Non-fictie

Milio van de Kamp

Misschien moet je iets lager mikken
Een verhaal over armoede en kansenongelijkheid
Milio van de Kamp


Milio groeit op in een Amsterdamse volkswijk.
"Het was een bolwerk van krakers, drugsdealers en armoede en werd jarenlang gezien als een no-go area weer zelfs de politie niet meer kwam. [...] De meeste mensen in de wijk kwamen net als wij uit de lagere sociale klasse."
Toch heerste er juist door die armoede een saamhorigheid, die Milio nergens anders meer aangetroffen heeft. Het maakt dat hij het 'een warme plek' om op groeien noemt.
"Het zou jaren duren voor ik me überhaupt realiseerde dat ik opgroeide in een kansarme wijk. "


Thuis is het zoals in veel gezinnen in de wijk. Vader drinkt, scheldt, slaat en houdt zich bezig met louche handeltjes. Moeder heeft hartproblemen maar probeert de boel overeind te houden en Milio en zijn vijf jaar jongere broertje laveren tussen alles door.


Milio heeft een goed stel hersens maar in de omgeving waarin hij opgroeit is weinig interesse in school, toch kriebelt er iets bij Milio. Hij wil de armoede ontstijgen en neemt zich voor later een universitaire opleiding te volgen. Als hij dit meldt dan krijgt hij een antwoord dat typerend voor de school in deze wijk is:  "Misschien moet je iets lager mikken". Dit is een specifiek voorbeeld voor de achterstand die mensen al bij voorhand oplopen. Aanmoediging ontbreekt, vooral niet te hoog grijpen is het motto.


Wie de documentaireserie Klassen heeft gezien, weet dat wat Milio van der Kamp aankaart in zijn boek, nog steeds geldt. Als jij in de verkeerde wijk opgroeit, loop je sowieso al vanaf je geboorte een achterstand op. Niet alleen door de armoede maar ook door het gebrek aan interesse van huis uit in allerlei andere zaken zoals kunst, literatuur etc. Geld voor verre reizen ontbreekt eveneens. De meeste bewoners hebben het al druk genoeg met overleven.


Ook de schooladviezen na de Cito-toetsen zijn significant anders dan bij de leerlingen uit de gegoede buurten. Het maakt dus echt enorm uit waar je wieg stond.
In Klassen was het schrijnend om te zien hoe enorm dit verschil was. Kinderen uit de arme wijken waren vaak meer gemotiveerd dan degenen uit de rijkere klasse maar ook zij kregen te horen 'misschien moet je iets lager mikken'.


Het verhaal dat Milio vertelt is schrijnend en moedig. Via allerlei omwegen en situaties (schulden, depressie) die hij moet overwinnen, weet hij te bereiken wat hij wil bereiken, maar makkelijk is het niet geweest. Hij geeft aan dat hij nooit echt tot de 'hogere' klasse zal behoren. Daarvoor ontbreekt de vanzelfsprekendheid in doen en laten die mensen uit die klasse hebben. En altijd worden er terloops opmerkingen gemaakt die hem zijn plaats wijzen. Maar hij hoort ook niet meer thuis in de omgeving van zijn jeugd. Hij is in een soort niemandsland terecht gekomen...


De les die uit dit boek geleerd wordt, is bijna als het spreekwoord "Wie voor een dubbeltje geboren is, wordt nooit een kwartje."  Met andere woorden de ongelijkheid die vanaf de geboorte aanwezig is, blijkt niet te overbruggen. Met dit boek heeft Milio van de Kamp dit probleem boeiend en in duidelijke bewoordingen toegelicht en blootgelegd.


Milio van de Kamp is nu socioloog en werkzaam als universitair docent aan de UVA.


ISBN 9789045045627 | Paperback | 215 pagina's | Atlas Contact | 12 mei 2023

© Dettie, 23 mei 2023

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER