Boekenarchief H

Alice Hoffman

http://www.alicehoffman.com

 

De wereld die we kenden
Alice Hoffman


‘Als je niet in het kwaad gelooft, ben je gedoemd te leven in een wereld die je nooit zult begrijpen.’


Zo begint het verhaal van Lea, twaalf jaar oud. Ze woont in Berlijn, het is 1941 en ze is joods.
Ze is nog maar een meisje, maar ze is lang en ziet er ouder uit. Haar vader wordt vermoord tijdens rellen, haar moeder Hanni weet wat haar te doen staat: Lea moet vertrekken. 
Zelf kan ze niet mee, ze heeft haar eigen moeder nog om voor te zorgen. Als ze een rabbijn om hulp vraagt is het niet hij, maar zijn dochter Ettie die zal helpen. Op een bijzondere manier: uit modderige klei, schept zij een golem, een magisch Joods wezen. Ze is geen mens, maar ziet er wel uit als een vrouw en krijgt de naam Ava.
Lea beschermen tot ze veilig zal zijn, dat is het enige levensdoel van de golem.


Ze vertrekken naar Parijs. Ook Ettie verlaat Berlijn, en neemt haar zus Marta met zich mee. Aanvankelijk zijn de vier vrouwen samen, maar ze raken elkaar kwijt. Toch zullen hun paden elkaar weer kruisen, al is dat dan pas na jaren vol gevaar, op de vlucht voor de nazi’s.


Ava en Lea ontmoeten in Parijs de familie Lévi, waar Marianne dienstmeisje is. Zij zal een belangrijke rol gaan spelen in het verhaal, net als de zonen van de familie, Julien en Victor. Op het moment dat Parijs ingenomen wordt door de vijand weet Lea dat ze nooit meer naar huis zal gaan.


‘Je verdriet gaat niet weg, het is geen deur die je dicht kunt doen of een boek dat je terug kunt zetten op de plank, of een kus die je terug kunt geven als je hem gekregen hebt. Zo is de wereld nu. Houd de ergste dingen voor jezelf, als een bot in je keel.’


Door hun belevenissen lezen we over hoe Frankrijk gebukt ging door de Duitse overheersing in de Tweede Wereldoorlog. Over Jodenvervolging en verzetsstrijders. De vrouwen en de twee mannen raken verzeild in gevaarlijke situaties, terwijl hun levens verstrengeld raken. Ze veranderen, worden getekend door de gebeurtenissen. Liefde bloeit op.     


En daar is de golem. Waar staat zij voor? Een golem kent de taal van de vogels en de vissen, kan in de toekomst kijken, met de doden communiceren en demonen overwinnen. Dit schepsel beschermt de Joden sinds het begin der tijden en zal Lea kunnen beschermen op haar reis naar veiligheid. Zij is een mystiek wezen. Het is die magie die het verhaal een apart tintje geeft want zij geeft kleur aan de gebeurtenissen. Haar kracht, haar weten, en ook de ontwikkeling die zij doormaakt - want haar verlangen om ook mens te zijn groeit - is de basis van een bijzonder verhaal.
Om en om volgens we de personages, op hun reis door Frankrijk. Boven de hoofdstukken staat de plaats- en tijdsaanduiding.


Alice Hoffman verwerkt in het verhaal de vreselijke gebeurtenissen in het Vélodrome d'Hiver (1942) en het leven van de partizanen. Het verhaal zit vol Joodse symboliek, naast het verhaal van de golem. En zoals het binnen de Joodse traditie betaamt is er een grote rol weggelegd voor de vrouw. Ook komen we af en toe Azraël tegen, de engel des doods, klaar om een ziel te begeleiden naar de Andere Wereld.


De wereld die we kenden
is een roman, maar het is geen feelgoodverhaal. Het is een oorlog waar we over lezen. Roerige, gevaarlijke tijden waarin mensen moeten zien te overleven. De een lukt dat beter dan de ander. Je moet het leven nemen zoals het komt, al probeer je je eigen gekozen weg te vinden en zou je het liever anders zien.
Het is een aangrijpend verhaal over de kracht van de mens.


Alice Hoffman (1952, New York) heeft al veel boeken op haar naam staan waarvan een aantal met historische achtergrond. Ook schreef ze scenario’s.


ISBN 9789493081437 | paperback| 336 pagina's | Uitgeverij Orlando | april 2020
Vertaald uit het Engels door Saskia Peterzon-Kotte

© Marjo, 25 juni 2020

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Magische regels

Alice Hoffman


‘Driehonderd jaar gelden geloofden mensen in de duivel. Als een incident niet kon worden verklaard, geloofden ze dat de oorzaak iets verdorvens was, en die oorzaak was vaak een vrouw van wie gezegd werd dat ze een heks was. Vrouwen die den waar ze zin in hadden, vrouwen met bezittingen, vrouwen die vijanden hadden, vrouwen die minnaars namen, vrouwen de de mysteries van bevallen konden doorgronden, ze waren allemaal verdacht, vooral voor de vurigste, wreedste rechter in de omgeving, John Hathorne, een man die zo verschrikkelijk was dat zijn achterachterkleinzoon, de schrijver van De rode letter, zijn eigen afkomst probeerde te verloochenen door de spelling van zijn naam te veranderen.’


Toen Hathorne het meisje Maria Owens ontmoette werd hij verliefd. Maar hij was al getrouwd. Foute boel dus, waar Maria de schuld van kreeg. Zij had hem immers betoverd, letterlijk. Hun nakomeling legde de grondslag van een familie waarin velen bijzondere krachten hadden. Maar zij waren ook vervloekt: verliefd worden kon niet, dat zou gegarandeerd verkeerd aflopen.


In de jaren zestig van de vorige eeuw woont er een gezin Owens, nazaten van Maria, in New York. Susanna probeert haar kinderen te waarschuwen. Ze mogen niet wandelen bij maanlicht, geen rode schoenen of zwarte kleding dragen, geen katten of kraaien houden, en geen boeken over magie lezen. En het allerbelangrijkste: nooit, maar dan ook nooit verliefd worden. 
Het loopt fout natuurlijk: als Franny, de oudste achttien zal worden, krijgt ze een uitnodiging van hun tante Isabel. Wat hun moeder ook zegt: ze gaat naar Massachusetts en haar zus Jet en broer Vincent gaan met haar mee.


’Isabel zal jullie verrassen, ’zei Susanna tegen hen. ‘Jullie krijgen tests als jullie ze totaal niet verwachten. Jullie denken dat niemand jullie inde gaten houdt, maar ze is zich bewust van alles wat jullie doen. En jullie moeten beloven dat jullie bij me terugkomen,’ zei ze in tranen.’


De kinderen beloven het, maar inderdaad is het leven dat ze die zomer bij Isabel leiden een verrassing. Ook al omdat ze er een nicht, April, ontmoeten van wie ze het bestaan niet kenden. Ze doen er precies alles waarvoor hun moeder hen probeerde te waarschuwen. Een kraai en een kat komen op hun pad, Vincent kent het boek ‘De magiër’ zowat van buiten, en de liefde? Ach, de liefde… alle drie krijgen ze er mee te maken, en nee, dat gaat niet altijd goed. (Maar dat zou misschien ook niet goed gegaan zijn in een leven zonder magie?)


De titel  ‘Magische regels’ is de enige juiste. Er zijn de regels waarnaar de drie kinderen Owens zouden moeten leven – wat ze niet doen – en er zijn letterlijk magische regels: er komt zoveel magie voor in het verhaal, bijna iedere regel bevat een verwijzing!
Gedachten lezen, zwarte katten, de toekomst zien, drankjes en poedertjes maken, ze zijn alle drie heksen. En aangezien er sprake is van een eeuwenoude vloek, gaat alles gepaard met tragische gebeurtenissen. Franny, Jet en Vincent weigeren mee te gaan in de vloek en moeten hun eigen weg vinden. En daarin zijn ze net zo normaal als ieder mens.


John Hathorne (1641-1717) was koopman en magistraat van de Massachusetts Bay Colony en Salem, Massachusetts. Hij is bekend voor zijn vroege en vocale rol als een van de leidende rechters in de Salem heksenprocessen.
De familie Owens heeft evenwel geen rol gespeeld in de geschiedenis maar is uit de duim van Alice Hoffmann gezogen. Dat mevrouw Hoffman dat goed kan, weten we al wel.


Alice Hoffman (1952, New York City) schrijft niet alleen romans maar ook verhalenbundels en kinderboeken. Haar boeken zijn in meer dan twintig talen vertaald en in meer dan honderd landen uitgegeven. ‘Magische Praktijken’ (1995), eveneens een verhaal over de familie Owens, is verfilmd.


ISBN 9789492086921 | hardcover | 320 pagina's | Uitgeverij Orlando | februari 2019
Vertaald uit het Engels door Saskia Peterzon-Kotte

© Marjo, 17 april 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

alt

De verbintenis van tegenpolen
Alice Hoffman


Op het tropische eiland Saint Thomas, bestuurd door Denemarken, wordt in 1795 Rachel Pomié geboren. Haar familie is Creools (= de benaming voor Franse kolonisten in de Franse koloniën in het Caraïbisch gebied), haar grootouders zijn uit Frankrijk gekomen, vluchtend voor de Inquisitie. Zij hadden een appelboom bij zich, die zij koesterden, en al zou die nooit echt gedijen op het tropische eiland, toch zou hij ieder jaar bitter smakende appels dragen, die met genoeg toevoegingen van andere ingrediënten toch smakelijk waren.


Deze appelboom is het juiste symbool voor de familie: ook zij gedijen niet voor de volle 100% op Saint Thomas, de familiekroniek zal zowel bittere als zoete verhalen bevatten.


De familie was onderdeel van de joodse gemeenschap, die in het jaar van Rachels geboorte vijfenzeventig mensen telde. Een joodse vrouw kon niet veel kanten op:


‘Joodse vrouwen waren aan regels gebonden: de regels van God, maar ook de regels van de Denen en van onze eigen leiders. Muizen moesten we zijn, onopgemerkt blijven…Maar ik was geen muis. In de velden waar ik liep, werd ik vooral geboeid door wat de haviken deden.’


Maar al is Rachel een opstandige dochter en luistert ze niet naar haar moeder waarbij ze door haar vader gesteund wordt als ze wil leren en lezen in zijn bibliotheek, dat voorkomt niet dat zij uitgehuwelijkt wordt aan Isaac Petit, een weduwnaar met drie kinderen. Ze legt zich er bij neer:


‘Maar wat was een echtgenoot nu eigenlijk, een partner toch? Waarom zou ik meer verlangen dan dat? Waarom zou ik dat ooit willen?’


Haar vriendin Jestine raadt het haar af, maar omdat zij de dochter is van een slavin, die in het huis van de Pomiés werkt, krijgt zij zelf ook niet de man van haar hart. Dat is namelijk Aaron, een neef van Rachel, opgevoed door haar moeder. En natuurlijk mag een joodse man niet buiten het geloof trouwen. Er mag nog meer niet volgens die religieuze regels: uit Parijs komt Frédérick Pizzarro, een neef van Isaac, om diens zaken over te nemen, want een zaak leiden, dat mag een vrouw ook niet, al kan Rachel dat prima.


Cupido slaat onmiddellijk toe, Rachel en Frédérick willen samen verder. Maar hij is familie, ook al is het aangetrouwd. Het mag niet. Het duurt jaren voor de goegemeente goedkeurt wat de twee jonge mensen al jaren hebben: een relatie. Er waren al zes kinderen, en de zevende volgt: Jacobo Pizzarro. Deze jongeman doet wat zijn moeder maar gedeeltelijk kon: ondanks alle tegenstand volgt hij zijn hart. Hij wil schilderen, en gaat naar Parijs.
We kennen hem als een van de grootste kunstenaars van Frankrijk, grondlegger van het impressionisme, vriend van Manet en mentor van Cézanne: Camille Pissarro.


In het nawoord wordt verteld dat de feiten die bekend zijn uit het leven van Pissarro zoveel mogelijk juist zijn. Daarbij horen ook de gegevens over zijn moeder, en haar familie. Hetgeen Alice Hoffman er bij heeft verzonnen, de West-Indische buren, vrienden en bedienden, die zo’n grote rol spelen in dit verhaal, geven de extra couleur locale: een heet-tropische sfeer met magische elementen – de rode flamboyant (sierboom), de papegaaien en de pelikanen.
Een mooi beeld is ook dat van de plattegronden van de Franse stad, die Rachel in haar vaders bibliotheek bestudeerde. Als zij eenmaal in Parijs arriveert, blijkt die wereld niet meer te bestaan, Baron Haussmann heeft de stad compleet omgegooid.
Zoals dat gebeurt met het leven van Rachel.


Een meeslepende roman waarbij veel verteld wordt over wat er in die tijd allemaal gebeurde in de wereld, meer specifiek over deze groep Joden en over de West-Indiërs, met ieder hun eigen gebruiken, normen en waarden. Maar wat toch vooral de kern vormt, naast het levensverhaal van Pissarro natuurlijk, is dat een mens een mens is, waar ook ter wereld hij geboren wordt.


En zijn mensen immers niet gelijk, al lijken zij tegenpolen? De titel, die misschien in eerste instantie afstoot, is precies goed. Waar de verschillen zo groot lijken, blijken die dat veel minder te zijn.

Alice Hoffman (1952, New York City) schreef op haar éénentwintigste haar eerste boek Property Of (1977). Ze schrijft niet alleen romans maar ook verhalenbundels en kinderboeken. Haar boeken zijn in meer dan twintig talen vertaald en in meer dan honderd landen uitgegeven.


ISBN 9789492086563 | Paperback | 352 pagina's | Orlando| januari 2018

© Marjo, 6 mei 2018

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Het museum van zonderlinge zaken 
Alice Hoffman

Interessante opzet en matige uitwerking


Alice Hoffman schrijft sprookjes voor volwassenen. Althans, dat is de typering die een aantal jaren geleden aan haar boeken is gegeven en die ze als een groot compliment beschouwt. Het museum van zonderlinge zaken, het meest recente vertaalde werk van haar, zou met enige goede wil ook zo kunnen worden gekwalificeerd.


Het verhaal speelt in 1911 in New York. De stad is destijds opgeschrikt door twee enorme branden, één in een textielfabriek met 147 slachtoffers en één grote brand die een enorm pretpark in de as legde. 


Coralie Sardie is een getalenteerde zwemster. Haar vader, met de bijnaam de professor, exploiteert een rariteitenkabinet, een semi-permanente show van misvormde mensen. Het gaat niet zo goed met de zaken en haar vader ziet in Coralie de mogelijkheid om de zaak overeind te houden. Hij traint haar net zolang tot ze goed kan zwemmen, urenlang in koud water kan doorbrengen en haar adem heel lang kan inhouden. Het kunstje wat zij moet doen is nogal ziek: als meermin naakt dobberen in een bassin en op verzoek van mannelijke bezoekers met haar lichaam spelen en kunstjes doen.


Zij oefent haar zwemvaardigheid  in de Hudsonrivier. Daar wordt ze gezien door Eddie Cohen, zoon van een immigrant uit Oekraïne. Zijn verhaal is ook nogal bijzonder. Hij gaat als wees door het leven en heeft fotograferen als passie en af en toe doet hij wat andere losse klusjes. Via allerlei kronkelige paadjes kruisen hun wegen elkaar en er begint zich een wederzijdse affectie te ontwikkelen. Maar voordat de relatie zich kan ontplooien hebben zij heel wat weerstanden te overwinnen en dat in een periode dat New York kampt met de naweeën van de textielbrand.


Het museum van zonderlinge zaken is een wonderlijk boek. Er komen vrijwel alleen maar personen in voor die afwijken, lichamelijk, geestelijk en qua levenshouding. Coralie heeft vliezen tussen haar vingers die haar in staat stellen bovengemiddeld goed te zwemmen. Haar vader, de professor, is altijd op zoek naar materiaal voor zijn tentoonstelling en heeft als voornaamste kenmerk dat hij niet in staat is om op normale wijze met min of meer gewone mensen om te gaan. Eddie heeft zo zijn verhaal, de manier waarop hij wees is geworden is behoorlijk tragisch.
Doch, teruggebracht tot de essentie is het niet meer dan een liefdesverhaal in een wel zeer bijzondere setting.


De dramatische gebeurtenissen die de stad teisteren en die de mensen elkaar aandoen worden op een afstandelijke, haast wonderlijk klinische manier beschreven, die qua dramatiek omgekeerd evenredig is aan datgene wat zich afspeelt.  De hoofdstukken zelf lopen chronologisch, maar daartussen zijn cursieve stukken met daarin de hoofdpersonen beurtelings in een meer reflectieve en retrospectieve rol.
Het boek is vooral beschrijvend, de stijl is nogal vlak en kent weinig dynamiek. Het valt daardoor niet altijd mee om de aandacht erbij te houden.


De auteur bedient zich af en toe van een aantal goedkope en weinig originele trucs die door anderen al vaker zijn gebruikt. Bijvoorbeeld: als de liefde tussen Coralie en Eddie is opgebloeid krijgt deze een knauw: Eddie ontvangt een briefje met de mededeling dat Coralie niet verder wil en dat het beter is elkaar niet meer te zien. Uiteraard is dat niet van haar afkomstig maar van de professor, haar vader. Dit kun je rustig een tot op het bot afgekloven cliché noemen en zijn er helaas wel wat meer. Ook het einde is teveel eind goed al goed en lijkt vooral zo te zijn geschreven om een happy end aan een mogelijke verfilming te breien.


De gegevens zijn zeer interessant, de personages zijn op zichzelf boeiend genoeg doch de vlakke schrijfstijl en de doorzichtige trucs zorgen ervoor dat het verhaal helaas nauwelijks tot leven komt.


ISBN 9789492086129 | Paperback | 380 pagina's | Uitgeverij Orlando | juni 2015
Vertaald door Saskia Peterzon - Kotte

© Jan Koster, 23 maart 2016

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

altDe duivenhoudsters
Alice Hoffman


Dit is het verhaal over wat er gebeurt na de val van Jeruzalem in het jaar 70 na Christus. Een aantal vrijheidsstrijders verschanst zich in het fort Masada, terwijl de Romeinen proberen hen te overmeesteren. Want zij kunnen het zich natuurlijk niet veroorloven dat een groep joden onoverwonnen blijft: het zou de vonk voor verzet aan kunnen wakkeren onder de gevangenen en slaven.


Maar het is wèl Alice Hoffman die dit boek schrijft: het zijn vrouwen die de hoofdrol spelen, terwijl de strijd zich op de achtergrond afspeelt. Alle vier de vrouwen werken in de duivenhokken, en alle vier hebben ze een eigen leven met geheimen uit het verleden.


Jaël is de roodharige dochter van een Sicariër, een sluipmoordenaar. Haar vader geeft zijn dochter de schuld van de dood van zijn vrouw, een echt prettig leven heeft ze niet bij hem. Gelukkig is er een broer die zijn zus wel waardeert. Ook hij is sluipmoordenaar, opgeleid door zijn vader. Toen zij vluchtten uit Jeruzalem waren ze in gezelschap van een echtpaar en hun twee zoontjes. Jaël wordt verliefd op de man, die wel oren heeft naar een tweede vrouw. Daar is de eerste vrouw niet blij mee, zeker niet als haar eigen kinderen ziek worden en ze door heeft dat Jaël zwanger is.
Een andere vrouw is Rivka, die een persoonlijk drama heeft overleefd, en met haar twee kleinzoons in Masada woont. Haar schoonzoon is in de kazerne, laat zich niet zien. Als Jaël verstoten wordt door haar vader komt ze bij Rivka wonen. Daar wordt het kind geboren, waar de vrouw van de leider van Masada, zelf onvruchtbaar, haar oog op laat vallen. Gelukkig is er de derde vrouw, Sjira. Zij is een kruidenvrouw, die verstand heeft van magische trucjes en wiens hulp onontbeerlijk lijkt. Zij heeft twee al volwassen dochters, van wie er een verliefd wordt op Jaëls broer, en de ander ook voor de liefde haar familie achterlaat.
De vierde vrouw is Aziza, Sjira’s dochter, die een heel bijzonder verleden heeft. Dat verleden haalt haar in, en ze moet een eigen weg kiezen. Dat moeten alle vier de vrouwen overigens…


Alice Hoffman heeft er voor gekozen de verhalen in aparte delen te vertellen. Zo leert de lezer de vrouwen apart kennen, terwijl het verhaal dat zij delen doorloopt. Dat is even verwarrend: als ineens het verhaal van Jaël eindigt en er een ander begint, ben je even de weg kwijt. Maar bij het derde verhaal weet je hoe het in elkaar zit.
Dat verhaal is meeslepend: je leert vier sterke vrouwen kennen, die individueel maar vooral ook samen zich teweerstellen tegen de mannenwereld. Niet alleen tegen de vijand, de Romein, maar ook tegen het eigen volk met soms benauwende regels en gewoontes. Het is een roman over geloof en bijgeloof; over leven en dood, over tegenslagen en hoop.


Uit het nawoord blijkt dat er inderdaad een groep joden was die zich in Masada verdedigden tegen de Romeinen; Flavius Josephus beschreef de belegering, en maakte speciale melding van twee vrouwen en vijf kinderen. Ook de afloop werd beschreven.


Alice Hoffman wilde het verhaal van de vrouwen vertellen, omdat die in de cultuur van toen geen recht van spreken hadden, laat staan dat hun geschiedenis werd opgeschreven. Het is haar gelukt een ingrijpend en ontroerend verhaal te vertellen, vol symboliek en magie, tegen een overtuigend historische achtergrond. Dat ze jarenlang onderzoek heeft gedaan om het verhaal zo echt mogelijk te maken is te merken: ze maakt gewag van specifieke details, en verwerkt artefacten in het verhaal, die zij terugvond in het museum aldaar.
Met een vrageninterview, en leesclubvragen.


ISBN 9789022960912|paperback | 528 pagina's | Orlando | oktober 2012
Vertaald uit het Engels door Emmy van Beest en Jacqueline Ruitenberg

© Marjo, 30 december 2012

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

altDe derde engel
Alice Hoffman

Het spookt al jaren in het Lion Park Hotel in Londen. Elke avond om half elf klinkt er boos geschreeuw uit kamer 707, een vertrek dat al jaren leeg staat. In 1999 wordt de Amerikaanse Maddy elke avond opgeschrikt door het tumult. Ze doet de Engelse hoofdstad aan om haar zus Allie te bezoeken die binnenkort gaat trouwen met Paul. Normaal gesproken laten de vriendjes van haar zus haar volkomen koud maar Paul maakt iets in haar los. Ze gaat met hem naar bed en wordt daarna verteerd door schuldgevoel. Eigenlijk wilde Allie het een tijd geleden al uitmaken met Paul maar toen gebeurde er iets waardoor het geschikte moment nooit meer zou komen.

In 1966 werkt Frieda als kamermeisje in het Lion Park Hotel. Ze is van goede komaf maar vertikt het te gaan studeren. Ze valt als een blok voor zanger Jamie die in het hotel verblijft. Hij verdoet zijn tijd met drank en drugs. Jamie noemt Frieda zijn muze en ze schrijft twee songteksten voor hem. Een ervan gaat over Michael Macklin, het hotelspook. Dat Jamie verloofd is met een steenrijke dame en binnenkort gaat trouwen, negeert ze gewoon. Zij en Jamie zijn immers voor elkaar voorbestemd. Liefde laat zich echter niet dwingen en Frieda’s toekomst zal haar niet brengen wat ze voor ogen heeft.

Het derde verhaal in dit boek - dat zich afspeelt in 1952 – brengt alle vertellingen bijeen. Het gaat over de Amerikaanse Lucy die met haar vader en stiefmoeder naar Londen is gereisd. Bryn, de zus van haar stiefmoeder gaat daar trouwen met de Brit Teddy Healy. Bryns hart behoort echter niet toe aan haar verloofde maar aan Michael Macklin. Haar familie wil niets van haar grote liefde weten en vindt Teddy een veel geschiktere partij. Michael is echter ook in Londen, hij verblijft in het Lion Park Hotel. Een confrontatie kan niet uitblijven en deze heeft dramatische gevolgen. De kleine Lucy is hier getuige van.

Drie aangrijpende verhalen over de liefde en al het geluk en verdriet dat hier onlosmakelijk mee verbonden is. De verhalen hebben het Lion Park Hotel en de geschiedenis van het hotelspook als gemeenschappelijk factor maar er is meer. Teddy Healy bijvoorbeeld is sinds 1952 vaste klant in de hotelbar en naast Lucy maken ook Frieda en Maddy maken kennis met hem. Frieda is de moeder van Allies verloofde Paul en Lucy is de moeder van Allie en Maddy. De vader van Frieda is arts en komt in meerdere verhaaldelen voor en dan is er nog een lief konijn dat zich niets van de verhaalgrenzen aantrekt. Op deze manier krijgt de lezer meerdere kanten van de verhalen voorgeschoteld. Alles is in meerdere of mindere mate met elkaar verweven.

De gebeurtenissen in het boek veranderen het leven van de individuen voorgoed. Het boek ontleent zijn titel aan een verhaal dat Frieda’s vader haar altijd vertelde. Het verhaal over de drie engelen. Een is de engel van het leven en de tweede van de dood. De derde engel leeft echter op aarde onder de mensen. Keer dus nooit zomaar een medemens de rug toe, hij of zij zou zomaar de derde engel kunnen zijn. Alice Hoffman heeft mij wederom betoverd met dit prachtige boek.

ISBN 9789022959992 | paperback | 320 pagina's | Orlando | mei 2012
Vertaald uit het Engels door Josephine Ruitenberg en Emmy  van Beest

© Annemarie, 26 augustus 2012

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

De derde engel
Alice Hoffman


Alice Hoffman (1952) groeide op op Long Island en woont nu in Boston. Ze is welbekend en geliefd om haar romans waarbij familierelaties de boventoon voeren. Naast romans heeft ze non-fictie, scripts en kinderboeken geschreven. Enkele van haar boeken zijn succesvol verfilmd.


De derde engel is een verhaal zonder expliciete hoofdpersoon; het gaat over geloof, hoop, verlies maar bovenal over liefde in al haar wonderbaarlijke vormen en hoe één persoon (de derde engel naast de engelen van leven en dood) je leven kan beïnvloeden door je te laten zien wie je bent. Maar hoe weet je wie die persoon is? Hoe herken je hem/haar?
Het Lion Park hotel in Londen is een bescheiden hotel dat in de loop der tijd steeds sjofeler wordt. In 1999 is het een derderangs verblijf geworden waarvan Maddy zich niet kan indenken dat haar moeder Lucy hier vroeger graag kwam. In 1952 echter was het een chic, rustig hotel waar zich een tragedie zou gaan afspelen waarvan de gevolgen nog heel lang zichtbaar zijn in de levens van alle betrokkenen; zelfs van hen die toen nog niet geboren waren. De bewoners zijn gewone mensen met gewone, alledaagse liefdesgeschiedenissen, maar wanneer haat en jaloezie hun intrede doen verschijnt de engel van de dood en veranderen de levens van alle betrokkenen voorgoed.  


Alice Hoffman beschrijft de gebeurtenissen feitelijk van achter naar voren. Je kunt de verhalen chronologisch lezen door bij het derde deel te beginnen en te eindigen in het heden bij het eerste deel, zoals wel eens wordt gesuggereerd in beschrijvingen over het boek. Maar de kracht van 'De derde engel' komt juist naar voren in de volgorde die de auteur heeft gekozen. Dan pas zie je de prachtige constructie van het verhaal zich ontvouwen als een bloem die langzaam tot bloei komt en ineens in volle pracht staat te pronken.   
In het begin vond ik het boek wel mooi en vlot geschreven maar zonder diepgang, een gewone roman zoals er zoveel zijn. Na het slot was ik diep onder de indruk van de manier waarop ze de levens van alle personages met elkaar heeft verweven. Alle verhalen vallen als puzzelstukjes in elkaar en laten je met een gevoel van verwondering achter. Een boek om direct nog een keer te lezen. 


ISBN 9789022959992 | paperback | 320 pagina's | Orlando | mei 2012
Vertaald uit het Engels door Josephine Ruitenberg en Emmy  van Beest

© Joanazinha, 15 augustus 2012

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

altDe derde engel
Alice Hoffman


Als je begint te lezen,  begin je nietsvermoedend in 1999. Pas later ontdek je dat er nog twee verhalen zijn, zich afspelend in het verleden. Het is niet Maddy die de leading star in deel een is, die ook de verbindende factor is met de andere twee verhalen, maar daarover later meer.


Maddy dus. Zij is een jonge succesvolle vrouw, met een uitbundig karakter en een ‘laat-maar-waaien’ manier van leven. Ze is dol op kleuren, en in dit alles de volstrekte tegenpool van haar oudere zus, Allie. Maar het is die oudere zus die nu gaat trouwen, en Maddy vliegt naar Londen waar het feest plaatsvindt. Ze is bruidsmeisje. Omdat haar moeder, Lucy, vaak vertelde over dat hotel neemt ze haar intrek in Lion Park Hotel, en leert de geest kennen die rondwaart in de kamer tegenover de hare:  Michael Macklin.
Maddy heeft haar zus bedrogen. Maanden eerder toen ze Allie's verloofde voor het eerst zag, is ze als een blok gevallen voor Paul. En hij voor haar. Vreemd eigenlijk dat hij de bruiloft heeft doorgezet. En Allie? Die is toch niet gek, en heeft er al vaker blijk gegeven dat ze haar zusje beter kent dat men denkt.


Van Frieda, Pauls moeder, lezen we het verhaal dat speelt in 1966. Zij is ontsnapt aan een benauwende thuissituatie, heeft het uitgemaakt met haar vriendje en staat op eigen benen. Als kamermeisje werkt ze in het Lion Park hotel, waar de drie verhalen zich voor een groot deel afspelen. Daar leert ze een popmuzikant kennen, die door zijn levenswijze maar ook door een writer’s block, afglijdt naar de goot. Frieda valt als een blok voor hem, en schrijft teksten voor hem. Maar Jamie is al bezet…


Er is nog een andere man in het hotel waar Frieda kennis mee maakt: Teddy Healy, een man die zich iedere dag opnieuw lam drinkt, en ’naar de verdommenis’ wil.
In het derde verhaal, terug in 1952, lezen we wat het verhaal van Teddy is, en hoe het komt dat het spookt in het hotel. Drie verhalen die met elkaar verbonden zijn door de plaats: het hotel.

‘De dokter (Frieda’s vader) geloofde dat er drie engelen waren. Je had de engel van het leven, die de meeste avonden bij hem in de auto zat. Er was de engel van de dood, die in begrafeniskleding verscheen als er geen hoop meer was voor de patiënt. En dan had je nog de derde engel. Dat was de engel die zich onder de mensen begaf, die soms ziek in bed lag en smeekte om mededogen.’


Wie is de derde engel in dit verhaal? En krijgt ze het mededogen waar ze om vraagt?
Alice Hoffman kan prachtige verhalen vertellen, dat blijkt maar weer in deze meeslepende roman. Ze doet dat in een korte zakelijke stijl, waardoor het verhaal dat ze vertelt des te beter tot zijn recht komt.
Zoals zo vaak speelt familie een grote rol, vooral zussen doen het goed bij haar. Het gaat over de liefde, en dan vooral liefde die niet loopt zoals men dat het liefst zou willen. Hoe ga je om met een relatie waar geen zegen op lijkt te rusten?
Een verhaal over drie sterke vrouwen. Een heerlijk boek.


ISBN 9789022959992 | paperback | 320 pagina's | Orlando | mei 2012
Vertaald uit het Engels door Josephine Ruitenberg en Emmy  van Beest

© Marjo, 29 mei 2012

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

altDe drie zusjes
Alice Hoffman


De drie zusjes vertelt het aangrijpende levensverhaal van Elv, Meg en Claire Story. Hun ouders zijn gescheiden en samen met hun moeder Annie wonen ze in een prettig huis in een kleine stad. Alle vier zijn ze dol op tomaten, die ze zelf in allerlei kleuren en variaties laten groeien in hun moestuin. Vakanties brengen ze door in Parijs bij hun oma. Het ziet ernaar uit dat de drie mooie zusjes voorspoedig zullen opgroeien. Aan dit alles komt een eind. Claire is acht jaar oud wanneer een leraar van de basisschool haar in zijn auto in weet te lokken. Zijn bedoelingen zijn allesbehalve goed. Elv ziet het gebeuren en probeert dit te verhinderen. Claire kan ontkomen maar Elv valt in handen van deze kwaadaardige man. Pas na uren van opsluiting weet ze te ontsnappen. Ze is voor het leven getekend en nog maar elf jaar oud. Nooit zullen Claire en Elv hier met iemand over praten.


De gebeurtenis heeft Elv gebroken. Ze verandert in een weerbarstige puber en raakt aan de drugs. Met haar knappe verschijning brengt ze het hart van vele jongens op hol. Ze wordt dan ook regelmatig met deze of gene gesignaleerd. Het kleine stadje spreekt er schande van. Haar moeder Annie is radeloos. Ze kan niet doordringen tot haar geliefde dochter die komt en gaat wanneer ze belieft. De vader van de meisjes neemt een nogal passieve rol in de opvoeding in. Hij is vooral druk met zijn nieuwe relatie dus Annie staat er min of meer alleen voor. Elv creëert een fantasiewereld, Arnelle. Ze sleept haar jongere zusjes hierin mee en ze spreken een zelfverzonnen taal. Elv vlucht in deze wereld en verliest grip op de werkelijkheid. In een poging haar dochter te redden stuurt Annie haar naar een internaat. Is dit een beslissing die Elv gaat redden of zal dit achteraf een verkeerde keuze blijken? Annie wil zo graag een goede moeder zijn, ze worstelt er enorm mee.


Een heel aangrijpend, hartverscheurend en intens verhaal waarin fantasie, een vleugje magie en werkelijkheid door elkaar lopen. Deze vertelling gaat over de liefde van een moeder voor haar kind die heel diep gaat. Maar ook over de levenslange schade die Elv heeft opgelopen en het isolement en het vluchtgedrag wat daaruit voortvloeit. Wanneer een kind ontspoord is, heeft dat invloed op het hele gezin. Het evenwicht is weg en er moet een nieuwe balans gevonden worden. Onderlinge relaties raken verstoort en tal van emoties steken de kop op zoals jaloezie, onmacht en schuldgevoel. Ook gaat dit boek over de veerkracht van de mens en over loslaten en vergeving.


Dit schrijnende familieverhaal is beslist geen lichte kost. Gelukkig ken het boek ook zijn vrolijke, ontroerende momenten. Hierdoor wordt het verhaal niet te triest maar juist een mooie mengeling van geluk en verdriet. Het heeft mij geraakt.


Alice Hoffman (1952) schreef haar eerste roman toen ze pas eenentwintig jaar oud was. Inmiddels heeft ze achttien romans, twee novelles  en acht jeugdboeken op haar naam staan. Veel van deze boeken zijn op internationale bestsellerlijsten beland.


ISBN 9789022959985 paperback 354 pagina's | Orlando | juni 2011
Vertaald door Emmy van Beest en Josephine Ruitenberg

© Annemarie, 19 juli 2011

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

altDe drie zusjes
Alice Hoffman


Het hemd is nader dan de rok, zo had het boek ook kunnen heten. De drie zussen, Elv van 15, Meg 14 en Claire 12, zijn zo innig met elkaar dat je denkt dat dat nooit kan veranderen. Ze hebben een eigen taal ontwikkeld, en Elv verzint er een complete fantasiewereld bij: Arnelle. Als de meisjes in het Arnisch spreken, verstaat niemand hen. Frustrerend voor Annie, hun moeder, die zich later vaak zal afvragen waar het allemaal fout is gegaan. Ze geeft haar scheiding de schuld. Maar dat is het niet. Er is iets voorgevallen waar Annie niets van weet en nooit zal weten; een gebeurtenis die nooit echt beschreven zal worden, maar die constant de achtergrond van het verhaal vormt.


‘Die zomer had ze zich alleen maar met haar zusjes willen opsluiten. Ze verscholen zich in hun moeders tuin, onder de kronkelige ranken van de lathyrus. De tomatenplanten gingen schuil onder een glanzende sluier van flessengroene bladeren. De jongere meisjes waren acht en tien. Ze wisten niet dat er demonen bestonden, en Elv kon het niet over haar hart verkrijgen het hun te vertellen. Ze borstelde de bladeren uit hun haar. Ze zou er voor zorgen dat niemand hen ooit kwaad zou doen. Het ergste was al gebeurd, en ze had het overleefd.’


De jongere zusjes laten lang zich leiden, maar al hebben ze veel gemeen, ze hebben ook ieder hun eigen eigenschappen. Meg is een studiebol, ze leest en leert graag, en heeft universitaire aspiraties. Ze is de eerste die zich terugtrekt van Arnelle, en als Elv steeds verder afdwaalt, valt ze buiten het drietal. Maar ook Claire heeft steeds meer moeite met het gedrag van haar zus. Die sluipt uit huis, gaat met jongens om, raakt aan de drugs, ze ontspoort helemaal.
Annie besluit haar naar een internaat te brengen. Het is het begin van het einde. Het ene drama na het andere volgt.
Zal inderdaad het hemd nader blijken dan de rok?


Het is een hartverscheurend verhaal dat je meesleept tot het einde. Familie, in al zijn vormen, staat centraal.  Een trauma van een van de familieleden lijkt de hele familie ten gronde te richten, maar gelukkig is Alice Hoffman een optimistische schrijfster.
Ze heeft ergens ook een tikje zuidelijk bloed in haar schrijversaderen: dat zien we aan de magie die vooral in de tweede helft van het een rol gaat spelen. Demonen die afgeweerd worden met zout op schoteltjes, Claire die amuletten gaat maken die nog werken ook, en de betekenis van geuren geven het boek dat speciale magische tintje mee, dat gelukkig zorgt voor wat afleiding te midden van alle ellende.
Al met al een boek dat je niet makkelijk loslaat.


ISBN 9789022959985 | paperback | 354 pagina's | Orlando | juni 2011
Vertaald door Emmy van Beest en Josephine Ruitenberg

© Marjo, 24 juli 2011

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER