Non-fictie

Oorlogskind
Tilly Riemersma


Dit boek onderscheidt zich van andere boeken over de oorlog omdat het de ervaringen van een kind weergeeft.
Tilly Riemersma start haar verhaal met het begin van de oorlog, wat zij zich daarvan herinnert. Ze was een meisje van zeven jaar en ging gewoon naar school en elk jaar twee weken op vakantie naar Zandvoort waar haar ouders een huisje huurden. De zomer van 1939 was dat voor de laatste keer. Ze vertelt in het kort hoe zij de capitulatie ervoer, begreep dingen niet, zoals waarom mensen het niet erg vonden dat een Duits vliegtuig werd neergeschoten... dat waren toch mensen...


Daarna keren we terug in het heden. Tilly reist met haar man naar Hengelo, de plaats waar zij als kind tijdens de hongerwinter heeft gewoond, bij tante Ida en Esmeijer. Op 3 april 1945 werd Hengelo bevrijd. Ze ontmoet Bill de Canadees, gaat op de foto met hem en krijgt zijn adres. Zij was toen 12 jaar. Na de oorlog stuurt ze hem een brief maar hoort nooit meer iets van hem, ze denkt door allerlei berichten dat hij de oorlog niet overleefd heeft, totdat ze een bericht krijgt... Bill leeft nog!


Dan gaan we weer terug naar de oorlogsjaren. Tilly woonde met haar ouders en zusje Thea in Amsterdam. Aanvankelijk merkt ze niet eens zoveel van de oorlog, wel ontdekt ze op gegeven moment dat een aantal kinderen niet meer naar school komen. Fransje komt bij hun logeren en zij moest zich Fransje Riemersma noemen, wat Tilly maar raar vond. Dat was de achternaam van Fransje toch niet? Fransje moet van Tilly's vader eindeloos herhalen hoe ze heet, totdat Fransje zich niet meer vergist. Op gegeven moment gaat Fransje bij een andere tante en oom logeren, heel lang, want Fransjes moeder is nog steeds ziek...
Ook dit bevreemd Tilly.


Op school gaan de lessen gewoon door hoewel ze in een ander gebouw zitten, de oude school is gevorderd door de Duitsers. Sommige kinderen hebben foute ouders, Tilly moet oppassen met wat ze zegt. Ze vertelt thuis wel de grappen die op school o.a. over de Duitsers gemaakt worden maar haar vader weet ze niet te waarderen. Met haar vader heeft Tilly een speciale band gekregen.
In 1944 wordt haar zusje Kitty geboren, Tilly is gelijk helemaal weg van haar kleine zusje.
Maar hoe langer de oorlog duurt hoe meer er gebrek komt aan eten, kleding etc. Ze staan uren in de rij om iets te eten krijgen. Ze hebben snelle routes gevonden om vooraan in de rij te kunnen staan. Het komt voor dat zij en haar zusje Thea vanaf vier uur 's ochtends staan te wachten. Soms komt haar moeder hen aflossen zodat ze even kunnen gaan plassen. Tilly vindt tulpenbollen wel lekker maar haar ouders en Thea niet. Gymen op school hoeft niet meer, dat kost teveel energie en door het gebrek aan voedsel is de energie ver te zoeken.. Tilly logeert dan hier dan daar want het lukt haar ouders niet meer de kinderen voldoende eten te geven. Uiteindelijk gaan Thea en Tilly op 18 maart 1945 via de kinderuitzending naar Hengelo. In het begin wordt Tilly ziek van het goede eten. Ze moet langzamerhand wennen aan de vette melk, de aardappelen met jus... maar ze heeft het wel erg naar haar zin bij tante Ida. Het duurt nog lang voor ze weer naar huis kunnen en daar blijkt er veel te zijn veranderd.


Zoals Tilly zelf ook al meldt, kost het haar aanvankelijk moeite om het verhaal te vertellen. Dat merk je ook aan het verhaal. Langzamerhand vertelt ze meer en uitgebreider over gebeurtenissen. Ze weet dat ze in Amsterdam dingen gezien heeft die ze zich liever niet herinnert, groot is de schok als ze na de oorlog ontdekt dat Fransje joods was.
Ook haar vader is erg veranderd, haar oorlogsmaatje is er niet meer. Het is een brommerige, norse man geworden waarbij ze niets goed kan doen. Ze vraagt keer op keer naar de brieven die ze vanuit Hengelo verstuurd heeft maar krijgt ze niet te zien, ze vraagt zich zelfs af of ze er nog wel zijn, voor haar zijn de brieven erg belangrijk. Pas na zijn dood in 1997 blijkt dat ze er nog wel waren. Daarna volgt het besluit dit boek te schrijven, mede omdat vaak opgemerkt werd dat zij toen nog maar een kind was, wat weet zij er nu van? Haar mening telt niet.
Gaandeweg het schrijven ontdekt ze dat ze dankzij de oorlog een overlevingsstrategie heeft ontwikkeld die ze niet meer kwijt is geraakt. Geen emoties toelaten, afwachten, wantrouwen maar ook lachen, relativeren, improviseren, volhouden...


Het boek is voorzien van vele foto's, inclusief afbeeldingen van de brieven die in een keurig meisjeshandschrift geschreven zijn. Dat alles geeft het boek een extra dimensie. Tilly wisselt haar herinneringen af met de huidige tijd. Zoals de keer dat ze de inmiddels 86-jarige tante Ida opzoekt of de bezoeken van en naar Bill, de 4 mei herdenkingen en de 5 mei vieringen. Soms zijn het flarden van herinneringen die we te lezen krijgen, vooral aan het begin van het boek, naderhand wordt alles genuanceerder, gaat haar verhaal dieper. Al met al een indrukwekkend boek.


Paperback, 256 pagina's, Walburg pers 2005, ISBN 9057303752

© Dettie, oktober 2008

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER