Non-fictie

John Vandaele

Kan Congo de wereld redden?
John Vandaele


De auteur is journalist bij MO (Mondiaal Nieuws). Zijn boek met uitdagende titel gaat niet over de bekende natuurlijke rijkdommen van Congo, maar over de 106 miljoen hectare tropisch regenwoud, dat veel koolstof omzet in zuurstof en als koelsysteem en waterpomp voor het klimaat nog meer onmisbaar is dan het Amazonewoud. De koolstofopname per ha is er 630 kilo tegenover 230 in het Amazonegebied. En die 230 zal in 2035 misschien 0 zijn (p. 26).


De lokale bevolking haalt er haar voedsel, brandstof en geneesmiddelen uit. De oorlog in Oost-Congo verergert dat nog: vluchtelingen vestigen zich in de grote wouden en eten ze mee op. De destabilisering van Oost-Congo door Rwanda moet door de internationale gemeenschap gestopt worden. De bevolkingsgroei van 3% per jaar is een ander groot probleem: nu zijn ze met ruim 100 miljoen, in 2050 wellicht met 200 en in 2100 met 400 miljoen (p. 20).


Vele Congolezen oordelen dat God hun het bos gegeven heeft voor landbouwgrond, voedsel, medicijnen, bouwmaterialen, houtskool om te koken en te verwarmen. De houtskoolindustrie, de zwerflandbouw en de bescheiden industriële houtkap zorgden ervoor dat het regenwoud de voorbije 30 jaar afnam met 25% (p. 24). Het woud verder kappen of verbranden kan op termijn een ramp veroorzaken door de extra massa’s koolstof die dan de atmosfeer ingaan.


De wereld moet de Congolezen dus motiveren om dat niet meer te doen. Congo vraagt daarvoor 4,8 miljard $ per jaar i.p.v. de 100 à 200 miljoen die ze nu krijgen. Bovendien wordt het geschonken geld soms verduisterd.


De nationale parken krijgen bescherming en subsidies, maar toch vinden er illegale ontbossing, houtskoolproductie en visvangst plaats. Een deel van het Virungapark is in handen van M23, de militie die door Rwanda gesteund wordt. Daardoor vallen de inkomsten uit toerisme weg. De toestand is er zorgwekkend. Het Garambapark wordt geconfronteerd met 400.000 goudzoekers. Salonga, het grootste park, is nog wel rijk aan wilde dieren. Maar in Kahuzi-Biega wordt volop gejaagd op chimpansees en andere dieren en ook hout gekapt. Vleermuizen veroorzaken ook infectieziektes, maar de meeste mensen beseffen dit niet. Ze eten ook dieren die ze dood aantreffen.


Vlamingen, o.a. van Colruyt, Jurgen Heytens (Faja Lobi)  en van UGent werken er aan herbebossingsprojecten en zorgen voor werkgelegenheid, medische posten en onderwijs. Maar dit verloopt niet altijd rimpelloos.


De auteur legt ook uit wat koolstof-kredieten (vergoedingen voor de opslag van koolstof in de Afrikaanse natuur) en koolstof-markten zijn en dat de verkoop van koolstof-kredieten Congo 70 miljoen € per jaar oplevert. Aan 70 € per ton CO² zou dat 47 miljard mogen zijn of drie keer de Congolese begroting. Maar de schenkers vrezen dat de Congolese politici er zich mee zullen verrijken.


Door het beleid van Trump vermindert de steun van grote Amerikaanse bedrijven. Vandaele pleit dan ook voor meer Europese steun. In 2100 zal Afrika wellicht 3,5 miljard inwoners tellen, tien keer zoveel als in de EU dan. Elk jaar zouden er dan 23 à 30 miljoen banen moeten bijkomen. Momenteel bedraagt het inkomen per hoofd 800 à 3.500 euro per jaar of 20 procent van het wereldgemiddelde. Het aantal geboortes zou snel moeten dalen. Veel Afrikaanse leiders zien dat niet in.


Vandaele noemt de klimaatverandering een grotere bedreiging dan de migratiestromen en de Russen (p. 195).


Beoordeling

De schrijver is zeer goed op de hoogte van de noodsituatie, ook door zijn bezoeken aan de genoemde streken en projecten. Met cijfers toont hij aan dat er dringend ingegrepen moet worden. Voor vele lezers zullen de koolstof-kredieten en de koolstof-markten onbekend terrein zijn. En velen beseffen het belang van het regenwoud voor ons niet.


Vandaele rekent vooral op Europese steun en laat China, alomtegenwoordig in elk Afrikaans land, ongemoeid. Idem voor Rusland, dat overal oprukt. Ik lees ook nergens wat Congo, het land met de meeste grondstoffen, doet met het geld dat het daarvoor krijgt.


Enkele details: het kaartje (p. 7) is onmisbaar, maar veel te beknopt. Vele steden, zelfs de tweede stad Lubumbashi, ontbreken. En ook provincies zoals Kivu en Kwilu. Isanga (p. 43 en 45) vond ik terug in Tanzania en Zuid-Afrika, niet in Congo. Leopold II en Mobutu worden bestempeld als ‘roofkoning’ (p. 10), Xi Jinping, Poetin, Kabila en Kagame  niet. Op p. 180 beweert de auteur dat Mao niet wist dat zijn Grote Sprong tientallen miljoenen doden veroorzaakte: Mao wist dat perfect via zijn medewerkers, maar hij vond dat niet erg. Het boek telt zeer veel afkortingen: een alfabetische lijst zou welkom zijn. Groter dan ‘hem’ (p. 106) moet zijn: dan ‘hij’. En aan ‘zij’ die mag hij veranderen in aan ‘hen’ die.  Los daarvan is dit boek zeer welgekomen.


ISBN 978-94-626-7540-7 | Paperback | 200 pagina's, kaartje, foto’s, literatuur | Uitgeverij EPO, Berchem, juni 2025

© Jef Abbeel, juni 2025 www.jefabbeel.be

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER