van Sobibor wordt evenmin genoemd. Hetzelfde geldt voor de Italiaan Primo Levi, die Auschwitz overleefde en daar het aangrijpende boek Is dat een mens? over schreef. Niet alles hoeft en kan genoemd worden. De verpletterende indruk die dit boek op de lezer maakt is er niet minder om.


De vertaling van dit omvangrijke boek zal een enorm karwei zijn geweest. Voor zover ik het kan beoordelen heeft de vertaler zijn werk prima gedaan. Een aandachtspuntje is het consequent zijn als het om begrippen gaat. De terminologie als het gaat om instanties en functies is niet altijd eenduidig. Het woord ‘dodenmarsen’ is in historische werken meer gebruikelijk dan ‘doodsmarsen’.


Voorin het boek staan een aantal overzichtelijke kaarten. Achterin zijn een glossarium (begrippenlijst), notenapparaat, en bibliografie op genomen. Alles bij elkaar een indrukwekkende uitgave.


David Cesarani is de aangewezen historicus voor dit onderwerp. Hij schreef veel over de Holocaust, publiceerde in 2004 een biografie over Eichmann en was hoogleraar moderne geschiedenis. Hij overleed in 2015 toen de laatste hand aan dit boek werd gelegd.


Dit magistrale werk verschaft samen met de boeken van Saul Friedländer (die zich richt op de Joden in Duitsland), Raul Hilberg (die zijn studie net als Cesarani in Europees kader plaatst) en Nikolaus Wachsmann (die zich richt op de concentratiekampen) inzicht in de afgrond van de menselijke geest.


ISBN 9789045034904 | Hardcover | uitgeverij Atlas Contact | omvang 1056 blz. | november 2018
Vertaald door Ton Zwaan

© Henk Hofman, 20 februari 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER