De laatste Goldstern
Motell Rijnen
In De laatste Goldstern gaat Meier, na het overlijden van zijn vader, op zoek naar antwoorden over het overlijden van zijn moeder Szenja. Szenja heeft als één van de weinigen van haar dorp en schijnbaar de enige van haar familie de Tweede Wereldoorlog overleefd. Ze gaat in Nederland wonen, trouwt daar en krijgt al snel haar zoontje Meier. Nog geen 2 jaar later sterft zij. De reden van haar sterven is in nevelen gehuld en Meiers vader wil er niet over praten. Nu, twintig jaar later en in het bezit van een dagboek van zijn moeder, hoopt Meier daar eindelijk helderheid over te krijgen.
‘Sorry dat ik je even heb laten wachten. Fijn dat je er bent en leuk met je kennis te maken. Ik ben Chaja.’ Heel even trilden haar lippen.
‘Ik ben Meier, aangenaam, van het advertentietje in de Volkskrant. Ik ben blij dat u gereageerd heeft. Ik had de moed bijna opgegeven.’
Ze stonden tegenover elkaar en hij wist niet goed wat hij verder moest zeggen, dus leek het hem het beste om direct met de deur in huis te vallen.
‘Ik heb kortgeleden het dagboek van mijn overleden moeder gevonden. Ze was Litouwse en ze heeft daarin opgeschreven wat ze tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft meegemaakt. Ik wil haar verhaal leren kennen, maar begrijp niets van het Hebreeuwse schrift en zoek iemand die het voor mij wil vertalen.’
Ze leek hem te taxeren en dat gaf hem een ongemakkelijk gevoel. Ze voelde dat aan en probeerde hem op zijn gemak te stellen.
‘Zoiets had ik al begrepen. En om bij het begin te beginnen: jij vraagt je natuurlijk af waarom ik heb gereageerd. De technische verklaring daarvan is simpel: mijn ouders waren Oost-Europese Joden en ze vonden het belangrijk om mij Hebreeuws en Jiddisch te leren.’
Hij begreep niet goed wat ze bedoelde met ‘technische verklaring’.
Was er nog een andere reden?
Ja, een andere reden was er zeker. In de ruim 200 pagina’s die het boek kent, volgt er een wirwar van informatie vanuit verschillende gezichtspunten en uiteindelijk worden heel veel dingen duidelijk. Ook blijkt er ineens toch nog een broer van zijn moeder te bestaan en wordt de titel duidelijk: De laatste Goldstern.
Als de schrijver het doel had om aan de lezer over te brengen hoe chaotisch de informatie tot Meier gekomen is, dan is hij met zijn schrijfstijl en opbouw van het verhaal hier zeker in geslaagd! Als lezer vond ik het daarom soms echt lastig om het verhaal te volgen.
De basis van het verhaal is prachtig, maar de schrijver had er naar mijn mening zoveel meer uit kunnen halen!
ISBN 978 94 6493 652 0 | paperback | 230 pagina’s | Uitgeverij Davey Jones Publishing | 2024
© Els ten Voorde, 21 maart 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De redding
Judith Koelemeijer
Wat gebeurt er met je als je bijna verdrinkt en op het laatste nippertje wordt gered?
Wat gebeurt er met je als je iemand ziet verdrinken en jij diegene net op tijd uit het water kunt trekken?
Het overkwam de zeventigjarige Leah en de jonge studente Mirjam. Beiden waren onderweg naar een lezing van Paul van Tongeren. Het is koud buiten en een beetje glibberig.
Leah loopt terug om haar parkeerkaartje in de auto te leggen. Die auto staat geparkeerd aan de Haarlemse Leidsevaart. Leah gaat even in de auto zitten om het kaartje duidelijk zichtbaar neer te leggen.
Of het komt omdat ze de deur dichttrekt? Niemand die het kan zeggen maar een feit is dat de auto in beweging komt en langzaam de vaart in rijdt. Mirjam ziet het gebeuren... maar niemand doet iets. Ze staan erbij en kijken ernaar.
Ook bij Mirjam is er twijfel, wat moet ze doen? Zit er eigenlijk wel iemand in de die auto? Er raast van alles door haar hoofd, totdat ze in de auto iets ziet bewegen.
Wat volgt is het verhaal van Leah die bijna afstandelijk toeziet hoe zij aan het verdrinken is, hoe langer het duurt hoe meer rust er komt, er valt niets meer te doen, het is onvermijdelijk.
Mirjam handelt gewoon, ze weet dat ze dat moet doen, ze zou het zichzelf nooit vergeven als ze niets deed. Helaas de omgeving is niet zo bevlogen, mensen kijken, maken zelfs foto's, maar doen niets. Ze houdt een auto aan maar die rijden door... Wel wordt 112 gebeld.
Vijftien jaar later kijken de twee vrouwen terug op deze 'tewaterlating' zoals Leah het noemt. Hun leven is vanaf die tijd veranderd. De vrouwen hebben lange tijd een intense band maar zijn toch verschillend.
Leah worstelt met haar gevoelens, waarom is uitgerekend zij wéér aan de dood ontsnapt? Het obsedeert haar. Mirjam is lang verbijsterd dat mensen een verdrinking laten gebeuren, dat niemand hielp. Ook bij haar heeft het gebeurde op verschillende gebieden zijn sporen nagelaten.
Judith Koelemeijer heeft zich mooi ingeleefd in beide vrouwen. De gebeurtenis heeft werkelijk plaatsgevonden en het verhaal is tot stand gekomen met medewerking van beide vrouwen. Het stemt tot nadenken, wat zou jij doen? En hoe is het om alsnog gered te worden als je denkt dat het voorbij is? Het verhaal is indrukwekkend en houdt je nog even bezig en dat komt naast de inhoud ook door de mooie, subtiele schrijfstijl van Judith Koelemeijer.
Judith Koelemeijer (1967-) is journaliste en schrijfster van literaire non-fictie. Zij debuteerde met haar familiegeschiedenis getiteld Het zwijgen van Maria Zachea.
ISBN 9789045050386 | Hardcover | 128 pagina's | AtlasContact | 21 februari 2025
© Dettie, 15 maart 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De ballerina van Auschwitz
Het persoonlijke oorlogsverhaal uit de internationale bestseller De keuze
Edith Eger
Wat gebeurt er met je als je 16 jaar bent, je je aan het voorbereiden bent om als turnster mee te doen met de Olympische Spelen, je volop in het leven staat, je voor het eerst verliefd wordt en je dan geconfronteerd wordt met de gevolgen van de oorlog die in de wereld uitgebroken is?
De jonge, Joodse Edith plukt de wrange vruchten van de door Hitler geterroriseerde nieuwe wereld en komt uiteindelijk in het concentratiekamp Auschwitz terecht. Haar aangrijpende overlevingsverhaal heeft ze opgeschreven in de bestseller De keuze. Een boek dat je zeker gelezen moet hebben!
Als een van de weinige Holocaustoverlevenden die nog in leven is en zich de tijd in het concentratiekamp nog heel goed kan herinneren, voelt Edith Eger de drang om haar oorlogservaringen vanuit het perspectief van de tiener die ze toen was, te delen:
Ik voel dat ik mijn verhaal moet delen. Dat ik de waarheid vertel over wat er gebeurde zodat we het nooit zullen vergeten. Maar ik vind ook dat ik een erfenis van hoop en zin in het leven moet delen, zodat mijn ouders en miljoenen anderen niet voor niets zijn gestorven.
En dat doet ze dan ook in De ballerina van Auschwitz. Zo aangrijpend! Heel eerlijk is ze als ze aan ons haar gevoelens vertelt. Over haar relatie met haar ouders, haar zussen, haar vrienden. Hoe deze relaties invloed gehad hebben in de beslissingen die ze genomen heeft tijdens de oorlog. Waarom ze niet met haar vriendje naar Palestina vertrok toen het nog kon en waarom haar vader geen gebruik gemaakt heeft van de mogelijkheid om met het hele gezin naar Amerika te vertrekken. Hoe het was toen haar moeder in een andere rij kwam dan zij en haar zus Magda. Van de dingen waar ze spijt van heeft en zo graag nog eens over zou doen, hoe het was om te dansen in de hel, zoals ze dat noemt:
Hij bestudeert me. Ik weet niet waar ik mijn ogen moet laten. Ik staar recht vooruit naar de open deur. Het orkest heeft zich buiten verzameld. Ze zijn stil, wachten op bevelen. Ik voel me als Salomé, die moest dansen voor haar stiefvader Herodes. Sluier na sluier optillend om haar lichaam te onthullen. Geeft de dans haar macht, of neemt de dans haar macht juist af?
‘Danseresje,’ zegt dokter Mengele, ‘dans eens voor me.’ Hij geeft de musici een teken om te beginnen met spelen. De bekende openingsakkoorden van de wals ‘An der schönen blauen Donau’ komen de donkere gesloten ruimte binnen. Mengeles ogen worden groot. Ik heb geluk. Ik ken de passen op ‘An der schönen blauen Donau’, die ik zelfs in mijn slaap kan dansen. Maar mijn ledematen zijn zwaar, alsof ik me in een nachtmerrie bevind waarin gevaar dreigt en ik niet kan wegrennen. ‘Dans!’ roept hij weer, en ik voel hoe mijn lichaam in beweging komt.
Terwijl ik dans, komt er een gedachte bij me op als een donderslag aan heldere hemel. Ik besef dat dokter Mengele, de doorgewinterde moordenaar die deze ochtend mijn moeder heeft vermoord, zieliger is dan ik. Ik ben vrij in mijn gedachten, iets wat hij nooit kan zijn. hij zal altijd moeten leven met wat hij heeft gedaan. Hij zit meer gevangen dan ik. Als ik mijn dans afsluit met een laatste, gracieuze spagaat, bid ik, maar ik bid niet voor mezelf. Ik bid voor hem.
De ballerina van Auschwitz zou door iedereen gelezen moeten worden! De wereld zou er daarna anders uit gaan zien.
ISBN 978 94 005 1824 7 | NUR 320 | paperback | 200 pagina’s | A.W. Bruna Uitgevers | februari 2025
Vertaald door Elisabeth van Borselen
© Els ten Voorde, 28 februari 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Fata Morgana in Oost-Groningen
Martin Mulder
Hij is er vrij laconiek onder, alsof hij niet zojuist alles verloren is wat hij bij zich had:
De Rotterdammer Alain van Dongen is zelf helemaal ok, maar zijn auto ligt in het Groningse Hekmansdiep. Met laptop en gloednieuwe telefoon. Hij was op weg naar een zakelijke afspraak, maar gelukkig heeft de cliënt geen problemen met het uitstel.
Alain kan dus in alle rust bijkomen van zijn avontuur, en dat doet hij in gezelschap van Jenny Stemerdink, die de kletsnatte vreemdeling meeneemt naar haar huis, waar ze zijn kleren droogt, terwijl hij een warme douche neemt.
Ze regelt dat zijn auto opgevist wordt door een garagist en verwijst hem naar een hotelletje.
Nu de beschikbaarheid van zijn auto even op zich laat wachten, zit er niet veel anders op dan door het kleine Winschoten te dwalen. Het stadje valt hem toch wel mee, al is het natuurlijk niet Rotterdam.
Hij nodigt Jenny uit voor een etentje.
Dan begint waar waarschijnlijk de opmerking op de omslag mee te maken heeft. Roadtrip staat er.
Hoewel hij later nog met een nieuwe kennis door de provincie letterlijk een roadtrip zal maken, zijn de verhalen die verteld worden meer ‘reizen’ dan die autorit. De levensverhalen van diverse personages worden verteld: Jenny, Alain zelf, en de flamboyante Anko, de man die snode plannen heeft met een landhuis niet ver van Winschoten.
Door de verhalen krijgen we te maken met veelsoortige onderwerpen, die verder geen verband met elkaar hebben. Een bijzonder tintje vormt het minuscule verhaallijntje over Donko, de zoon van de garageman. Daar zit vast nog wel een verhaal in, maar dat lezen we hier niet.
Wat lezen we wel? Een klein avontuur van een Randstedeling die zich wonderwel thuis blijkt te voelen in Groningen. Nou ja, als het maar niet te lang duurt…Het is vlot geschreven, leest als een trein, maar blijft waarschijnlijk niet lang hangen.
Martin Mulder (1954, Amsterdam) studeerde aan de sociale academie, en na aanvankelijk gewerkt te hebben als roadie bij diverse band, werd in de jaren tachtig freelance cameraman/regisseur. Daar schreef hij een reeks columns over, waarvan in 2022 een selectie in boekvorm verscheen onder de titel ‘De wonderlijke wereld van de televisie’, gevolgd door ‘Van Oud-West naar de West’ in 2023, een biografie over het opmerkelijke leven van stadsgenoot Bert Evers.
ISBN 9789464936131 | Paperback | 235 pagina's | Uitgeverij Ellessy | november 2024
© Marjo, 13 februari 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Onze levens in Londen
Christine Dwyer Hickey
Twee Ieren ontmoeten elkaar in Londen.
De achttienjarige Milly is haar verleden ontvlucht. Naar Engeland, omdat ze had horen vertellen dat daar altijd personeel gezocht werd. In haar geboortedorp was ze vaak met haar oma naar de pub gegaan, dus vond ze het wel logisch dat ze haar heil zocht in een kroeg. Precies op het juiste moment: de eigenaresse, mevrouw Oak, lag in het ziekenhuis, de barkeeper zat om helpende handen verlegen.
Ze zou er jaren wonen en werken, lief en leed delend met Trish en mevrouw Oak, die het jonge onzekere meisje onder hun hoede nemen.
‘Ze tobde erover dat mevrouw Oak dwars door haar heen kon kijken. Ze maakte zich zorgen over wat ze in haar hoofd zou zien. Die angst werd met de dag groter. Als een band om haar borst die telkens vaster werd aangedraaid. Ze begon over de kleinste voorvallen in te zitten. Een flintertje ham dat in de mosterdpot was achtergebleven, een verkeerde bestelling, een veegje bloed aan de kost van een kaassandwich als ze zich gesneden had omdat ze weer eens een glas had gebroken.
Ze kreeg koppijn van de lampen in de pub. Die koppijn veroorzaakte een wee gevoel in haar maag. En er was nog iets, iets waar ze niet helemaal de vinger op kon leggen. Toch was het daar, als een schaduw in een hoekje of achter haar in het trappenhuis.’
Milly is zwanger. En al weet mevrouw Oak wel een oplossing, het gevolg daarvan zal haar hele leven in haar achterhoofd blijven spoken: waar is haar dochtertje gebleven, het kindje dat haar zo ruw afgenomen werd…
Een boksschool is een van de buren van de pub, de jonge mannen die daar trainen komen regelmatig over de vloer. Zo leert Milly Pip kennen, ook Iers, en niet veel ouder. Ook Pip is Ierland ontvlucht vanwege zijn verleden. Helaas probeert hij zijn woede te verdrinken, en door zijn alcoholprobleem raakt hij geregeld in de problemen.
Al raken de twee aan elkaar verslingerd, een echte relatie wordt het niet.
Hun beider verhaal wordt in twee verhaallijnen verteld. Milly volgen we vanaf 1979, Pip begint zijn verhaal in 2027. Later, als Milly en Pip zestigers zijn, zullen de tijdlijnen bij elkaar komen.
Wat wil je als lezer graag dat de twee elkaar zullen vinden en een gelukkig leven zullen gaan leiden.
Maar steeds als het er op lijkt dat het eindelijk zou kunnen lukken, gebeurt er weer iets en lopen hun levens weer uiteen.
Zal het dan eindelijk lukken als de tijdslijnen elkaar raken?
Het verhaal is toch wel typisch voor een Ierse roman: alcoholisme, misbruik, de bekende thematiek. Het speelt zich evenwel af in Londen, een wereldstad, waar voor arme sloebers weinig heil te halen valt. Zal het twee arme jongeren lukken om, al is het met vallen en opstaan, een leven op te bouwen? Ze worden daarbij gehinderd door enerzijds hun verleden, anderzijds door hun onvermogen.
Christine Dwyer Hickley heeft een fijne schrijfstijl, met gevoel voor mooie taal. De vorm is wel apart, die twee aparte tijdslijnen om en om. Ook laat ze het vaak aan de lezer over om conclusies te trekken over wat er is gebeurd, als ze het verhaal door de tijd laat springen.
Christine Dwyer Hickey (Dublin, 1960) is een Ierse romanschrijfster en schrijfster van korte verhalen. Haar werk werd meermaals voorgedragen voor en bekroond met literaire prijzen en is in verscheidene Europese en Arabische talen vertaald.
ISBN 9789460686849 | Paperback | 424 pagina's | Uitgeverij Marmer| november 2024| Vertaald uit het Engels door Jetty Huisman
© Marjo, 11 februari 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Terwijl de wereld verder draait
Luca Brosch
Johanna Gabathuler is weer onderweg naar haar woonplaats Davos. Zeer tegen de zin van haar vader was zij in het begin van de oorlog vertrokken naar het front. Ze had wel een belofte moeten doen: trouwen met de mand die haar vader intussen voor haar uit zou zoeken.
Daar zat ze niet op te wachten. Zeker niet nadat ze in Verdun de Duitse soldaat Erich had leren kennen. Met hem had ze een hartstochtelijke affaire, maar haar droom viel in duigen: Erich sneuvelde. En Johanna ontdekte dat ze zwanger was.
Ze had geen andere uitweg, dan naar Davos terug te keren. Had ze werkelijk verwacht met open armen ontvangen te worden?
Helaas. Haar zus haalt haar op van de trein en brengt haar naar een klooster waar ze zal bevallen van een gezonde dochter. Maar Johanna mag Elli niet in haar armen sluiten, het meisje wordt onmiddellijk weggebracht. Hoe overstuur ze ook is, hoe groot haar woede op haar vader en zus, ze heeft geen keus, ze moet aan de slag in het kuuroord van haar vader en zich voorbereiden op het huwelijk met de man van zijn keuze.
Maar dan leert Johanna gravin Ilse von Hauser kennen, een van de patiënten in het kuuroord. Met deze excentrieke dame van oude Duitse adel kan Johanna erg goed opschieten. En de gravin ziet wel iets in Johanna. Voor deze goed beseft wat er allemaal gebeurt zit ze al tot over haar oren in een spionagenetwerk. Johanna doet namelijk alles om haar dochter terug te krijgen. Maar niet blindelings…
Gaandeweg blijken er vele spelers aanwezig te zijn in en rond het kuuroord. Spionnen van de Duitsers, maar ook van de geallieerden. De spelletjes die zij spelen zijn niet bepaald kinderspel, er vallen slachtoffers. Maar het is niet voor iedereen altijd even duidelijk voor welke zaak ze precies staan, en wie er aan de touwtjes trekt.
Daardoor wordt het een toch wel ingewikkelde maar spannende roman. Een roman waarin ook de liefde een rol krijgt. Johanna vindt namelijk een nieuwe liefde. De haar opgedrongen verloofde? En slaagt ze er in haar dochtertje te vinden, en ook terug te krijgen? In ieder geval blijkt ze een sterke vrouw, slim genoeg om niet alles zomaar over haar kant te laten gaan.
Intussen speelt op de achtergrond de politiek een rol. Bijzonder is hoe verteld wordt over de Russische revolutie, die in 1917 werd aangesticht door ene Lenin. Hij krijgt een rol in het verhaal, waarin de feiten grotendeels overeenkomen met de ware geschiedenis.
Er wordt verteld over de oorlog, en daarnaast is er aandacht voor de Congo, dat veel geleden had van de Belgische overheersing. Deze verhalen verklaren de daden van enkele personages, en voorkomen dat het er op lijkt dat de personages tamelijk willekeurig gekozen zijn.
De schrijver heeft wat te vertellen en dat doet hij op een fijne manier.
Luca Brosch is een Duitse auteur en muzikant. Hij publiceert romans, hoorspelen en platen onder verschillende namen. Terwijl de wereld verder draait is zijn debuut. Hij schreef ook mee aan het scenario van de succesvolle serie Davos 1917.
ISBN 9789021048482 | Paperback | 325 pagina's | Uitgeverij Luitingh-Sijthoff | januari 2025
Vertaald uit het Duits door Liet Kombrink
© Marjo, 16 maart 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De verbindingen
Philip Snijder
1980
De vierentwintigjarige protagonist werkt als nachtreceptionist in het Bombay Hotel in de Warmoestraat in Amsterdam. Naast het aanreiken van de sleutels aan de gasten moet hij ook elke nacht de receptiehal en toiletten dweilen. Maar één deur is dicht en er komt geen antwoord, ook niet na kloppen en roepen.
Met een angstig hart draait de receptionist het slot met een tang open.
En daar zit hij tegen de muur aanhangend, de junk, bewegingsloos met de naald in zijn been.
"Ik verzamelde moed. Toen pakte ik, zo weinig mogelijk aanrakend, het hoekje van zij schouder vast en schudde.
'Hé, hallo, hé! Wakker worden! Come on, wake up.'[... ]
We keken elkaar aan. [...]
'Vaandrig van den Boogaert?'
Na dit nieuwsgierig makende begin neemt Philip Snijders ons mee terug naar het jaar 1977. Het jaar waarop de nachtreceptionist, tevens de verteller, na een afgebroken studie pedagogiek, in dienst moet. Hij wordt ingezet op de NAVO-basis in Duitsland. Hij wordt daar radiotelefonist, bijgenaamd 'de stekker'.
De onderlinge sfeer is gemoedelijk, Snijder weet alles erg aanschouwend weer te geven. Je zit als het ware zelf tussen de jongens. Iedereen doet zijn ding omdat het nu eenmaal moet, er wordt geplaagd, gespot maar alles met een milde ondertoon. Je gaat ook met de stekker mee op controle in de wachttorens en daar krijgt hij de echte verhalen en de zorgen van de mannen te horen, al snel is de stekker de vertrouwensman van het peloton.
De leidinggevenden vinden het allemaal wel prima zoals het gaat, ze zitten samen met de stekker op hun post, doen alsof ze een vinger in de pap hebben en laten de dagen verglijden.
Maar dan vertrekt de officier en komt er een nieuwe. De stekker herkent hem onmiddellijk, dat is toch die aardige jongen die niet in dienst wilde? De man waar hij zo'n bijzonder gesprek mee had?
Maar het regime van de officier is barbaars, het heerlijke leventje is voorbij. De stekker verbaast zich dat iemand zo kan veranderen. Moet hij ingrijpen?
In feite kun je over dit boek geen recensie schrijven. Het is een boek dat je moet ondergaan. Philip Snijder verstaat namelijk de kunst van het vertellen in details. Die kleine toevoegingen, de bijna schuchtere opmerkingen en observaties van de stekker, de subtiele registraties vormen het verhaal. Het knappe is dat er door het hele boek heen een spanningsboog is, waardoor je door wilt blijven lezen. Je verwacht steeds een wending, een nieuwe ontwikkeling die de ene keer wel komt, de andere keer niet.
Maar evengoed is het einde toch nog een verrassing.
Lezen!
Philip Snijder is geboren in Amsterdam, waar hij opgroeide in een oude volksbuurt. Zijn jeugdherinneringen verwerkte hij in zijn debuutroman 'Zondagsgeld' (2007). Daarna volgende nog diverse romans.
ISBN 9789025476823 | Paperback | 240 pagina's | AtlasContact | 25 februari 2025
© Dettie, 11 maart 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Broedermoord
Marjet Maks
Julia is door haar vriendin Maya uitgenodigd om mee te gaan naar een feest, een gemaskerd bal, waar ze zomaar kan binnen stappen. Er is geen gastheer te bekennen, maar Maya ziet ze ook nergens. Die zou een nieuw vriendje hebben waar ze nogal geheimzinnig over deed.
Samen hebben ze al heel wat dates gehad, en eigenlijk heeft Julia er wel een beetje genoeg van.
Nog meer als ze tenslotte Maya spot. Met… maar die man kent Julia toch? Hoe durft Maya juist met deze man iets te beginnen?
Ze is kwaad, drinkt teveel en moet gered worden. De ober brengt haar naar een kamer om uit te slapen. Dat hij goed voor haar zorgt dat mag ook wel: hij is degene die haar coke heeft gegeven.
De ober blijkt de vermomde gastheer te zijn, Ruben Roosendaal, een man die het gemaakt heeft in het leven.
Zijn verhaal is dat hij samen met Boris – die ook op het feest was – door pleegouders is opgevoed, na een minder fraaie jeugd bij andere gezinnen en tehuizen. Boris, die altijd een vriend is gebleven, is minder goed terecht gekomen, hij is drugshandelaar en gebruiker.
Er is een klik tussen Ruben en Julia, maar wil hij wel een relatie?
Julia is er ook niet op uit, ze heeft wel andere dingen aan haar hoofd. Zij zorgt voor haar vader die het niet lang meer zal maken, terwijl haar halfbroers en -zus zich het gemakshalve af laten weten.Een van de broers, Aucke, zit diep in de schulden, waar zijn vrouw niets van weet. Maar de deurwaarder weet hem te vinden. Dan is Aucke evenwel verdwenen, en met hem bepaalde schilderijen waarvan eentje bij hem in bewaring is gegeven door Ruben.
En nadat deze geschiedenissen uitgebreid aan de orde zijn gekomen, komt dan eindelijk het verhaal, over het realitytv-programma Wroeging.Julia krijgt een brief: of ze wil komen, er is iemand die meer weet over haar broer (niet een van de halfbroers, maar de zoon van haar overleden moeder). Ook Ruben krijgt een brief, hij is immers in het jeugdzorgcircuit terecht gekomen als baby.Het klinkt ingewikkeld, maar alles wordt goed uitgelegd.
De vraag is alleen na het lezen van dit boek: wat is nu eigenlijk het hoofdverhaal? Dat van Aucke en zijn problemen? Of toch het verhaal dat bij Wroeging aan de orde komt?
Dat is ook een lekker lopend en zelfs spannend verhaal, maar de aanloop daar naartoe is nogal lang.
Niettemin een lekker verhaal.
Marjet Maks (1959) woont in Andalusië. Ze kookt, tuiniert, is kunstzinnig en schrijft. Eerder verschenen Riviermist en Kimonomeisje .
ISBN 9789464935059 | Paperback | 424 pagina's | Uitgeverij Ellessy | juli 2024
© Marjo, 14 februari 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Geen land voor liefde
Yaroslav Trofimov
Beklemmend.
Dat is het woord dat de historische roman Geen land voor liefde van Yaroslav Trofimov in één keer samenvat.
Dat het verhaal gebaseerd is op dingen die de familie van Trofimov echt zijn overkomen met name zijn grootmoeder, die de gruwelijkheden van het Stalinistische regime en de Tweede Wereldoorlog van dichtbij meemaakte, maakt het boek helemaal hartverscheurend.
Hoofdpersoon Debora Rosenbaum groeit als klein meisje op in het slaperige, op groene, glooiende heuvels gelegen provinciestadje Oeman. Haar vader stamt af van een beroemde rabbijn en schaamt zich voor de vele Joden in zijn stadje die geen afstand willen nemen van de oude tradities, die Jiddisch bleven praten, ouderwetse hoeden droegen en zelfs nog steeds hun vrouwen hun hoofden kaal lieten scheren en hen pruiken liet dragen. Hij mopperde vaak over hun onbeschaafdheid dat zij zelfs in de twintigste eeuw de Joden in een kwaad daglicht stelden.
‘Vergeet al die onzin toch. Wij zijn geen kleingeestige Joden uit de provincie, maar ontwikkelde Russische intellectuelen.’
Met dit in haar achterhoofd vertrekt Debora in 1930 naar Charkiv, de nieuwe hoofdstad van de Oekraïense Socialistische Sovjetrepubliek, om te gaan werken in de Charkov Tractorfabriek. Al snel maakt Debora promotie en wordt zij aangenomen bij de Politieke Afdeling. Door haar positie heeft zij bepaalde privileges, waaronder het naar feestjes gaan die door de Partij georganiseerd worden. Op één van die feestjes ontmoet zij Samuel Groysman en ze wordt op slag verliefd. Het leven lijkt haar even toe te lachen, Samuel houdt ook van haar en Debora mag gaan studeren. Maar al snel valt alles om haar heen in duigen. Samuel wordt overgeplaatst naar Kyiv, steeds meer bekenden of vrienden verdwijnen en er gebeuren steeds vreemdere dingen.
Naarmate de winter strenger werd, stuitte Debora steeds vaker op vreemde taferelen als ze ’s ochtends van het studentenhuis naar college liep. Groepjes gemeentewerkers doorzochten in het ochtendlijk duister greppels en de voetpaden onder de bruggen. En soms trokken ze dan magere, stijf bevroren lichamen in besneeuwde kleding tevoorschijn.
‘Wat is er gebeurd? Wat zijn dat voor mensen?’ vroeg ze op een ochtend nadat ze genoeg moed had verzameld.
De gemeentewerker, wiens overall een paar maten te klein was, bekeek de goedgeklede jonge vrouw en besloot de waarheid te vertellen.
‘Boeren,’ zei hij, terwijl hij een sigaret opstak. ‘ze komen naar Charkiv in de hoop hier voedsel te kunnen krijgen. Maar dat krijgen ze niet en dus sterven ze en bevriezen ze. We moeten ze elke ochtend weghalen. Leger en politie controleren de wegen en houden de treinen tegen, maar toch blijven ze komen, ik snap niet hoe ze het voor elkaar krijgen.’
‘Ik begrijp het niet. Waarom sterven ze? In deze tijd kan er toch geen hongersnood meer zijn?’
‘Wat ben jij? Student aan de universiteit of zo?’ De gemeentewerker bekeek haar van top tot teen.
Debora knikte.
‘Mensen zoals jullie zijn niet te vergelijken met mensen zoals zij,’ zei hij. ‘Jullie blijven in leven, wees er maar blij om.’
De afschuwelijke hongersnood, het constant op eieren lopen met betrekking tot de mensen om je heen, het niemand kunnen vertrouwen, de verbanning van Samuel en de dwingende invloed van de Partij trekken hun wissel op het leven van Debora in de Oekraïne. Als dan ook nog de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, zal Debora dan nog overeind blijven?
Yaroslav Trofimov geeft met Geen land voor liefde een indringende inkijk op de gruwelijkheden die de Oekraïense bevolking heeft moeten ondergaan en het verhaal is extra aangrijpend door de persoonlijke verhalen zeer gedetailleerd aan de lezer voor te leggen. Soms moet je het boek echt even wegleggen om het allemaal te verwerken.
En als je het boek uit hebt, begrijp je de huidige reactie van de Oekraïense bevolking op de oorlog met Rusland een stuk beter.
ISBN 978 90 261 6450 7 | NUR 302 | paperback | 357 pagina’s | Uitgeverij De Fontein | januari 2025
Vertaald door Frank van der Knoop
© Els ten Voorde, 11 februari 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De rivalen
Kristy Cambron
Opnieuw heeft Kristy Cambron met De rivalen een krachtige, historische roman neergezet waarin de levensechte beschrijvingen van de hoofdpersonen en omstandigheden je als lezer goed in de greep houden. De zin ‘Twee oorlogen, twee boekhandels, twee geliefden. Wat als het verhaal nog niet af is?’ die achterop het boek staat, prikkelt je direct. Want twee oorlogen in één boek en dan ook nog eens twee geliefden? En waarom is het verhaal niet af?
Het verhaal begint net voor de Eerste Wereldoorlog als Charlotte, een dochter van een graaf en Amos, een boerenzoon, hechte vrienden worden. Maar van de een op andere dag laat Charlotte zich ineens niet meer zien, omdat ze door haar vader uitgehuwelijkt wordt. Amos is diep gekwetst, maar maakt zich vooral grote zorgen. Als Charlotte onverwacht weer opduikt, uit Amos zijn zorgen:
‘Wat ik bedoel te vragen, waarom houd je je hier verborgen?’
‘Iedereen heeft zijn geheimen.’
Amos richtte zich tot haar. De vriendelijke kalmte waaraan ze zo gewend was bij hem, had plaatsgemaakt voor een veel bedachtzamere blik. In het meest gunstige geval bedoelde hij het als een uitdaging. Maar wat wilde hij in het ergste geval met die woorden zeggen?
‘Wat bedoel je?’
‘Waar was je voor op de vlucht?’ fluisterde hij. Opnieuw knikt hij met zijn hoofd richting de in mist gehulde heuvels achter de glazen wanden.
Charlotte slikte moeizaam, en haar hand met het schepje kwam tot stilstand. Haar wangen werden rood. Dit gesprek was veel te openhartig en de oprechtheid van zijn woorden oefende te veel aantrekkingskracht uit op haar hart. ‘Zulke dingen moet je niet zeggen.’
‘Welke dingen? De waarheid?’
‘Een heer weet wanneer het gepast is om – ‘
Hij lachte spottend. ‘Prima. Ik heb nooit beweerd dat ik een heer ben.’
‘Hoe dan ook, ik zal op een dag meesteres van dit landgoed zijn. En jij zult in dienst zijn van mijn echtgenoot. Will weet ongetwijfeld wanneer het gepast is om te spreken en …’ Charlotte zweeg. Ze vond het afschuwelijk dat er zo’n onhandige vergelijking uit haar mond geglipt was. Haar stem zwakte af tot een nauwelijks hoorbaar gefluister toen ze eindigde met: ‘En wanneer niet.’
‘Is dat zo?’ Amos zuchtte. Zachter deze keer, terwijl hij zijn handen diep in zijn broekzakken stak. ‘Nou, Charlie, ik weet zeker dat Will Holt weet hoe hij elke rol met precisie moet vervullen. Wanneer het hem uitkomt.’
De implicatie dat ze een liefdeloos huwelijk zouden hebben, raakte haar. Raakte haar díép.
De Eerste Wereldoorlog trekt een grote wissel op het leven van zowel Charlotte als Amos. Beiden gaan er op verschillende manieren mee om en beiden leiden een leven los van elkaar, maar als de Tweede Wereldoorlog dreigt uit te breken, kunnen ze niet meer om elkaar heen. Ze moeten leren om samen te werken om te overleven.
Kristy Cambron weet de karakters van Charlotte, haar man Will, haar dochter Eden en Amos zo treffend te beschrijven dat je je als lezer deelnemer van het verhaal voelt.
ISBN 978 90 297 3765 4 | NUR 302 | paperback | 393 pagina’s | KokBoekencentrum Uitgevers | 21 januari 2025
Vertaald door Carianne van Holst
© Els ten Voorde, 31 januari 2025
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER