Nieuwe boekrecensies

Alles wat beweegt
Susan Smit


Isadora Duncan (1877, San Francisco -  1927, Nice) was een Amerikaanse danseres.
Een danseres in die tijd was meestal bezig met klassiek ballet. Zo niet Isadora Duncan. Zij legde zich toe op iets heel anders, nieuw voor die tijd.


‘Niets is natuurlijk aan ballet en die onnatuurlijkheid is tot kunst verheven.
De dans moet het lichaam bevrijden in plaats van inperken. Ballet druist zelfgenoegzaam tegen de vorm en de beweging van de natuur in. Kijk maar eens goed: onder de tutu’s en de maillots dansen misvormde spieren. Kijk nog verder: onder de spieren zitten misvormde botten. Er danst een misvormd geraamte. Het ballet richt zichzelf te gronde door een misvorming van het prachtige vrouwenlichaam af te dwingen.’


Isadora danst anders, ze danst het leven: een vloeiende expressieve dans. Voor het eerst in de geschiedenis wordt er gedanst op blote voeten en in losse gewaden, geïnspireerd op de bewegingen van de natuur.
De een vindt het afschuwelijk, de ander is er lyrisch over.


Vanaf haar jeugd werd er veel gereisd. Na de dood van haar vader was er vaak armoede. Ze trokken van het ene land naar het andere, overal waar Isadora op kon treden reisde het gezin met haar mee. Vanaf het moment dat ze succes begon te krijgen, waren er ook perioden dat het hele gezin volop te eten had. Maar het ging niet altijd goed.


‘Die hobbels horen bij de aard van het leven.'


Maar er staat haar een enorme hobbel te wachten: ze is zwanger. Van haar grote liefde, eveneens een kunstenaar. Maar Ted is al wel getrouwd. Isadora vindt het geen probleem, als hij maar vaak genoeg komt. Zij heeft geen behoefte aan een huwelijk, ze is een vrije vrouw en dat wil ze blijven.


Het is 1906. De normen en waarden verwelkomen geen ongetrouwde zwangere vrouwen. Wie op de hoogte is van  haar toestand spreekt er schande van. Dus zoekt ze naar een veilige en rustige plek.
Die vindt ze in Noordwijk aan Zee, een alleenstaand huisje in de duinen, waar een huishoudster inbegrepen is in de huur.
Maar als deze Cornelia ontdekt dat Isadora niet getrouwd is:

‘De schande! De dwaling die u hebt begaan! U had het me moeten vertellen.’'Ik wist niet dat het zo belangrijk voor u was,’ lieg ik.‘Deze tuchteloosheid…’ zegt ze, ‘en zo schaamteloos onder mijn ogen.’ Ze begint demonstratief de strik op haar rug los te maken en trekt haar schort over haar hoofd uit.
‘Ik zal bidden dat de genade zich over u uitstort en dat Christus zich over u zal ontfermen,’ zegt ze lijzig, ‘want dat zult u nodig hebben.’


En zo is dit boek behalve het verhaal over een beroemde danseres ook het verhaal van een vrijgevochten vrouw in  het begin van de twintigste eeuw.Maar de zwangerschap, hoewel gewenst, gooit roet in het eten. Ze loopt tegen beperkingen aan die haar lichaam haar oplegt en die later ook de baby haar zal opleggen.


Susan Smit weet hoe ze haar lezer geboeid moet houden. ze wisselt heden en verleden af, en ook in haar manier van schrijven zit afwisseling: Kort maar krachtig of heerlijke lange zinnen, met zintuiglijke beschrijvingen en ook de dialogen zijn zeer geslaagd.
Een mooi geschreven biografische roman.


Susan Smit (1974) studeerde Culturele Studies, met als hoofdvak Nederlandse Taal- en Letterkunde, aan de Universiteit van Amsterdam. Ze is columnist en publiceerde twaalf non-fictieboeken, zes romans, een verhalenbundel en een novelle.


ISBN  9789048868506 | Paperback | 272 pagina’s | Uitgeverij Lebowski | maart 2024

© Marjo, 23 april  2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Jaren van liefde
Cilja Zuyderwyk


Andreas en Fay zijn als het ware voor elkaar geschapen. Ze voelen elkaar goed aan en genieten van elkaar en de wederzijdse interesses. Het enige mogelijke obstakel is het leeftijdsverschil. Andreas is twintig jaar ouder dan Fay. Vroeger was dat nooit een punt, maar nu hun dochter de deur uit is en de zeventigjarige Andreas een mysterieuze ziekte heeft waardoor hij weinig meer kan, breekt het Fay wel op.


Fay is beeldhouwster, vooral gespecialiseerd in beelden van vogels, ze heeft een atelier aan huis. Andreas was meubelontwerper.
Dankzij de ziekte van Andreas is Fay veel thuis en ziet weinig mensen meer. Ze voelt zich vaak eenzaam, vooral ook omdat ze de oude Andreas mist, haar maatje en grote liefde.
Helaas is die tijd voorbij.


Op een dag krijgt ze een verzoek via Irina, een oude vriendin, of zij aan iemand haar gastenverblijf wil verhuren. Thomas, de kandidaathuurder, is achter in de veertig, architect en blijkt sympathiek. Al snel betrekt hij het verblijf. Daardoor wordt alles voor Fay en Andreas beter en vrolijker. Andreas knapt zelfs wat op van de aanwezigheid van Thomas. Maar langzamerhand komt er een kentering... Er ontstaat onrust en blijken zaken anders in elkaar te zitten dan Fay dacht. Wie is Thomas eigenlijk?


Cilja Zuyderwyk verstaat de kunst van 'show don't tell'.
Fay en Andreas komen in elkaar afwisselende hoofdstukken aan het woord waardoor wij als lezer meer te weten komen dan zij aan elkaar durven te vertellen. Maar er wordt de lezer ook niet álles verteld waardoor het verhaal spannend en boeiend blijft, er wordt wel subtiel naar zaken verwezen.
Mede doordat het stel elkaar hun gevoelens én de waarheid niet vertellen, ontstaat er een afstand tussen beiden, die ze moeilijk vinden, maar het kan niet anders denken ze...
Thomas vormt een mysterieuze maar ontwrichtende schakel tussen hen twee, hoewel ze daar geen weet van hebben. Al met al maakt dit dat het een bijzonder boek is, zowel qua stijl als inhoud, bovendien heeft het een zeer verrassend einde.

Opnieuw een prettige roman van deze schrijfster.


Cilja Zuyderwyk (1949) schrijft poëzie en proza. Er verschenen van haar vier poëziebundels. Jaren van liefde is haar vijfde roman.


ISBN 97894650139077 | Paperback | 214 pagina's | Brave New Books | 27 maart 2024

© Dettie, 11 april 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Het beeldje van Li
Ben Bouter


Ik zet vader op de steenkoude onderste trede van de betonnen trap. Geen kussen onder zijn billen. Nergens voor nodig. Het vriest min tien, met kans op sneeuw.


Met deze zinnen opent Ben Bouter zijn aangrijpende en ontroerende roman die zich in de jaren zeventig en negentig van de vorige eeuw afspeelt.


De ik persoon uit de beginzinnen is Li een afkorting van Lalita zoals we later zullen lezen. Dankzij deze eerste regels besef je gelijk dat de verhouding tussen vader en dochter op scherp staat. Maar wat er aan de hand is geeft Ben Bouter maar mondjesmaat weg. Bijna terloops laat hij enkele woorden vallen waardoor je langzamerhand beseft wat voor band Li met haar vader heeft.


Was er wel een band? Vraag je je af.
Vader, Bert Backs, blijkt een slachtoffer van de Tweede Wereldoorlog, hij verbleef als kind in een Jappenkamp. Hij was daar vernederd en afgeranseld. De bitterheid zit in zijn lijf. 'De oorlog heeft zijn hart eruit geslagen. Zijn hoofd leeft nog, maar zijn hart niet meer' is de wijze uitspraak van Eva Kousemaker.


Door wat hij meegemaakt heeft, voedt hij zijn dochter met harde hand op. Minimaal zes minuten met blote voeten in de sneeuw lopen, is zijn eis. Handschoenen zijn nergens voor nodig. Was Li's pianospel niet goed dan schuwde hij het niet om op haar vingers te slaan. Cadeau's en Sinterklaas was flauwekul. Li is dom, Li is onaantrekkelijk, tenminste volgens haar vader. Woorden die haar op latere leeftijd blijven achtervolgen. Vader heeft dankzij zijn trauma zijn dochter eveneens stevig geestelijk verwond.
Moeder gaf haar ooit eens een tekenblok en potloden, maar daar bleef het bij. Moeder is een geleerde en altijd op reis, zij ontvlucht haar getormenteerde man en laat daarmee haar dochter alle grillen van vader opvangen.


Natuurlijk heeft dit een enorme invloed op Li. Gelukkig leert ze via een meisje in haar klas Eva Kousemaker kennen. Een kunstenaar die schildert en beelden maakt. Dankzij haar raakt Li niet in een totaal isolement. Eva leert haar kijken, voelen, ervaren. Zij ziet hoe bijzonder getalenteerd Li is en steunt haar in haar kunstzinnige ontwikkeling.


Het verhaal ontrolt zich langzaam en verspringt van het kind Li naar de volwassen kunstenares Li. We lezen hoe Li uiteindelijk toch psychologische hulp zoekt om zichzelf mens te voelen en zichzelf te accepteren zoals ze is. En in kleine zinnetjes laat Ben Bouter zien dat er een ommekeer plaatsvindt waarbij Li zelf er ook steeds meer toe doet. Er wordt zelfs een heel bijzondere plan ten uitvoer gebracht om Li te helpen van haar wrok over de handelingen van haar vader af te komen.


Ook haar werk speelt daarbij een heel belangrijke rol, wat prachtig weergegeven wordt door de schrijver.
Ze wil haar vader nog één keer schilderen zodat hij buiten haar komt te staan. Ze moeten beiden een zelfstandig leven leiden.
Li zegt daarover: 'Door hem te schilderen blijft hij voor altijd bestaan en raak ik hem voor eeuwig kwijt.


Halverwege het boek komt een omslagpunt, de afkomst van Li komt centraal te staan en op het laatst wordt de spanningsboog zo groot dat je als het ware door het verhaal rent.
Je wil weten wat er gebeurd is en hoe het verder gaat.


Het is een onvergetelijk verhaal dat laat zien wat voor enorme invloed gebeurtenissen en ook verzwijgen van zaken op een leven kan hebben.
Ben Bouter heeft dit gegeven op een knappe en bijzonder manier verwerkt in dit boek.
Een boek om te koesteren en meerdere keren te lezen.


ISBN 9789464818413 | Paperback | 247 pagina's | Uitgeverij Woensdag | 28 maart 2024

© Dettie, 28 maart 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Noahs keuze
Linda Beukeboom


Een ontroerende LHBTIQ+ roman over het verwerken van verlies en het luisteren naar de keuze van het hart.


Deze onschuldige bovenstaande zin is op de achterkant van het boek te lezen. Het lijkt om een verhaal te gaan waarin iemand een keus moet gaan maken, luisteren naar zichzelf of niet? Ook bij het lezen van de rest van de flaptekst vermoed je dat iemand worstelt met zijn geaardheid. Dat is in in dit boek gedeeltelijk ook zo, maar het hoofdthema is heel wat anders dan een ontroerende roman over het verwerken van verlies namelijk seksueel misbruik.


Het verhaal begint bij de crematie van Marijke, die als pedagoog in zijn leven was gekomen. Zij was de enige persoon waarmee Noah bevriend was geweest. Noah is diepbedroefd, hoe moet hij nu verder? Er komt een man op hem afgestapt, die zich als zijnde Sietse van Driel voorstelt. Ook hij was goed bevriend met Marijke, misschien kunnen ze eens afspreken om met elkaar over Marijke te praten? Noah stemt in en daarmee begint de hel die acht jaar zal duren.


Van Driel blijkt namelijk veel over Noah te weten en palmt de jongen helemaal in. Noah zelf is erg op zoek naar wie en wat hij eigenlijk is en vindt daardoor aan een kant de aandacht van Sietse fijn maar toch is hij ook bang voor hem. Sietse is erg overheersend en claimt de jongen. De ontmoetingen gaan jaren door. Sietse kleineert Noah maar weet aldoor ook de juiste woorden te vinden waardoor Noah, eenzaam als hij is, toch met Sietse blijft omgaan. Maar de 'vriendschap' gaat van kwaad naar erger tot de dag dat het helemaal uit de hand loopt. Vanaf die dag heeft Noah een slot op zijn gevoelens.


We lezen hoe Noah probeert om te gaan met met wat er gebeurd is. Hij weet nu helemaal niet meer wie of wat hij is. Net als voor de actie van Van Driel weet hij nog steeds niet of hij wel of niet homoseksueel is. Hij wil geen homoseksueel zijn maar voelt zich ook niet aangetrokken tot vrouwen. Hij stort zich op zijn studie, maar van binnen blijft die bange jongen aanwezig. Hij kan zich niet uiten, schaamt zich, is wanhopig maar ook vastberaden zich niet klein te laten krijgen. Hij gaat samenwonen met Annelies, maar ook dat gaat niet goed omdat Noah geblokkeerd is. Pas als Annelies hem wegstuurt en hij de juiste personen ontmoet, ontdooit Noah en begint hij de afschuwelijke gebeurtenissen rond Sietse te verwerken. Hij leert dat sommige mensen wél te vertrouwen zijn.


Het is altijd goed als een taboeonderwerp besproken wordt en het is dan ook moeilijk om commentaar te leveren op een dergelijk boek. Maar juist bij zo'n heikel onderwerp moet het inhoudelijk wel goed geschreven zijn. Het verhaal rammelt een beetje.
Je leest wel over de angst van Noah maar het blijft bij woorden, de echte diepe angst die Sietse van Driel bij Noah oproept 'voel' je niet. De ontreddering is er wel maar wat voor enorme impact dergelijke handelingen op Noah gehad moeten hebben, 'ervaar' je niet. Het blijft bij een soort observatie in plaats van de échte gebeurtenissen. Linda Beukenboom probeert het wel en toont ook respect voor Noah, ze komt ook een heel eind in haar benadering maar het lukt haar niet om tot de wérkelijke essentie door te dringen van de vreselijke gevolgen die Noah gevoeld moet hebben. Ook zijn er soms te grote overgangen van de ene naar de andere situatie waardoor er een disbalans in het verhaal ontstaat.


Het eind is verder een beetje té makkelijk. Zeker voor zo'n getraumatiseerde jongen als Noah is het moeilijk te aanvaarden dat hij ineens bepaalde dingen ondergaat. Dat heeft een veel langere tijd nodig. Nogmaals het is goed dat een dergelijk onderwerp besproken wordt maar er hadden meer bijgeschaafd moeten worden om het verhaal waarachtig te maken.
In mijn ogen zou ook in de flaptekst iets duidelijker aangeven moeten worden dat het om dit traumatische onderwerp gaat, daar is nu geen sprake van.


ISBN 9789464933215 | Paperback | 193 pagina's | Ellessy | 21 februari 2024

© Dettie, 24 maart 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Thee voor de geesten
Chris Vuklisevic

Als je langs de rivier de Vésubie ten noorden van Nice de bergen de Mont Bégou op gaat, kom je langs meerdere dorpjes. Kleine boerendorpjes, als Castagniers, Utelle, Le Colombier, Lantosque Roquebillière en nog hoger de berg op Bégoumas, het meest verborgen spookdorp.


De verteller van dit verhaal is de archivaris van Nice. Hij heeft de opdracht gekregen om uit te zoeken wat er met dat ene dorp gebeurd is.  De inwoners van Bégoumas zijn namelijk om onverklaarbare redenen verdwenen. Dat is zeventig jaar geleden.
De verder naamloze archivaris vertelt ons over de tweelingzussen, die op de schapenboerderij geboren werden in 1940. Hij moet het doen met wat Félicité hem vertelde.


Het was een moeilijke bevalling. De moeder, Carmine, was al meer dan een maand over tijd, en toen de zussen zich dan eindelijk lieten zien, was het meteen duidelijk dat ook zij niet ‘normaal’ waren. De oudste werd Félicité genoemd, de (ongewenste) tweede Agonie. Bij het aangeven husselt de vroedvrouw de letters, zodat de naam Egonia genoteerd wordt.
Deze laatste had slechts één tand, bij de geboorte al aanwezig, en als zij sprak kwamen er vlinders of andere insecten uit haar mond. Als zij ergens spuwde, groeiden er planten met gigantische ranken en bloemen, die al het andere verstrikten.
Al toen de meisjes vijf jaar waren zorgden ze voor zichzelf; ze moesten wel want hun moeder verdween geregeld om dan weken weg te blijven.


De oudste gaat naar school, de jongste niet. Duidelijk is waarom niet.
Félicité gaat naar het lyceum in Nice, waar ze Marine leert kennen, de theeoloog die haar alles zal leren over thee, en over fantotactiel serviesgoed. Samen reizen ze de wereld over, op zoek naar thee. En dan vergeet ze haar moeder en haar zus, die ze beloofd heeft geregeld terug te komen.


Later zal ze een eigen winkeltje hebben in Nice: een detectivebureau ‘voor schimmen, dolende en dwalende geesten’.
Daar komen mensen die nog iets willen van de mensen die hen onlangs ontvallen zijn. En dan begint Félicité met haar theeritueel.


 ‘Eerst vulde ze de fluitketel. Wachtend op het eerste borrelen van het water koos ze daarna een theepot uit van de tientallen die langs de muur stonden, op commodes en in raamkozijnen, in alle vormen die je kunt bedenken – een pompoen met een plantenhandvat, een dame in rokken, een vleugelpiano, een huisje met een strodak, een zwaan, en verder ronde, ovale, in peervorm, van koper, van keramiek, van gietijzer, van porselein, van klei, dunne, dikke, witte, gekleurde,  vergulde – goed, ja snapt het, veel theepotten. Vervolgens haalde ze de koppen tevoorschijn. Daar bleek ze een stuk minder kieskeurig over te zijn: ze pakte er gewoon een paar en zette ze op niet bijpassende schotels.


Behalve voor de schimmen natuurlijk. Het servies dat voor de spoken bedoeld was, zat in een koffertje dat niet veel groter was dan een woordenboek. Wanneer ze het opende zag je daarbinnen de kleur van een hart dat klopt. Elk kopje, elk schoteltje, elk lepeltje rustte er in zijn fluwelen nest. Ze haalde ze er een voor een uit alsof het breekbare eieren waren; het liet de donsachtige stof dansen…’


Maar er zijn ook haar eigen schimmen. En haar moeder en haar zus. Een familie met geheimen, die ontsluierd moeten worden.


Een verhaal over thee. Over theepotten, die eigenzinnig zijn, moeilijk onder controle te houden (het antwoord op de vraag waarom je toch altijd morst bij het schenken)
Over schimmen en familiegeheimen. Over magie, over schizofrenie, en natuurlijk over dat weerbarstige landschap in de bergen ten noorden van Nice.


Een wonderlijk verhaal dat je moet liggen, maar ben je er eenmaal in begonnen, dan leg je het niet meer weg. Het is een psychologisch verhaal, een fantastisch, surrealistisch verhaal, dat je meesleept. Neem er een kopje thee bij en verdiep je in het wonderbaarlijke leven van de zussen en hun voorouders.
Het is vlot geschreven, met vaak mooie zinnen, in korte hoofdstukken, met af en toe tussenstukjes waarmee de archivaris je even terug op aarde zet.
Bijzonder verhaal.


Chris Vuklisevic werd geboren in de Franse Rivièra, maar woont nu in Ierland. Ze is podcasthost en schrijver, en won met haar debuut diverse prijzen. Thee voor de geesten is haar tweede boek, en het eerste dat in het Nederlands wordt vertaald.


ISBN 9789401620888 | Paperback | 368 pagina's | Uitgeverij Xander | november 2023
Vertaald uit het Frans door Mariella Manfré

© Marjo, 11 maart 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Morisaki's boekwinkel
Satoshi Yagisawa


Takako krijgt op een dag van haar vriend te horen dat hij gaat trouwen met hun collega! Haar wereld stort in. Ze neemt ontslag en weet met haar leven geen raad.
En dan belt Satoru, haar oom. Waarom komt Takako niet bij hem boven de boekwinkel wonen? Het is gratis en bovendien kan hij wel wat hulp gebruiken.
Oom Satouru woont in Jinbõchõ, een district van Tokio, Japan, dat bekend staat als Tokio's centrum van tweedehandsboekwinkels en uitgeverijen. Hij heeft zijn winkel compleet volgestouwd met ca. 6000 boeken.


Boekwinkel Moriski is een begrip in de wijk. Oom Satoru is gespecialiseerd in vroegmoderne letterkunde. Elke winkel heeft zijn eigen specialisatie. Maar Takako houdt helemaal niet van lezen. De eerste tijd slaapt ze alleen maar in het kleine kamertje boven de winkel. Het enige wat ze doet is de winkel openen en wachten tot oom komt om vervolgens weer te gaan slapen. En dan, uit pure verveling, pakt ze maar eens een boek en begint te lezen... En ze blijft lezen. Het ene na het andere boek verslindt ze.


Ondertussen begint haar nieuwe leven ook vorm te krijgen. Ze ontdekt de bijzondere buurt met al zijn boekwinkels, ontdekt de 'koffiezaakjes' wordt zelfs vaste klant en langzamerhand ontwaakt ze uit haar lethargie en begint zowaar te genieten. Haar bijzondere, excentrieke en energieke oom helpt haar daarbij. Met de verhalen over zijn onrustige leven en vele reizen leert ze dat er meer is dan de kleine wereld waarin zij is grootgebracht.


Het lijkt een simpel verhaal maar een goede schrijver kan zelfs bijvoorbeeld over een bloemknop een boeiend verhaal schrijven en die kunst beheerst Satoshi Yagisawa ook. Hij weet een sfeer te creëren die je van de Japanse wijk en haar bijzondere inwoners laat genieten. Het boek heeft niet het verstilde wat Japanse verhalen zo kenmerkt, maar er is wel rust en bedachtzaamheid. Doordat de schrijver de bijna letterlijk ingeslapen Takako tegenover de intens levende Satoru heeft gezet, blijft het verhaal boeiend en levendig.


Natuurlijk is het ook een pluspunt dat het verhaal zich afspeelt in een heel bijzondere (echt bestaande) boekenwijk, een wijk waar een ware boekenliefhebber van droomt. Dat geeft alles nog dat beetje extra. Achterin het boek staat een lijst van de schrijvers die in het boek genoemd worden.
Fijn boek om te lezen

Satoshi Yagisawa (1977) debuteerde in 2009 met Morisaki's boekwinkel. Het boek is in Japan verfilmd en kreeg de Chiyoda Literatuurprijs


ISBN 9789029097963 | Hardcover met stofomslag | 205 pagina's | Meulenhoff  | 9 januari 2024
Vertaald door Jacques Westerhoven

© Dettie, 12 februari 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Archipel
een vrouw, een verhaal, een leven
Fleur Bourgonje


Terwijl ze zich fysiek op een eiland bevindt, in een dichtershuisje op Texel, schrijft Fleur Bourgonje over haar leven, een leven waarin ze vele landen bezocht en er ook woonde.
Al schrijvend onderzoekt ze de vraag wat deze reizen en alles wat ze meegemaakt heeft voor haar persoon betekent. Steeds teruggrijpend naar het heden, Texel, waar een storm tekeer gaat, duikt ze in haar herinneringen.


‘… een associatief herinnerd levensverhaal met als hoofdstukken de eilanden waar ik voor korte of langere tijd woonde, die, vermoed ik, van invloed zijn geweest op mijn denk- en gevoelswereld en mijn levenshouding bepaalden.’


Een van die eilanden is het dorp, waar ze geboren werd en haar jonge jaren doorbracht. Een eiland, omdat het huis op een terp stond, met aan alle kanten een groen landschap. ‘Het middelpunt van de wereld’ was het voor haar als kind.
Ze schrijft over haar vroegste herinneringen, over hoe zij als kind bepaalde gebeurtenissen ervoer, voorvallen die voor haar bepalend zullen zijn geweest voor haar karakter.
Hetzelfde geldt voor de reizen door Zuid-Amerika, ze was in Chili ten tijde van de revolutie.
Fleur Bourgonje was (is) een ondernemend type en heeft nogal wat meegemaakt.


En dan lezen we geen feitelijk verslag van wat er gebeurde, ze vertelt over haar eigen ervaringen, als jonge vrouw die alleen al omdat ze Europees was, gezien werd als een ‘elitaire Europeaan met privileges en rugdekking.’ Duidelijk maken dat ze dat – in Europese ogen – zeker niet was, als dochter van een smid die de eindjes aan elkaar moest zien te kopen, was onmogelijk.


Dit is wat duidelijk wordt in dit boek: de verschillende culturen liggen vaak ver uit elkaar en herinneringen zijn niet altijd scherp meer.
Over weemoed heeft ze het: je kan niet meer zijn wie je vroeger was.
Mede daarom is het geen lopend verhaal, maar zoals ze zelf al aangeeft in het voorwoord een  ‘een associatief herinnerd levensverhaal’.
Door steeds terug te grijpen naar een voor de gemiddelde lezer beter aan te voelen leven – dat van een Nederlands gezin - is het lezen aangenaam.
Ook de stukken tekst over het leven op het eiland helpen daaraan mee.


Fleur Bourgonje hanteert een vlotte pen, in een mooie en duidelijke stijl vertelt ze over haar avonturen.
Mooi is de tegenstelling tussen de bereisde hoofdpersoon, Fleur zelf dus, en de buurman op Texel, die zowat vastgeroest zit aan zijn eiland, maar daar dan ook volkomen tevreden mee is.


Fleur Bourgonje (Achterveld, 1946)  woonde in onder andere Parijs en later een aantal jaren in Midden- en Zuid-Amerika. Ze schreef voor kranten, in het Nederlands en in het Spaans. In 1985 kwam haar romandebuut uit ‘Spoorloos’, en won er meteen de debutantenprijs Het Gouden Ezelsoor mee. Later ontving ze de Betje Wolffprijs voor haar gehele oeuvre.


ISBN  9789492241665  | Hardcover | 250 pagina’s | Uitgeverij Magonia | februari 2024

© Marjo, 18 april  2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Ooit waren wij vogels
André Platteel


Jonathan komt uit Leiden maar na de traumatische overlijdens van zijn moeder en jongere broertje, besluit hij te vertrekken. Hij gaat naar Miami.
Maar of het in de Verenigde Staten nou zoveel beter is? Hij besluit zich nuttig te gaan maken: in Miami is het water bezig aan een allesvernietigende opmars.
Over de hele aardbol zijn ‘de uitstervingen’ flink huis aan het houden, er zijn steeds minder dieren. De aarde zelf is nauwelijks meer geschikt om iets te kunnen verbouwen. De ene ramp volgt de andere.

Jonathan zoekt zijn heil in een motel in Miami, dat gerund wordt door Drake, een van de Seminole, de inheemse bevolking. Hij wil zich nuttig maken.
Maar het is vrijwel onmogelijk om hulp te verlenen. Daar heb je immers geld en middelen voor nodig, en dat is er niet. Honger, dorst, en overbevolking doordat vele vluchtelingen proberen een goed heenkomen te vinden, hebben als resultaat dat er iedere dag mensen sterven. Zoveel dat een fatsoenlijke begrafenis niet echt mogelijk is. Jonathan probeert de overleden mensen die hij gekend heeft toch niet zomaar los te laten. Hij schrijft necrologieën.  En die lopen al in de duizenden...


In Miami heeft hij de arts Bobby ontmoet. Tegen beter weten in hebben zij een relatie en daaruit is Tommi geboren. Maar Tommi is ziek, zoals eigenlijk vrijwel iedereen dat is.
Moeder Bobby doet haar best om haar zoontje te redden, tevergeefs. Ze komt zelf te overlijden.
Dan zoekt Jonathan zijn heil voor Tommi - maar ook voor zichzelf, want ook hij is ziek -  bij dokter Barbara, inheems arts. Ze ondergaan behandelingen die geënt zijn op ideeën over de evolutie.


‘Ik werd direct door de dokter op mijn gemak gesteld. Of ik wist hoeveel mutaties een orchidee heeft moeten maken om levensvatbaar te worden. Ik weet niet meer precies hoeveel, maar het aantal dat dokter Barbara toen opnoemde tartte mijn verbeelding. Al die ziektes, al die varianten, allemaal mutaties om te overleven, zei hij. Waar Tommi en ik aan leden was een evolutionaire stap.’


En dokter Barbara kon dat versnellen, om zo het genezingsproces in versneld tempo te laten geschieden. Jonathan heeft nauwelijks een andere optie, gezien de lichamen die hij iedere dag weer begraaft.
Dit probleem, de ziekte, is al erg genoeg, maar het einde van de wereld roept nog andere problemen op.


Als je het aan André Platteel vraagt is het einde van de wereld nabij. In zijn apocalyptisch roman is vertelt de opa van de hoofdfiguur over de kampen in de Tweede Wereldoorlog.  Jonathan is een tweede generatie, van onze tijd dus.
De wereld wordt door de ene na de andere ramp getroffen, kan dit wel goed aflopen?


De vormgeving is apart. De omslag is niet gelijk aan de hardcover. En de bindwijze valt eveneens op. Daar is over nagedacht!


Een hallucinerende roman, waarin je meegesleept wordt in een toekomst die hopelijk fictief blijft. Het verhaal valt uiteen in verschillende vormen: verteld door een ik-figuur – Jonathan; stukken waarin de zoon toegesproken wordt, de jij-vorm dus. En stukken waarin we lezen hoe het verleden van Jonathan, in Leiden en de begintijd in Amerika, er uitzag. Dit alles in n een steeds wisselende stijl. Met mooie zinnen en dialogen die in citaten worden gevoerd. Veel verwijzingen naar muziek en boeken, en nog veel meer stilistische elementen.
Het lijkt erg veel, en dat is het natuurlijk ook, maar als lezer word je meegesleept, je wilt weten hoe het Jonathan en Tommi zal vergaan. Hoe het de wereld zal vergaan.


André Platteel (1969) is oprichter van Your Lab. Daarnaast is hij auteur van diverse romans en boeken over cultuurveranderingen. Zijn romans handelen over familie-dynamieken en de impact van trauma op individuen en hun relaties met anderen: Alles Hiervoor (2014), Net veertien (2016) en Alleen de eenzamen (2019).


ISBN  9789492241672  | Hardcover | 276 pagina's | Uitgeverij Magonia | maart 2024

© Marjo, 6 april  2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

De schemertuin
Sara Nisha Adams


Wat doe je als je gesteld bent op je privacy, maar je blijkt in een huis te komen wonen waar je samen met de buren de tuin moet delen? Waar de huisbaas weigert een schutting te plaatsen?


In Londen aan de Eastbourne Road hebben de huizen op nummer 77 en 79 zo’n gedeelde tuin.
Winston woont met zijn partner Lewis al een tijdje in het ene huis als naast hem een vrouw komt te wonen met een jong kind. Ze begint meteen het huis te verbouwen en als dat geen lawaai oplevert dan zorgt het kind wel voor lawaai.
Op zijn beurt zet Winston dan de muziek die hij graag hoort nog harder. En de vrouw, Bernice heet ze, komt op zijn deur bonzen. Ze wil ook dat hij stopt met roken omdat het schadelijk is voor haar zoontje. Overdreven, vindt hij: Winston zit dan in de tuin en de jongen is er helemaal niet.
Het is wel duidelijk: deze buren moeten elkaar niet.


Zo’n veertig jaar eerder waren deze huizen eveneens bewoond door mensen die aanvankelijk niet veel van elkaar moesten hebben. In die tijd trokken Prem en Maya, een pas gehuwd stel afkomstig uit Nairobi, in het huis. Maya’s zus woonde er eerst, en zij beweerde dat de buurvrouw een engel was. Wat onmiddellijk tegengesproken wordt door de ‘engel’ zelf. Alma is niet erg toeschietelijk.


Winston en Bernice weten niets van deze eerdere bewoners, zoals ze ook geen idee hebben dat de tuin die ze delen ooit een oase van rust was, een plek waar mensen uit de buurt graag vertoefden. Ze ruziën met elkaar, wat ook wel een achterliggende oorzaak heeft.
Winstons partner begrijpt helemaal niet dat Winston zo tevreden kan zijn met zijn leven. En Bernice heeft er moeite mee haar ex in toom te houden die zich vaak niet aan de afspraken houdt die er ten aanzien van hun zoontje gemaakt zijn. Maar het is wel deze Seb (kort voor Sebastian) die er voor zorgt dat ze toenadering zoeken. En daar zorgen ook de vreemde pakketjes voor die eerst bij Winston, later ook bij Bernice op de mat vallen: foto’s van hun tuin. Maar dan wel in volle glorie!
Maar wie stuurt die foto’s? En waarom?


Een verhaal van een tuin, een bijzondere tuin die mensen verenigt. Want natuurlijk moeten die mensen zelf er voor zorgen dat de tuin aantrekkelijk is. En zoiets doe je samen, zeker als je de tuin deelt!


Het is een mooi verhaal, over gewone mensen die in hun hart helemaal niet zo onaardig zijn zoals ze aanvankelijk lijken. Je ontdekt wat hen bezighoudt, hoe ze omgaan met hun sores, en ondanks alles positief blijven. Sara Nisha Adams sachets een mooi psychologisch beeld, in vier delen – de seizoenen, heel toepasselijk -  met steeds aan het begin een cursieve tekst, waarvan je pas later een idee krijgt wie de schrijver is. De verhalen uit het verleden worden om en om verteld, met wel een nadruk op het heden.
Prachtroman!


Sara Nisha Adams werkt als acquirerend redacteur, maar schrijft zelf dus ook. Ze is van Indiase en Britse afkomst. (hetgeen ook de achtergrond van haar personages verklaart)


ISBN 9789044365597 | Paperback | 400 pagina's | Uitgeverij de House of Books | februari 2024
Vertaald uit het Engels door Gerda Lok-Bijzet

© Marjo, 26 maart 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Het Adrianusdossier
Joris Tulkens


Adrianus VI,  de enige Nederlandse paus, is in 1459 in Utrecht geboren als Adriaan Floriszoon Boeyens.  In 1490 werd hij tot  priester gewijd, en vanaf dat moment ging zijn carrière vrij snel. In 1516 werd hij bisschop van Tortosa, om in 1522 verkozen te worden als paus. Hij is dan nog nooit in Italië geweest, laat staan in Rome. Hij is dan ook stomverbaasd over deze verkiezing.
Hij kan niet anders dan de taak, die hem door God toegewezen is, aanvaarden en hij is vastbesloten die naar Gods wens ten uitvoer te brengen.
Maar het zijn moeilijke tijden:


De achtergrond:
De landen die later Europa zullen worden worden bestuurd door keizer Karel V. Hij was de oudste zoon van Philips de Schone en Johanna van Castilië en van 1506 tot 1556 Rooms-Duits keizer. Gedurende een groot deel van zijn regeerperiode voerde Karel V oorlog met Frankrijk, vooral met de Franse koning Frans I, de Italiaanse Oorlogen.


Zijn moeder had de dood van zijn vader Filips de Schone in 1506 niet kunnen verwerken. Zij bleef tot haar dood in 1555 opgesloten op het kasteel van Tordesillas, gek verklaard (Johanna de Waanzinnige)  Karel werd aan het hof van zijn tante Margaretha opgevoed door Willem II van Croÿ, heer van Chièvres en Adriaan van Utrecht.

Adrianus VI is de enige Nederlandse paus ooit. Precies vijfhonderd jaar geleden, in 1522, wordt hij totaal onverwacht verkozen. Hij krijgt te maken met corruptie, het Vaticaan is bankroet, en dan is er Maarten Luther (1483 – 1546) die in 1507 tot priester gewijd werd en zich ergerde aan de aflaatverkoop. Ook Erasmus stoorde zich aan wat hij het morele verval noemde, maar hij trad niet zo in de openbaarheid als Luther dat deed.


Het was een moeilijk pontificaat, in ook politiek gezien roerige tijden. Adriaan wilde misschien wel te veel, te snel. De kerk moest hervormd worden, men moest terug naar de essentie van het christelijke geloof. Een sobere levensstijl en persoonlijke toewijding aan God, en een streng celibaat.
Het is te begrijpen dat de kardinalen en bisschoppen die een rijk en luxueus leventje leiden, daar niet blij mee waren. Paus Adrianus overleed nog geen twee jaar na zijn aantreden, in 1523.


Het verhaal rondom deze historische feiten wordt door Tulkens in de vorm van een dossier gegoten,  verzameld en opgetekend door secretaris van de paus, Dirk van Heeze.
Het thrilleraspect wordt gevormd door de vraag of Paus Adrianus VI vergiftigd is, zoals de geruchten na zijn dood rondgingen.


Zeker: het is best lastig, al die namen en jaartallen. Maar Tulkens weet er een goed leesbaar verhaal van te maken. Achterin vind je extra informatie en een woordenlijst, alsmede een bibliografie.

Joris Tulkens (1944) is een Vlaams auteur van psychologische, historische en misdaadromans.
Hij heeft filosofie en filologie gestudeerd in Leuven, is leraar geweest, maar heeft zich toegelegd op schrijven:  thrillers met uitgesproken politieke thema’s,  historische romans die zich afspelen in de 16de eeuw, romans over Erasmus, Vesalius, Johanna de Waanzinnige en Thomas More.

ISBN 9789464711622 | Paperback | 269  | Uitgeverij Sterck & De Vreese | 20 januari 2024

© Marjo, 17 maart 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Park Life
Shuichi Yoshida


Een niet bij naam genoemde jongeman - en verteller - staat in de metro en ziet een advertentie over orgaandonatie. Hij maakt daar een opmerking over in de veronderstelling dat zijn collega nog achter hem staat, vergetend dat die al uitgestapt was. Voordat de gêne over hem heen spoelt, beantwoordt een vrouw zijn opmerking. Daarmee redt ze hem van het schaamtegevoel die hem gelijk overviel.


Tot zijn verbazing ziet hij de vrouw later in het park waar hij altijd zijn lunchpauze houdt. Hij bedankt haar daar voor zijn redding. Vanaf die tijd treffen ze elkaar regelmatig in het park. Zij gebruikt daar ook vaak haar lunch. Ze blijkt een scherpe blik te hebben en is adrem in haar antwoorden en opmerkingen. Dat bevalt de verteller wel.
De contacten zijn kort, een beetje afstandelijk, vooral door de verlegenheid van de jongeman, maar maken wel indruk.
Ze blijken elk een eigen plek in het park te hebben. Zij bovenin en hij onderin het park. Wat ook wel tekenend voor hun contact is. Zij heeft de leiding, neemt het voortouw.
Er groeit en vage onderlinge genegenheid, mogelijk een liefde?


Ondertussen lezen we het bijna wonderlijke verhaal van de jongeman zelf. Hij zit tijdelijk in een huis om op de aap genaamd Lagerfeld van vrienden te passen. De vrienden hebben relatieproblemen en er is af en toe contact met hen, maar de verteller heeft geen idee wanneer ze terugkomen. De vrouwelijke vriend komt zelfs een keer even langs maar tot een concreet gesprek komt het niet.
Ook met zijn collega heeft de jongeman een vaag vriendschappelijke verhouding.


Die vage afstand is in elk relatie die de man heeft, terug te vinden. Zoals met zijn moeder die tijdelijk in zijn huis is, zij bezoekt haar zoon jaarlijks. Maar ook met haar is de verbinding er niet echt. Zij bezoekt theaters, winkels en dergelijke en als de jongen al bij haar is, dan moet ze weg naar het een of ander.
Er is ook nog een grote liefde maar helaas is die relatie voorbij. Toch heeft hij ook met haar nog min of meer contact.
Alles lijkt ongrijpbaar maar is toch onderling met elkaar verbonden.


Het verhaal heeft een eigen sfeer, een eigen stilte en gevoeligheid. Het is bijna sereen te noemen maar is toch levendig genoeg om je te blijven boeien. Het is de kracht van de schrijver om van ogenschijnlijke dagelijkse belevenissen een zeer bijzonder geheel te maken.
Je slaat het boek innerlijk verstilt dicht en blijft nog even nagenieten van de rust en wijsheid die het verhaal uitstraalt.


ISBN 9789490042233 | Paperback met flappen | 123 pagina's | Zimiripress | 9 november 2023

© Dettie, 29 februari 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER