Kan het nog erger?
Judith Koppens
‘Finn Sikkelberg is een sukkel!!’
Een goede binnenkomer is dit: in grote letters begint zo het eerste hoofdstuk.
De hoofdpersoon van het boek is de twaalfjarige Syl. Haar vriendje heeft net geappt dat hij de verkering uitmaakt. Hij gaat nu met Bente, zegt hij.
Syl is woest. Om het uitmaken natuurlijk, maar dat die jongen dat doet met een app! En met Bente? ‘Die stomme poedel uit 2b’? Zo noemde hij haar zelf toch? Kan het nog erger?
Als ze wil reageren ontdekt ze dat hij haar appjes niet leest. Staat zijn telefoon uit? Neemt hij haar in de maling soms? Duikt hij straks op, zich een deuk lachend omdat ze erin getrapt is? Helaas ontdekt haar vriendin dat hij haar nummer geblokkeerd heeft.
Kan het nog erger?
Maar al snel vallen haar problemen in het niet bij wat er allemaal gebeurt.
Eerst wordt mama gewaarschuwd: oma is gevallen en in het ziekenhuis beland. Als oma na een operatie naar huis wordt gestuurd zien Syls ouders de bui al hangen: ze zullen mantelzorger moeten zijn. Dus besluiten ze om nu alvast een paar dagen weg te gaan.
Anne, de zus van papa, komt oppassen, op Syl en het irritante jongere zusje. En aan Syl wordt gevraagd om af en toe bij oma op bezoek te gaan. Dat blijkt helemaal niet zo erg als ze dacht, want in het ziekenhuis leert ze Sebas kennen.
Een bijzondere jongen, ontdekt ze al snel. Want al ligt hij niet voor niets in het ziekenhuis, hij is goedlachs en zit vol streken, waarbij hij zijn kamergenoot Dirk, en natuurlijk Syl graag betrekt.
Syl gaat graag naar het ziekenhuis. Dat is natuurlijk geen plek voor alleen maar grappen, en de jongens zijn echt behoorlijk ziek, Dirk meer dan Sebas. Maar hoe ga je om met al die vervelende dingen?
'Sebas steekt zijn hand verontschuldigend omhoog. Ík zal stoppen met mijn flauwe grappen. Echt, ik beloof het.'
'Nou, als dat zou kunnen,' zucht Dirk, 'dan bel ik vandaag de krant.'
Dit is een belangrijk thema, maar er is nog meer. Syls vriendin vindt dat ze over zich laat lopen en spoort haar aan om Finn eens goed de waarheid te zeggen. Dat vindt Syl heel moeilijk, tot ‘die poedel’ haar aanspreekt. Dan komen alle emoties naar buiten!
Als er moeilijke woorden gebruikt moeten worden, worden die duidelijk uitgelegd en er zijn veel dialogen, zodat het makkelijk leest.
Ja, het boek gaat over een ernstige ziekte, over de dood. Maar het is vooral een realistisch verhaal dat vertelt hoe het in het leven kan gaan. Het is immers niet alleen maar lang leve de lol!
De toon is optimistisch. Ook al is er die traan, er zijn ook veel grappige scenes. Ontroerende voorvallen, en ja, er is angst, omdat je het leven niet kunt regelen zoals je dat zou wensen.
Kan het nog erger? Ja, het kan altijd erger. Maar Judith Koppens vertelt het zoals het is, en dat is beter dan er doekjes om draaien.
Op haar website stelt Judith Koppens:
‘Door mijn ruime ervaring als onderwijs- en gedragsspecialist weet ik hoe kinderen denken, wat ze willen en hoe ze zich ontwikkelen. Dit helpt me bij het schrijven van verhalen en teksten voor onder meer lesmethodes en educatieve tijdschriften.’
Judith Koppens (Deurne, 1969) begon als juf op een basisschool. Ze begon al snel boeken te schrijven, het eerste verscheen in 2004. intussen zijn er ruim 50 boeken voor kinderen van 3 tot 6 jaar, maar ook voor volwassenen.
ISBN 9789044841640| Hardcover | 146 pagina's | Uitgeverij Clavis | mei 2021
Illustraties van Marja Meijer | Leeftijd van 10+
© Marjo, 13 juli 2021
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER