Kleine mensen, grote oorlogen
Jan Reyniers
Een familiegeschiedenis, op een bijzondere manier verteld. Voor in het boek worden de personages voorgesteld. Het zijn de ouders en grootouders van de Vlaamse verteller. Ieder van hen is op een eigen manier deelgenoot geweest van en beïnvloed door een oorlog, de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Maar bovenal is dit een ode aan zijn moeder, aan een hardwerkende ondergewaardeerde ‘normale’ vrouw.
In mei 1968 overlijdt Simonne Reyniers (foto op de omslag). Zoon Jan handelt alle formaliteiten af waarna hem nog een karwei te wachten staat. Zijn moeders winkel in manufacturen moest opgeruimd worden. En daar stuit Jan op een schriftje waarin zijn moeder had geschreven over haar leven.
‘Hoe ze als jonge, ambitieuze vrouw aan haar leven begon en hoe er uiteindelijk niets van dat leven geworden was. Dat ze waste, plaste, dweilde, kookte en haar winkel draaiend hield, maar weinig respect en liefde kreeg. Dat haar man aan haar moeders rokken was blijven hangen. Dat hij eigenlijk van bij de start al tweede keus was. Dat er geen interesse bestond voor het zware leven van een gewone vrouw en ze zich afvroeg hoe het kwam dat zoveel vrouwen zoveel ellende met zoveel geduld bleven ondergaan. Dat ze haar herinneringen wilde noteren over pa, ma, haar broers, Jack, haar man, haar schoonouders, haar zoon. En dat ze dat allemaal zou neerschrijven als God haar nog de tijd gaf.
Maar God was niet vrijgevig.’
Moeder Simonne heeft niet kunnen doen wat zoon Jan nu, vijftig jaar later, alsnog doet: haar leven op schrift stellen. In het voorwoord vertelt de schrijver dat hij het grootst mogelijk respect wil opbrengen voor de historische feiten, maar ‘vrees dat de personages ze hier en daar toch een beetje naar eigen hand zullen zetten. Je weet hoe mensen zijn.’ Ook de schrijver ontkomt niet aan fictie. Hij heeft het schriftje niet meer, de betrokkenen leven niet meer. Maar de feiten zijn overal te vinden.
We lezen over hoe grootvader Camiel, afkomstig uit Heist, de oorlog ziet uitbreken als hij zijn diensttijd er na vijftien maanden eigenlijk op had zitten. Niks afzwaaien, maar de oorlog in: soldaat aan de IJzer. Hij krijgt een groentje onder zijn hoede, Louis uit Hemiksem, onder Antwerpen, die de andere grootvader zal worden. Louis heeft zonder medeweten van zijn familie dienst genomen, hij wilde de Duitsers mores leren. Via de Dodendraad en een lastige reis naar Engeland komt hij terecht in een oorlog zonder beweging waar de tijd tot zijn verbijstering gedood wordt door vriendschappelijk om te gaan met de vijand.
In 1937 schrijft Emilie, met wie Camiel intussen getrouwd is een brief aan Louis. Ze hebben een soort B & B gemaakt, of Louis misschien een weekje vakantie wil komen vieren? Want: van overheidswege is nu immers een week vakantie verplicht gesteld!Fien, de echtgenote van Louis, accepteert. (het zijn ook hier de ‘normale’ vrouwen die de boel regelen!) De dames vertellen elkaar over hoe zij hun leven na de oorlog beleefd hebben.
Als Frans Reyniers 16 wordt vertrekt het gezin naar Heist-aan-Zee. Frans vindt Simonne een bijzonder meisje, maar ze is wel losbandig. Een meisje hoort zich te gedragen, zich zedig te kleden. Ze is ’te veel vrouw’.
1940. De oorlog is opnieuw daar. Frans wil dienst nemen, maar de oorlog is al voorbij voor het hem lukt. De komst van de Engelsen verheugt de bevolking, maar niet veel later is er de smadelijke terugtocht, achtervolgd door Duitse soldaten. Frans vertrekt naar Frankrijk, maar wordt geveld door een blindedarmontsteking. Terug in België wordt hij politieagent, raakt betrokken bij het verzet.
Louis vertrekt in diezelfde tijd naar Engeland, met zijn gezin, en wordt ingezet bij de repatriëring van het Engelse leger, Operatie Dynamo. Simonne leert de Canadese piloot Jack kennen, en meldt zich om opgeleid te worden tot verpleegster, hetgeen haar terug brengt in België. Maar we weten: in 1945 eindigt de oorlog. En Simonne, zoals veel vrouwen met haar, wordt afgedankt. Terug naar het aanrecht. Vanaf dan valt het leven haar zwaar. Temeer omdat haar grote liefde voorgoed verloren blijkt.
Jan Reyniers verwerkt behalve de Dodendraad en Operatie Dynamo vele andere typische oorlogselementen in de verhalen over zijn familie. Hij vertelt hoe zij, gewone ‘kleine’ mensen, verwikkeld raken in oorlogszaken die hun leven mee bepalen. Vooral het leven van zijn moeder springt er uit. Het onrecht dat haar en al die andere vrouwen werd aangedaan, toen zij zich, hoopvol op een fantastische toekomst, die opzij geschoven zagen worden alsof zij en hun dromen niets waard waren.
Reyniers hanteert een - soms sappig - Vlaams taalgebruik, hetgeen overigens niet stoort. Het verhaal is een egodocument, over de keuzes die mensen moeten maken, en refereert zodanig aan de ‘grote’ oorlogen van de vorige eeuw, dat het ook een geschiedenisboekje is.
Jan Reyniers (1950) was hoofdredacteur van het magazine VOX. Voor EPO vertaalde hij onder andere boeken van Michael Parenti, Howard Zinn en Noam Chomsky.
ISBN 9789462671775 | Paperback | 169 pagina’s | Uitgeverij Epo | augustus 2019
© Marjo, 27 oktober 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER