De adel en de nazi’s
De collaboratie van de Duitse keizerlijke familie
Stephan Malinowski
Aan de binnenzijde van deze hardcover is over twee bladzijden een grote kaart van Noord-Europa opgenomen. Naast steden als Wenen, Berlijn, Warschau, Praag zie je ineens dat er drie kleine plaatsen in Nederland worden genoemd: Amerongen, Doorn en Wieringen. Deze plaatsen werden in 1918 wereldwijd nieuws omdat de verslagen keizer Wilhelm II uitweek naar eerst Amerongen en vervolgens Doorn. Zijn zoon, de kroonprins, vond een toevluchtsoord in de kop van Noord-Holland in wat toen nog het eiland Wieringen was.
Aan de binnenkant van de achterzijde treffen we over twee bladzijden uitgestrekt een stamboom aan van de Holenzollern in de 20e eeuw. Wilhelm II had zes zonen en een dochter. De kroonprins kwam aan vijf zonen en een dochter. Diens tweede zoon Louis Ferdinand, overleden in 1994, speelt ook een belangrijke rol in dit boek.
De keizer en de kroonprins hebben nooit kunnen verkroppen dat de dynastie afstand moest doen van de keizerlijke kroon. De Weimar-democratie verafschuwden ze. Ze allieerden zich met extreemrechts om de Weimarrepubliek omvergeworpen te krijgen. Heel pragmatisch en opportunistisch zetten ze hun kaarten op het opkomende nationaalsocialisme en op Hitler. In ruil voor hun steun verwachtten ze dat hun bezittingen niet onteigend zouden worden en hoopten ze zelfs op een herstel van hun dynastieke macht. Hitler wilde bij verkiezingen graag de steun van de vele monarchisten in Duitsland verwerven, maar peinsde er niet over om de macht weer uit handen te geven.
Dat de Hohenzollern aanpapten met de nazi’s is op zich geen nieuws. In 2021 bezocht ik een expositie op Huis Doorn over dit onderwerp. Daar zag je allerlei foto’s van de kroonprins: met de hakenkruisarmband om, de Hitlergroet brengend, vooroplopend bij een SA-parade, in gesprek met lieden als Göring, Himmler en Goebbels. De keizer zelf stuurde in 1940 een felicitatietelegram naar Hitler nadat hij Nederland had veroverd en bezet.
Het belang van dit boek is vooral gelegen in de overstelpende hoeveelheid materiaal dat Malinowski uit de archieven heeft opgedoken: documenten, foto’s, brieven, akten, gespreksverslagen, interviews. Het is zoveel en zo overtuigend dat je inderdaad zonder overdrijven kunt spreken van collaboratie met de nazi’s.
Die conclusie is van groot belang, want de Hohenzollern zijn in tal van processen verwikkeld tegen de Duitse en Nederlandse staat om hun bezittingen terug te krijgen (Huis Doorn is in 1945 door de staat onteigend) of om compensatie te krijgen. De vraag of er sprake was van collaboratie is dan van cruciaal belang. Individuen die dat standpunt uitdragen krijgen eveneens met een proces te maken. De familie laat dan een batterij juristen en historici op de tegenpartij los om hun versie van het verleden gesanctioneerd te krijgen door de rechter. De auteur van dit boek verhaalt dat hij daar bij eerdere publicaties over dit thema zelf slachtoffer van is geworden en dat ging hem niet in de kouwe kleren zitten.
De band met het Hitler-regime is voor de Hohenzollern op termijn een tweesnijdend zwaard gebleken. Toen een mogelijk voordeel, nu een nadeel. Terecht merkt Beatrice de Graaf in het Woord Vooraf op dat rechters een nuttig gebruik kunnen maken van dit boek bij lopende processen.
De compositie van een boek dat een thema bestrijkt met zoveel aspecten, over zoveel decennia en met een omvangrijke familie is een lastige. Het betoog van Malinowski is als een meanderende rivier, met veel lange zinnen waarbij de adjectieven op elkaar worden gestapeld. De vertaling zal een hele klus zijn geweest. Het leverde niet altijd een goed leesbare tekst op. Regelmatig kijk je als lezer naar een passage met de vraag: wat wordt hier nu eigenlijk bedoeld? Misschien was het overzichtelijker uitgevallen als de stof behandeld was aan de hand van de overzichtelijke stamboom achterin.
Volgens die stamboom is er in elke generatie één hoofdpersoon. De keizer in Doorn die opereerde vanuit zijn ballingsoord. De zoon, de ex-kroonprins, die vanaf 1923 in Duitsland optrad en zich lieerde aan de nazi’s. De kleinzoon Louis Ferdinand die meer modern was ingesteld, maar wel vast bleef houden aan oude aanspraken en uiteindelijk Georg Friedrich, die in 2021 toegaf dat het debat over het verleden in volle vrijheid gevoerd moet kunnen worden.
Het boek is voorzien van een uitgebreid notenapparaat, een overzicht van bronnen en literatuur, en ook een personenregister. In de tekst zijn zwart-witfoto’s en historische spotprenten opgenomen.
Stephan Malinowski (1966) is historicus en schrijver. Sinds 2012 is hij verbonden aan de universiteit van Edinburgh. Dit boek werd in 2022 in Duitsland bekroond met de belangrijkste prijs voor non-fictie.
ISBN 9789046829936 | Hardcover | Omvang 624 blz. | Uitgeverij Nieuw Amsterdam | januari 2023
© Henk Hofman, 16 januari 2023
Lees de reacties op het Forum en/of reageer, klik HIER.