Non-fictie

Walter Nikkels

Karel Appel Retrospectief
Gemeentemuseum Den Haag

Vormgever Walter Nikkels


"Je begint in het niets en je gaat naar het niets."


Een Retrospectief over Karel Appel (1921), de Amsterdamse kapperszoon die ongekende internationale furore maakte met zijn schilderijen en beelden. De man die ook nu nog jonge kunstenaars inspireert met zijn helder gekleurde nog steeds modern aandoende schilderijen.

In het boek maken we kennis met deze kunstenaar die bij zijn leven bewondering en afkeer opriep. Vooral zijn uitspraak 'Ik rotzooi maar wat aan' riep veel verontwaardiging op. Maar als we dit boek lezen en zijn werk bekijken dan leren we dat het met het 'maar wat aan rotzooien' erg meeviel.  Karel Appel was een gedreven man, zo leren we uit de teksten van o.a. Rudi Fuchs en Franz-W. Kaizer (conservator Gemeentemuseum Den Haag). Hij was altijd op zoek naar nieuwe ervaringen, hij experimenteerde met stijlen en materialen.

Karel Appel bezat - na een armoedige start in Parijs waar hij samen met andere schilders één atelier deelde - diverse ateliers zoals o.a. in New York en Monaco. Hij vond dat belangrijk want elk atelier had zijn eigen atmosfeer. Maar de vele opgestapelde potten verf in elk atelier waren voor hem de échte rijkdom.


Natuurlijk komt in dit boek ook de oprichting (1948) van de Cobra groep ter sprake "We gooiden alles weg wat we kenden en begonnen opnieuw, als een kind - fris en nieuw" zegt Appel over de Cobra-tijd. Toch heeft de groep relatief een kort bestaan gehad, in 1951 was de laatste tentoonstelling. In 1952 werd de groep opgeheven en ging ieder zijn eigen weg.  Karel Appel was aanvankelijk de enige kunstenaar die internationale bekendheid kreeg. Buiten Nederland wordt Karel Appel ook meer in verband gebracht met École de Paris dan met Cobra.
Verder worden er door Rudi Fuchs, Klaus Ottmann en Franz-W. Kaiser naast informatie ook herinneringen gedeeld over de tijd dat zij Karel Appel kenden. Vooral het verhaal van Rudi Fuchs die een jaar voor de dood van Appel door de schilder geportretteerd werd is mooi en ontroerend. Verder staat er in het boek een uitgebreid interview dat Franz-W. Kaiser met kunstcriticus Michel Ragon had over de Cobra-tijd die Ragoon van nabij meemaakte.


Het boek is mooi opgebouwd. Na de tekstuele bijdragen (in grote letters afgedrukt) van bovengenoemde heren volgen paginagrote, gekleurde afbeeldingen van het werk van Appel dat opgedeeld is in tekeningen, schilderijen en sculpturen. De tentoonstelling - 16 januari t/m 16 mei 2016 -  in het Gemeentemuseum in Den Haag is ook in het boek opgenomen met plattegronden en indicaties in welke ruimte bepaald, met name genoemd werk, van Appel te zien is.


Verder treffen we ook een uitgebreide biografie - met zwart/wit foto's - over Karel Appel in het boek aan, die aangevuld wordt met het wereldgebeuren in het betreffende besproken jaar of de gepasseerde periode. Zeer interessant. Treffend vond ik o.a. daarin dat, nadat ik de diverse schilderijen getiteld 'Vragende kinderen' had bewonderd in het boek, in de biografie las dat Appel o.a. geïnspireerd werd tot deze schilderijen door het zien van hongerige kinderen op stations in Duitsland waar zij na WO II eten zochten. En zo blijken meer gebeurtenissen of indrukken omgezet te zijn in schilderijen of beelden. Dat 'maar wat aan rotzooien' is dus een farce gebleken.


'Het moeilijkste deel is het begin van een schilderij, daarna gaat het makkelijker. Je moet kleur kiezen. Het is belangrijk dat je met rood begint.'


Na het lezen en bekijken van dit boek is  duidelijk dat Appel kleur heeft gekozen. Zijn kleur.


ISBN 9789460042744 | Hardcover | 272 pagina's | Uitgeverij VanTilt | januari 2016

© Dettie, 21 januari 2016

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER