Winterhuis hotel
Ben Guterson
Al bij het zien bij de prachtige opengewerkte de cover weet je dat je een bijzonder boek in handen hebt. En bijzonder is het!
Het begint allemaal met Elizabeth Somers die als ze thuiskomt uit school een briefje en een tas met wat kleren voor haar huisdeur vindt. Het blijkt dat ze over drie uur in de trein naar Sternhaven moet zitten en daar de bus moet nemen naar Winterhuis Hotel. In dat hotel zal ze haar drie weken van de Kerstvakantie door moeten brengen. De akelige tante Purdy en oom Burlap, bij wie Elizabeth sinds de dood van haar ouders woont, zijn naar andere oorden vertrokken.
Daar gaat Elizabeth dan, in haar eentje, op weg naar het Winterhuis Hotel.
De reis is lang, ze is doodmoe, onderweg ontmoet ze nog twee vreemde mensen die ze een beetje eng vindt. Ze zijn helemaal in het zwart gekleed en vooral de man heeft een doordringende blik die haar een onaangenaam gevoel heeft. Wat wil die man? Later begint de vrouw ook te staren.
"Elizabeth wilde zich omdraaien, maar de blik van de vrouw was zo doordringend en angstaanjagend dat ze zich niet kon bewegen. De ogen van de vrouw boorden zich in die van haar. Eindeloos durende seconden gingen voorbij, de spanning was zo intens dat Elizabeth bijna verwachtte dat haar brillenglazen zouden springen. Het lukte haar niet weg te kijken."
Het stel stapt ook uit bij het Winterhuis Hotel, ze hebben als bagage een rare kist bij zich, het lijkt wel een doodskist denkt Elizabeth. En het gekke is, de eigenaardige vrouw in het zwart kent haar naam! Het verhaal begint dus al goed!
Het hotel daarentegen is allesbehalve eng. Elizabeth weet niet wat ze ziet! Het hotel schittert en glanst en staat aan een prachtig meer dat omzoomt wordt door bergen. In de enorme hal zijn twee mannen -al twee jaar, zo blijkt - bezig met een legpuzzel van 35.000 stukjes! De eigenaar Norbridge Falls voegt zich even later ook bij Elizabeth en Jackson. Hij is de derde op rij van de familie Falls die het hotel runt. Norbridge is leuk, lief, aardig, grappig én kan toveren...
Hij laat haar het hotel zien - er is tot Elizabeths grote vreugde een enorme bibliotheek - en leidt haar naar kamer 213. Háár kamer.
Wat Elizabeth niet weet, is dat deze drie weken haar leven totaal op zijn kop zullen zetten. Het enge stel, is écht eng ook al doen ze net alsof ze aardig zijn. De bibliotheek speelt een grote rol in het verhaal, met namen één boek, dat Elizabeth volgens Het Gevoel móest meenemen naar haar kamer, ook al mocht het niet. (Boeken spelen sowieso een grote rol in het verhaal) Het Gevoel is iets dat een soort voorspellende waarde heeft, Elizabeth weet dan dat er iets gaat gebeuren, het zou prettig zijn als ze wist wat en waarom er iets ging gebeuren...
Wat ze wèl weet, is dat er een groot geheim opgelost moet worden, dat is belangrijk voor het voortbestaan van het hotel. Gelukkig heeft ze hulp van een andere hotelgast, leeftijdsgenoot Freddy. Hij is net als Elizabeth gek op anagrammen en woordladders maken. Dat zal hen nog goed van pas komen.
We lezen hoe de twee kinderen langzamerhand verstrikt raken in een mysterie dat bijna te groot is om op te lossen. Het heeft alles met een vreemde tekst op een schilderij te maken, die tekst betekent iets, maar staat in geheimschrift en niemand weet de oplossing. Alles blijkt uiteindelijk met elkaar verweven te zijn, de portretten in de hal, de bibliotheek, de gigantische puzzel, het vreemde stel in het zwart, het hotel en zijn omgeving en nog veel meer.
Het verhaal begint als een bijzonder, apart, gezellig verhaal, waarin veel, soms spannend, speurwerk wordt verricht. Als lezer loop je mee door de gangen en kamers. Snoep je mee van de heerlijke zoetekauwtjes - de specialiteit van het hotel - sluip je 's nachts samen met de kinderen door de bibliotheek en verwonder je je over het redelijk excentrieke gedrag van Norbridge Falls. Het is heerlijk om met hen mee te kunnen puzzelen naar de oplossing van het geheim.
Maar langzamerhand wordt het verhaal serieuzer en griezeliger en tegen het einde zelfs vrij luguber. Het heeft qua sfeer en verloop wel wat weg van De schaduw van de wind, het eerste boek van Carlos Ruiz Zafón. Persoonlijk vind ik dat jammer. Het ging mij, net als het boek van Zafón, iets te ver. Het werd teveel bovennatuurlijk. Het ging dan ook uiteindelijk mijn inlevingsvermogen te boven. Waar ik eerst heerlijk in gedachte meeliep met Elizabeth, en de omgeving bijna zag en de sfeer bijna voelde, haakte ik nu af. In mijn ogen doet dat eind afbreuk aan het verhaal maar ik houd dan ook niet van dergelijke 'magie', het ligt dus vooral aan mij. Er zijn genoeg mensen die van dergelijke ontwikkelingen smullen, gezien het succes van Zafón.
Toch ik zal de laatste zijn om het boek af te kraken. Het boek is net als De schaduw van de wind heerlijk vlot en vol fantasie geschreven, het hotel en het personeel zijn geweldig. De spanning is constant aanwezig, je bent steeds benieuwd hoe het verhaal verder zal gaan. Je kunt nauwelijks stoppen met lezen. Elizabeth en Freddy zijn heerlijke personages met een heel eigen karakter.
Kortom, het is vooral enorm genieten. Dus... Lezen dit boek! Dat verdient het.
ISBN 9789025876074 | Hardcover met opengewerkte omslag | 319 pagina's | Leopold | oktober 2018
Vertaald door Imme Dros | Leeftijd 10+
© Dettie, 13 november 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER