Mysterie in de moestuin
Jeanet Kingma
Gratis zaadjes bij de supermarkt. Dat komt goed uit: er is een wedstrijd: wie heeft de grootste pompoen? Jikke wil dan ook graag de zaadjes van de reuzenpompoen, maar die krijgt ze maar niet te pakken. Een jongen die aan de deur van de supermarkt staat wil wel ruilen, zegt hij. Maar hij verschijnt niet op de afspraak. Haar zus Sofie heeft wel een zakje, en zij beginnen alvast met de zaadjes in een potje te zetten. Als ze dan kiemen zullen ze de plantjes in de moestuin van hun moeder gaan zetten.
Even is er nog gedoe omdat kinderen niet zonder volwassenen in de tuin zouden mogen, maar na een gesprekje met hun moeder vindt de beheerder het prima. Als ze maar geen troep maken.
Jikke blijft fanatiek, maar Sofies belangstelling is al snel verdwenen. Zij wil liever haar tijd besteden aan tennis! Nu zit de tennisbaan vlak naast het moestuincomplex, dus kan Jikke toch naar de tuin. Een beetje stiekem, want Jikke moet van haar moeder een heel jaar op tennis blijven, maar ze vindt dat helemaal niet leuk.
In de tuin gebeuren vreemde dingen. Eerst duikt er die jongen op die haar het zaadje zou geven. Zijn stiefvader blijkt er een tuin te hebben, en dus komt Bernie – zo heet de jongen – er ook.
En er is een vrouw die zich eigenaardig gedraagt. Aan de ene kant is Imelda heel vriendelijk, en wil ze de kinderen van alles leren over hoe je goed moet omgaan met de natuur, maar ze heeft een kas staan op de tuin en als de kinderen er maar naar kijken, dan wordt ze al boos! Bernie is er al stiekem binnen geweest, en hij geeft een zaadje aan Jikke dat hij gevonden heeft. Dat zet ze ook in een potje en het blijkt een bijzonder plantje: het groeit heel snel, maar wel ten koste van wat er omheen staat. Het is felgroen, heeft een paars bloemetje, en het veroorzaakt jeuk.
Samen met Bernie gaat Jikke op onderzoek uit. Wat is er in die kas? Waarom doet Imelda zo geheimzinnig?
Jikke is vaak op zichzelf aangewezen, omdat Har, Bernies stiefvader streng is: hij geeft de jongen vaak huisarrest. Als hij ook nog een verbod krijgt om met zijn vader, een botanicus die in Canada werkt, te skypen, grijpt Jikke in. Dat vindt ze zo gemeen van Har!
Een leuk verhaal met allerlei voorvallen die uit het echte leven gegrepen zijn, dus heel herkenbaar.
Een strenge en streberige stiefvader, een echte vader op afstand, een rups-vlinderproject op school en een boom die gekapt dreigt te worden.
Jikke maakt een herbarium, en door haar belevenissen kom je meer te weten over moestuinieren. Maar ook over een kwaadaardige plant.
Het geheim van de moestuin is complex. Jikke en Bernie hebben geheimen, maar het grootste geheim is dat van Imelda. Jammer alleen dat het een beetje vaag blijft wat ze nu eigenlijk aan het doen is met dat rare plantje. Wat is dat dan voor iets? Hoe komt ze eraan? Het is duidelijk dat het maar goed is dat Jikke zo nieuwsgierig is, maar je zou hier meer van willen weten.
Maar het mysterie blijft een mysterie...
Niettemin: door het omliggende verhaal over de vriendschap van Jikke en Bernie en de perikelen rond de vaders, en door wat er allemaal op de tuin gebeurt is het een leuk verhaal.
Jeanet Kingma (Almelo, 1967) studeerde tekenen aan de kunstacademie in Arnhem. Na vijf jaar lesgeven op een middelbare school besloot ze meer tijd te nemen voor haar eigen werk. Een cursus schrijven leidde tot kinderboeken als Mosselvogel en Viltstiftbos. Dit is haar derde jeugdboek.
ISBN 9789044841572 | Hardcover | 212 pagina's | Uitgeverij Clavis | juni 2021
Zwart wit illustraties van Myriam Berenschot | leeftijd 9+
© Marjo, 21 oktober 2021
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Viltstiftbos
Jeanet Kingma
'Buiten spelen! Alweer! Tasko smeet zijn potlood op tafel. Hij had helemaal geen zin om naar buiten te gaan!'
Was hij net lekker een kasteel aan het tekenen wat heel goed lukte en nu moet hij van zijn moeder naar buiten! Want ze moet stofzuigen en opruimen. Naar zijn kamer gaan kan ook niet want daar doet opa zijn middagdutje. Opa is gevallen en woont tijdelijk bij hun in huis. Opa slaapt in Tasko's kamer, daardoor voelt zijn kamer ook al niet meer als zijn kamer. Zuchtend ruimt Tasko zijn tekenspullen op en pakt zijn skateboard en zijn helm, dan maar naar buiten.
Hij weet dan nog niet wat voor avontuur hem daar te wachten staat...
Buiten ziet hij zijn nieuwe buurmeisje Fenna. Zij baalt ook, maar dan om een andere reden. Ze wilde helemaal niet verhuizen want bij haar oude huis was een mooi bos met heel veel dieren en nu woont ze hier, bij een druk, lawaaiïg viaduct waar de vrachtwagens overheen denderen. Haar vader is nu boswachter van de natuur in de stad in plaats van in het bos. Ze praten wat tot Fenna naar huis moet.
Als Fenna weg is, gaat Tasko kijken wat ze nu eigenlijk in het distelveld deed. Hij ziet een kastje, dat een oude brievenbus blijkt te zijn, met daarin een tekening gemaakt met viltstift en kleurpotlood door elkaar. Hij ziet een huis en een bruin en lichtblauw paard. Verder een soort paardrijvrouw die een zweep vasthoudt. Ze kijkt niet aardig en haar benen zijn een beetje raar getekend. De bomen achter het huis zijn met groene viltstift gemaakt.
Die tekening is vast van Fenna, denkt Tasko, hij rolt hem op en neemt hem mee naar huis. Daar tekent hij er van alles bij, een stoere ridder, een grote vogel en... een half ijscobusje, net of die de tekening binnen komt rijden. Dat is het leuke van tekenen, op een tekening kan alles!
Daarna stopt hij de tekening terug in de brievenbus. Hij is heel benieuwd wat Fenna zal zeggen...
Nou, Fenna vindt het superleuk! Ze gaan samen weer naar het veldje en zien een grote vogel vliegen. Fenna weet alles van vogels en zegt dat het een heel bijzondere buizerd is. Ze gaan erachteraan en komen uit bij een busje van een ijscoman. Tasko gaat gauw geld halen en ze bestellen hun ijsje, maar de ijscoman wil helemaal geen geld, hij wil het pepermuntje van opa! Het ijs is heel speciaal, zo speciaal zelfs dat zo gauw ze hun ijsje op hebben de hele omgeving verandert. Het viaduct is weg, ze zijn bij een bos, er loopt een bruin en een lichtblauw paard... Tasko beseft ineens dat ze in hun eigen tekening beland zijn! Het bos, is het viltstiftbos!
Het grappige van dit verhaal is dat alles wat op de tekening staat tot leven is gekomen, de bomen, de paarden, de ridder, de grote vogel, alles. Het is leuk hoe er mee gespeeld wordt door de schrijfster. Het lichtblauwe paard wordt grijs als hij zich bedroefd voelt, de onaardige paardrijvrouw loopt mank. De roofvogel speelt een belangrijke rol en de ridder is écht stoer en hij rijdt op het bruine paard. Hij is overigens zijn kasteel kwijt...
Tasko vindt het allemaal een beetje griezelig, al die rare geluiden in het bos. Maar natuurkind Fenna vindt dat heel gewoon, maar zij vindt die mensen eigenlijk een beetje eng. Daar kan Tasko haar dan weer bij helpen.
Het wordt nog heel spannend allemaal want de paardrijvrouw is écht niet aardig en veroorzaakt een hoop problemen. Maar de hoofdvraag is, hoe komen Fenna en Tasko weer uit de tekening en willen ze dat eigenlijk wel?
Kortom, een heerlijk meeslepend verhaal waarvan elk kind zal genieten!
ISBN 9789044832877 | Hardcover | 173 pagina's | Uitgeverij Clavis | augustus 2018 | Leeftijd vanaf 9 jaar
Geïllustreerd door Myriam Berenschot
© Dettie, 18 oktober 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Viltstiftbos
Jeanet Kingma
Tasko baalt. Hij kan niet op zijn eigen kamer spelen, omdat opa daar logeert. Die is gevallen en kan voorlopig niet in zijn eigen huis wonen. Opa heeft de hele kamer in gebruik, er staat een postoel en een looprek. Ook verandert opa dingen aan de legobouwwerken van Tasko.
‘Een eigen kamer was net een zachte trui die precies paste. Als hij hem aanhad dacht hij vanzelf aan goede dingen. En als het nodig was kon hij zich er helemaal in verstoppen.’ Tja, nu gaat dat dus niet. Een beetje boos gaat hij buiten skateboarden.
Daar ontmoet hij het meisje dat pas in de straat is komen wonen. Ze vertelt dat ze Fenna heet. Dat ze eerst in een bos woonde met haar vader die boswachter is. Nu moet haar vader het stuk land dat begroeid is met distels in de gaten houden. Maar Fenna kwam uit dat veld. Wat is ze daar wezen doen? Tasko is nieuwsgierig en gaat op zoek.
En achter in het veld, bij het drukke viaduct, staat een brievenbus. Met een opgerolde brief erin. Als hij hem er uit trekt en bekijkt ziet hij een tekening. Viltstift en kleurpotlood door elkaar. Twee paarden, een huis met enorme deuren, een paardrijvrouw, die kwaad keek. En achter het huis bomen. Dit heeft Fenna vast gemaakt!
Nu is Tasko dol op tekenen. Op zo'n tekening kan je immers alles laten gebeuren!
Hij neemt de witte rol mee en tekent er thuis van alles bij: een ridder in vol ornaat op een van de paarden, een roofvogel in de lucht, en zomaar, omdat het grappig was, een busje dat net niet op het vel papier paste, met op de zijkant het woord IJS. Tasko stopt de tekening terug in de brievenbus.
Natuurlijk ziet Fenna dat de volgende dag, maar voor hij er over kan vertellen klinkt het lawaai van een auto. Een ijscowagen! Snel haalt Tasko geld voor een ijsje. En het ijsje, dat ze tegen betaling van een pepermuntje (!) van de ijscoman krijgen verandert alles! Letterlijk: ineens is er geen autoviaduct meer, er vliegt een buizerd, en er duikt een paard op! Tasko beseft dat ze IN de tekening zijn! Maar hoe komen ze er dan weer uit?
Fenna is een natuurmeisje, Tasko een stadsjongen. Allebei zijn ze boos, omdat hun leven opeens veranderd is en zij daar niets aan kunnen doen. Ze vullen elkaar aan, en beleven een fantastisch avontuur, met ridders en paarden en een boosaardige vrouw. Hun verleden, die de achterliggende reden is van hetgeen ze getekend hebben, speelt een rol in de oplossing van de zoektocht naar de uitweg.
Een heerlijk fantasierijk verhaal over vriendschap, dierenmishandeling en een magisch kasteel.
Na Mosselvogel verschijnt nu het tweede boek van Jeanet Kingma. Zij is schrijver en beeldend kunstenaar. Ze maakt kunstenaarsboeken in zeer kleine oplagen, waarin ze beeld en tekst combineert. Haar favoriete druktechnieken zijn: houtsnede en sjabloondruk. Maar hopelijk heeft ze nog meer van dit soort mooie kinderboeken in haar hoofd!
ISBN 9789044832877 | Hardcover | 173 pagina's | Uitgeverij Clavis | augustus 2018 | Leeftijd vanaf 9 jaar
Geïllustreerd door Myriam Berenschot
© Marjo, 18 september 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Mosselvogel
Jeanet Kingma
Het is vakantie en Riska is met haar ouders en jongere broertje Chiel aan zee. De grootste hobby van Riska is het bestuderen van vogels. Ze heeft een prachtig boek Vogels van Europa, waar ze heel vaak in bladert. En natuurlijk heeft ze het meegenomen naar de camping.
Wat ze ook graag doet is over het strand lopen struinen op zoek naar bijzondere schelpen, of misschien wel haaientanden.
Op de eerste dag al vindt ze een haaientand. Is dat even geluk hebben! Ze heeft ook een mossel opgeraapt:
‘Raar groot was hij. Zwart, met bovenop een glinsterplek. Ik zakte op mijn hurken. Eigenlijk had ik al genoeg schelpen: kleine roze, een mooi slakkenhuis en grote gladde in heel veel kleuren grijs. Toch pakte ik de schelp op. Hij was dicht! Zou er nog een diertje in zitten? Ik draaide hem rond. Aan één kant zat een zilverig vlekje. Mooi! ‘
Ze vindt het erg jammer als Chiel met zijn wilde gedrag haar emmer omgooit. Waar is die schelp nou? Ze vindt hem niet terug.
Even later ontmoeten ze een jongen die vertelt dat hij op zoek is naar haaientanden. Hij heeft zelfs een speciale zeef bij zich. Maar wat hij ook heeft is een dichte mossel! En die lijkt wel erg veel op de mossel die Riska kwijt was.
Sjoerd wil graag ruilen, maar Riska trapt er niet in. Pas later, als ze meer met elkaar gaan optrekken, en samen een hut gaan bouwen ‘verboden voor kinderen onder de acht’, ruilt ze in een opwelling toch (ter wille van de vriendschap?). En ze ontdekt iets vreemds: de mossel die ze in een blauw doosje heeft gelegd, gaat langzaam open, en ze ziet een roze ding. Wat is dat? Een diertje?
Sjoerd is de enige die ze erover vertelt. Samen kijken ze wat er gebeurt. Er komt een heel vreemd diertje uit de mossel. Een vogel! Ze beseffen al snel dat ze dit niet rond moeten bazuinen.
Op de camping woont een mevrouw die sieraden maakt met bijzondere veertjes, en er loopt een man rond die bijzondere vogels wil spotten. De kinderen vertellen dus niemand wat zij hebben. Maar een vogel moet vliegen, een vogel heeft vrijheid nodig.
Jeanet Kingma schrijft over vriendschap. Enerzijds is er de realistische vriendschap tussen twee kinderen, anderzijds is er hun gezamenlijke zorg voor een fantasiedier.
Riska is een verlegen, bescheiden meisje, dat door de ik-vorm heel goed naar voren komt. Als lezer voel je haar aarzeling, beleef je mee hoe ze langzaam vertrouwen schenkt, en hoe door de gebeurtenissen op de camping haar zelfvertrouwen groeit. Het is daardoor een heel gevoelig boek geworden, een erg mooi verhaal, en het zou jammer zijn als het slechts een bepaalde groep lezers zou aanspreken.
Jeanet Kingma (Almelo, 1967) is kunstenaar en docent. Dit is haar eerste boek voor kinderen. Moge er maar veel volgen!
ISBN 9789044827057 | Hardcover| 156 pagina's | Uitgeverij Clavis | april 2016
Illustraties van Myriam Berenschot | Leeftijd vanaf 8 jaar. NUR 282
© Marjo, 5 juni 2016
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Mosselvogel
Jeanet Kingma
Riska loopt nog een beetje onwennig rond op de camping. Haar broertje Chiel heeft al een vriendje gevonden maar zij kent nog niemand, laat staan dat ze al een vriendinnetje heeft gevonden. Die vindt ze ook niet, maar wel een vriend, Sjoerd, waarmee ze de door haar gevonden haaientand ruilt voor een mossel die er nogal apart uitziet. Naderhand heeft ze spijt, een haaientand is eigenlijk veel leuker. Riska's moeder is zelfs een beetje boos om de ruil.
Maar alles verandert als de mossel opengaat en er iets roods in zit. Het is geen mossel maar een piepklein vogeltje met rode donsveertjes! Ze waarschuwt Sjoerd en samen brengen ze het mosselvogeltje naar hun geheime hut. Het beestje is hongerig, heel erg hongerig zelfs. Riska is gek op vogels maar in haar boek Vogels van Europa kan ze niets vinden over het vogeltje. Wat voor soort zal het zijn?
Op de camping staan ook twee vogelkenners maar de twee kinderen durven hen niets te vragen, ze zijn veel te bang dat ze hun vogel kwijt zullen zijn als de beide mannen hem zien. Maar de mannen hebben wel een foto gemaakt die hun voor raadselen stelt, wat is dat voor rode vlek daar op het dak van die caravan? Sjoerd en Riska weten het wel en houden hun hart vast. Gelukkig is de foto heel onduidelijk geworden. Maar toch... stel dat de vogel ontdekt wordt, wat gaat er dan met de bijzondere vogel gebeuren, wat dat hij bijzonder is, beseffen ze maar al te goed.
Er dreigt echter een nog veel groter gevaar. Er staat namelijk een vrouw op de camping die gek is op veertjes, ze heeft al een paar mooie rode veertjes gevonden van de mosselvogel en ze wil meer van die veertjes. Ze gaat daarin heel ver, de kinderen houden hun hart vast, zo direct gaat de Mosselvogel dood door die hebberige vrouw.
Ondertussen groeit de mosselvogel tegen de klippen op, hij heeft ook altijd honger. Elke keer zijn ze weer verrast als ze het dier zien.
Ik hield mijn adem in. Hij leek wéér groter geworden. Hij had nu geen donsveertjes meer, maar felrode glanzende volwassen vogelveren. De oranje vlekken onder zijn ogen gloeiden en zijn grijze snavel was stevig, net als zijn poten. Hij was, zeker weten, de allerbijzonderste vogel die ik ooit had gezien.
De kinderen verzinnen van alles om aan eten te komen voor het beestje. Maar dan, op een dag is de vogel weg! Verdwenen! Die mevrouw zal toch niet... Sjoerd en Riska zoeken overal, waar is hij en is hij veilig?
Het verhaal is lekker spannend, vol fantasie.
Riska is de verteller. Zij en Sjoerd hebben er een grote klus aan om hun geheim te kunnen bewaren én de vogel te verzorgen want er zijn ook nog ouders die vinden dat hun kinderen mee moeten naar een museum of zo. Heel onhandig als je weet dat er een hongerige vogel zit te wachten. Ook Riska's kleine broertje wordt een probleem, hij weet van het bestaan van de hut en zeurt steeds of hij mee mag. Elke keer moeten ze wat anders verzinnen waarom het niet kan, tot ergernis van Riska's moeder.
Het verhaal zelf straalt verder de hele spannende sfeer uit die kinderen zelf kunnen oproepen. Als het al niet spannend is dan maken ze het door hun fantasie wel spannend! Er had ietsje meer vaart in kunnen zitten, enkele beschrijvingen zijn soms wat aan de lange kant maar dat neemt niet weg dat je geboeid blijft doorlezen.
Doorheen het boek staan aardige zwart-wit afbeeldingen van Myriam Berenschot, die in kleur denkelijk beter tot hun recht zouden komen.
Al met al een fijn leesboek dat kinderen zeker zal aanspreken.
ISBN 9789044827057 | Hardcover | 156 pagina's | Uitgeverij Clavis | maart 2016
Leeftijd 8+
© Dettie, 28 april 2016
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER