Nieuwe boekrecensies

Het Genootschap van Puzzelmakers
Samuel Burr


De twintigjarige Clayton Quist is opgegroeid in een groep van oudere mensen, in een soort commune. Hij beschouwt Pippa Allsbrook als zijn moeder, maar eigenlijk weet hij niets over zijn afkomst: hij werd als baby voor de deur van het huis gezet. In een hoedendoos.
Zijn jeugd werd een vreemde tijd, al weet hij natuurlijk niet beter: zijn opvoeders zijn allerlei soorten puzzelmakers, en zelf kan hij er dus ook wel wat van.


Maar de puzzel die hij nu op moet lossen is een pittige. Na haar dood wordt duidelijk dat Pippa, die nooit wilde vertellen wat ze eigenlijk over zijn afkomst wist, hem er op uit stuurt om dat raadsel op te lossen. Het voert hem langs plekken waar hij nooit eerder kwam, waar hij misschien wel nooit gekomen zou zijn. In situaties die hem vreemd zijn.
Het is een speurtocht die hem niet alleen duidelijk maakt wie zijn ouders zijn, maar ook wie hij zelf is.


‘Dus er is geen pad dat naar het geluk leidt?
‘Natuurlijk niet,’ antwoordde hij. ‘Daar heb je doolhoven voor.’
Pippa zuchtte diep.
‘In het werkelijke leven moet je alsmaar vooruit, of achteruit, of soms zelfs opzij. Het hangt er helemaal van af wat op dat moment goed voelt. Uiteindelijk zul je altijd vinden waar je naar op zoek bent.’


Omdat het verhaal verteld wordt in twee delen, dat van het heden en dat van het verleden, komt de lezer ook te weten wat dat puzzelgenootschap eigenlijk is. Over het ontstaan en voortbestaan, over de leden, en hun wederwaardigheden.


Dooddoeners volop, maar ook de dingen die zijn wat we ‘waarheid als een koe’ noemen, zijn immers wel waar en vormen een deel van het leven. Ze blijven interessant als een schrijver er een mooi verhaal van te maken en dat doet Burr.
Zoals te verwachten valt, staat het boek vol met puzzels, in allerlei vormen. Aan de hand daarvan moet Clayton de puzzel van zijn leven ontrafelen. En als lezer puzzel je driftig mee, terwijl je als extraatje nog een paar puzzels mag oplossen die Clayton nooit onder ogen zullen komen!


Het geheel vormt een heerlijk verhaal dat veel te snel afgelopen is – ondanks de 400 pagina’s!
Handig is de ledenlijst van het Genootschap voorin het boek, en ook de aanduidingen boven de hoofdstukken zorgen er voor dat je de lijn van het verhaal goed kunt vasthouden.Het gaat natuurlijk over de liefde, in vele hoedanigheden, en is vooral een prachtige psychologische roman.


Samuel Burr is documentairemaker en producer. Hij debuteert met dit boek.

ISBN 9789044365924 | Paperback | 400 pagina's | Uitgeverij the House of Books | juni 2024 | vertaald uit het Engels door Annemarie de Vries

© Marjo, 4 september 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Book Lovers
Emily Henry


Nora Stephens is literair agent in New York. Ze is dol op haar werk, en het gaat haar prima af.
Ze houdt alleen niet van stereotiepe verhalen waarvan je bij voorbaat al weet hoe het af gaat lopen.
Als bijvoorbeeld in een relatie twee mensen, beiden stadsmensen, een relatie hebben en de een ontdekt dat er meer in het leven is, en wel in dat ene dorp waar hij of zij beland is. En de stadse partner heeft dan het nakijken…
Het is Nora al een paar keer overkomen. Zij was degene die gedumpt werd. Geen wonder dat ze niets met zulke boeken heeft.


Ze gooit zich dus helemaal in haar werk. De enige voor wie ze tijd maakt is haar zus Libby, die ze na de dood van hun moeder min of meer heeft opgevoed. Ze heeft voor haar zus haar dromen opgegeven, maar dat is niet erg: zoals het nu is gaat het prima. Ze zijn behoorlijk aan elkaar verknocht.


Als Libby, vijf maanden zwanger, haar overhaalt om samen op vakantie te gaan, heeft Nora even bedenkingen: Libby wil naar het stadje waar het laatste succes van Nora  - een boek dat een bestseller is geworden – zich afspeelt. Zo'n stereotiep stadje...
Maar vooruit. Voor Libby doet ze alles. Bijna alles. Want dat plan van haar zus?
Libby, die een blauwe maandag evenementenplanner was, heeft namelijk een lijst gemaakt. Ze wil de dingen doen die ook in het boek gebeuren.

‘Maar goed, misschien kan ik het beter geen bucketlijst noemen, maar een streekroman-ervaringslijst. Het gaat erom dat we door de magie van een klein stadje allebei veranderen in een meer ontspannen versie van onszelf.’


Zou dat lukken met dingen als een algehele make-over of een flanellen overhemd dragen?Sommige items, och, daar kan Nora wel in mee gaan. Maar paardrijden ziet ze niet zitten. En twee keer uitgaan met iemand uit het dorp?


En tot haar grote ergernis komt ze in het stadje die ene vervelende redacteur tegen: Charlie, die zich zo ongezellig gedroeg op die lunchafspraak die ze met hem had om dat laatste boek te verkopen. Dat hij afwees. De hork...


Tja, Nora kan dan zelf dit soort verhalen waarin je meteen al weet hoe het gaat aflopen, afwijzen, ze speelt er nu dus zelf in mee.
In een feelgoodroman mogen best zoete scenes voorkomen, maar sommige voorvallen zijn hier wel op het randje van mierzoet. Hm…
Gelukkig is er de andere kant van het verhaal: de relatie van Nora en Libby, het verleden en het heden. Een relatie die op scherp staat.

Door het boek heen leren we Nora heel goed kennen. Zij is de ik-verteller, die openhartig en eerlijk vertelt over hetgeen zij meemaakt. 

‘Zo is het leven. Je maakt (opmerking: maakt???) aldoor beslissingen, je kiest voor een pad zonder te weten waar het uitkomt. Misschien zijn mensen daarom zo dol op verhalen, Die geven ons steeds weer een herkansing, de mogelijkheid om het leven te leiden dat we nooit zullen hebben.’


Een waarheid als een koe, en het overkomt Nora dus ook: ze zal steeds opnieuw beslissingen moeten nemen, waar consequenties aan verbonden zijn. En deze psychologische benadering is wel waardoor dit boek de moeite waard is, want: ‘Zo is het leven…’


Emily Henry (1991) is een Amerikaanse auteur. Zij schreef Young-Adult boeken, tot ze In 2020 ook begon te schrijven voor volwassenen.

ISBN 9789044366365 | Paperback | 400 pagina's | Uitgeverij the House of Books | juni 2024 | Vertaald uit het Engels door Erica Disco

© Marjo, 30 augustus 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Vos
1. Het laatste weeshuis
Elle van Rijn


1962. De zeventienjarige Isabel woont al vanaf haar tweede levensjaar in een weeshuis.
Het is een bijzonder weeshuis. De beheerders, Maurits en Margot, behandelen de kinderen als hun eigen gezin. Die noemen hen dan ook vader en moeder.
De regels zijn streng, maar rechtvaardig en de kinderen voelen zich er thuis.

Het huis, een kasteel eigenlijk, is wel van Maurits, maar het concept van een weeshuis wordt gedragen door een stichting, Nobilitas geheten. Zij financieren de opleiding van de kinderen en bemoeien zich daar dan ook mee.
Dat interesseert Isabel natuurlijk allemaal niet, maar de lezer krijgt het wel mee omdat ook Maurits geregeld aan het woord komt.

Die wil alleen maar het beste voor zijn kinderen en doet hard zijn best om de stichting er van te overtuigen dat het verstandig zou zijn om ook de vervolgopleiding van de kinderen te financieren. Isabel en haar vriendin Victoria hebben plannen om naar Parijs te gaan na hun eindexamen: naar het conservatorium. Ook de andere eindejaars, Paul, Otto, Gustav, Cecile en Constance weten al ongeveer wat ze willen gaan doen. Maar Nobilitas ziet dat niet zitten, ze hebben andere plannen maar laten niet het achterste van hun tong zien.
Er wordt wel iets duidelijk als de stichting eist dat de oudere kinderen op zomerkamp gaan.

Isabel en haar vrienden zijn vrijwel verstoken geweest van het wereldgebeuren, ze hebben geen krant of televisie. Maar via de school – een openbare, tegen de zin van Nobilitas – horen ze toch het een en ander – vooral de leraar geschiedenis - en ze zijn nieuwsgierig.
Ook beginnen de hormonen op te spelen.
En terwijl ze hard studeren voor hun examens, beginnen de problemen steeds meer de kop op te steken.

Elle van Rijn bijt het spits af van deze serie. Duidelijk beschrijft ze hoe een idylle in een nachtmerrie kan veranderen. Dat weet de lezer al wel na de spannende proloog, waarna het verhaal een jaar terug gaat. Er zijn veel fijne dialogen, en je leert de personages goed kennen.
Hier ligt een moeilijke taak voor de andere schrijfsters die ieder een vervolgdeel zullen schrijven. Het tweede deel ‘Zwaan’ wordt geschreven door Lotta Magnusson en deel 3 ‘Kolibrie’ door Jaqueline Rogers.


Elle van Rijn (1967) studeerde aan de Toneelacademie in Maastricht en speelde in verschillende theaterstukken en musicals. Het grote publiek kent haar als de comédienne uit Sam Sam, de film Liever verliefd en als drama-actrice in GTST.


ISBN 9789044364088 | Paperback | 288 pagina's | Uitgeverij The House of Books | mei 2024

© Marjo, 18 augustus 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Voet in voet oog in oog
Elly Stolwijk


Van de ruim vijfhonderdduizend Nederlandse dwangarbeiders zijn er ongeveer dertigduizend omgekomen. Van diegenen die terugkeerden bleven de meesten zwijgen over de traumatiserende gebeurtenissen tijdens hun gedwongen verblijf in Duitsland.


Fons is maar een jonge man als hij de oproep krijgt om naar Duitsland te gaan. Het is oorlog en Nederlandse mannen moeten het werk gaan doen dat eerder door de Duitsers zelf gedaan werd. Maar die zijn nu soldaat.
Als hij terugkomt is hij nog geen eenentwintig. In Berlijn en Laucherthal heeft hij moeten werken.
Hij woonde met vele andere (jonge) mannen in een kamp. De omstandigheden waren niet best, het leven daar zal zwaar geweest zijn.
Maar zoals zovele mannen die dwangarbeid moesten doen, vertelde hij er niet over. Ja, hij deed iets met schroefjes en moertjes, maar verder had zijn echtgenote noch zijn kinderen informatie.


Het zat zijn dochter dwars, en zij besloot onderzoek te gaan doen. Ze zocht overlevenden op, dook in archieven en reconstrueerde zo goed en kwaad als dat kon het verhaal van haart vader, die zelf niet meer leefde.


Als je dit boek begint te lezen slaat de schrik je om het hart: het begint met een ellenlange zin, die een pagina lang is! Als het hele boek zo is, dan wordt dat nog een kluif! Maar behalve dat Elly Stolwijk een vlotte pen heeft, legt zij ook al snel uit waarom ze heeft gekozen voor deze vorm. Want ja, het verhaal van Fons blijft in deze vorm: paginalange zinnen. Maar tussendoor staat in cursieve tekst het verhaal van Elly: wat zij weet en wat ze ontdekt heeft plus achtergrondinformatie.
En deze heel bijzondere vorm werkt! Het is knap gedaan, het enige probleem – als dat al een probleem is – is dat je beter geen pauze neemt maar de hele zin doorleest.


Het verhaal over Fons is in feite fictief, maar wel gebaseerd op feiten. Het verhaal van Elly is autobiografisch, in een mooie poëtische taal geschreven.


Elly Stolwijk (1957) is beeldend kunstenaar en schrijver. In 2020 debuteerde zij met Liefde de vluchtige holte.


ISBN 9789493368088 | Paperback | 190 pagina's | Uitgeverij In de Knipscheer | maart 2024

© Marjo, 30 juli 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

De brul van de jaguar
Micheliny Verunschk

Iñe-e is een jong meisje van het Miranhavolk dat in de regenwouden van Brazilië leeft.
Zij heeft een talent: ze kan het water verstaan. Ze begrijpt dieren als geen ander, vooral de jaguar.
Toen ze eens – ze was nog maar een klein kind - verdwenen was vonden haar stamgenoten haar terug aan de over van de rivier met naast haar een enorme jaguar, waarbij het leek of de laatste over het kind waakte.

‘Een jaguar vliegt met grote sprongen, een jaguar is de beste jagers te slim af, een jaguar brult en vervult het regenwoud met eerbied en vrees en laat het beven van angst, een jaguar zet zijn tanden in de keel van zijn vijand. Ze dacht, in de uiteenlopende gedachten van een klein kind, een gedachte die ze zorgvuldig zou koesteren, dat haar pact met de jaguar ooit misschien nog wel eens van pas zou kunnen komen.’


Helaas verhindert dit pact niet dat twee Duitse wetenschappers haar meenemen, uitgeleverd door haar eigen vader. Zoöloog Von Spix en botanicus Martius hebben in de jaren 1817-1820 een reis ondernomen naar Brazilië, met de bedoeling de flora en fauna in kaart te brengen. Ze komen op het onzalige idee om ook kinderen mee te nemen naar Europa, waarvan enkelen de reis niet overleven. Juri, een jongen van het Boliviaanse volk de Yuri’s, en Iñe-e overleven de reis wel.
In München worden Iñe-e en Juri aan de universiteit bestudeerd. Lang leven ze niet: zij zijn vatbaar voor de Europese ziekten.


Nu weten we dat zulks in feite een misdaad was: kinderen bij hun ouders weghalen om ze ten toon te stellen als curiositeit. Von Spix ziet het wel in, zou de kinderen liever niet meenemen, maar zijn compagnon Martius is er op gebrand om geschiedenis te schrijven.


Dan is er het verhaal van Josefa, een vrouw met inheemse voorouders in het hedendaagse Rio de Janeiro. Als zij het verhaal ontdekt van de twee kinderen wil ze meer weten. Al doende ontdekt ze ook meer over haar eigen geschiedenis.


Het verhaal dat we lezen is min of meer chronologisch, maar Micheliny Verunschk springt ook heen en weer, tussen de vertelperspectieven: de kinderen, de wetenschappers, Josefa, het water en de jaguar. Een verhaal dat gebaseerd is op een waargebeurde geschiedenis, waarbij de schrijfster zich goed inleeft in wat de kinderen moeten doorstaan, zij die niets begrijpen van wat er gebeurt. De auteur heeft zich verdiept in de Braziliaanse cultuur van die tijd en in hetgeen zich in München afspeelde. Door en over zoöloog Von Spix en botanicus Martius zijn ook boeken verschenen.


Micheliny Verunschk: auteur, dichter en historicus (Brazilië, 1972). Het verscheen in 2021 onder de titel O som do rugido da onça en de auteur werd daarmee winnaar van de prestigieuze literaire Jabuti-prijs 2022 die sinds 1958 bestaat en jaarlijks wordt uitgereikt door de Brazilian Book Chamber (CBL).
 

ISBN 9789460687020| Paperback | 178 pagina's | Uitgeverij Marmer | april 2024
Vertaald uit het Portugees door Anne Lopes Michielsen

© Marjo, 10 juli 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Leeuwenhart
Monika Helfer


Na de boeken De bagage en Waar vader was, vormt dit boek het sluitstuk over de familie van Monika Helfer.
De eerste twee boeken vertellen het verhaal over de vader en moeder van de schrijfster. Leeuwenhart gaat over Richard, de jongere broer van Monika.
De broer waarvan al in het begin van het boek verteld wordt dat hij zelfmoord gepleegd heeft.
Leeuwenhart was het koosnaampje dat zijn vader hem gegeven had.


Naast deze broer zijn er nog twee zussen, Renate en Gretel. Als de moeder van de vier kinderen overlijdt en de vader deze klap niet te boven komt en zich in een klooster terugtrekt., worden de kinderen bij ooms en tantes geplaatst. Helaas niet bij elkaar, de zusjes worden opgevangen door de ene oom en tante en Richard vertrekt naar een andere oom en tante die zelf geen kinderen hebben. Richard krijgt daar een merkwaardige opvoeding. Tante aanbidt hem, oom is een bullebak.


Richard is al van jongs af aan anders dan andere kinderen. Monika is nog altijd bang dat dit komt omdat ze hem als als baby bij het verschonen heeft laten vallen. Of komt het toch door de Engelse ziekte die hij als kind doorstond en daardoor liep als de filmcowboy John Wayne.
Ook als volwassen man lijkt hij constant in een andere dimensie te leven. Hij is een eenzaat, een zonderling, die het leven leeft zoals het komt. Monika's man zei over Richard: 'Ik ken niemand die het leven zo onbelangrijk vond als Richard.
Als de kinderen ouder zijn trekken broer en zus weer meer naar elkaar toe.


Richard verzint verhalen, om zijn bestaansrecht te verzekeren? vraagt Monika zich af.
Er is dan ook de eeuwige twijfel of wat hij vertelt waar is. Als Richard dan ook het verhaal over Kitti vertelt, die hij ontmoette omdat hij met zijn hond Sjamasj in een badkuip met de stroom van de rivier werd meegevoerd en zij hem redde, gelooft Monika hem niet.
Maar als hij even later met Putzi aan komt, de dochter van Kitti die ze bij hem achterliet omdat ze moest bevallen van haar tweede dochter moet ze hem wel geloven.


Kitti komt haar dochter echter niet meer ophalen en Putzi en Richard krijgen een hechte band, totdat Kitti ineens weer op de stoep staat en het kind opeist.
Later komt ze echter Putzi I én haar tweede dochter Putzi II brengen en deze keer lijkt het definitief. Monika zorgt voor de baby en Richard trekt op met Putzi I, hij neemt haar zelfs mee naar zijn werk. Hij is stapelgek op het meisje en zij op haar 'papa'.
Uiteindelijk vergeet iedereen dat Putzi I in feite niet Richards dochter is.


Maar we weten al dat Richard zelfmoord pleegt op jonge leeftijd. Dat blijft in je achterhoofd zitten. Je vraagt je af waarom, alles lijkt juist goed te gaan, Richard is uiteindelijk zelfs getrouwd. Volgens Monika was zijn vrouw net zo bijzonder, ze was geschapen voor hem.
Maar dan staan ineens de moeder weer voor de deur en komt alles in een stroomversnelling.


Omdat Richard in feite zo ongrijpbaar was, gaat Monika regelmatig te rade bij haar man, die hem heel goed gekend heeft. Hij vult sommige gaten op maar toch lijkt het alsof Monika, of iemand anders, nooit de vinger achter de beweegredenen en gedachtegang van Richard krijgt. Hij blijft ondoorgrondelijk. Kende hij zichzelf eigenlijk wel? Vraag je je af.


Het is een afstandelijk maar toch indringend verhaal. Je wilt weten wat er gebeurt maar toch ergert de aarzelende bijna gereserveerde houding van Monika je ook.
Heb je het eenmaal uit dan blijft het wel nazinderen. Je wilt meer weten over Richard, zijn vrouw, Putzi I en Kikki. Waar zijn ze gebleven? Hoe is Putzi's leven verder verlopen?
Een verhaal om te onthouden.


ISBN 9789046830437 | Hardcover | 189 pagina's | Wereldbibliotheek | 4 april 2024
Uitstekend vertaald door Ralph Aarnout

© Dettie, 4 juli 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Mungo
Douglas Stuart


De protestantse Mungo Hamilton (15 jaar) is het jongste kind van Mo-Ma, zoals ze hij zijn moeder noemt. Mungo aanbidt zijn moeder, zal nooit kwaad over haar spreken terwijl ze dat niet echt verdient. Haar grote liefde is namelijk de fles. Ze verdwijnt ook regelmatig als ze een nieuwe man aan de haak geslagen heeft, elke keer is Mungo bang dat haar iets overkomen is.
Zijn intelligente zus Jodie is degene die de probeert te redden wat er te redden valt. Zij is de veilige haven voor Mungo.
Oudere broer Hamisch is de geduchte bendeleider van de protestantse groep. En Mungo is de vriendelijke, niet al te slimme jongen die alles een beetje sullig over zich heen laat gaan.

De Hamiltons wonen in een achterstandswijk in Glasgow waar misdaad hoogtij viert. Het is overleven. De sterkste overheerst.
Mungo is in feite vrij eenzaam, school boeit hem niet en thuis is er niemand op af en toe Jodie na. MoMa en Hamisch zijn altijd weg en als MoMa er is haalt ze iedereen in huis die drank heeft. Het is Mungo die dan oplet, voor haar zorgt, haar in bed stopt. En dat doet hij met liefde.

Mungo is dan ook blij als hij James ontmoet. Ze worden vrienden maar niemand mag het weten want James is katholiek! Er speelt echter meer, de vriendschap wordt meer dan dat. De jongens zijn ontzettend blij met elkaar. Ze leven in hun gelukzalige bubbel en tasten elkaar voorzichtig lichamelijk en geestelijk af.
Ook James heeft een vreselijk thuis in de vorm van een totaal onverschillige vader. Hij weet dat James op jongens valt en accepteert het niet. Hij eist dat James een meisje zoekt.
Zolang James, vader van huis is, is alles goed. Is er een vorm van vrijheid waar ze dankbaar gebruik van maken.

Maar het blijft niet zo. Hamisch wil dat zijn broer zich aansluit bij zijn groep. Ze willen de confrontatie aangaan met de katholieken en dat is tegen alles wat Mungo zich voor  kan stellen. James die er lucht van krijgt, wenst hem dan niet meer te zien. Mungo staat voor een vreselijk dilemma, wat moet hij doen? Trouw blijven aan zijn familie of aan zijn grote liefde? En hij vertelt zijn macho broer wat hem dwars zit... en dat had hij niet moeten doen.


Wat dan volgt is enorm. De woede, de haat, de wanhoop van de mensen die voor alles moeten knokken en vechten komt tot een uitbarsting. Er moeten zondebokken gevonden worden... En Mungo en James zitten er middenin.
Zowaar vindt MoMa dat ze iets moet doen en stuurt Mungo met twee wildvreemde mannen weg, hij mag een weekend kamperen en vissen... Het wordt een weekend dat te triest voor woorden is.

Het is natuurlijk een typisch Schots verhaal zoals we gewend zijn. Veel drank, veel armoede, veel geweld en proberen overeind te blijven. Het eerste deel van het boek borduurt daar te lang en teveel op door. Het kost moeite om door te lezen. Maar halverwege komt de focus meer op de beide jongens en vooral op hun geaardheid te liggen. De nietsontziende omgeving, de dreiging daarvan voel je bijna. Het is hartverscheurend hoe beide jongens zich moeten ontzien en nooit vrijelijk hun genegenheid voor elkaar kunnen tonen. Alleen bij James thuis, zonder vader, is het goed. Maar het is vooral Mo-Ma die de onvergeeflijke fout maakt Mungo weg te sturen nadat ze de reden daarvan aan beide mannen verteld heeft.
De gevolgen laten zich raden...

Het boek zindert nog even na. Wat een schrijnend verhaal. Gelukkig geven de laatste zinnen een beetje hoop...


ISBN 9789046832301 | Paperback | 398 pagina's | Wereldbibliotheek | 7 april 2022

© Dettie, 3 september 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Frankie
Jochem Gutch & Maxim Leo


Het is een mooie zomeravond, Frankie slentert lekker door de straten en glipt door het oude houten hek de tuin van het verlaten huis in. Opeens ziet hij het! Er is een man in het verlaten huis! Frankie gluurt en sluipt langzaam dichterbij en kijkt vanaf een paar kattenstaartlengtes door het grote raam naar binnen.
Hij ziet inderdaad een man, die op een stoel staat met een touw om zijn nek. Een superdik touw! Laat Frankie nu helemaal gek op touw zijn en zo'n prachtig touw had hij nog nooit gezien. Hij wil wel meespelen!
Frankie springt op de vensterbank en de man ziet hem gelukkig. Frankie knipoogt gelijk maar. Als een kat knipoogt betekent dat net zoiets als glimlachen, het betekent alles is oké.
Maar voor de man is het helemaal niet oké, hij wordt razend, haalt het touw van zijn nek en dendert naar buiten en gooit iets naar Frankie. En toen werd alles zwart...


Als Frankie bijkomt is hij niet helemaal lekker maar hij hoort de man praten. Hij vertelt dat er een dode poes bij hem op de bank ligt en daar kan Frankie niet tegen. Poes? Hij is een kater! En flapt dat er ook uit, "Bennekater" zegt hij in het Mensiaans. De man schrikt zich een ongeluk en Frankie lacht inwendig. Altijd dezelfde reacties. Natuurlijk houdt hij dan lange tijd zijn bek, maar net als de man denkt dat hij toch niet gek is, zegt Frankie weer wat.
De man verschiet van kleur en vraagt voorzichtig of Frankie echt kan praten. Ja dus.
In korte zinnen stelt de man zich voor: "Ik. Richard Gold"
"Ik Frankie" zegt onze kater. En deze woorden vormen de start van dit eigenzinnige, ontroerende, grappige verhaal.

Richard Gold wil aanvankelijk niets van Frankie weten. Zijn vrouw is dood en zonder haar is het leven gewoon helemaal niets. Maar dan had hij buiten Frankie gerekend, want Frankie heeft eten nodig en aandacht en een slaapplek en die is natuurlijk op Richards bed! De onwillige Richard gaat dan maar naar de dierenwinkel om eten te halen en dat hele bezoek is bijna hilarisch te noemen. Voor beiden is die enorme winkel iets nieuws en bijna verwarrend.

Ondertussen komt er af en toe Anna Komarova, een lieve dierenarts, bij Richard. Het is een vrouw die verder kijkt dan alleen zieke dieren. Zij ziet de innerlijke strijd van Richard en is niet echt ontdaan dat Frankie kan praten. Er ontstaat langzaam een band tussen de drie.

Frankie heeft ondertussen ook zijn eigen zorgen, want hoe kan hij de mooie kattendame versieren. Hij is maar een kat die op de vuilnisbelt woonde. Hij gaat in beraad met zijn beste vrienden de gespierde eekhoorn en de professor ofwel de wijze dashond.

Als je het bovenstaande zo leest, lijkt het bijna een kinderboek maar dat is het totaal niet. Frankie is een eigenwijze maar schrandere kat. Maar het is de professor die aangeeft dat Richard weer de zin van het leven moet gaan zien en Frankie kan hem dat geven! Die taak neemt Frankie serieus.
Het hele verhaal is aan een kant lichtvoetig omdat het vanuit een kat verteld wordt die andere visies heeft dan een mens en ook ontroerend omdat diezelfde kat zo graag bij Richard wil blijven en er voor hem wil zijn. Mooi geschreven ook.
Kortom, een klein juweeltje van een boek.


Jochen Gutsch is verslaggever bij Der Spiegel en columnist bij de Berliner Zeitung.
Maxim Leo (1970) studeerde politicologie en is journalist en schrijver.


ISBN 9789400517363 | Hardcover | 156 pagina's | AW Bruna | 6 juni 2024

© Dettie, 21 augustus 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Buitenlanders en andere Papoea's
Rob Verschuren


Rob Verschuren zegt het zelf: hoe je een kort verhaal schrijft:

‘Er moet een conflict in. Een point of attack moet er zijn, contrast tussen de personages, symbolen. En een epifanie.’


Epifania is een feest dat in Italië gevierd wordt op 6 januari. Wij kennen het als Driekoningen. Wij vieren de openbaring die ten deel viel aan de drie wijzen uit het oosten.
In de literatuur betekent het een 'plotselinge, verwarrende openbaring'.

Voldoen de tien verhalen in dit boek aan deze eis? Het verhaal met gelijke titel (Epifanie) niet…
En het maakt eigenlijk niet uit. Toch?
Soms is er ook maar een enkel personage. Al zijn die dan in hun hoofd bezig met de buitenwereld, die dan dient als contrast. Het gaat dan veelal wel om een wereld die wij kennen, maar de reactie van de hoofdrolspeler is anders. Verrassend.

In het eerste verhaal gaat het over een jonge man die opblaaspoppen koopt. Niet een, maar meer. Hij heeft snode plannen, want hij is woedend.
Op wie? Waarom?
Het verhaal over de neus van de Pietà is bijna een lezing. Een boeiende lezing, met een verrassende wending.
En natuurlijk zijn er verhalen in Vietnamese sfeer. Want de schrijver woont al geruime tijd in dat land. Ook hier een geschiedenislesje.

Het zijn mooie verhalen, over uiteenlopende onderwerpen. Niet wat de lezer doorgaans tegen zal komen in zijn of haar leven. Maar juist dat maakt dat je ze met plezier leest.
Verschuren heeft humor, die soms naar cynisme neigt. ‘Rumbonen’ bijvoorbeeld, over de vrouw met een eetverslaving.


Rob Verschuren is in 1953 in Malden geboren. Hij heeft lang als copywriter in de reclame gewerkt. Sinds het midden van de jaren tachtig woont hij buiten Nederland, de laatste vijftien jaar in Vietnam, met zijn Vietnamese familie. Zijn werk is vertaald in het Engels en het Frans.

ISBN 9789493368040 | Paperback | 148 pagina's | Uitgeverij In de Knipscheer | mei 2024

© Marjo, 30 juli 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Vrouw met litteken
Harman Nielsen

Voormalig diplomaat Daniel vult nu zijn dagen als kunstschilder. Hij werkt in Den Haag waar een oude liefde hem komt opzoeken.
Daniel heeft Suzanne in geen vijftien jaar meer gezien.
Suzanne heeft voor Inlichtingen gewerkt, ze is juriste en werkte tot voor kort bij de CTIVD (toezichthouder op de rechtmatigheid van het handelen van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten). Ze zou - behalve dat hij haar schildert - graag willen dat Daniel de dood onderzoekt van Antonia van Staveren.
Deze vrouw runde een safehouse in Scheveningen voor de Nederlandse staat, maar het huis fungeerde ook als bordeel en als de plek waar bloemschikcursussen gegeven werden.


Is haar dood een ongeluk? Moord? Zelfmoord? En heeft de zelfmoord van Leonard van Heemskerk er iets mee te maken? Hij was een bezoeker van het bordeel en pleegde een dag na Antonia's dood zelfmoord. Vlak ervoor had hij melding gemaakt van het feit dat er in het bordeel minderjarigen actief zouden zijn. Het gevolg was dat het dicht zou moeten. Maar wat betekende dat voor het safehouse?
Nu Antonia er niet meer is, is dat sowieso niet meer actief.


Daniel en Suzanne wordt gevraagd de zaak off the record te onderzoeken. Is er nog kwetsbaar materiaal aanwezig in het bordeel? En inderdaad ontdekken ze wel het een en ander.
Terwijl ze dat doen schildert Daniel Antonia: In zijn hoofd vormt zich een portret. Ze was een bijzondere vrouw, een vrouw met een veelzeggend litteken. Daarnaast blijken ook andere personages ‘littekens’ te hebben. Iedereen verborg wel iets.


Het verhaal is in de vorm van een thriller geschreven maar is toch meer een literaire roman. Vanwege de taal en vanwege de diepgang. En vanwege de NUR: 301
De titel klinkt als de titel van een schilderij. En dat is het ook: een beeldend verteld verhaal.


Harman Nielsen (1958) werkt als fotograaf en auteur en studeerde aan en werkte later bij de Universiteit van Groningen. Hij debuteerde in 1997 met Skaldenzang en schreef een zevendelige cyclus fantasyromans: Het verscholen volk. In 2018 en 2021 verraste hij met een tweedelige psychologische young adults-roman: Mal en Het Meer. In 2017 verscheen de Haagse thriller Impasto, dit boek is het los daarvan te lezen als tweede deel.


ISBN 9789493214972 | Hardcover | 210 pagina's | Uitgeverij In de Knipscheer | februari 2024

© Marjo, 16 juli 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Hij noemde me Elly
Naar het waargebeurde verhaal van Esther Vleeschhouwer-Blocq, die acht concentratiekampen overleefde
Femmetje de Wind


Het is 1940, oorlog. En Esther is joods, al is het gezin niet praktiserend, daar storen de Duitsers zich niet aan. Ze hebben nog even respijt, het normale leven kan nog even doorgang vinden. Esther gaat naar de tekenschool, waar ze Sonja leert kennen. Zij introduceert Esther op de joodse tafeltennisvereniging, waar ene Wim Vleeschhouwer de voorzitter van is. Cupido slaat zijn slag.


Esther Blocq is pas zestien als ze Wim leert kennen. Begrijpelijkerwijs zijn haar ouders niet zo blij met het feit dat ze aangeeft verliefd te zijn: hij is veel ouder! Nu valt dat wel mee, hij is nog net geen twintig.
Op een feest waar men het begin van het jaar 1941 viert wenst Wim haar een fijn jaar:


‘Geweldig!’ Hij legde zijn hand op mijn wang. ‘Dit wordt ons jaar, Elly.’
Ik schrok. Had hij misschien het verkeerde meisje voor zich? Was er iemand anders? ‘Ik heet Esther,’ zei ik.
‘Ja, dat weet ik, maar voor mij ben je Elly.’


Het is voorzichtige het begin van wat een levenslange relatie zal worden.
Maar zoals we weten waren Joden niet veilig. En in 1943 wordt Elly opgehaald door NSB-ers. Tot ieders verbijstering besluit Wim met haar mee te gaan!


Ze belanden in Vught, waar een kamp wordt opgericht, waar steeds meer mensen binnenkomen.Er worden dus mensen op een lijst gezet, en dan getransporteerd naar een onduidelijke bestemming. Wim weet hen beiden op de lijst te krijgen van het Philips-Kommando. Mensen die in dienst waren van Philips waren lang veilig. Maar helaas werden ook zij gedeporteerd: in 1944 wordt Elly op transport gezet naar Auschwitz. Het wordt het begin van een reis van het ene kamp naar het andere, onder steeds slechtere omstandigheden. Onmenselijke omstandigheden: mishandeld en uitgehongerd neemt de gezondheid van de kampbewoners zienderogen af.
Er is maar één ding dat Elly op de been houdt: af en toe is er een teken van leven van Wim…


Het verhaal van een Joodse vrouw die door wilskracht, maar vooral met veel geluk aan haar zijde, maar liefst acht concentratiekampen overleefde, is indrukwekkend. Als in mei 2024 de dodenherdenking plaatsvindt, is Esther Block bijna honderd jaar oud. Onvoorstelbaar: als overlever woog ze nog slechts twintig kilo!
Met aandacht voor zowel het persoonlijke verhaal als de historische achtergrond heeft Femmetje de Wind haar verhaal opgetekend.


Femmetje de Wind is schrijver, journalist, columnist en uitgever. Ze studeerde Rechten en Vergelijkende Kunstwetenschap en werkte jaren als hoofdredacteur van verschillende magazines. In 2015 debuteerde ze met de roman Rivka – waar ze veel lof mee oogstte en die deels gebaseerd is op het oorlogsverleden van haar vader.


ISBN 9789044367256 | Paperback | 416 pagina's | Uitgeverij The House of Books | april 2024

© Marjo, 8 juli 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER