jeugd 10-12 jaar

Christine Linneweever

http://www.christinelinneweever.nl

 

Vidar wil dansen
Deel 11 in de serie Gouden Paarden
Christine Linneweever

Vidar en zijn moeder Isolde zijn fjorden, een van de drie inheemse paardenrassen van Noorwegen. ‘Een veelzijdig recreatiepaard’, zegt Wikipedia. Als je dat gezegd zou hebben tegen Vidar zou hij vast gebriest hebben: volgens zijn moeder moet hij  tevreden zijn dat hij geschikt is als sleeppaard. Een beetje zoals het gezegde: als je voor een dubbeltje geboren bent, word je nooit een kwartje!


Supersterk en gespierd is hij, omdat hij al een hele tijd met zijn baas Steven in de bosbouw werkt. Toen Steven hem meenam naar een paardenkeuring zag hij daar dat er ook paarden zijn die heel andere dingen doen! En die er ook mooier uitzien dan hij. Sindsdien is hij niet meer zo tevreden. Maar hij blijft dromen…


‘Op dat moment kwam Steven iemand tegen die hij kende. Ze knoopten een praatje aan en dat gaf Vidar de gelegenheid om te kijken wat er aan de hand was. De acht combinaties reden achter elkaar aan en iemand zette de muziek aan. Vidar keek met grote ogen toe, want de paarden begonnen op de muziek te dansen!’


En dan komt de dag dat Steven een ongeluk krijgt, en Vidar onder de hoede komt van diens kleindochter, Fay. Nu staat Vidar in een manege met andere paarden (leuk! Er zijn oude bekenden bij!) maar of hij nu een leukere toekomst heeft? Hij hoort Fay zeggen dat ze hem een lompe, dikke pony vindt, en dat ze alleen maar voor hem zorgt omdat ze moet laten zien dat ze dat wèl kan! Want als Vidar dan weer terug moet naar Steven en het is goed gegaan, dan krijgt ze een eigen pony.


Natuurlijk vindt Vidar het niet leuk dat hij op deze manier behandeld wordt, maar hij ontdekt al snel dat Fay helemaal niet zo onaardig is. Ze is een gefrustreerd kind, wordt gepest op school en denkt dat ze nooit aan de verwachtingen van haar ouders – allebei balletdansers – kan voldoen omdat ze niet net als zij sierlijk gebouwd is.
De lezer begrijpt het ondertussen al: het komt allemaal goed met Vidar en Fay! Maar dat gaat niet zonder slag of stoot.


Het is best bijzonder dat een paard wil dansen, maar waarom ook niet? Wij mensen staan er eigenlijk nooit bij stil dat een dier ook wel eens wat zou kunnen willen. Leuk dus dat Christine Linneweever dat wèl doet!


Zoals ze dat ook in de eerdere delen doet wordt het verhaal deels vanuit het perspectief van het paard, en deels vanuit de dichtstbijzijnde verzorger verteld. De schrijfster valt wat te veel in herhaling -  eerst is er het verhaal, dat dan nog een keer wordt verteld door Vidar aan zijn stalgenoten en dan nog een keer door Fay aan de paardenmeisjes - maar het blijft een leuk verhaal, met enkele wijze lesjes. Vidar verbaast zich er bijvoorbeeld over dat de andere paarden het onzin vinden als hij zegt: ‘ik ben natuurlijk wel een ouderwets type en daardoor niet geschikt voor dressuur. Of voor springen.’


Een paardenverhaal over vriendschap en vooroordelen. Over doorzettingsvermogen: wat je graag wilt, dat kun je ook!


Christine Linneweever heeft altijd al een passie voor paarden gehad. Deze serie getuigt dat ze ook veel van deze dieren af weet. Ieder boek heeft een ander soort paard in de hoofdrol, waar uitgebreid over verteld wordt, steeds binnen een leuk verhaal dat vooral in de smaak zal vallen bij paardenjongens en -meisjes.


ISBN 9789020622355 | Hardcover | 224 pagina's | Kluitman | oktober 2018 | Vanaf 10 jaar

© Marjo, 23 november 2018

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

altDe heimwee van Faxi
Deel 10 in de serie Gouden Paarden
Christine Linneweever


Het tiende boek in de serie Gouden paarden gaat over een IJslandse pony. Faxi is niet zomaar een IJslandse pony, hij heeft een bijzondere kleur, hij is een zilverappel. Kenmerkend voor zilverappels zijn vooral de witte wimpers. Verder hebben ze een donker(der) lijf en zilvergrijze manen. Faxi is natuurlijk de hoofdpersoon (dat kan ik wel zo zeggen, denk ik. Een paard is een edel dier, heeft een hoofd en benen en dit dier een persoon noemen kan wel).
Naast Faxi is er Noor. Zij is ook bijzonder: ze heeft een IJslandse moeder en een Nederlandse vader, en moet herhaaldelijk verhuizen omdat haar vader steeds ergens anders werkt.


Als het verhaal begint woont Noor op IJsland, waar ook haar oma woont. Ze vindt het er fantastisch, en het wordt nog beter als ze de paardenboerderij ontdekt, die onder leiding staat van Ingaborg. Deze laatste heeft snel door dat Noor een geweldige hulp is. Het meisje is dol op paarden en brengt al haar vrije tijd door op de boerderij. En met Faxi samen vormt ze een gouden team: ze trainen samen en winnen wedstrijden. Ook helpt ze bij de toeristentochten: vanaf de boerderij kun je namelijk tochten maken op IJslandse paarden. Zo leren Faxi en Noor Nicole kennen, ook een Nederlandse. Echt aardig vinden ze haar niet, maar dat maakt niet uit, ze vertrekt toch weer naar Nederland.


Dan gebeurt de ramp, die er natuurlijk aan zat te komen. Noors vader moet verhuizen naar Finland. En Noor moet mee…
Ook voor Faxi blijft het leven niet zoals het was. Hij mag mee naar Nederland om wedstrijden te rijden, dat lijkt hem leuk! Misschien ziet hij Noor wel? Maar het paard weet dan nog niet dat paarden die eenmaal in het buitenland zijn, niet meer terug mogen naar IJsland.
Zullen Faxi en Noor elkaar ooit weer terugzien?


Het verhaal wordt net als in de andere boeken van de Gouden serie verteld vanuit het paard. Het is zíjn belevingswereld. Mede daardoor krijg je heel veel informatie mee over hoe je als ruiter het beste om kunt gaan met een paard, want je leest hoe hij bepaalde dingen ervaart.
Het begint pittig, omdat er veel achtergrondinformatie gegeven moet worden. Voor paardenmeisjes en - jongens geen probleem natuurlijk en komt het verhaal eenmaal op gang, dan lees je het in een ruk uit. Want dan wordt het spannend!


ISBN 9789020622294 | hardcover |244 pagina's | Uitgeverij Kluitman| april 2017
Leeftijd vanaf 10 jaar

© Marjo, 4 november 2017

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

altNola, met hart en ziel
Deel 8 in de serie Gouden Paarden
Christine Linneweever


Nola is een Connemara pony, en dol op springen. Ze is al twee keer door haar eigenaar verkocht, en dat terwijl ze zo haar best deed! Als haar jonge berijders wat minder handig waren bij het sturen, zorgde ze er zelf wel voor dat de sprong lukte. Maar nu? Ze heeft er niet zo veel zin meer in. Als ze toch weer verkocht gaat worden, waarom zou ze haar best doen? Haar baasje moet het zelf maar doen, zij gaat niet meer helpen. Dat het ergens wel logisch is dat jonge ruiters naar een groter paard toegroeien, en dus hun pony niet meer ‘nodig’ hebben, dat is logica die niet aan Nola besteed is. Zij doet haar best en dus mag ze blijven, vindt ze.


Haar derde baasje is Floyd en Floyd heeft ook zo zijn twijfels. Zijn vader is een beroemd springruiter, zijn moeder is een kei in dressuur, wat kan hij nou? Hij is lang niet zo goed. Misschien kan hij maar beter gaan voetballen. Maar nu heeft hij wel een pony die er om bekend staat dat ze heel goed is. Floyd heeft natuurlijk geen idee hoe Nola erover denkt. Dat ze helemaal niet meer van plan is om goed te zijn, en dat hij als ruiter het werk zal moeten doen.  Deze combinatie had dus wel heel verkeerd uit kunnen vallen, maar gelukkig: het blijkt te klikken tussen de twee! En dan gaat Nola toch maar een beetje helpen.


Floyd ontmoet Arda met haar paard Aurea. Deze ontmoeting blijkt bepalend: Arda stuurt hem in de juiste richting en Aurea helpt Nola. Want er is inderdaad een bijzonder voorval nodig om echt te bewijzen dat Floyd en Nola helemaal bij elkaar horen.


‘Een bijzondere band zoals ik met Arda heb ontstaat soms vanzelf. Door wat je samen hebt meegemaakt. Omdat je bij elkaar past. Daar kun je niets aan doen. Het helpt niet om er heel hard je best voor te doen.’


In deze Gouden Paarden-serie wordt het verhaal deels verteld vanuit de beleving van het paard. Die verhalen zijn dan ook vooral voor paardenliefhebbers, want wat is er voor hen nu interessanter dan te weten te komen wat er in het hoofd van een paard omgaat?


Christine Linneweever werkt zelf met paarden en ze weet haar ervaringen heel goed om te zetten in een leuk verhaal. Tussen de regels door leer je hoe je naar een paard moet kijken, wat een bepaalde stand van de oren en andere signalen betekenen. Natuurlijk kan je een dier niet vermenselijken, en is zelfs een edel dier als het paard geen mens. Maar omgaan met een dier kan je wel degelijk leren, en daar is deze boekenserie heel nuttig bij. Spannend wordt het ook,  tegen het einde.
Het boek is onderverdeeld in korte hoofdstukjes met een titel en heel leuk: een versierde beginhoofdletter: met een paard natuurlijk!


ISBN 9789020622287| Hardcover| 224 pagina's | Uitgeverij Kluitman| september 2015
Tekeningetjes van George Schriemer | Leeftijd vanaf 10 jaar

© Marjo, 11 november 2015

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

altBowi komt in opstand
Deel 7 in de serie Gouden Paarden
Christine Linneweever


Ik kende de Gouden Paarden-serie nog niet, maar als alle boeken zo leuk zijn als deze over Bowi, dan is het een prima serie. Wat er namelijk zo leuk aan is, is dat het grotendeels vanuit het aard zelf, Bowi dus, verteld wordt.
Bowi is een shetlandpony, zwartbont, met een bruin oog en een blauw oog. Vooral meisjes vallen meteen voor hem!


Maar Bowi is ook een pony met een eigen wil, en hij laat niet met zich sollen! Ooit stond hij met vele anderen in de wei bij de oude boer Jacobs. Maar zoals dat gaat: als mensen ouder worden zijn de dieren daar de dupe van: ze werden niet meer zo goed verzorgd. Op het laatst hadden ze nog wel water, maar niets meer te eten. Hun hoeven waren doorgegroeid, en hun vacht was een en al klit. Voor Bowi zijn vooral die hoeven een ramp: hij wil zo graag rennen en draven door de wei, alsof hij vliegt! Maar dat gaat nu niet op die ongelukkige hoeven.


Gelukkig is zijn nieuwe baas iemand die veel verstand heeft van paarden. August verzorgt hem prima, en het komt weer goed met de hoeven. Bowi is nu op Ponywereld, een attractiepark voor kinderen, waar de meeste paarden ingezet worden voor dagelijkse rondritjes met kinderen. Maar August kiest Bowi uit om mee te doen aan de show, en een meisje, Karita, neemt hem mee. Bowi vindt haar een chagrijnig kind, en inderdaad is ze helemaal niet vriendelijk.


‘Bowi, die nog nooit aan een touw met iemand had meegelopen, verstijfde. Wat wil ze? vroeg hij zich af toen Karita een ruk aan het halstertouw gaf. Moest hij nou met haar mee? Hij wilde helemaal niet weg bij de pony’s waarmee hij was opgegroeid.
Toen Bowi bleef staan waar hij stond, probeerde Karita hem mee te sleuren. Meteen werd Bowi zo boos dat hij besloot terug te trekken. Zo hard mogelijk. Hij hing helemaal achterover en was het liefst ook nog achteruitgelopen. Hij plantte zijn voorbeen stevig op de grond. Ook Karita hing met haar volle gewicht aan het touw. Op dat moment kreeg Bowi een idee...’


En wat hij verzint, dat vertel ik lekker niet!


Gelukkig heeft hij niet te veel met Karita te maken, zij zorgt voor Tam-Tam, een pony waar Bowi het ook niet goed mee kan vinden. Met August kan hij evenwel prima uit de voeten. Hij leert allerlei kunstjes, en is heel tevreden met zijn nieuwe leven.
Maar dan wordt August weggestuurd en neemt de zoon van de baas, Hugo, alles over. En dat gaat helemaal niet goed!
En helaas voor Bowi, maar er gaat nog veel meer niet goed, ook al wil de tweeling Yara en Danique hem zo graag helpen!


Hoe alles goed kwam lees je in dit leuke paardenboek, dat ook nog wel over andere dingetjes gaat, maar toch vooral over de paardenwereld.
Doordat de pony’s onderling praten over wat er met hen gebeurt, hoeven er geen lange uitweidingen met uitleg gegeven te worden, en dat werkt uitstekend. Bovendien wisselt dat leuk af met het verhaal van de menselijke personages.

ISBN  9789020622270 |hardcover|224 pagina's|Uitgeverij Kluitman |september 2014
Vanaf 10 jaar

© Marjo, 24 november  2014

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

altHet geheim van de Ravenhorst
Christine Linneweever


De woonboerderij waar Christine Linneweever heeft gewoond staat in Winterswijk op een plek waarvan bekend is dat er al sinds mensenheugenis boerderijen stonden die verpacht werden door de heren van kasteel De Ravenhorst. Helaas is dat kasteel er niet meer, maar er zijn nog wel archiefstukken. En er is een legende: de legende van de schat van de Ravenhorst.
Dat inspireerde haar tot het volgende verhaal:


Ten noorden van Winterswijk (Winethereswic) lag in 1432 het kasteel waar de heren van Rhemen en Dravenhorst de scepter zwaaiden. Zij vonden zichzelf niet rijk genoeg en begonnen tol te heffen op de wegen rondom het kasteel. Ook verhoogden zij keer op keer de pacht die de boeren moesten betalen, terwijl ze er niet voor zorgden dat die boerderijen onderhouden werden. Zelfs het zaaigoed dat ze leverden was slecht. De arme boeren kregen het slechter en slechter.


Op een van die pachtboerderijen woont het gezin Mateman. Zoon Aelwijn, zeventien jaar, wordt op een dag gedwongen om op het kasteel te gaan werken, zijn vader kan de pacht niet betalen. Hij wordt stalknecht, en geeft blijk van goed gevoel voor paarden. Dat merkt de kasteelheer, Geert van Rhemen, op, zodat de jongen betrokken raakt bij vertrouwelijke zaken, maar hij mag niet laten merken dat er van op de hoogte is dat Geert en zijn twee broers roofridders zijn.
Omdat de kokkin de jongen laat wonen in haar keuken, heeft hij het niet slecht op het kasteel. Toch is er maar een ding dat hij wil: terug naar huis.
Als hij door een buurjongen gewaarschuwd wordt dat zijn moeder ernstig ziek is, mag hij een paar dagen naar de boerderij. En daar vertelt zijn moeder hem een ongelooflijk verhaal, hetgeen de lezer even laat denken dat hij degene is die het geheim van Ravenhorst bewaart.
Maar het ligt allemaal net even anders…


Als ik me iets kan voorstellen is het wel dat je de geschiedenis van je woonst wilt kennen als je in zo’n oud historisch gebouw woont. Christine Linneweever - bekend van haar boeken in de Gouden paarden-serie - kreeg dan ook de kriebels en ging op onderzoek uit. In het nawoord bij het verhaal over Aelwijn, vertelt ze nog even welk deel van het verhaal op feiten gebaseerd is, en wat ze er bij verzonnen heeft. Dat laatst heeft ze prima gedaan, het is een spannend verhaal geworden, waarbij je je als lezer heel goed kan voorstellen dat het leven in die tijd werkelijk zo was! Je leeft mee met Aelwijn, die meegesleept wordt door de gebeurtenissen die in die tijd schering en inslag zijn: oorlog. Het kasteel wordt belegerd. En de ridders zelf trekken ten strijde. Als je informatie gaat zoeken over de genoemde veldslagen leer je een heleboel bij!


De rol van de bisschoppen komt aan de orde, maar vooral geeft het verhaal een inkijkje in de middeleeuwen. Binnen de omslag staat een oude kaart uit die tijd afgebeeld, met al die oude namen erbij.
En natuurlijk verloochent Christine Linneweever haar hobby niet: ook de paarden spelen een rol. Maar stukken minder dan in de Gouden paarden serie. Het zou wel leuk zijn als deze schrijfster geregeld van woonadres zou wisselen en steeds op onderzoek uit ging…


ISBN 9789020624830 | Hardcover | 240 pagina's | Uitgeverij Lannoo | januari 2018
Leeftijd vanaf 10 jaar

© Marjo, 8 april 2018

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER