Non-fictie

Dubbelbloed
Etchica Voorn


Dubbelbloed is het autobiografische verhaal van Etchica Voorn, dochter van een  Surinaamse vader en een Nederlandse moeder.


De ouders van Etchica scheidden toen ze vijf was en samen met haar zus groeide ze op bij haar Nederlandse moeder en haar ouders. In de volksmond was ze een “halfbloed”, maar al vanaf het moment dat ze als kind een spreekbeurt houdt over haar afkomst, voelt ze dat er iets niet klopt aan die term. Twee-bloed zou beter zijn, bedenkt ze dan al. Later komt ze de term “mulat” tegen, een term die haar aan de slavernij doet denken en waar ze dus nog minder affiniteit mee heeft. “Dubbelbloed” wordt voor haar de term die de lading het meest dekt. Niet half, maar dubbel. Niet één maar, twee culturen.


Het is een dubbelheid die haar maar zelden gegund wordt. De buitenwereld wil dat ze kiest. Ben je Nederlands óf Surinaams? Ben je wit óf ben je zwart? Dergelijke vragen brengen haar in een spagaat. Kiest ze voor haar Surinaamse kant dan verloochent ze haar Nederlandse kant, en andersom. Haar moeder leerde haar al jong niet te snel te oordelen, en zeker niet naar kleur. Iedereen is gelijk en kleur doet er niet toe. Daardoor was ze als kind niet zo bezig met haar kleur. Ze vond zichzelf door en door Nederlands, maar hoe ouder ze wordt, hoe minder haar Surinaamse deel zich laat verloochenen. Ook die kant is een stukje van haar en ook door die kant wil ze graag erkenning en gezien worden.  Maar dat blijkt niet mee te vallen... vinden de Nederlanders haar te Surinaams, de Surinamers vinden haar veel te Nederland, zodat ze voor haar gevoel nérgens bij hoort. En dat terwijl ze  juist zó graag ook bij haar Surinaamse familie wil horen.


Als kind schrijft ze stapels brieven naar haar Surinaamse Oma, brieven die nooit beantwoord worden. Net voor haar sterven ontmoet ze die Oma hier in Nederland, maar die wil niets van haar weten. Kort daarna overlijdt haar Oma en eigenlijk verliest ze op dat moment twee Oma’s… de echte Oma, en de droomoma, die haar met open armen zou ontvangen en haar in zou lijven bij haar Surinaamse familie. Het voelt alsof dat deel van haar identiteit en haar familie geschiedenis met haar Oma mee het graf is ingegaan.


Op zoek naar erkenning en naar haar “roots” gaat ze op reis naar Suriname. Het  is een deel van een ontdekkingstocht in haarzelf die jaren duurt, onderweg naar een plek waar het er allebei mag zijn en waar ze nóch haar Nederlandse, noch haar Surinaamse kant hoeft te verloochenen. Als gevolg van die zoektocht transformeert in de loop de jaren haar spiegelbeeld langzaam van oer-Hollands naar dubbelbloedig, in een geleidelijk maar onvermijdelijk proces. Dat bracht onrust én verrijking met zich mee.


“Mijn wortels dringen steeds dieper in de grond die ook mij toebehoort hoewel de structuur van de bodem nog steeds onwennig voelt en vreemd”


Het is een tocht die nog niet ten einde is, maar waar de contouren zich steeds duidelijker aftekenen, onderweg naar een plek waar ze beide kanten niet hoeft te verloochenen, noch van anderen, nog van zichzelf. Niet als halfbloed, maar als dubbelbloed. Niet als armoede maar als rijkdom.


Boeiend en actueel boek in een tijd waarin veel mensen leven met een dubbele nationaliteit of afkomst, die vaak het gevoel hebben tussen wal en schip te vallen en in plaats van bij twéé groepen, nérgens bij te horen.


ISBN 9789062659692 | 174 pagina's | Uitgeverij In de Knipscheer | september 2017

© Willeke, 20 oktober 2017

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER