De reusachtige overwinning
3. Leon en Mikki
Josien de Graaf
Wat in de echte wereld ook kan gebeuren, gebeurt in het derde avontuur van Leon en Mikki.
Als Leon Mikki op gaat halen om naar school te gaan, doet Mikki’s moeder open: Mikki is ziek, hij gaat niet mee naar school.
Het is helaas erger dan zomaar eventjes ziek. Als Leon uit school komt vertelt zijn moeder hem dat Mikki in het ziekenhuis ligt en dat hij voorlopig geen bezoek mag hebben. Leon schrikt ervan! Wat is dit nu? Maar Mikki is echt heel erg ziek, vertelt mama, hij kan niet meer lopen!
Pas na een paar dagen komt de moeder van Mikki langs.
‘Doen zijn benen het al?’ wil Leon weten.
Mikki’s moeder kijkt ernstig. ‘Nee, dat niet. Het vervelende is dat het waarschijnlijk eerst erger wordt voordat het hij opknapt. Hij klaagt over tintelingen in zijn mond. Het is net alsof hij zijn tanden niet meer voelt. En hij heeft veel pijn in zijn rug.’
‘Kunnen ze hem geen pilletje geven?’ vraagt Leon.
Dat gaat helaas niet, maar Leon mag wel naar hem toe. Hij schrikt ervan: Mikki ziet er helemaal niet goed uit.
De dokter heeft gezegd dat hij het syndroom van Guillain-Barré heeft.
Dat vindt Leon te moeilijk. Hij maakt er Gekke-Benenziekte van.
Helaas heeft de dokter gelijk: het gaat steeds slechter met Mikki. Hij ligt zelfs in coma. Leon blijft hem trouw bezoeken, en of zijn vriend nu reageert of niet: terwijl hij aan het bed van Mikki zit, vertelt hij een verhaal, dat een vervolgverhaal wordt. Een spannend vervolgverhaal over een gevaarlijke reus.
Net als in de eerdere boeken over de twee vrienden gaat ook dit verhaal over vriendschap. Een vriendschap die nauwelijks lijdt onder de afwezigheid van Mikki. Ook al ligt hij in bed en kan hij niets. Leon zorgt er voor dat zijn vriend meedoet in het spannende verhaal dat hij vertelt, dus het is toch een verhaal over Leon én Mikki.
Best een zwaar thema, voor een jong kind, maar tegelijk is het wat in de gewone wereld ook kan gebeuren. En dat mag gerust in een kinderboek verteld worden, zeker als het gebeurt op deze manier! Het verhaal wordt namelijk niet zwaar, door de verzinsels van Leon.
Begeleiding bij het lezen om er voor te zorgen dat de jonge lezer voorbereid is, is misschien wel een goed idee. Als Leon het ‘overneemt’, lees je een fijn avontuur.
Een goede keus van Josien de Graaf Leon op deze manier om laat gaan met een ziek vriendje.
Josien de Graaf (1958, Wormerveer) is artistiek leider van de Jeugdtheaterschool Zeeland en schrijft toneelstukken. Daarnaast timmert ze aan de weg met kindergedichten.
ISBN 9789044855258 | Hardcover | 104 pagina's | Uitgeverij Clavis | september 2024 | Illustraties van Johan Klungel | Leeftijd vanaf 8 jaar
© Marjo, 18 november 2024
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Onderwaterhelden
2. Leon en Mikki
Josien de Graaf
Leon vindt het helemaal niet leuk dat Mikki niet voor hem is opgekomen toen klasgenoten hadden geroepen dat Leon een stinkwind had gelaten en hem daarmee plaagden.
Mikki weet best dat hij Leon had moeten helpen, maar ja, hij heeft het niet gedaan…
Hij begrijpt wel dat Leon nu boos is en hij wil het graag goedmaken.
‘Ik ben een schijtlaars,’ zegt hij.
‘Ik heb een idee. (…) We gaan een wegwaaistinkwindmachine maken. Iedereen die mij uitlachte, blazen we weg.’
Gelukkig. Het is weer goed tussen de vrienden. Ze gaan aan het werk. De machine werkt heel goed. Te goed!
Want ineens vliegt Leon de lucht in! Voor hij precies weet wat er gebeurt pakken meeuwen hem vast. Help, ze nemen hem mee! En ze laten hem weer los boven het water van de zee.
O jee…
Maar gelukkig zijn er zeehonden die het gezien hebben. Zij redden Leon, brengen hem aan land.
Maar waar is hij nu? En hoe komt hij terug waar hij vandaan komt? Waar is Mikki?
Er komt hulp. Uit onverwachte hoek, zoals dat heet. Maar bijna alles wat er nu verder gebeurt, is onverwacht.
Dat Leon Mikki terug zal vinden kun je wel verwachten - al duurt het wel even - maar dat de jongens bij hun avontuur de hulp krijgen van zeehonden, een zeemeermin, zeesterren en nog meer zeedieren, dat is wel bijzonder!
Helaas is het probleem dat ze moeten oplossen heel erg moeilijk: de zeedieren worden bedreigd door een soepmonster!
Volwassenen die mee of voorlezen zullen snel begrijpen wat er speelt, zeker als de naam Boyan valt. Kennen jonge lezertjes dit probleem al?
Zo niet, dan is dit een leuke, speelse manier om er op te wijzen wat er aan de hand is. En wat je kan doen om erger te voorkomen.
Met veel humor – een haai met een accent; een ijdele zeester en nog meer – wordt een serieus verhaal verteld. Eén keer wordt op een grappige manier verwezen naar het eerste deel over Leon en Mikki dat 'het eindelozesprookjesboek' heet. Maar dit tweede deel is volledig los van het eerste te lezen. Al heb je dan vast ook zin in het eerste deel!
Josien de Graaf (1958) is artistiek leider van de Jeugdtheaterschool Zeeland en schrijft toneelstukken. Daarnaast timmert ze aan de weg met kindergedichten.
ISBN 9789044850314 | Hardcover| 88 pagina's | Uitgeverij Clavis | juli 2023
Illustraties van Johan Klungel | Leeftijd vanaf 7 jaar
© Marjo, 10 september 2023
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Het eindelozesprookjesboek
1. Leon en Mikki
Josien de Graaf
‘Alles kan, als je er maar in gelooft.'
Als je dit boek in een paar woorden zou moeten typeren, dan zijn het absoluut deze woorden.
Het was hetgeen de opa van Leon vaak tegen hem zei. Opa is overleden en Leon mist hem heel erg. Hij is dus heel blij als hij het boek vindt waaruit opa hem zo vaak voorlas: het grote sprookjesboek.
Op het moment dat hij het boek vindt, is Leon met zijn vriend Mikki op de zolder. Ze waren wat aan het rommelen in een grote kist toen ze het boek vonden. Sprookjes, leuk, vonden ze allebei. Maar ze wilden beiden andersoortige sprookjes, en begonnen te ruziën over het boek. Wat er toen gebeurde!
Ineens duikt er een klein mannetje op uit de kist. Wie is dat slissende ventje? Hoe komt hij in de kist?
’Waarom heb ik u nog nooit gezien?’
Meneer Bril zet zijn brilletje weer op en stopt zijn zakdoek in zijn broekzak. Hij veegt zijn handen lang af aan zijn bovenbenen en geeft dan pas antwoord. ‘Omdat dat niet nodig wasssjj,’zegt hij. ‘Maar nu moest ik wel, omdat jij, - hij wijst met een priemende vinger naar Leon - ’mijn lievelingsssjboek pakte. En omdat jullie,’ - hij wijst weer – ‘het kapot aan het trekken waren.’
Het vreemde kleine mannetje zegt wat opa ook zei: ‘Allessj kan. In verhalen kan allesssjj,’ zegt hij ferm. ‘Allesssj wat je maar verssjint.’
Zo beginnen de avonturen van de twee jongens, avonturen die ze deels zelf verzinnen. Over draken, over prinsessen, en over heksen en een pechvogel. Als hun fantasie even stokt dwarrelt er een papiertje ergens neer, en dan gaat het weer verder, als hun eigen verhaal dat ook opgeschreven is.
Dat is heel apart. Je kan merken dat de schrijfster weet hoe de fantasie van kinderen alle kanten op kan vliegen. Het levert helemaal geen moeilijke scenes op, het gaat zoals het gaat. Kinderen begrijpen dat. Magisch-realisme, het is hun op het lijf geschreven.
Er staan liedjes in het boek, en de tekst op de papiertjes is in een ander lettertype geschreven. De dialogen zijn vlot, vooral als de jongens samen bezig zijn:
‘Dat is saai,’ zegt Mikki.
‘Erg saai!’ zegt Leon.
‘Te saai.’
‘Veel te saai!’
Leuk om voor te lezen! Er zit sowieso veel humor in dit verhaal, dat toch ook een grijs randje heeft. Het gaat namelijk ook over rouw, het verwerken van de dood van opa.
Josien de Graaf (1958) is artistiek leider van de Jeugdtheaterschool Zeeland en schrijft toneelstukken. Daarnaast timmert ze aan de weg met kindergedichten.
Twee jaar geleden schreef ze het bundeltje ‘Ik versta een beetje meeuws’, korte uit het leven gegrepen schetsen met puntloze zinnen.
Het Eindelozesprookjesboek is genomineerd voor de Hotze de Roosprijs. Maar het is niet echt haar debuut: in 2010 publiceerde ze het kinderboek ‘Lotte Lawaaikind’.
ISBN 9789044841602 | hardcover | 99 pagina's | Uitgeverij Clavis | juli 2021
Illustraties door Johan Klungel | Leeftijd 8+
© Marjo, 1 maart 2022
Lees de reacties op het forum, klik HIER
Gezocht: Vader met een kuiltje in zijn kin
Josien de Graaf
Op school heeft Luna moeite met rekenen. De cijfers dansen voor haar ogen en het lukt maar niet om de sommen te maken. Op dat moment gaat haar fantasie met haar op de loop. Het is alsof de cijfers leven en het haar expres moeilijk maken. Daar moet ze iets tegen doen en ze tekent een mannetje, dat voor haar het gevecht met de getallen aangaat.
Ze gaat zo op in haar fantasie op dat ze hardop praat. De cijfers vermaant ze boos terwijl ze het mannetje aanmoedigt. De juf vindt dat geklets natuurlijk niet goed en als blijkt dat Luna nog niets terecht heeft gebracht van haar rekenwerk, wil de juf dat ze haar moeder vraagt om even binnen te komen na school. Terwijl Luna wacht in de gang, droomt ze opnieuw weg:
‘Ahum. Mag ik u even storen juf? Het gaat om een speciale leerling van onze school,’ zegt ze met een zware meester Johnstem.
‘Het gaat om Luna. Dat is een fantastische leerling. Dat meisje is zó speciaal dat zij voortaan pas om tien uur op school hoeft te zijn. En ze mag om twaalf uur naar huis.’
‘En waarom is dit meisje zo speciaal?’ Luna schrikt.
Voor haar staan haar juf en haar moeder.’
Dat haar moeder haar speciaal vindt, dat is niet zo vreemd. Maar gelukkig heeft ze ook een juf die haar begrijpt. En die geeft haar gelijk: Luna is speciaal.
Maar dat betekent niet dat ze geen hulp moet krijgen met rekenen. Bijles dus. Van meester Hank. Dat vindt Luna dus echt niet leuk. Dat is maar een rare meester. En Max, de jongen die haar altijd zit te pesten moet ook naar meester Hank. Er is natuurlijk geen ontkomen aan. Behalve in haar fantasietjes…
Veerle is Luna’s vriendin. Zij is serieus, remt Luna wel een beetje af. Maar niet altijd. Als Luna besluit om een nieuwe vader te gaan zoeken omdat mama vaak zo verdrietig is – haar vader is namelijk omgekomen bij een ongeluk toen Luna pas anderhalf was – wil Veerle wel helpen.
Ze stellen een wensenlijstje op. Nou zeg maar Lijst! Maar vooral dat kuiltje in zijn kin, dat is wel heel belangrijk! En hij moet een held zijn, en…en…
Het wordt een heel avontuur, met verrassende wendingen. De hoofdstukken zijn kort, dat is handig bij het voorlezen. Conz, Vlaams illustrator, striptekenaar en cartoonist verlevendigt het verhaal met zijn stripachtige zwart wit tekeningen.
Het thema is rouw, al gaat het hier meer om de moeder dan om de hoofdpersoon. Maar het verhaal heeft een vrolijke toon, Luna is inderdaad een speciaal meisje: ontwapenend, moedig, een tikje onbezonnen, maar een schat van een kind.
Josien de Graaf (1958) is artistiek leider van de Jeugdtheaterschool Zeeland en schrijft toneelstukken. Daarnaast timmert ze aan de weg met kindergedichten.
ISBN 9789044847567 | Hardcover | 80 pagina's | Uitgeverij Clavis| augustus 2023
Illustraties van Conz | Leeftijd vanaf 8 jaar
© Marjo, 23 september 2023
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER