Literatuur leren lezen in dialoog
Tanja Janssen
In september 2009 heeft Leestafel als thema Onderwijs/school. Dit betekent dat elke dag een korte beschrijving van een boek over dit thema op de thuispagina geplaatst wordt. Dit boekje kwam ook langs en het leek me interessant, en dat is het ook. Het boek heeft als ondertitel Lezersvragen als hulpmiddel bij het leren interpreteren van korte verhalen.
In de jaren negentig van de vorige eeuw trof het de schrijfster hoevéél vragen docenten tijdens literatuurlessen stelden en hoe weinig leerlingen vroegen. Bovendien stelden leerlingen geen vragen over de te behandelen tekst maar wel vragen als 'Is dit huiswerk?' 'Krijgen we hier een cijfer voor?'
Schrijfster vroeg zich af wat er zou gebeuren als het omgekeerd zou gaan. De leerlingen de vragen laten stellen ipv de docent? Felix van Dixhoorn, een docent Nederlands in Bergen (NH) bleek al zo te werken en met succes. Tanja Janssen is hier verder op doorgegaan en gaf allerlei proeflessen en stelde een lessenreeks samen uitgaande van de didactische aanpak.
Daarna werd gekeken hoe leerlingen reageerden op deze methode. Uit acht klassen werden de beste en zwakste literatuurlezers gekozen. Zwakke lezers waren de leerlingen die weinig interesse voor lezen en literatuur toonden, niet uit zichzelf lazen en lage cijfers haalden bij literatuurtoetsen.
Sterke lezers waren natuurlijk de leerlingen die wél interesse in literatuur hadden, in hun vrije tijd veel lazen en goede cijfers haalden. Beide groepen leerlingen werd gevraagd hardop te denken bij het lezen van een verhaal. Zwakke literatuurlezers ergeren zich eerder aan verhaal. "Waarom zegt hij dat dan niet gewoon?" "Waarom doet die schrijver zo moeilijk?" Ook zien ze het verhaal vaak maar vanuit één gezichtspunt.
In het boekje wordt bijvoorbeeld verteld dat één van de verhalen het verhaal 'De drie vrienden' van Jeanette Winterson was. Het verhaal begint zo:
"Er waren eens twee vrienden die een derde vonden."
Alleen deze zin riep al vragen op. De 'zwakke' lezers begrepen niet dat later over drie personen werd gesproken, er waren toch maar twee vrienden? Of er werd gedacht dat er een stukje, een derde deel werd gevonden, wat ook voor verwarring zorgde. De 'sterke' lezer vond de zin zelf leuk, een mooie taalvondst.
Het heeft natuurlijk ook met intelligentie te maken, maar door hardop te denken werd er wel beter op de tekst gelet en gezocht naar een mogelijk antwoord. De zwakke lezers hielden alles wel vrij oppervlakkig en herhaalden vaak de teksten ipv vragen te stellen of commentaar te leveren. (Ik moest erg lachen om de opmerking van een leerling over de 'derde vriend'. Misschien houden ze van trio's of zo.) De sterke lezers bedachten diverse mogelijkheden bij het interpreteren van de tekst.
Dit is natuurlijk een enorm tijdrovend onderzoek maar het gaf de schrijfster wel inzicht.
Gekozen werd voor een iets minder arbeidsintensief onderzoek. De leerlingen moesten in de kantlijn hun vragen zetten en uit die vragen de 'hamvraag' kiezen. De vraag dus waarvan zij dachten dat die het belangrijkste was. Deze hamvraag werd op een vel papier geschreven en in de klas opgehangen. Later werden deze hamvragen door de leerlingen onderling, al dan niet in groepjes, besproken. De docent leidde maar bemoeide zich niet met de bespreking. Later kregen ze als opdracht het antwoord op hun hamvraag zelf te zoeken in de tekst.
Het bleek dat de leerlingen veel gemotiveerder en meer met de tekst zelf bezig waren. Ook bleek dat leerlingen uit zichzelf deze methode gingen gebruiken.
Het lijkt een succesverhaal maar toch zaten en zitten er haken en ogen aan. Leerlingen die in groepjes zaten, kozen vaak hun eigen vrienden en waren dan snel uitgepraat. Docenten vonden het lastig zich niet met de inhoud van de discussie te bemoeien. Lang niet alle leerlingen durven hun vragen te stellen uit angst af te gaan tegenover de andere leerlingen etc. Deze problemen en oplossingen daarvoor worden ook in dit boek besproken.
Dit is heel in het kort een weergave van de didatische aanpak.
Het is een interessant boekje over een interessant onderwerp, zeker of misschien wel juist omdat ik geen leerkracht, ouder of opvoeder ben. De methode wordt zeer duidelijk en in prettige taal uitgelegd.
Het maakt dat je zelf ook anders naar teksten gaat kijken en probeert jouw 'hamvraag' te vinden. Waarom wordt de tekst zo geschreven, wat wordt er mee bedoeld, kun je de tekst, die woorden, ook anders interpreteren? enz. - Deze aanpak is natuurlijk ook uitstekend bij een boek toe te passen. -
Het is een klein, dun boekje maar ik heb er veel van geleerd.
ISBN 9789056295714 Paperback, 90 pagina's Kohnstamm Kennisreeks Vossiuspers UVA juli 2009
Dettie, september 2009
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER