De club van tien
Guido Aerts
Het eerste jeugdboek van Guido Aerts zet jongeren op een bijzondere manier aan het werk. Voorafgaand aan de drie verhalen die dit boek rijk is, wordt een opdracht gegeven waarvan vooral de eerste, vrij pittig maar wel een uitdaging is.
In dat verhaal, getiteld Bizarre tekens, maken we kennis met Emma, Ella, Noa, Jade, Marie, Arthur, Lucas, Vince, Brent en Roman ofwel de club van tien. Ze hebben een eigen clublokaal, genaamd Froghouse, dat in de tuin van de opa van Marie en Arthur staat.
Tijdens een clubbijeenkomst meldt Roman, dat er een verdachte auto gesignaleerd is in het bos. Het leek op een postwagen, maar wat doet een postwagen daar? De Club besluit op onderzoek uit te gaan en de leden vormen 5 teams bestaande uit twee personen. Ze spreken signalen af en ze moeten vooral hun gsm op de trilstand zetten zodat niemand anders kan horen dat ze er zijn. De teams vinden de meest wonderlijke zaken, zoals een schilderij, een vaas, oude schoenen enz. enz. Wat hebben die dingen met elkaar te maken? Gelukkig zijn de clubleden slim en kunnen ze heel goed het een met het ander combineren en na een heel spannend avontuur vinden ze uiteindelijk de oplossing.
In het tweede verhaal Het mysterieuze plateau zijn de clubleden al wat ouder, ze zitten op de hogere school in Varensdrecht. In de paasvakantie gaan ze op trektocht de bergen in. Een tante en oom van Vince en Brent hebben daar een chalet die ze mogen gebruiken. Het huisje is vrij primitief, het heeft geen leidingwater of elektriciteit, en bestaat uit een woonkeuken, een slaapkamer en een wasgelegenheid. Maar het kan de clubleden weinig schelen. Ze zullen zich wel vermaken. Maar de club zal de club niet zijn als ze niet iets heel bijzonders beleven en natuurlijk gebeurt dat ook deze keer weer.
In de buurt van het chalet is namelijk een ruïne en de altijd opmerkzame Arthur vindt het vreemd dat daar elektriciteitsdraden naartoe lopen. Waar dienen die nu voor? De ruïne is al eeuwenlang een ruïne. - Ook 's avonds wordt hij niet als attractie verlicht gezien de beschrijving van de prachtige donkere sterrenhemel. - Natuurlijk wil Arthur daar meer van weten en duikt de plaatselijke bibliotheek in om een plattegrond te vinden van het voormalige klooster. Hij weet niet wat hij zich daarmee op de hals haalt. Gelukkig reist hij niet alleen...
Bij het laatste verhaal Het raadsel van Hirch krijgen we de opdracht op internet een plattegrondje van Brussel te zoeken zodat we de zoektocht van De club van tien kunnen volgen. De Club zit deze keer in een Brusselse jeugdherberg en tijdens hun wandeling door de stad krijgen ze van een zwerver een boekje vol geheimzinnige aanwijzingen in handen gedrukt. Hij wil zijn geheim aan hen doorgeven. En een geheim is het! Het heeft iets te maken met het jaar 1939 en het voormalige modewarenhuis Hirch. Wij als lezer speuren en lopen mee met de Club en krijgen zo heel veel informatie over de bezienswaardigheden van Brussel.
De eerste twee verhalen zijn leuk en vlot om te lezen, maar het laatste verhaal is meer een opsomming van Brusselse gebouwen, straten en andere zaken, die op gegeven moment niets meer aan het verhaal toevoegden. Vooral de beschrijving van alle achtenveertig ambachten die uitgebeeld worden op de zuilen van de hekken rond het parkje de Kleine Zavel is behoorlijk te veel van het goede.
De schrijver is Vlaams en dat is aan het taalgebruik goed te merken maar dat heeft ook zijn charme. Wel zou het prettig zijn als een goede eindredacteur het boek onder handen zou nemen. Sommige uitdrukkingen worden verkeerd gebruikt en zo staan er nog wel meer schoonheidsfoutjes in die niet nodig zijn. Het haalt de verhalen wat naar beneden en dat is jammer, want de schrijver heeft genoeg fantasie en vertelkracht om nog veel meer leuke, spannende verhalen te creëren.
ISBN 9789402232547 | Paperback | 97 pagina's | Boekscout | 30 december 2016
© Dettie, 7 mei 2017
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER