Allereerst niet schaden
Verhalen van een hersenchirurg
Henry Marsh
De titel van het boek is ontleend aan Hippocrates, zo lezen we voorafgaand aan het het boek. 'Allereerst, doe niemand schaden', zei die blijkbaar al in circa 406 v.C., de man van de eed voor artsen. Dat het moeilijk is in de hersenchirurgie deze 'belofte' na te komen kom je uitgebreid te weten door het lezen van het boek van Marsh.
In de verschillende hoofdstukken beschrijft Marsh situaties uit zijn dagelijkse praktijk. Ieder hoofdstuk heeft de naam van een ziektebeeld, zoals pyneocytoom, hemangioblastoom of papilloom van de plexus choroideus. Medische termen die achterin het boek zijn opgenomen in de uitgebreide begrippenlijst voor degene die daar meer over willen weten. Die termen doen misschien vermoeden dat het boek voor de 'gewone' man of vrouw niet leesbaar is. Het tegendeel is echter waar. Achter de medische termen gaan patiënten schuil als jij en ik en dat maakt het boek van Marsh juist erg boeiend om te lezen. Als je bedenkt dat we allemaal in zo'n situatie terecht zouden kunnen komen, is het mooi om te lezen hoe 'jouw hersenchirurg' daar misschien tegenover staat.
Marsh beschrijft uitgebreid hoe hij balanceert tussen het professioneel uitvoeren van zijn complexe vak en het menselijke aspect ervan voor zowel zijn patiënten als hemzelf. Het conflict dat zowel patiënten als doktoren in zichzelf moeten voeren om juist te handelen. Hoe ga je om met een patiënt die tegen beter weten in toch nog behandeld wil worden? Hoe vertel je iemand dat de situatie uitzichtloos is en de dood onvermijdelijk? En, misschien nog wel het moeilijkste van alles, hoe vertel je dat er iets mis is gegaan bij de zeer complexe operatie die je heb uitgevoerd en de patiënt zal moeten leven met de gevolgen van deze 'fout'?
Marsh geeft zich in dit boek bloot, in die zin dat hij op indringende wijze verwoordt hoe hij zijn boosheid en frustratie uit en hoe hij de moed weer opvat om toch een volgende operatie uit te voeren om een patiënt zo goed als mogelijk is te helpen op weg naar genezing of nog zo veel mogelijk kwaliteit van leven op weg naar de dood.
Die openhartigheid over zijn eigen functioneren en de beschreven gevoelens die daarbij horen maken dit boek bijzonder om te lezen. De hersenchirurg komt tot leven en blijkt een gewoon mens van vlees en bloed. Zelfs hij blijft niet verschoond van de vreselijke ervaring waarvoor zijn patiënten zich gesteld zien, als zijn eigen zoon een tumor in zijn hoofd blijkt te hebben.
Misschien is dit boek wel het beste samen te vatten met de eerste zinnen uit het voorwoord door Marsh zelf geschreven:
Als ons iets mankeert en we met een angstaanjagende operatie in het vooruitzicht in het ziekenhuis belanden, moeten we maar vertrouwen op de artsen die ons behandelen; het leven wordt anders wel heel erg moeilijk. Geen wonder dat we onze angsten bezweren door artsen bovennatuurlijke vermogens toe te schrijven. Slaagt de operatie, dan is de chirurg een held, maar als er iets misgaat is hij de boosdoener.
Hoe het voelt om zowel die held als die boosdoener te zijn, beschrijft Marsh in zijn boek. Ik vind het mooi en vooral moedig van hem dat hij mij met dit boek verder laat kijken dan naar die arts met zijn veronderstelde bovennatuurlijke vermogens.
Henry Marsh studeerde politicologie, filosofie en economie, voordat hij overging op geneeskunde. In 1984 werd hij lid van het Royal College of Surgeons en sinds 1987 werkt hij als neurochirurgisch specialist bij het St. George’s Hospital. Hij speelt de hoofdrol in de documentaires Your Life in their Hands en The English Surgeon (Emmy Award). In zijn vrije tijd houdt hij bijen en maakt hij meubels.
ISBN 9789046816905 Paperback 288 pagina's Uitgeverij Nieuw Amsterdam juni 2014
Oorspronkelijk titel: Do No Harm Vertaling: Bart Voorzanger
© Ria, 10 oktober 2014
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER