Liderke
Betty Passchier
De 27-jarige Aleyt, woonachtig te Leeuwarden, heeft drie maanden eerder een auto-ongeluk gehad waarna ze vier weken in coma heeft gelegen. Ze is weer volledig genezen, maar er is iets, een vreemd gevoel, ze weet het niet precies.
Om haar zinnen wat te verzetten rijdt ze wat door het Friese landschap, langs weilanden en door dorpjes. Een daarvan trekt haar speciale aandacht: Boksum, waar ze het kerkje binnengaat en daarna over het kerkhof dwaalt.
Op het moment dat ze daar een bekende meent te zien, komt ineens de herinnering terug. Ze weet weer wat er mat haar gebeurd is toen ze in coma lag!
Het avontuur dat ze beleefde, speelt tijdens Tachtigjarige oorlog, in de winter van 1585. De Spanjaarden voerden aanvallen uit in Friesland.
Aleyt is zomaar iemand anders. Terwijl ze zich er terdege van bewust is dat ze uit een andere tijd komt, is ze voor de wereld om zich heen de dochter van een notaris, Frya geheten. Toen haar vader een legerkapitein de hand van zijn dochter toezegde, is Frya gevlucht. Trouwen met een man die ze nauwelijks kende, en van wie ze niet hield?
Dat gaat niet gebeuren…
Frya is dus ook ten val gekomen – zo vond de verwisseling plaats. Zij wordt gevonden door twee reizigers, onderweg naar Leeuwarden. Frya wordt verliefd op de jongste, en Marwon valt als een blok voor haar.
Maar de kapitein voelt zich in zijn hemd gezet en dat is zijn eer te na. Hij blijft haar achterna zitten.
Intussen zijn er de schermutselingen, die tenslotte uitmonden in de slag bij Boksum, terwijl Frya er zich middenin bevindt…
Een liefdesgeschiedenis tegen de achtergrond van de Tachtigjarige oorlog, feit en fictie vermengd, in een meeslepend verhaal.
Betty Passchier had er voor kunnen kiezen om sec het verhaal van de gebeurtenissen in Friesland in de zestiende eeuw te vertellen, maar de keuze om het op deze manier te doen is fantastisch geslaagd. Wij weten immers vandaag de dag niet hoe mensen in die tijd dachten, en door het leven van toen door de ogen van de eigentijdse Aleyt te laten zien wordt niet alleen dat probleem omzeild, de informatie wordt meteen heel duidelijk voor onze moderne geest.
En het geeft ook een heerlijk magisch tintje aan het verhaal. Er komt zelfs een eenhoorn in voor, en dat lijkt een stap te ver… maar: ook deze eenhoorn blijkt prima in het verhaal te passen!
Dwaal mee met Liderke door het Friesland van eeuwen geleden...
Nadat het verhaal verteld is, lezen we nog een stukje over de achtergrond: de bibliografie en de plaatsen die in het boek voorkomen en dus ook bestaan.
Betty Passchier (Zeist, 1953) verhuisde naar Friesland. Van jongs af aan is Betty geïnteresseerd in geschiedenis en sinds zij in Friesland woont is zij zich gaan verdiepen in de Friese geschiedenis.
ISBN 9789463657181 | Paperback | 426 pagina's | Uitgeverij Elikser | december 2024
© Marjo, 5 maart 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Als de zon valt
Stijn de Vries
Omar wordt achttien. Hij zit voor zijn eindexamen, en als hij geslaagd is wil hij een opleiding gaan volgen om fotograaf te worden. Het beste cadeau is dan ook de camera die hij van zijn ouders krijgt.
Het gezin, zijn ouders, zijn zusje Sevim en hij zijn onlangs verhuisd van Arnhem naar Utrecht. Hij mist zijn vriendengroep, het valt niet mee in het eindexamenjaar opnieuw te beginnen.
Dan valt zijn blik op die ene jongen:
‘Sinds ik die jongen zag, heb ik een keer over hem gedroomd. Zijn blonde haar, dat chagrijnige maar knappe gezicht.’
Die jongen is Alex. Hij gaat vooral om met Jacob en Mees, die niets weten over zijn voorkeur voor jongens.
Want deze twee hoofdpersonen, Omar en Alex, zijn ‘anders’, zoals dat in onze maatschappij nog heet. Zij vallen op jongens.
Alex verzint wel verhalen over meisjes, om Jacob zand in de ogen te strooien, maar als hij Omar ontmoet heeft, wordt het steeds moeilijker.
Ze kunnen geen van tweeën bij iemand terecht met hun verwarrende gevoelens, Alex woont alleen met zijn moeder sinds zijn ouders gescheiden zijn. Zijn moeder drinkt steeds vaker, begint al in de ochtend. Hij wil na zijn eindexamen weg en kiest voor een studie in Amsterdam.
Eenmaal daar neemt hij een besluit…
Het verhaal gaat over de liefde, die - want nog niet algemeen geaccepteerd – de jongens in een lastig parket brengt.
Ze zijn ook nog op een leeftijd dat ze eigenlijk al genoeg hebben aan het ontdekken van hun eigen identiteit, en nu komt er hun geaardheid bij. Dit boek is een beschrijving van de worsteling van twee jonge jongens met zichzelf, en met de omgeving. Een coming of age waarbij ze - na aanvankelijk ontkennen en verzet - moeten proberen te accepteren.
‘Weet jij wat we aan het doen zijn?’ vraag ik. Ik kijk hem aan en bestudeer zijn gezicht. Hij lijkt meer gespannen dan voor de vakantie.
'Weet jij het?’
‘Ik weet het ook niet.’
Wat lastig is dat de verteller altijd ‘ik’ is, nu eens Omar, dan weer Alex vertelt het verhaal, maar zonder dat het onmiddellijk duidelijk is wie er aan het woord is.
Het is een mooi integer verhaal. Je gunt deze twee jongens het geluk…
Stijn de Vries (1998, Almelo) is fotograaf, presentator, journalist en schrijver. In 2021 rondde hij de BNNVARA Academy af. Voor Spuiten en slikken maakte hij de series Jong Geleerd, Nooit Gedaan (2021) en Mooi, Man (2022).
‘Als de zon valt’ is zijn debuut, een boek dat ook prima geschikt is voor Young Adults.
ISBN 9789048870424 | Paperback | 240 pagina's | Uitgeverij Lebowski | september 2024
© Marjo, 12 november 2024
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Nocturne voor Messina
Boris Eustatia
David Schikowski is, net als zijn vader overigens, verbijsterd als zijn moeder op een dag zegt dat ze weggaat en dan ook meteen de deur uitgaat.
Niet veel later staat de politie voor de deur: zijn moeder zal nooit meer terugkomen.
David was dol op zijn moeder die zo mooi piano kon spelen. Ze gaf hem les. Na haar dood speelt hij een mooi stukje muziek, maar niet de verwachte lof viel hem ten deel maar een pak slaag.
Was de relatie met zijn vader al niet zo best, na deze dag is het niets meer. Zijn vader doet er alles aan om hem, zijn enige zoon, zo snel mogelijk het huis uit te krijgen: hij schrijft hem in voor een studie – zonder overleg – en huurt woonruimte. Vanaf dat moment zien ze elkaar niet meer.
(De vraag of deze man wel zijn biologische vader was, hetgeen zijn gedrag zou verklaren, wordt niet uitgewerkt).
Op school wordt David gepest: hij is anders. Hij heeft een licht getinte huid, en donkere krullen en de kleding die hij draagt is het goedkoopste dat zijn vader kon vinden. En hij is naïef, timide, sociaal niet goed ontwikkeld. De eerste stappen op seksueel gebied maken hem nog onzekerder.
Toch heeft hij in zijn studententijd een redelijk normaal leven, maar de onzekerheid speelt hem parten, en de relaties met de meisjes blijven moeizaam. Als hij Messina ontmoet denkt hij zijn grote liefde gevonden te hebben, maar zij denkt er anders over.
Intussen is hij afgestudeerd in informatica en psychologie, en er wordt hem een mogelijkheid te ontsnappen geboden: kom naar New York. Even laat hij zich onderdompelen in het yuppenleventje dat draait om geld, macht en vrije seks. Hij werkt voor een hedgefonds, dat er dubieuze praktijken op nahoudt. Nathan wordt een goede vriend, maar als het zogenaamde zakendoen David steeds meer gaat tegenstaan en hij besluit New York weer te verlaten, laat hij zonder erover na te denken de vriend achter.
Terwijl David veilig is in Nederland, vindt de aanslag op de Twin Towers plaats. Vast niet toevallig dus dat het boek uitkwam op de dag van 11 september…
Boris Eustatia hanteert een vrij zakelijke stijl: kort maar krachtig gaan we door het let leven van David. Op de omslag staat dat het een ‘mannenboek’ is. Het leven draait voor David om vrouwen, macht en geld. Zou er voor een ‘vrouwenboek’ meer in de diepte gewerkt zijn? Meer aandacht voor gevoelens? Dat was misschien wel prettiger geweest, het is tenslotte een coming of ageverhaal, een zoektocht naar eigenheid, naar je plek in het bestaan.
Borus Eustatia (Nijmegen) woonde enige jaren in Curaçao. Na de scheiding van zijn ouders keerde Borus met zijn moeder en broertje terug naar Nijmegen. Hij studeerde aan de Radboud Universiteit. Boris is medeoprichter van het loopbaanadviesbureau Qompas. Nocturne voor Messina is zijn debuutroman.
ISBN 9789083300009 | Paperback | 240 pagina's | Lobster Publishing | september 2023
© Marjo, 20 juli 2024
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Ik ben jullie meester
Jeffrey Spalburg
Een vader vertelt zijn achtjarige zoontje over de geschiedenis van zijn familie. De aanleiding is dat het kind een opmerking naar zijn hoofd geslingerd krijgt: 'rot op naar je eigen land.’
Het kind is geboren en getogen in Nederland, hij begreep het niet.
Het verhaal dat de vader (Jeffrey Spalburg) vervolgens vertelt begint bij diens vader, James Spalburg, in Suriname, waar hij met zijn gezin en ouders woont. Zijn vader is er nooit, uit het verhaal komt naar voren dat hij nogal een losbol was. James heeft diverse halfbroers- en zussen, de reden waarom zijn vader het huis uit wordt gezet. Zijn moeder moet sappelen om rond te komen, en de dan achtjarige James moet zijn steentje bijdragen: ’s morgens vroeg gaat hij voor schooltijd met de dagelijkse eieroogst naar de markt.
James was een vlijtige leerling, hij stond al op zijn zestiende voor de klas. Zijn moeder stuurt hem naar Nederland, daar kan hij wiskundeleraar worden.
Het is dan het jaar 1950. Er waren nauwelijks mensen van Surinaamse afkomt in Nederland.
Ook in Badhoevedorp waar hij een baan krijgt, wordt hij nagestaard.
Hij vindt een vrouw, een blanke vrouw. (‘waarom heet dat hier blank, in Suriname zijn het gewoon witte mensen. Blank betekent toch ook wit?’). James wil niets liever dan naar Suriname teruggaan, en tenslotte gebeurt dat ook. Helaas is zijn moeder dan al overleden.
Zijn vrouw kan niet wennen aan Suriname, en Jeffrey neemt een moeilijke beslissing: terug naar Nederland.
Ze strijken neer in Hengelo, waar Jeffrey geboren wordt.
Zoals de grootvader aangekeken werd op zijn uiterlijk, zo overkomt dat ook zijn kinderen en kleinkinderen. Dit boek gaat over allerlei vormen van discriminatie, van openlijk aanstaren en de haren aan raken, tot direct racisme: Jeffrey wordt als enige van een vriendengroep opgepakt vanwege fietsdiefstal.
Met het familieverhaal enerzijds en de aanklacht tegen racisme anderzijds heeft dit boek impact: gaan wij (blanken) werkelijk zo om met mensen die er anders uitzien?
Helaas weten we maar al te goed dat het zo is.
Dat was toen in 1950 zo en het is nog steeds zo. Waarom?
Jeffrey Spalburg (1970) is al sinds de jaren negentig een succesvol en veelzijdig maker: van een eigen comedyshow op Netflix tot presentator op North Sea Jazz. De laatste jaren is hij veel actief als regisseur en schrijver achter de schermen, bijvoorbeeld bij Jörgen Raymann, Willie Wartaal en Roué Verveer. Ook had Spalburg een zomercolumn in de Volkskrant. Ik ben jullie meester is zijn romandebuut.
ISBN 9789493248205 | Paperback | 240 pagina's | Uitgeverij Das Mag | juni 2023
© Marjo, 23 juni 2024
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Ossenkop
Manik Sarkar
Voor slagerszoon Rensing bestaat er geen enkele twijfel: hij wordt net als zijn vader slager en neemt later ook de zaak over.
Het is eind jaren zeventig, je haalde je brood en je vlees en andere benodigdheden bij een speciaalzaak, er waren nog geen supermarkten. In ieder geval nog niet in het dorp waar Rensing woont. Al vanaf kleine jongen hielp Rensing in de slagerij, waar zijn moeder heerste in het winkelgedeelte.
Later, toen hij op de slagersvakschool zat, mocht hij ook zijn vader helpen slachten.Hij had een talent: feilloos kon hij de beste dieren aanwijzen, hij leek het aan te voelen of ze gezond waren. En hij had plannen: hij zou de slagerij moderniseren, ideeën had hij volop. Maar pas na het overlijden van zijn vader kon hij daarmee beginnen. Gelukkig hadden zijn ouders hem in de armen van een jonge vrouw gedreven, een slagersdochter, die mooi de winkel kon doen. Want Rensing kon niet met mensen omgaan, met zijn vrouw eigenlijk ook niet, hun huwelijk was meer een verstandshuwelijk.
Maar: gemak dient de mens en als de eerste supermarkt zich in het dorp vestigt, is dat het begin van het einde. Rensing probeert het nog, maar de omzet daalt met de dag.
Het einde is onafwendbaar, dat weten we. Maar hoe de weg er naar toe in dit geval verliep, dat vertelt Sarkar in zijn fantastische debuut!
Velen kunnen het zich nog voor de geest halen hoe vele speciaalzaken vanaf de jaren tachtig langzaam het onderspit moesten delven. Zij konden niet op tegen de supermarkten.
Manik Sarkar schrijft beeldend, in de prachtigste zinnen beschrijft hij de bloederigste details. Want de keuze voor een slagerij is vast niet voor niets. Een bakker die het niet bolwerken kan geeft waarschijnlijk niet zo’n indringend beeld als het verhaal over deze slager, een man die dieren doodt en ontleedt. Ook al is Rensing een zeer goede vakman, het zijn beelden waarvoor we liever onze ogen sluiten. Je ontkomt er evenwel niet aan, door de woorden van Sarkar zie je het mes snijden. Het komt aan.
Prachtige roman over succes en teloorgang, over de oneerlijke strijd van een eenmanszaak tegen de supermarkt.
De beginzin: (Wow! Bestaat die prijs voor de beste openingszin nog?)
‘Als het enige waarop je je kunt baseren een groot, levend beest op een koude ochtend op de veemarkt is, bij wie de damp tijdens het uitademen uit de neusgaten komt, dan moet je weten dat je je hand op de kossem moet leggen om te controleren of het vlees droog is, dat je bij iedere stap van het dier moet opletten of het niet hinkt, of het vlees bij de hals terugveert als je er met je vinger op drukt en dat als dat niet zo is je op je eigen inzicht moet vertrouwen, ook als de veehandelaar met glimmende rode wangen, een portefeuille vol honderdjes en een flesje brandewijn in zijn binnenzak zegt dat het een topdier is, niks mis mee, vertrouw op mijn ervaring, jong, ik heb je opa nog gekend.’
Manik Sarkar (1973, Groningen) is de vertaler van Philippe Claudel en Joël Dicker. Ook schrijft hij zelf. Hij publiceerde eerder verhalen in o.a. Wobby en Papieren Helden. Hij werkt al een aantal jaren als docent op de Vertalersvakschool. Ossenkop is zijn romandebuut.
ISBN 9789048862696 | Paperback | 176 pagina’s | Uitgeverij Hollands Diep | april 2024
© Marjo, 21 mei 2024
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Zoete overwinning
De Zaanse cacaotrilogie 1
Jorinde Molenaar
De zeventienjarige Noor en haar twee beste vriendinnen zijn gezonde Hollandse meiden. Behalve met het ontdekken van de wereld en zichzelf, maken ze plannen voor na het eindexamen van de Mulo dat al snel nadert.
Noors vader heeft een cacaofabriek, in Zaandam, de stad waar ze wonen. Haar broer Pieter zal natuurlijk later directeur worden, en samen met zijn vader maakt hij al plannen: een nieuwe fabriek, uitbreiden…
Noor kan goed tekenen, en verder ook redelijk meekomen op school. Maar wat ze precies wil gaan doen weet ze niet. Totdat iemand haar mop een idee brengt: waarom zou ze niet iets met dat tekenen gaan doen? Naar de kweekschool, en dan juf worden, dat lijkt haar wel wat.
Fieke is ook goed in tekenen maar heel anders: dat zij er voor kiest om naar de kunstacademie te gaan, vindt niemand vreemd. Maar ze moet dan wel naar Amsterdam! Vinden haar ouders dat wel goed?
Ook moet ze dan een een portfolio aanleggen, want natuurlijk moet ze laten zien dat ze talent heeft. Hoe moet ze dat aanpakken?
En Annabel? Zij is de knapste van de drie en kan ook het beste leren. Maar haar vader geeft al snel aan dat dromen geen zin heeft: zij moet een goed huwelijk sluiten, want het gaat niet goed met de zaken. Ze vindt dat vreselijk, maar het is 1914. Niet een tijd waarin vrouwen en kiesjes veel keus hadden.
Intussen proberen de meisjes alles uit het leven te halen wat er in zit.
En dat draait uit op problemen. Voor Annabel, en voor Noor… zij staan voor moeilijke keuzes.
Ook Fieke moet keuzes maken, maar zij lijkt het net wat makkelijker te hebben dan haar vriendinnen. Wat Annabel en Noor betreft: hun wereld verandert totaal…
Het verhaal wordt door de drie vriendinnen om en om verteld, en ook Pieter, de broer van Noor vertelt. Het is tot ver over de helft min of meer een streekroman. Het verhaal speelt zich af voor en tijdens de eerste wereldoorlog, in Zaandam, dat dan nog niet een grote stad is.
Dan verandert het: de vier personages vertellen tot twee keer toe om de beurt dezelfde gebeurtenis, vanuit hun eigen gezichtspunt.
Voor de lezer is duidelijk dat dit een keerpunt is.
En dat is het.
Ook al blijven we op de hoogte van de wederwaardigheden van Fieke en Annabel, het verhaal concentreert zich nu op Noor. En wat er op de flap beloofd wordt komt tot uiting: nu gaat het over de cacaofabriek.
Ongetwijfeld zullen de meningen van de verschillende lezers verschillen, maar als er beloofd wordt dat het een trilogie over de cacaofabriek, zoals er ook trilogieën bestaan over koffie en thee, dan wil je als lezer toch meer weten over het reilen en zeilen van die fabriek. Dan verwacht je meer dan alleen een roman, die absoluut lekker wel leest.
Maar wie weet komt dat nog…
Jorinde Molenaar woont en werkt in Utrecht. Zoete overwinning is haar debuutroman en het eerste deel van De Zaanse Cacaotrilogie.
ISBN 9789021047386 | Paperback | 305 pagina's | Uitgeverij Luitingh-Sijthoff | januari 2025
© Marjo, 27 februari 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Freek en de mierenkoningin
Marjolein de Craen
Freek is volwassen, maar omdat hij zuurstoftekort had bij zijn geboorte, is hij niet een ‘normale’ man. Wat mensen vooral opvalt is dat hij geen volledige controle heeft over zijn spieren. Lopen, fietsen, dat soort dingen, is moeilijk voor hem.
Zijn moeder, die na Freek geen ander kind durfde te krijgen, voelt zich sinds zijn geboorte schuldig, en durft Freek niet los te laten. Zijn vader is in het buitenland, en heeft een nieuw gezin, hij bekommert zich nauwelijks om zijn zoon.
Sinds kort heeft Freek een baan gevonden. In een dierentuin. Daar is Thijs zijn begeleider. En beschermer. Want het gaat nog wel eens mis, vanwege Freeks onhandigheid. Joost, de algemeen directeur van de dierentuin heeft er geen geduld meer mee, en het is aan Thijs te danken dat Freek toch mag blijven. Voorlopig dan toch…
‘Hij vindt de ommezwaai van de laatste jaren ook moeilijk. Van trotse verhalenverteller op feestjes over ’zijn’ dierentuin is hij een stille toehoorder aan het worden, alsof hij in het geniep een perverse hobby bedrijft.’
Freek werkt in de tropische kas, en heeft met name de zorg over de bladsnijdersmieren. Ze hebben een enkel volk in de dierentuin, en dat is lastig nu de koningin – Uma geheten – al negentien jaar oud is, en ieder moment kan sterven. Zonder koningin sterft het volk ook…
Behalve het thema rond het probleem waar iedere dierentuin mee kampt, namelijk dat de maatschappij steeds meer kritiek heeft op het systeem van dieren in gevangenschap houden, spelen er ook dingen in het verleden van Thijs en Joost, die overigens sinds hun studententijd vrienden zijn. Freek maakt zich zorgen over zijn positie, in de dierentuin, maar ook thuis, want hij beseft best dat zijn moeder, Marie, met hem opgescheept zit. Ook al is het haar eigen keus.
Vier levens, die met elkaar verweven raken. Vier mensen met eigen problemen.
En Uma, de koningin die het einde van haar leven nadert.
Als je het boek voor je neus hebt valt al meteen de mooie omslag op. Er is aandacht besteed aan dit boek! Als in het verhaal het vertelperspectief verandert is er steeds een klein tekeningetje van een insect. Steeds een andere lijkt het wel!
De taal die Marjolein de Craen gebruikt is direct en verzorgd.
De eerste zin al:
‘Als stukjes van een legpuzzel deinen de roodbruine, beige en grijsgroene rafelige vlekjes op het wateroppervlak.’
‘de onredelijkheid kwam uit zijn tenen.’
‘hij was als een frutsel van een blaadje rucola dat bleef steken aan het randje van een oude vulling tussen je twee achterste kiezen.’
Marjolein de Craen (Amsterdam, 1962) studeerde Franse taal- en letterkunde. Daarna deed ze een tweede studie: klinische psychologie. Aansluitend werd ze psychotherapeut en psychoanalyticus. Regelmatig publiceert ze over haar vak. Freek en de mierenkoningin is haar romandebuut.
ISBN 9789492241733 | Paperback | 240 pagina's | Uitgeverij Magonia | september 2024
© Marjo, 10 november 2024
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Zomersplinters
Mick van Biezen
Andreas en Leah. Iedereen dacht het, zij zelf ook: onafscheidelijk zoals die twee zijn, dat is voor altijd.
Maar het leven verliep anders, en nu Andreas, veertiger intussen, een lange periode betaald verlof heeft, neemt Leahs vader contact met hem op. Ook deze man, Frank, was verdwenen uit het leven van Andreas.
Nu vraagt hij hem om Leah te gaan zoeken. Ze moet in Florence zijn. In een kliniek. Andreas vertrekt naar Italië, hij wil zelf ook wel weten hoe het met haar gaat.
De ouders van Andreas woonden in Koeweit, waar ze de Valenti’s ontmoetten. Later ontdekt Andreas dat Frank daar als wapenhandelaar fortuin heeft gemaakt. Niet bepaald onomstreden in de toenmalige oorlogssituatie.
Toen Andreas en Leah een jaar of drie waren, besloten de ouders terug te keren naar Nederland, en ze vestigden zich naast elkaar in Wassenaar. Daar groeiden de kinderen op, totdat - de kinderen waren twaalf, en verheugden zich op de middelbare school - de Valenti’s ineens verdwenen waren. Naar Napels, waar de familie oorspronkelijk vandaan kwam? Het was de tweede schok in Andreas’leven. Ook zijn vader was zomaar weggegaan. Hij wist niet waarheen, of waarom.
Een paar jaar gingen voorbij, en ineens was Leah daar weer. Ze kregen een relatie, maar helaas ging het niet helemaal naar wens. En Andreas verloor haar uit het oog. Hij werd correspondent, en volgde op afstand de carrière van Leah, die de politiek in ging. Succesvol.
En nu na al die tijd begint de zoektocht. Wat is er met Leah gebeurd?
Wat is de rol van haar vader, die een dubieus spelletje speelt. Was hij ooit wapenhandelaar, nu is hij een filantroop. Hij zet Andreas op het verkeerde spoor, maar nu wil deze toch wel weten hoe het allemaal zit met hun families. Intussen is Leah’s moeder overleden. Ook al zo‘n raar verhaal.
Het boek beslaat drie delen, waarin het heden en het verleden elkaar afwisselen. Niet chronologisch, er worden geen jaartallen genoemd. je moet als lezer je gedachten er bij houden! Alleen de werkwoordsvorm geeft een leidraad, maar dan nog is het opletten geblazen.
En al die al of niet beantwoorde vragen, soms vind je de antwoorden wel, soms ook niet. Andreas is de hoofdpersoon, maar het verhaal lijkt Frank Valenti het meest op het lijf geschreven: wispelturig, onvoorspelbaar, onbetrouwbaar.
Waarom bijvoorbeeld loopt hij in het begin van het verhaal met een mitella?
Is Frank eerlijk of is hij een onvoorspelbare leugenaar? Waar is zijn vader? Wat is er met Leah gebeurd?
Andreas ontdekt dingen die hun leven beïnvloed hebben zonder dat hij er van wist.
De ontknoping – als je het zo noemen kunt – komt als een duveltje uit een doosje.
Er worden diverse thema’s aangesneden, die misschien wel, maar misschien ook helemaal niet iets met het verhaal te maken hebben.
Het verhaal gaat vooral over waarheid en leugen. En het nogal grote grensgebied daartussen.
Het motto is toonzettend:
‘In het leven gaat het niet per se om wat je meemaakt, maar om hoe je je het herinnert en dan vertelt.’
Gabriel García Márquez
Mick van Biezen (1987) is politicoloog en schrijver. Eerder werkte hij o.a. als onderzoeksjournalist voor De Correspondent. Momenteel maakt hij voor BNNVARA een truecrimedocumentaireserie. Zomersplinters is zijn debuutroman.
ISBN 9789048869442 | hardcover | 206 pagina's | Uitgeverij Lebowski| april 2024
© Marjo, 25 juni 2024
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Moederliefde
Een moeder, een zoon, een kelder
Femmy ten Cate
Een man ontdekt dat hij gevangen zit. Hij weet niet waar, alleen dat zijn moeder er iets mee te maken heeft: zij is degene die hem drie keer per dag te eten geeft. Ze gaat de deur niet open doen voor hij het juiste antwoord heeft op de vraag waarom hij daar zit.
‘Waarom heb ik je opgesloten?’
Maar hij heeft geen idee.
Leen is 27, journalist. Tegen wil en dank lezen we, want eigenlijk wilde hij ontdekkingsreiziger worden. Maar zijn leven liep anders, want er was een drama gebeurd in zijn jeugd, toen hij tien jaar oud was. Iets waarover hij zich nog steeds schuldig voelt. Het heeft te maken met zijn tante Agaath. Zij is bovendien verdwenen, Leen heeft geen idee waar ze is gebleven. Ze was een bekende politica, met ideeën die ze graag aan Leen kwijt wilde.
Misschien omdat zijn moeder op een gegeven moment oppert dat hij zijn levensverhaal maar eens op moet schijven – misschien ontdekt hij dan het antwoord dat ze wil horen – lezen we over zijn leven. Over de familie - zijn ouders, zijn neef, zijn tante - over de dramatische gebeurtenissen die zijn leven ontwricht hebben, en vooral over zijn innerlijk leven. Het heeft allemaal de grote impact gehad, en dat nog steeds. Was hij een ander geweest als de dingen anders verlopen waren?
Tja, dat ie iets wat niemand ooit zal weten. Het gaat zoals het gaat.
Op dit moment maakt hij zich meer zorgen over het vrij komen: zal hij ooit het antwoord kunnen geven?
Ze zullen hem toch wel missen in de buitenwereld? Zijn werkgever? Zijn vriendin? Maar het lijkt er niet op dat iemand een poging doet om hem te zoeken…
Zal zijn moeder de deur ooit openen? En waarom doet zijn vader eigenlijk niets?
Het is een verhaal dat niet realistisch overkomt, eerder nogal bizar is. Femmy ten Cate weet het echter zo te vertellen dat je doorleest, omdat je nieuwsgierig bent naar wat er gaat gebeuren.
Het is een verhaal over familie, over hoe wie je vader of moeder is ook jouw leven beïnvloedt. Dat kan van generatie op generatie doorgegeven worden, een veelomvattend thema.
Femmy ten Cate is journalist en hoofdredacteur van diverse tijdschriften. Daarnaast schreef ze al jarenlang fictie, onder andere korte verhalen Moederliefde is haar debuutroman.
(Zo noemt ze het zelf, geen thriller, al staat dat op de omslag. Het boek heeft wel de NUR-code 305, dat staat dan weer wel voor thriller)
ISBN 9789492241696 | Hardcover | 248 pagina’s | Uitgeverij Magonia | april 2024
© Marjo, 24 mei 2024
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De inspirator
Jochem Bosselaar
‘Als ik mijn handen was, kijk ik in de spiegel. De tijd heeft alweer nieuwe lijnen in mijn gezicht gekerfd. Ik trek een grimas. Rond mijn ogen zie ik honderden kleine kraaienpootjes bewegen. Op mijn kale voorhoofd liggen boven mijn opgetrokken wenkbrauwen zes spoorlijnen. Amsterdam Centraal. Ik lach mezelf uit en er ontstaan diepe groeven in mijn wangen. Ik ben mijn vader geworden.'
Aan het woord is Guus Erkelens, kunstenaar, intussen al wat ouder. Hij bevindt zich in een stadium waarin terugblikken aangeraden wordt. Jeanette, een jonge vrouw die hem iedere dag bezoekt, helpt hem daarbij. Ze heeft hem aangeraden een dagboek te schrijven, en daarin terug te blikken.
En zo lezen we mee over wat er meer dan dertig jaar eerder gebeurd is.
Hij begint net een beetje naam te maken als kunstschilder als hij naar het ziekenhuis moet omdat er iets kwaadaardigs ontdekt is dat nader onderzocht moet worden. In het ziekenhuis ontmoet hij de veel oudere Philip Birk, die qua medische toestand in een gelijksoortige situatie zit. Philip denkt niet dat hij het gaat redden en vertelt zijn verhaal aan Guus. Als Philip gelijk blijkt te hebben, wil Guus hem nog een laatste plezier doen. Philip heeft namelijk altijd willen schilderen, en Guus zorgt er voor dat zijn laatste wens vervuld gaat worden. Zelf lukt het hem niet meer om te werken maar het doet hem plezier dat Philip zich uit kan leven.
Dat deze goede daad grote gevolgen zou hebben, daar had hij geen idee van.
Een andere wens van Philip die Guus vervult is dat hij een brief overhandigt aan diens dochter, een brief waarin Philip zijn levensverhaal heeft opgeschreven.
Er zijn drie verhaallijnen - het kost even tijd voor je doorhebt wie aan het woord is: Guus of Christel, de dochter. De cursieve tekst van de brieven van Philip zijn onmiddellijk duidelijk.
Zo bewegen we met de verteller heen en weer in de tijd binnen een verhaal waarvan je geen idee hebt waar het heen gaat. Om dan te eindigen op een zeer verrassende manier.
Het thema: hoe ga je om met een schuldgevoel waar je zelf de oorzaak van bent. Guus leeft het leven van een ander, hetgeen hem tenslotte opbreekt.
Een superverhaal, dat uitstekend in elkaar blijkt te zitten en ook qua taal mooi is. Een genot om te lezen.
Een prachtdebuut!
Jochem Bosselaar (1965) is beeldend kunstenaar is beeldend kunstenaar en leerkracht in het basisonderwijs. Na jarenlang gewerkt te hebben vanuit zijn onderneming Cultuur in Voorraad (illustraties, presentaties, creatieve concepten) maakte hij in 2019 de stap tot zij-instromer in het onderwijs.
ISBN 9789492241689 | Paperback | 224 pagina’s | Uitgeverij Magonia | maart 2024
© Marjo, 5 mei 2024
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER