Team Special Forces
Coen de Kort
We kunnen niet allemaal moeders mooiste zijn natuurlijk, maar voor Karel Groothoofd Klompenmaker was zijn uiterlijk toch wel een flinke hindernis. Als zijn leeftijdgenoten hem uitmaken voor een monster neemt hij het enige besluit dat mogelijk is: als ze hem al een monster noemen, dan moet hij maar een echt monster worden ook!
Maar ja, intussen is hij volwassen, nog steeds superlelijk, en dat plan is nog niet echt van de grond gekomen.
Nu heeft Karel een nichtje en Emma wil haar liefste oom wel komen helpen. Ze vindt het thuis toch maar saai in die lange zomervakantie, dus ze komt logeren.
Hoe oom Karel zijn best doet, dat vertelt Emma tegen de buurman, die komt vragen wat er toch gaande is. Al dat geschreeuw dat hij hoort!
‘We doen de gordijnen dicht, zodat het nacht lijkt. Ik lig dan op de bank en we doen net of dat mijn bed is. Oom Karel zet enge muziek op en dan sluipt hij naar de bank, waar ik dus zogenaamd lig te slapen. Ik snurk expres een beetje, waardoor het net echt lijkt, dat slapen. Het afschuwelijke monster Groothoofd maakt mij dan wakker door hard te grommen en boe! te roepen. En door wild met zijn armen te zwaaien. Voordat hij dat doet, klikt hij een kleine zaklamp aan die hij onder zijn kin houdt. Dat geeft een extra spannend effect. Ik word natuurlijk meteen wakker van de herrie, schrik me een hoedje en zet een keel op. Dat is voldoende voor het monster. Dat is wat hij wil en daarna vertrekt hij weer, gemeen grinnikend van plezier.’
De buurman, Anton Zuur, een gepensioneerde militair, begrijpt het nu helemaal, en eigenlijk zou hij niet meer langs hoeven komen. Maar hij vindt de thee – met speculaasje! – van Karel heel lekker. En het lijkt hem wel een goed idee om zijn buurman te helpen.
Nu schijnen monsters in de Ardennen te wonen.
Nou, dan gaan ze daar toch naar toe? En laten we het trommeltje met speculaasjes niet vergeten!
De toon is al gezet: dit gaat een doldwaas avontuur worden!
En zo is Team Special Forces weer een heel ander boek dan de eerdere boeken die Coen de Kort schreef. Kwamen in de eerdere boeken veelal maatschappelijke kwesties aan de orde, in dit verhaal over twee mannen en een meisje viert de humor hoogtij, droge ironie vaak, soms neigend naar slapstickachtige situaties.
Als Karel naar de dokter gaat en Emma in de wachtkamer blijft wachten, vergeet hij haar daar op te halen:
‘In looppas liep Groothoofd terug naar de huisartsenpraktijk om Emma op te halen, die nog steeds in de wachtkamer zat te wachten. Want daar is een wachtkamer voor, om te wachten. En dat deed Karels nichtje. Wachten…tot ze een ons woog.’
Dat Coen de Kort prima een dosis humor in zijn teksten weet te verwerken, wisten we al wel, en in dit boek komt dat nog meer naar voren.
Toch zit er wel een boodschap in het verhaal: we zijn wie we zijn en dat is helemaal prima!
Coen de Kort (1956) studeerde aan de Kunstacademie in Den Bosch. Naast vormgever en illustrator is hij ook schrijver.
ISBN 9789048862580 | Hardcover| 128 pagina's | Uitgeverij Clavis | september 2024 | Tekeningen van Geert Gratama | Leeftijd vanaf 9 jaar
© Marjo, 22 oktober 2024
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Tom Trubbels breekt in
Coen de Kort
De twaalfjarige Tom Trubbels gaat inbreken. Hij heeft zich goed voorbereid, en hij is reuze lenig, dus hij is snel weer weg. Hij is immers getraind!
Sinds hij vaak last heeft van spanningen, die drukte in zijn hoofd veroorzaken, heeft hij ontdekt dat hij dat te lijf kan gaan door lekker actief bezig te zijn: rennen, klimmen en springen. Als hij zo bezig is vergeet hij alles, en wordt hij rustig.
Tom woont vaak bij zijn oma, omdat zijn ouders hun leven eigenlijk niet ingesteld hadden op een kind. Ze moeten nogal vaak naar het buitenland voor hun werk. Nu vind oma Toke het helemaal niet erg dat Tom dan bij haar is, maar de laatste tijd is ze wel vergeetachtig aan het worden, dus Tom zorgt voor een deel voor haar!
Het was doordat hij zijn oma hoorde praten tegen een vriendin dat hij er achter kwam dat zijn opa ook die onrust in zijn lijf had! Als hij dan hoort dat zijn opa ging inbreken, denkt hij dat hij dat ook kan. Vandaar dat hij de situatie rond die grote villa goed bestudeerd heeft. Hij weet dat er een hond loopt, maar die lust vast wel gehaktballetjes...
En ja hoor, de hond is geen probleem, het inbreken ook niet. Tom vindt juwelen en onder een losse plank een etui.
‘Tom had een goed gevoel over zichzelf. Hij was er van overtuigd dat hij dit kon, en hij kon het ook. Het talent zat tenslotte in de familie. In een rustige draf liep de jongen naar huis. Hij had geen haast. Hij wilde genieten van het moment. De regen viel nog steeds met bakken uit de hemel, maar het deerde hem niet.’
Toch is hij natuurlijk een amateur te zijn: hij kan dan wel goed kunnen klimmen en rennen en zo, hij denkt niet aan alles…
En iemand heeft hem gezien. Nu is dat niet erg, want het is een politieagente. Nou ja, een jonge vrouw die bij de politie wil, maar haar carrière loopt niet zo lekker. Zij is in haar eentje een onderzoek aan het uitvoeren. En daarbij ziet ze de jongen. Dat blijkt maar goed ook, want het dreigt faliekant verkeerd te lopen.
En daar is behalve oma Toke ook Toms vriendinnetje, Lotte de dupe van!
‘Daarom was ik bij dat paleisje toen uw kleinzoon daar inbrak. Ik zag hem op de muur staan. Sindsdien ben ik Tom gevolgd. En gelukkig maar, anders zat u nu onder de blauwe plekken. Of erger.’
‘Jeetje!’ riep Tom. Breek ik ook eens een keer in. Heel de wereld op zijn kop.’
Een spannend verhaal, dat vol humor verteld wordt. Alleen de namen van de personages al: Tom Trubbels komt inderdaad in moeilijkheden. Lotte Lieveling is Toms liefje. Sandra Spoor is een duister zaakje op het spoor. Behalve een humoristisch spannend verhaal worden er ook maatschappelijke kwesties behandeld: oma Toke die misschien wel naar een tehuis moet.
Leuk verhaal dat door de ruime bladspiegel en korte hoofdstukken vlot weg leest. De tekeningetjes zijn van eigen hand.
Coen de Kort (1956, Tilburg) werkte lange tijd vooral als illustrator totdat hij met Moord en dat soort dingen debuteerde als schrijver. Hij leerde illustreren aan de Kunstacademie in Den Bosch en noemt zichzelf nog steeds in eerste instantie vormgever en illustrator. Toch is dit al zijn vijfde boek.
ISBN 9789044844122 | hardcover | 104 pagina’s | Uitgeverij Clavis | juni 2022
Leeftijd vanaf 10 jaar
© Marjo, 20 juni 2022
Lees de reacties op het forum, klik HIER