jeugd 6-9 jaar

Josien de Graaf

Leon & Mikki
Het eindelozesprookjesboek
Josien de Graaf


‘Alles kan, als je er maar in gelooft.'

Als je dit boek in een paar woorden zou moeten typeren, dan zijn het absoluut deze woorden.
Het was hetgeen de opa van Leon vaak tegen hem zei. Opa is overleden en Leon mist hem heel erg. Hij is dus heel blij als hij het boek vindt waaruit opa hem zo vaak voorlas: het grote sprookjesboek.


Op het moment dat hij het boek vindt, is Leon met zijn vriend Mikki op de zolder. Ze waren wat aan het rommelen in een grote kist toen ze het boek vonden. Sprookjes, leuk, vonden ze allebei. Maar ze wilden beiden andersoortige sprookjes, en begonnen te ruziën over het boek. Wat er toen gebeurde!
Ineens duikt er een klein mannetje op uit de kist. Wie is dat slissende ventje? Hoe komt hij in de kist?


’Waarom heb ik u nog nooit gezien?’
Meneer Bril zet zijn brilletje weer op en stopt zijn zakdoek in zijn broekzak. Hij veegt zijn handen lang af aan zijn bovenbenen en geeft dan pas antwoord. ‘Omdat dat niet nodig wasssjj,’zegt hij. ‘Maar nu moest ik wel, omdat jij, - hij wijst met een priemende  vinger naar Leon - ’mijn lievelingsssjboek pakte. En omdat jullie,’ - hij wijst weer – ‘het kapot aan het trekken waren.’


Het vreemde kleine mannetje zegt wat opa ook zei: ‘Allessj kan. In verhalen kan allesssjj,’ zegt hij ferm. ‘Allesssj wat je maar verssjint.’


Zo beginnen de avonturen van de twee jongens, avonturen die ze deels zelf verzinnen. Over draken, over prinsessen, en over heksen en een pechvogel. Als hun fantasie even stokt dwarrelt er een papiertje ergens neer, en dan gaat het weer verder, als hun eigen verhaal dat ook opgeschreven is.
Dat is heel apart. Je kan merken dat de schrijfster weet hoe de fantasie van kinderen alle kanten op kan vliegen. Het levert helemaal geen moeilijke scenes op, het gaat zoals het gaat. Kinderen begrijpen dat. Magisch-realisme, het is hun op het lijf geschreven.


Er staan liedjes in het boek, en de tekst op de papiertjes is in een ander lettertype geschreven. De dialogen zijn vlot, vooral als de jongens samen bezig zijn:


‘Dat is saai,’ zegt Mikki.
‘Erg saai!’ zegt Leon.
‘Te saai.’
‘Veel te saai!’


Leuk om voor te lezen! Er zit sowieso veel humor in dit verhaal, dat toch ook een grijs randje heeft. Het gaat namelijk ook over rouw, het verwerken van de dood van opa.


Josien de Graaf (1958) is artistiek leider van de Jeugdtheaterschool Zeeland en schrijft toneelstukken. Daarnaast timmert ze aan de weg met kindergedichten.
Twee jaar geleden schreef ze het bundeltje ‘Ik versta een beetje meeuws’, korte uit het leven gegrepen schetsen met puntloze zinnen.
Het Eindelozesprookjesboek is genomineerd voor de Hotze de Roosprijs. Maar het is niet echt haar debuut: in 2010 publiceerde ze het kinderboek ‘Lotte Lawaaikind’.


ISBN 9789044841602 | hardcover | 99 pagina's | Uitgeverij Clavis | juli 2021
Illustraties door Johan Klungel | Leeftijd 8+

© Marjo, 1 maart 2022

Lees de reacties op het forum, klik HIER