jeugd 10-12 jaar

altCharlotte
Kathleen Weise


Er zijn tijden geweest dat je als vijftienjarige meisje al vrouw genoeg was om in het huwelijk te treden. Mensen werden niet zo oud natuurlijk.
Zo komt het dat in 1609 de vijftienjarige Charlotte de Montmorency naar Parijs reist. Ze heeft Manon bij zich, haar trouwe dienster. In Parijs wacht markies De Bassompierre op haar, en ze heeft er niets op tegen met hem te trouwen. Hij is niet oud, aardig, en staat open voor een goed gesprek. Charlotte neemt haar intrek in het Louvre, waar haar broer Henri al is evenals hun vader, die blijft voor de bruiloft.


Charlotte begrijpt er niets van: waarin is haar lieve broer zo chagrijnig?  En vader is ook al niet zoals hij thuis is. Hij waarschuwt haar zich te gedragen zoals dat van haar verwacht wordt.
Dat blijkt in te houden dat ze bij die vreselijke Madame Morens moet leren wat de manieren van het hof zijn. Praten over valkerij is absoluut uit den boze, terwijl Charlotte daar juist veel van weet! Ze moet zich gedragen als een dom wicht. En leren dansen!
Gelukkig vindt ze bij die lessen wel een vriendin: de protestantse Sophie de Rohan Montbazon. Vader en broer zijn hier niet blij mee, maar Charlotte trekt zich er niets van aan.
Dat politieke gekonkel en gedoe over godsdienst irriteert haar vreselijk. Mensen zijn toch allemaal gelijk? En dat geroddel en achterbaks gedoe! Al snel wordt ze daar zelf ook slachtoffer van. Ze moet opletten met wie ze omgaat, met wie ze praat. Wie is die vreemdeling die ze ziet aan het raam in de andere vleugel?


Haar echte problemen beginnen met de redding van de nar Angoulevent. Achtervolgd door twee ongure manspersonen stormt hij de stal in waar zij net is. Ze verbergt hem en brengt hem naar een veilige plek.
Intussen wil ze niet meer trouwen met de markies, maar een belofte kan niet zomaar ongedaan gemaakt worden. Daar komt de koning aan te pas. Maar die blijkt een zwak te hebben voor de jonge Charlotte en hij weet ook wel een betere partner voor haar.
Het was een woelige tijd: De Spaanse koning ligt op de loer;  katholieken en protestanten kunnen elkaar niet verdragen. Met voor- en tegenstanders in een enorm gebouw als het Louvre moet het wel botsen af en toe. Dat gebeurt dan ook...


Het Louvre was in begin zeventiende eeuw een enorm groot paleis, dat net via een nieuwe vleugel verbonden was met de Tuilerieën. Er tussen in lag een groot park. Dit wordt goed beschreven in het boek.
Henri IV is koning. Hij is katholiek, maar gedoogt de protestanten die zich Hugenoten noemen zolang ze maar niet in het openbaar hun geloof belijden. Dat is een doorn in het oog van de Spanjaarden, die nog niet zo heel lang geleden uit Frankrijk verdreven zijn en er op azen om het weer bij hun rijk te voegen.
Met deze politieke achtergrond en een eigenzinnig meisje kun je een heerlijk verhaal schrijven. Dat doet Kathleen Weise dus. Romantiek en historie, zoals in de andere boeken van deze serie. De enkele kromme zin die ik tegenkom, is denk ik meer een gevolg van verkeerd vertalen.
Leuk is dat de belangrijke personages ook echt geleefd hebben.


ISBN 9789026606755 |Paperback | 286 pagina's |Uitgeverij Callenbach | augustus 2013
Vertaald uit het Duits door Hilke Makkink
Leeftijd vanaf 12 jaar

© Marjo, 17 augustus 2014

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER