Dagboek van een landjonker
voorjaar 2008 - januari 2013
Benno Barnard
Op de cover van het boek zie je het interieur van een klein schrijvershuisje. Het ziet er zonnig en rustig uit. Een rieten stoel met daarin een dik kussen staat bij een inklapbare tafelplank. Op de tafel papier, pen, inkt, een bril en een kleine typemachine. Alles straalt rust en tevredenheid uit, je zou er zelf willen zitten. Des te verbijsterend is het als je het dagboek leest.
De landjonker is Benno Barnard en hij is een getormenteerd man. Hij wil al het oude wat goed was vasthouden en noemt zichzelf daarom een conservatief man. Hij schrijft daarover onder andere:
"Ik ben bang voor de technologisering van de wereld; mijn regressieve keuze om weer op het platteland te gaan wonen, een jaar of zes geleden, is mede ingegeven door deze angst. [...] het is een Duitse angst waar ik aan leid, de angst van de romanticus voor de monsterlijke machines."
Benno Barnard woont in Sint-Agatha-Rode een plaatsje tussen Brussel en Leuven 'Ik hou van oude plaatsnamen met een heilige erin'. Het plaatsje ligt aan de Dijle, het riviertje dat de taalgrens aangeeft. "Wat een wonderbaarlijke gedachte dat ons stuk taalgrens - die de kronkelingen van het riviertje de Dijle volgt - sinds de komst van de Franken niet meer is verschoven, dat het veertien eeuwen geleden al de grens tussen de geromantiseerde Galliërs en de Frankische allochtonen vormde."
Hèt woord is hiermee gevallen 'de taalgrens'. Een woord dat nog vele, vele keren in alle denkbare vormen terug zal komen in dit boek. Evenals de taal zelf. Bijna hilarisch is de verontwaardiging van Benno Barnard over de hertaling van De scheepsjongens van Bontekoe. Hij belt de boekhandel daarover en de verkoopster deelt hem daarop mee dat de tekst 'aan onze tijd' was aangepast. Met een druk uit 1960 zoekt hij uit wat deze aanpassing inhield en uit zijn gramschap hierover. Maar ook verwoordt hij mooi waarom hij geen liefhebber is van de psychologische roman. Hij heeft er nooit iets zinnigs uit geleerd. Hooguit heeft hij "genoten van de stijl of informatie over een bepaald tijdvak die zo'n roman biedt" Aan het 'saaie boek' Madame Bovary vond hij de nauwkeurige beschrijving van het leven op het Franse platteland voor en tijdens het Second Empire het enige interessante. Ook de postmoderne romans zijn niet favoriet. 'Dat postmodernisme heeft juist zo ongelooflijk veel egocentrische en criant vervelende literatuur opgeleverd.' De Buddenbrooks van Thomas Mann, Throlope en Joseph Roth dàt zijn de schrijvers die Benno Barnard zeer waardeert.
Hij schrijft vol liefde over zijn vader Willem Barnard (bekend onder het pseudoniem Guillaume van der Graft) en diens dood in 2010. Hij toont enorme interesse voor de schoollessen van zijn kinderen. Hij is duidelijk zeer tevreden over zijn huis en woonomgeving. Maar er is ook een andere Benno Barnard. Deze Benno gaat tekeer over allerlei zeer uiteenlopende zaken zoals over het feit dat zijn kind geen geschiedenisles op school blijkt te krijgen of over het opstelletje over de ondergang van het Nederlands in Vlaanderen waar hij onmiddellijk reactie op krijgt 'dat hij er niets van weet'. De man die reageerde wordt genadeloos neergesabeld. Benno Barnard scheldt op diverse mensen die volgens hem pure onzin verkondigen.
Hij schrijft daarentegen bijna analytisch over de dood van Kopland, over zijn reizen, over Herman de Coninck.
Kortom, Benno Barnard schrijft, zoals het in een dagboek betaamt, over alles wat in zijn hoofd opkomt en hem bezighoudt en het is afhankelijk van zijn stemming wat en hoe we daarover te lezen krijgen.
Benno Barnard doet me denken aan Maarten van Rossum, de man die bromt en gromt en op veel dingen geen vrolijke
kijk heeft maar toch af en toe verrassend meelevend en bewogen blijkt
te zijn.
De ene keer toont Benno Barnard zich een bevlogen mens die zich verwondert over wat hij ziet en meemaakt, de andere keer is het een zeer gekweld persoon die zich druk maakt om de banaliteit en stupiditeit van mensen en het leven. Omdat ik zelf geen Vlaamse ben kan ik niet alles volgen waar Benno
Barnard over schrijft. Ik weet niet hoezeer de taalstrijd nog gevoerd
wordt, hoe heftig de verhoudingen tussen de Vlamingen en de Walen zijn.
Wel lees ik over een man die zelf een constante taalstrijd voert zoals bijvoorbeeld tegen
de ondertiteling van de Vlaamse televisie bijvoorbeeld waar hij zich
enorm aan ergert.
Over zichzelf schrijft hij:
"Ik ben ongetwijfeld een van heimwee vervulde pessimist, met rare ideeën over de mens, zijn literatuur en zijn geschiedenis. Mijn denken lijkt niet op dat van mijn tijdgenoten. [...] Mijn ideeën zijn beslist uitzinnig, maar ik schrijf geen dagboek om gelijk te hebben - wel om mijn gedachten, indrukken en emoties literair te ordenen. Het enige wat ik wil is iemand die het graag leest..."
Graag lezen... ik weet niet of dit iets is wat je onder 'graag lezen' verstaat. Daarvoor is Benno Barnard te explosief, te wisselend van stemming en te uitgesproken, soms zelfs tegen het agressieve aan. Hij herhaalt zichzelf ook meerdere keren als hij het weer over zijn geliefde onderwerpen heeft. Het is geen vloeiend geschreven dagboek zoals de dagboeken van Hans Warren zijn. Het zijn ook geen humoristische overpeinzingen zoals Gerard Reve met zijn 'brieven aan ...' schreef. Veel humor is er sowieso niet te vinden in dit dagboek, hooguit enkele opmerkingen die je doen glimlachen. Waarschijnlijk is het ook door de weinige humor dat ik het boek soms even weg moest leggen. Dan werden alle zware, heftige, aanvallende gedachten me even teveel. Benno Barnard neemt mogelijk zichzelf soms wat te serieus ondanks de vele zelfrelativeringen die ook in het boek voorkomen.
Het is een boeiend, zeer intelligent mens die het zichzelf, en denkelijk soms zijn omgeving, niet makkelijk maakt. Daarom zal ik niet durven zeggen dat iemand het graag zal lezen, maar wel dat iemand geraakt kan worden door de woorden en gedachten van deze zeer intens levende man.
ISBN 9789045025209 Paperback 347 pagina's Uitgeverij atlascontact oktober 2013
© Dettie, 5 januari 2014
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER