Non-fictie

Marcia Luyten

Witte-geef-geldWitte geef geld
Marcia Luyten


Het is door de jaren heen mijn favoriete genre geworden; journalistieke boeken, liefst over verre landen of grote thema’s. Journalisten zijn doorgaans goed met taal, en zijn gewend op een begrijpelijke manier problemen, thema’s en gebeurtenissen uit te leggen. Bovendien wonen ze, in dienst van een krant of een actualiteitenrubriek, jarenlang in een land of werelddeel, kennen de situatie en de bevolking door en door, en hebben vaak de behoefte veel meer van de achtergronden en de context van een land te vertellen dan die drie minuten voor het journaal, of dat ene artikel in de krant. Ik heb inmiddels een aantal vaste journalisten wier boeken ik nauwkeurig in de gaten houd, en vanaf nu komt Marcia Luyten daarbij. Diplomate van oorsprong, getrouwd met een diplomaat, maar tijdens haar verblijf in Rwanda schrijvend journalist voor De Groene Amsterdammer, Elsevier, het NOS journaal en de NRC. Luyten en haar man woonden twee jaar in Rwanda, acht jaar nadat in 1994 de grote genocide plaats vond. Alles in het land draagt daar nog de sporen van.


Haar boek gaat vooral over de ménsen van Rwanda. Mensen die ze ontmoet in haar omgeving, of die bij haar werken, en die zo totaal anders in het leven staan als zij. Het boek gaat over mensen als Sam, die boer is, en netwerker, en die achter de schermen meer macht heeft dan een politicus. Over Jean d’Amour, die de moordenaar van zijn zus tegenkomt in de gevangenis, waar hij door een complot tegen hem, om zijn bruiloft te verhinderen, onschuldig in terecht was gekomen. Over Virginie, die aanwezig is bij het volkstribunaal van de mannen die haar tijdens de genocide verkrachtten. Een willekeurig tribunaal waarbij duizenden schuldigen buiten schot blijven, en waar een waarheid- en verzoeningscommissie, zoals in het verleden in Zuid Afrika, ver te zoeken is. Er zijn talloze vrouwen als Virginie, die verkracht en mishandeld zijn, en die hun familie voor hun ogen vermoord hebben zien worden. De trauma’s van dit land zijn bijna niet te bevatten. Maar een fractie van de daders van toen zitten vast. Mensen leven dan ook vaak met de moordenaars en verkrachters van hun familie in hun directe omgeving. Ook Luyten beseft, als ze de cijfers van de daders van toen tot zich door laat dringen, dat ook in haar directe omgeving moordenaars en verkrachters van toen aanwezig zijn. Een ander terugkerend thema in het boek is de mystiek van Afrika. De  wereld van de geesten en de heksen, van kleine meisjes die duiveluitdrijvingen moeten ondergaan, van magie die voor ons Westerlingen nauwelijks te bevatten is. Het is een betoverde wereld;


“Wie de controle op zijn omgeving kwijt raakt, probeert de onzekerheid te bezweren met magie. Het ongeluk treft niet iedereen in gelijke mate, en iemand die naar zijn eigen oordeelonevenredig veel tegenspoed krijgt te verstouwen, zoekt naar een reden voor zijn misère. Zo’n verklaring kan een slachtoffer krijgen van een waarzegger. Die bepaalt waar de dreiging precies vandaan komt. Meestal heeft de ongelukkige daarover zelf al een idee. Hij meent te weten dat hij slachtoffer is van hekserij, en dat de kwade krachten de wereld zijn ingestuurd door bijvoorbeeld een jaloerse buurman. Zodra de waarzegger heeft vastgesteld waar de kwade kracht vandaan komt, zoekt het slachtoffer naar maatregelen tegen de opdrachtgever of tegen de tovenaar.”


Luyten worstelt in dit boek, zoals iedere westerling die in een armer werelddeel komt met het verschil tussen arm en rijk, en met de vanzelfsprekendheid waarmee iedere westerling als onmetelijk rijk bestempeld wordt. “Mzungu faranga’ is een gevleugelde uitdrukking; Witte geef geld. Ze wil wel geld geven, gééft ook geld, voor begrafenissen, zieke ouders, of gewoon voor honger, maar het blijft een moeilijk te zoeken evenwicht. Vaak bleek het zieke familielid niet zo ziek, werd de lening niet terugbetaald, of is, zoals bij haar voormalige tuinman die ze geld gaf voor de bevalling van zijn vrouw, de betreffende vrouw niet eens zwanger. Ook de mentaliteit van het land breekt haar vaak op. Waarom wordt er niet gespaard, niet vooruitgezien voor slechter tijden? Tegelijkertijd is er veel begrip. De wereld van een Afrikaan is er een van overleven. Van de dag door komen. Een wereld waar je op je hoede moet zijn voor oorlog, voor honger, voor je buurman, voor de geesten. Waarom zou je vooruitkijken als je niet weet of je de morgen haalt. Afrika heeft zijn eigen logica, zijn eigen tempo, zijn eigen wetten.
Het boek is met verwonderde ogen geschreven, maar wel met compassie. Het geeft een inkijkje in de vaak bizarre wereld van de Rwandesen, en een geeft een beeld van Afrika met al zijn dilemma’s. Een aanrader voor mensen die meer van dit land en dit continent willen begrijpen.
(Deze week komt toevallig het nieuwe boek van Marcia Luyten uit; Dag Afrika. Het staat nu al op mijn lijst.)


ISBN 9789057590269 | Paperback | 181 pagina's | Uitgeverij Podium | 2003

© Willeke, 5 februari 2013

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER