Freddy de Plaagmuis
Isabelle Quinn
De ouders van de tienjarige Noah zijn verhuisd naar een flat. Vier hoog maar liefst.
Het was al erg genoeg allemaal, een nieuw huis, een nieuwe stad, een nieuwe school, maar er loopt ook nog een zwarte kat rond in het flatgebouw. Die is van Lola, weet hij. Maar al is dat meisje net zo oud als hij, ze zal nooit een vriendin worden. Er is die kat, en Lola skeelert keihard door de straat zonder een helm op haar hoofd! Levensgevaarlijk! Gelukkig heeft Noah een gelukspoot gekregen van zijn oma, hij kan echt niet zonder, hij heeft het ding altijd bij zich.
Als zijn overbezorgde moeder een paar dagen weg gaat, zucht zijn vader opgelucht. Even rust. En hij vindt dat Noah zijn konijnenpoot moet wegleggen, die hoeft hij echt niet overal mee naar toe nemen. Met tegenzin gehoorzaamt Noah.
Het wordt 10 februari. Noah heeft geen idee, natuurlijk hij woont er pas drie maanden, maar dat blijkt een speciale dag te zijn in het flatgebouw. De dag van Freddy! Freddy is een muis, een bijzondere muis. Lola die toch wel mee schijnt te vallen, legt het Noah uit: op de tiende dag van februari gebeuren er allerlei vreemde dingen. Maar ’s nachts om twaalf uur is alles weer in orde.
Tenminste… andere jaren was dat zo, maar nu dus niet. Er gebeuren inderdaad vreemde dingen, maar het wordt steeds erger. Dat de intercom liedjes of andere geluiden laat horen als je aanbelt in plaats van degene bij wie je belt te waarschuwen, dat de lift zijn eigen gang gaat, of dat de brievenbussen niet open gaan, och, voor een dagje kan dat wel. Maar dat Noahs vader in slaap valt en niet wakker te krijgen is, is vervelend. En meneer Blok, de conciërge is ontzettend kwaad als zijn huisdier, een kameleon, van kleur verschiet en helemaal roze is! Dan is ook nog de gelukspoot uit het raam gevallen! En nu gaat alles mis.
Het is Freddy, zegt Lola, maar er is iets aan de hand. Het is anders dit jaar.
‘Het klokje op de boekenplank geeft tien uur aan. Noah durft het bijna niet te vragen: ‘Denk je dat het nog erger wordt voor middernacht?‘ Ze geeft geen antwoord.
Radeloos sjokt hij naar de balkondeur. Buiten vliegen papieren en plastic zakken van rechts naar links en terug. De wind is dol geworden, hij lijkt niet meer te weten in welke richting hij moet waaien. Uit het niets knalt er ineens iets tegen het muurtje naast de deur. Het is een tuinkabouter. Van zijn lijf is niets meer over, maar zijn hoofd met de rode muts rolt eventjes na op het beton. De kleine oogjes staren hem doods aan.
Hij heeft het helemaal gehad. Hij moet mama spreken.’
Maar de telefoon doet het niet. En dat is nog niet het laatste van alle akelige dingen die gebeuren. Lola haalt Noah over om haar te helpen: ze moeten Freddy vinden!
Een superleuk verhaal over bijgeloof en vriendschap. Lola en Noah zijn twee tegengestelden, maar in hun missie om de problemen op te lossen vinden ze elkaar. Of Noah voortaan zonder zijn konijnenpoot kan? En of Lola wat voorzichtiger wordt? Wat daarop ook de antwoorden zijn, dit verhaal zit vol humor met een lichte serieuze ondertoon. De fantasie van Isabelle Quinn lijkt geen grenzen te kennen, haar debuut Operatie Boze Barbie was ook al zo leuk. En Marieke Nelissen maakte er weer leuke pentekeningen bij!
Isabelle Quinn (1967, Creil, Frankrijk) woont in Nederland sinds 1993. Ze volgde Nederlandse les en werkte als administratief medewerker.
ISBN 9789044833423 | hardcover |140 pagina's | Uitgeverij Clavis | februari 2019 |Leeftijd vanaf 8 jaar
Geïllustreerd door Marieke Nelissen
© Marjo, 24 februari 2019
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER