Je bent jong en je krijgt wat
Leven en liefhebben in tijden van baarmoederhalskanker
Monique van Loon
‘Baarmoederhalskanker kan het niet zijn, je bent pas achtentwintig’. Deze opening is typerend voor dit boek dat in een levendige, open stijl is geschreven. De (culinair) schrijfster die ook ondernemer is, had een bezoek aan de huisarts al een poosje uitgesteld en deze mededeling lijkt een geruststelling. Voor de zekerheid wordt ze doorgestuurd naar de gynaecoloog en dan blijkt het tóch kanker te zijn: ‘Het is niet goed, Monique’. Ze denkt dit bericht aan te kunnen maar ‘onder al mijn grappen en grollen en we-zullen-doorgaan-mentaliteit zit pijn en angst. Maar dat realiseer ik me later pas’, pagina 30.
Monique is bijzonder eerlijk over zichzelf en deelt haar gevoelens en ervaringen met de lezer. We lezen over haar dagelijkse ervaringen, haar bezoeken aan het ziekenhuis, vervolgonderzoeken, operatie en herstel maar ook over haar vlucht in eten en drinken en seks. Ook over dat laatste is ze openhartig.
In al die directe openheid doorbreekt dit boek een zeker taboe dat er toch altijd nog wel is in onze tijd. Monique durft het aan om gewoon op te schrijven wat ze meemaakt en zegt wat ze beleeft. Het zou heel goed kunnen zijn dat ze daarmee de tolk is van vele – vooral jonge(re) - vrouwen die iets vergelijkbaars meemaken. Zij kunnen zich in dit boek vast wel goed herkennen.
Bijzonder is de hechte relatie met haar vader die een belangrijke rol speelt in de bezoeken aan de specialist en ook nauw bij de operatie betrokken is en die zij graag bij zich aan bed heeft. Hoewel er een nieuwe relatie opbloeit, blijft zij sterk aan haar vader hechten.
Voor de zekerheid wordt een operatie met grote gevolgen geadviseerd: ‘We raden inderdaad de baarmoeder-verwijderende operatie aan. Alleen zo kunnen we volledig garanderen dat de tumor weg is’, pagina 101. Monique neemt de consequenties van deze ingreep nogal nuchter op en lijkt niet zo te hechten aan het krijgen van kinderen. Ik kan mij voorstellen dat veel vrouwen dit heel anders zouden beleven en emotioneel zouden breken wanneer het moederschap hen op deze wijze wordt ontnomen.
‘Ik blijf het raar vinden, hoe helend het kan werken om over je ziekte te praten… ik word zo langzamerhand bijna moe van mezelf’, pagina 127. Voor Monique is dit blijkbaar een nieuwe dimensie in het leven, dit ‘therapeutisch’ praten. Veel mensen die iets ingrijpends meemaken, zullen echter beamen dat praten de situatie niet oplost of verandert maar dat het wel ruimte geeft aan je gevoelens waardoor je je minder eenzaam voelt.
Na de operatie is Monique bijzonder daadkrachtig: ze doet er alles aan om weer op de been te komen en aan het leven deel te nemen. Na de bevestigende uitslag van het ziekenhuis beseft ze: ‘Ik ben kankervrij. Baarmoederloos, dat ook, maar vooral: kankervrij. Vanaf nu wordt vast alles beter’, pagina 186. In dat laatste zinnetje gaat veel verborgen of onderdrukte emotie schuil en die innerlijke strijd met gevoelens wordt op meer plaatsen – even – zichtbaar in dit boek.
Tijdens de weg van het herstel krijgt ze haaruitval en heeft ze zenuwpijn aan haar benen. Het zijn dingen die haar sterk bezighouden en deprimeren. Herkenbaar: je hebt genoeg beleefd en nu wil je vooruit en weer voluit kunnen leven.
Dit is een uitermate eerlijk en daarom ook herkenbaar boek met veel aandacht voor het vrouw-zijn.
ISBN 978 90 468 2643 0 | Paperback | 254 pagina’s | Nieuw Amsterdam | april 2020
© Evert van der Veen, 25 april 2020
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER