Andy Warhols Roadtrip
Van New York tot L.A.: de reis die zijn ideeën en kunst radicaal veranderde
Deborah Davis
De jaren '60 en '70 winnen weer aan populariteit. De kleding, vintagemeubels, zijn weer in en ook de inrichting van hipstercafés in de grote steden wijst in die richting. Een icoon uit deze jaren '60 en '70 was natuurlijk de Amerikaanse popart-kunstenaar Andy Warhol (1928-1987). Eigenlijk heette hij Andrew Warhola en waren zijn ouders afkomstig uit Slowakije, maar Andy werd in Pittsburgh geboren. Een kwetsbare teruggetrokken, ziekelijke jongen. Maar hij bepaalde de popartkunst later. En daarmee zeker het gezicht van de jaren '60. Wie kent niet zijn zeefdrukken en schilderijen van Campbell soepblikken, de zeefdrukken in psychedelische kleuren van o.a. Liz Taylor, Marilyn Monroe en Elvis Presley? Maar ook zijn filmpjes en zijn werkplaats The Factory, een artistieke broedplaats avant la lettre en de platenhoes van The Velvet Underground met een banaan, een doorbraak op vormgevingsgebied.
Het interessante van dit boek is vooral, dat we Andy Warhol leren kennen voordat hij bekend werd. De aanloop tot zijn ongekend succesvolle carrière. En die zich voltrekt, verrassend genoeg, gedeeltelijk door een trip per auto in 1963 van New York, de toenmalige verblijfplaats van Warhol naar Los Angeles. Een roadtrip. Met drie vrienden, Wynn Chamberlain, filmmaker, Gerard Malanga, dichter en fotograaf, waar de homoseksuele Warhol verliefd op was en Taylor Mead, de acteur die over een rijbewijs beschikte ging Warhol op weg. Andy Warhol zelf kon niet rijden.
Ze stopten het eerst in St.Louis, de stad van the blues, legendarisch, en aten een steak. Warhol had geld meegenomen. Ze volgden Route 66. Wat dat betreft lijkt de trip natuurlijk op het meesterlijke boek On the Road uitgegeven in 1957. Dat boek van Jack Kerouac gaat hoofdzakelijk over de trips, die Kerouac ondernam met Neal Cassidy tussen 1947 en 1950 ook voor een gedeelte over Route 66.
Onderweg gebruikt het viertal zijn talenten. Malanga maakt gedichten, Warhol kijkt naar de grote billboards langs de weg, die hij in zijn kunstwerken zou gaan gebruiken. Taylor Mead versierde mannen in de wegrestaurants. In een fotoautomaat maakte het viertal foto's. De enige bewijzen van hun trip. Bij Kerouac waren de drugs 'bennies,' benzedrine uit inhalaties tegen astma. Bij Warhol en zijn vrienden was Obetrol populair, een middel tegen ADHD tegenwoordig verkrijgbaar onder de naam Adderall. Evenals de 'bennies' bij Kerouac zorgde Obetrol voor een pepperig gevoel en de gebruiker kon dagen wakker blijven.
Dat het niet allemaal rozengeur en maneschijn was onderweg, kwam hoofdzakelijk door Warhol zelf, die af en toe obsessief zijn zin wilde doordrukken. "Wanneer we niet iets gaan eten bij dit wegrestaurant, verlaat ik deze trip!"dreigde hij om zijn zin te krijgen.
In Los Angeles aangekomen mag Warhol logeren bij acteur Dennis Hopper en diens vrouw Brooke Hayward. Hoppers carrière zat op dat moment in het slop omdat hij ruzie had gemaakt met een filmregisseur en geen werk meer kreeg als filmspeler. Hij had van Warhol schilderijen gekocht en organiseerde een sterrenparty voor Warhol in Los Angeles. Daar waren o.a. de kunstenaars, Kienholz en Oldenburgh aanwezig, latere vrienden van Warhol, maar ook acteur Peter Fonda, broer van Jane, die samen met Hopper in Easyrider speelde, een film, die het tweetal wereldberoemd zou maken.
Op driekwart van het boek zijn we weer terug in New York en de eindeloze name-dropping van Davis doet af en toe wat hinderlijk aan. Maar we zien Warhol wel degelijk veranderen bij terugkeer in zijn atelier. Het is een komen en gaan van junks, popartiesten, Lou Reed bijvoorbeeld. Warhol had zijn haar platinablond geverfd en droeg plotseling leren strakke jasjes. Daarvoor, voor 1963, zag hij er uit als een saaie student met een knijpbril en corduroy broeken. Erna als een kunstpaus. Om hem heen bladderde de wereld af, sterretjes stierven aan overdoses drugs. Filmster Edie Sedgwick raakte aan lager wal door toedoen van Warhol. En in 1968 pleegde Valerie Solana een aanslag op hem, nadat ze had verklaard dat Warhol haar leven had verprutst. Warhol overleefde de aanslag ternauwernood maar moest zijn verdere leven een korset dragen. We leren Warhol daarna kennen als een organisator van wilde feesten omringd door bodyguards en sterren. Hij filmde hoewel zijn films nooit verder kwamen dan the art-houses. Hij liet alle mensen fotograferen maar staat zelf ook altijd op die foto's.
In interviews was hij bijna ongenaakbaar en antwoordde meestal met één woord of een korte zin, een sfinx. De uitspraak van Warhol: "Iedereen zou 15 minuten van beroemdheid moeten hebben in zijn leven!" (15 minutes of fame) wordt nog immer aangehaald.
Wie de foto's nog eens rustig wil bekijken van dit fenomeen, kan nog tot 22 mei 2016 terecht in het Van der Togt-Museum in Amstelveen. Daar zijn foto's, zeefdrukken en parafernalia van Warhol te zien onder de naam Warhols World. Wel van tevoren even het boek van Davis lezen!
ISBN 9789029091183 | Paperback | 312 pagina's | J.M. Meulenhoff | 29 maart 2016
Vertaald door Ineke van den Elskamp, Annemie de Vries
© Karel Wasch, 25 april 2016
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER