Het maan-mysterie
Stuart Gibbs
Het boek begint met een kaart van het maanoppervlak waar de basis staat, gevolgd door een beschrijving van welke mensen welke appartementen bewonen.
Een twintigtal mensen zit opgesloten in een speciaal gebouwd ecosysteem. Je kan niet naar buiten zonder ruimtepak, want buiten is geen zuurstof. De bewoners zijn speciaal geselecteerd op verdraagzaamheid, omdat ze met z’n allen boven op elkaar zitten en privacy ver te zoeken is. Behalve dan voor die betalende toeristen, de familie Sjoberg, maar de overige moonies (=ruimtereizigers) bemoeien zich zo weinig mogelijk met hen, omdat het onaardige mensen zijn.
De commandant van de basis is Nina Stack, een strenge vrouw, fair en betrouwbaar, maar niet bepaald toegankelijk.
En Nina verdwijnt. Maar dat kan helemaal niet! Waar moet je heen op de basis? Haar ruimtepak is er nog, dus naar buiten is ze ook niet. Iedereen, behalve de Sjobergs, zoekt mee.
Dashiell heeft al eerder laten zien dat hij speurderskwaliteiten heeft ( zie De Maan-zaak) en ook nu raakt hij er bij betrokken. Wat niemand weet is dat hij hulp krijgt van een alien, Zan. Zij laat zich alleen aan Dash zien. Dat brengt hem wel eens in de problemen, want als hij met Zan praat, en iemand hoort hem dan wil die weten met wie hij praat. Nu heeft zijn zusje ook iets dergelijks. De zesjarige Violet beweert dat er een walrus op de wc zit, die met haar praat…
Kan Dash ook dit mysterie oplossen? Waar is Nina? Wat is er met haar gebeurd?
‘Hou je vast!’ schreeuwde Kira.
Dat hoefde ze niet te zeggen. K hield het onderstel zo stevig mogelijk vast met mijn rechterhand en omklemde de reparatieset met mijn linkerhand.
Gelukkig landden we niet op een stuk rots, mar op een vlak stuk grond bedekt met maanstof. De neus van de maanwagen boorde zich in de grond, waardoor een golf van stof over ons heen stroomde en alles in één keer verblindend wit werd. Ik werd naar voren gesmeten, maar mijn riem hield me tegen en rukte me onzacht terug in mijn stoel. De reparatieset schoot uit mijn hand.
Ik had mijn ogen dichtgedaan toen ik me schrap zette voor de klap, en toen ik ze weer opende zag ik niets dan duisternis om me heen. Even was ik verlamd van angst, bang dat ik blind geworden was, maar toen besefte ik dat mijn vizier gewoon bedekt was met stof.’
Opnieuw een spannend maanavontuur. Tussen de hoofdstukken door kun je van alles te weten komen over de maan, en het leven daar. Er zijn bijvoorbeeld uittreksels uit de Officiële Bewonershandleiding voor Maanbasis Alfa over hoe je je moet gedragen en hoe je met de spullen om moet gaan.
Buiten die ingelast stukken lees je een lekker sciencefictionverhaal, waarin de personages heel herkenbaar zijn. Die afschuwelijke familie Sjonberg lijkt de sfeer grondig te bederven, en dat vinden ze nog leuk ook. Gelukkig zijn de anderen dan een hechte groep, maar ook bij die groep zijn er onderling allerlei dingetjes aan de hand. Je hebt bijvoorbeeld Roddy, die verliefd is op twee meisjes en daarbij erg irritant dan doen. En er is Violet, het weetgierige en nieuwsgierige zusje met haar eigenwijze opmerkingen.
Erg leuk dus. En gelukkig heeft Stuart Gibbs op het einde een opening gemaakt om nog meer delen te kunnen schrijven voor zijn fans. Zodat hij er op een prettige manier op kan blijven wijzen dat de toekomst van de aarde in handen van zijn lezers ligt.
ISBN 9789000345991 | hardcover| 320 pagina's | Holkema & Warendorf Uitgevers | mei 2016
Vertaald uit het Engels door Sofia Engelsman | Leeftijd vanaf 10 jaar
© Marjo, 29 mei 2017
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De maan-zaak
Stuart Gibbs
2041: in een nederzetting op de maan wonen 22 mensen, de meesten voor een zestal maanden. Uitverkorenen, zegt men, en dat dachten ze zelf ook toen ze enthousiast van de aarde vertrokken. Maar wat viel het tegen: er is nauwelijks privacy, een gedeeld toilet en overal camera’s. De regels zijn erg streng, het eten is smerig, en zoveel is er niet te beleven. Zeker niet voor de kinderen in het gezelschap. Een daarvan is onze hoofdpersoon, de ik-verteller. Dashiell is twaalf. Hij is in gezelschap van zijn jongere zusje Violet en zijn ouders, die wetenschappers zijn en de hele dag hun bezigheden hebben.
Als op een dag, op een nacht eigenlijk, Dash naar de wc moet, hoort hij per ongeluk een van de wetenschappers praten. Hij heeft het over een bijzondere ontdekking.
‘Ik denk het het tijd is om de waarheid te onthullen.’
De persoon aan de andere kant van de lijn vroeg kennelijk waarom.
‘Omdat ik geen reden meer zie om het geheim te houden,’ antwoordde dr. Holtz. ‘Het is te belangrijk. Ik weet dat je zo je bedenkingen hebt, maar ik verzeker je dat dit echt het beste is.’
En de volgende dag hoort Dash het vreselijke nieuws: dr Holtz is dood. Hij is in z’n eentje buiten het ruimtestation gegaan en blijkbaar heeft hij zijn ruimtepak niet goed aan gehad.Is het een ongeluk? De bevelhebber denkt van wel, en wil er niets van horen als Dash vertelt over het telefoongesprek dat hij gehoord heeft. Dash mag er ook niet over praten met anderen. Maar ja, hij is twaalf, en vindt het verschrikkelijk dat men hem niet gelooft omdat hij een kind is. Dan gaat hij zelf op onderzoek uit. Daarbij krijgt hij gelukkig hulp.
Is dr. Holtz vermoord? En wie van de 22 bewoners is dan de dader? Want het kan niet anders: er is een moordenaar onder hen.
Dan volgt een spannende detectiveverhaal, met valse en juiste aanwijzingen, veel verdenkingen en met gevaarlijke speurtochten en bedreigingen, en een verrassend einde.
Tussen de hoofdstukken door zijn er stukjes uit de ‘bewonershandleiding’, waarin je kan lezen over de regels die gelden op de maan.
Natuurlijk zijn de omstandigheden speciaal. Er komt een raket aan met een nieuwe groep mensen, zodat er duidelijk verteld kan worden hoe de omstandigheden anders zijn. De gewichtloosheid bijvoorbeeld. Dash is daar al lang aan gewend, maar hij krijgt de opdracht een van de nieuwkomers te begeleiden, en dat is een leeftijdgenootje. Kira vindt het allemaal nog spannend, en Dash ziet weer voor zich hoe enthousiast hij was toen hij net kwam..
Het is een serieus verhaal in de zin dat er veel details verteld worden over hoe de toekomst, onze toekomst, er uit zou kunnen zien, waar allemaal rekening mee moet worden gehouden als je op de maan gaat wonen, maar er is ook plaats voor humor. Daar zorgt vooral het zusje voor.
De kosmonauten heten moonies, en de hoofdstukken worden aangeduid als lunaire dagen.
Deel twee is er al voor de liefhebbers.
ISBN 9789000343850 | paperback | 328 pagina's | Holkema & Warendorf Uitgevers | augustus 2016
Vertaald uit het Engels door Sofia Engelsman Leeftijd vanaf 10 jaar
© Marjo, 30 maart 2017
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER