Jonge Vlieger
Ellen van Velzen
Het kleine dorpje, dat lijkt te bestaan zonder een buitenwereld, heeft niet veel bewoners. Iedereen kent iedereen en er heerst een echte dorpsgeest. Iedereen weet ook alles van iedereen. Dat geldt natuurlijk niet meteen voor kinderen die zich hun kennis over de wereld nog eigen moeten maken.
Terwijl hij opgroeit, ontdekt de twaalfjarige Jani dat hij niet is als de anderen. Die stellen zich geen vragen blijkbaar. Maar Jani wil weten: wat is er in het woud dat het dorp omringt? Waarom is het niet veilig om daar te komen? En wat doen eigenlijk die twee mannen precies, die zich bekommeren om al die vliegers die rondom het dorp in de lucht zweven? Ze houden de monsters weg is de boodschap, maar er zijn al zolang geen monsters meer gezien, dat niemand het meer gelooft. Dom, denkt Jani, dat betekent toch juist dat de vliegers werken?
De andere kinderen vinden de mannen, Ouwe Vlieger en Nieuwe Vlieger, raar en eng, en zoals kinderen doen: ze jennen en roepen hen na. Jani heeft dat ook wel eens gedaan, maar eigenlijk is hij gefascineerd door al die vliegers. En door de mannen.
Als hij op een dag naar de vliegers staat te staren, komt Ouwe Vlieger op hem toe, ze praten wat.
‘Vind je ze mooi, Jani? Ouwe Vlieger keek me heel even aan voor hij zijn aandacht weer op de hemel richtte. ‘De vliegers. Ik zie je zo vaak omhoogkijken. Vind je ze mooi?’
Ik knikte heftig. ‘Ik vind ze prachtig. Ze zijn zo…’ Ik kon geen woorden vinden.
‘Magisch?’
Het was een woord dat ik alleen kende uit zijn verhalen, maar omschreef wat ik voelde - waarom ze mijn blik steeds weer naar de hemel trokken. ‘Magisch’, herhaalde ik zacht.’
Het is het begin van wat je wel een vriendschap kunt noemen, maar ook het begin van een nieuw leven voor de jongen. Hij zal ook Vlieger worden. Hij voelt zijn roeping, en al vindt zijn vriendinnetje Maan het maar niks, en weet hij dat hij dan ook in het vervolg ´raar´gevonden wordt, hij gaat bij de Vliegers wonen, werken en vooral leren.
De hele dag moet hij hard werken, hij leert lezen en schrijven, en alles over vliegers, en als hij er - per ongeluk, maar toch – eentje de lucht in laat schieten, moet hij er meteen zelf eentje maken.
Ouwe Vlieger is heel aardig, maar Nieuwe Vlieger is nors en mopperig, en vindt het maar niks dat de jongen bij hen komt.
Maar als de akelige geluiden uit het woud dichterbij komen, en er nog meer minder prettige dingen gebeuren, moeten ze wel samen een oplossing vinden. Het dorp moet gered worden.
In dit magische verhaal wordt de jongen Jani neergezet als een onzekere tiener, die zijn eigen weg moet gaan. Zijn twijfel en zijn nieuwsgierigheid lijken een makke, maar blijken in de omgang met anderen juist zijn sterkste punt.
‘Verdomd, Jani.’ zei hij zacht. ‘Wat zijn we een stel idioten, jij en ik. Allebei.’
Toch heb ik een opmerking. Er worden enkele magische dieren opgebracht, die de boze buitenwereld moeten vormen. Maar ze waren niet nodig in mijn ogen en maken het verhaal ongeloofwaardiger. Het uiteindelijke gevaar is op zich genoeg. Daar had niets omheen verzonnen hoeven te worden.
Dat is het enige dat me een beetje irriteerde, verder is het een uitermate mooi verhaal.
ISBN 9789047703983 | hardcover | 223 pagina's | Lemniscaat | maart 2013
leeftijd vanaf 10 jaar
© Marjo, 19 juli 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Jonge Vlieger
Ellen van Velzen
"Het dorp waar ik opgroeide lag diep verborgen in een vallei, ingeklemd tussen twee hoge bergwanden. Het was een stille plaats, ondanks de harde wind die altijd tussen de bergen door scheerde. Achter de uitgestrekte velden in het zuiden lag het woud, donker en geheimzinnig, met daarachter de wijde wereld. De wereld waarin volgens de verhalen die we elkaar vertelden, allerlei monsters huisden. Maar ondanks de verhalen zagen we nooit een levend wezen groter dan een hert in het woud, en we waren niet bang dat dat ooit zou gebeuren.
We hadden beter moeten luisteren naar wat de vliegeraars ons vertelden."
Degene die dit bovenstaande vertelt, is de twaalfjarige Jani die met zijn moeder en tante Meri in een dorp woont dat omringd wordt door honderden vliegers, die dag en nacht in de lucht worden
gehouden door twee vliegeraars: Ouwe Vlieger en Nieuwe
Vlieger.
De verlegen, in zichzelf gekeerde Jani is zo lang hij zich kan herinneren gefascineerd geweest door de vliegers, altijd moest hij naar boven kijken. Hij vindt ze prachtig. Jani weet zeker dat de vliegers belangrijk zijn, evenals het werk van de vliegeraars, ze houden de monsters weg. De vliegers beschermen het dorp tegen het kwaad, tegen duistere mysterieuze krachten. Maar zijn klasgenoten, en veel dorpsbewoners met hen, hebben een andere mening. Er zijn geen monsters, het zijn maar verhalen, ze lachen de vliegeraars uit, maar Jani gelooft het niet. De vliegers doen er wél toe, hij voelt gewoon dat het écht zo is.
Jani is ook blij en opgetogen dat Ouwe Vlieger op een avond tegen hem praat, hij mag zelfs een vlieger besturen. Hij kan zijn geluk niet op. Als Nieuwe Vlieger het ziet is hij razend kwaad op Jani en Ouwe Vlieger. Kinderen moeten niet aan vliegers komen. De toch al kwetsbare Jani trekt zich verschrikt terug en dan klinkt er een schreeuw uit het woud, een hoge, langgerekte, dierlijke schreeuw.
Die schreeuw is het begin van een nieuw leven voor Jani. Opeens hebben
de dorpsbewoners weer eventjes alle vertrouwen in de vliegeraars. Ze
willen weten waar die schreeuw vandaan komt. De vriendelijke Ouwe
Vlieger staat hen te woord en stelt ze gerust. Niets aan de hand.
Gerustgesteld gaan de mensen weer naar huis.
Door deze gebeurtenis en omdat Jani de vlieger heeft mogen besturen, beseft hij dat het onontkoombaar is, hij
zal vliegeraar worden. Het betekent wel dat hij nooit een gewoon leven
zal leiden. Hij zal buitengesloten en geplaagd worden en nageroepen
worden door de kinderen. Hij zal elke dag voor de vliegers moeten zorgen
voor de rest van zijn leven. Maar hij kan niet anders, het is de de
kracht van de vliegers die hem trekt.
Ouwe Vlieger weet dat Jani
gekozen heeft en leidt Jani, nu Jonge Vlieger genaamd, behoedzaam,
liefdevol en met veel geduld op in het bijzondere vak. Nieuwe Vlieger
is echter nors en stuurs en hard tegen de jongen maar toch heeft Jani de
tijd van zijn leven. En dan klinken er weer kreten uit het woud,
doordringender, harder en veel angstaanjagender dan de vorige keer...
Het begin van het boek belooft ons al een spannend verhaal door de opmerking "We hadden beter moeten luisteren naar wat de vliegeraars ons vertelden." Die belofte wordt volledig waargemaakt, maar het is veel meer dan een spannend verhaal.
De kleine, verlegen Jani is schitterend neergezet. Je ziet en voelt zijn
innerlijke strijd. Soms weet hij zelf ook niet meer wat hij moet
geloven, vooral als hij weer eens geplaagd wordt door zijn rijke
fantasie. Langzamerhand ontdekt hij de waarheid rond de functie van de
vliegers en die waarheid is afschrikwekkend, verbijsterend maar maakt het werk ook iets om trots op te zijn. De goedige Ouwe Vlieger probeerde Jani
te beschermen en hield dingen achter maar Nieuwe Vlieger is directer en
na een stevig conflict vertelt deze alles aan Jani. Achteraf is dat
maar goed ook want daardoor weet Jani wat hem te doen staat als de situatie erg gevaarlijk wordt...
Het verhaal is schitterend. Het ontroert, pakt je beet en houdt je vast tot het zinderende, magische einde. Je kunt nauwelijks stoppen met lezen omdat je wilt weten hoe het verder gaat. Heb je het eenmaal uit dan moet je even de tijd nemen om uit het verhaal te stappen en weer in de echte wereld te belanden, zo levensecht is de mysterieuze wereld van Jani beschreven.
Een geweldig debuut van Ellen van Velzen. Het is een jeugdboek zoals een jeugdboek moet zijn. Dikke pluim voor de schrijfster.
ISBN 9789047703983 Hardcover 223 pagina's Uitgeverij Lemniscaat maart 2013
leeftijd 10+
© Dettie, 5 april 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER