Hansje Fokkemast
Bernique Touw
De tienjarige Hansje Fokkemast is een schipperskind. Zijn school zit in een treinwagon waarop geschreven staat 'Al zijn we klein we willen schipper zijn!' Maar Hansje wil helemaal geen schipper zijn. Hij vindt varen maar niets en op school vindt hij alleen de geschiedenisles en knopen in touw leren maken leuk. Als hij op een nacht weer niet kan slapen besluit hij om weg te lopen. Hij pakt zijn spulletjes in en verstopt zich in een postmand die in een wagon van de trein staat. Tot zijn grote schrik hoort hij stemmetjes in de mand... Het zijn Alfa en Bet, twee uitgeknipte papieren letters die heel slim zijn.
Dat is maar goed ook want de reis loopt totaal anders dan Hansje in gedachte had en hij heeft het tweetal nog hard nodig. Want wat gebeurt er? Uitgerekend de mand waar Hansje in zit wordt door twee rovers meegenomen! Dit doen zij in opdracht van de akelige koning Alexander die een brief wil onderscheppen.
Ongewild raakt Hansje daardoor verwikkeld in een heel bijzonder avontuur waarin o.a. treinen, een luchtballon, een kasteel, een prinses een belangrijke rol spelen. Er gebeuren verder nog een aantal wonderbaarlijke dingen en Hansje krijgt ook nog een raadsel op die zich niet zo makkelijk laat oplossen, daar gaan eerst nog veel spannende belevenissen aan vooraf.
Op zijn reis ontmoet Hansje heel bijzondere mensen zoals Joachim die een speciale opdracht heeft te vervullen en Frido, die hem helpt als de rovers Hansje in een kwaad daglicht stellen.
Alfa en Bet blijken eveneens van grote waarde want zij hebben uitstekende ideeën en weten Hansje steeds uit hachelijke situaties te redden. Hansje leert door hen te durven vertrouwen om dingen te doen die een ander mogelijk niet zou aandurven.
Al met al is Hansje Fokkemast een lekker spannend sprookjesachtig boek waarin zich dingen afspelen die alleen in sprookjes kunnen gebeuren. Toch geloof je het allemaal door de overtuigende manier van vertellen. Het is ook apart dat het verhaal zich bijna een eeuw geleden afspeelt. Er wordt nog gereisd met de stoomtrein en sms-jes sturen kan natuurlijk nog niet. Daardoor kan ook alles gebeuren wat er gebeurt. In de huidige tijd met alle moderne communicatiemiddelen was Hansjes signalement al gelijk doorgestuurd en was hij al meteen in zijn kraag gevat nadat hij de rovers ontvlucht is en dan hadden wij mooi zonder dit verhaal gezeten!
De kleine grapjes in het boek zoals de namen van de landen en steden en vooral de uitspraken van Alfa en Bet, die o.a. een heel mooi woord voor een traan hebben, maken het verhaal nog prettiger om te lezen. Ook het briefje dat Hansje schrijft is humoristisch door de kinderlijke fouten.
Verder is bijzonder is dat Bernique Touw heel consequent het feit doorvoert dat Alfa en Bet van papier gemaakt zijn. Ze zijn bijvoorbeeld heel bang voor vuur en water en als Hansje ze snel weggestopt heeft omdat er gevaar dreigde, strijkt hij ze daarna eerst weer glad. Zo heeft Bernique Touw nog meer van dit soort details toegevoegd die het boek nóg leuker maken om te lezen en leuk is het!
ISBN 9789081142489 | Hardcover | 144 pagina's | Uitgeverij Maan |oktober 2012
Met fraaie zwart-wit illustraties van Geertje van der Zijpp | Leeftijd 6-10 jaar
© Dettie, 7 juni 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER!
Hansje Fokkemast
Bernique Touw
Gewoon een lekker leesverhaal, het bestaat nog!
Tussen al die boeken vol probleemkinderen en verhalen over andere werelden, bevolkt met vreemde wezens – hoe leuk ook! – is het soms een verademing om weer eens een ‘ouderwets’ verhaal te lezen.
Hoofdpersoon is de tienjarige Hansje Fokkemast, die ondanks zijn naam – en zijn ouders - niet van plan is om ook schipper te worden, zint op een plan om weg te komen uit het schippersinternaat.
Hoewel, eigenlijk is het meer een fantasietje, het kan immers niet?
Maar als hij op een dag ziet hoe een paar kooltjes ontsnappen uit het vuur dat opgestookt wordt om de stoomlocomotief te laten rijden, denkt hij ‘kan ík ontsnappen? Kan ik net zo doen als dat kooltje?’
Nou en of hij dat kan!
Hij pakt een rugtas in met extras kleren, een stuk touw, een drinkfles, een zakkompas en een paar knikkers. Hij neemt ook zijn geheime schrift, een pen en een inktpot mee, en die laatste plak koek.
Een klein briefje voor papa en mama en hij klimt uit het raam. Onderweg stopt hij nog het kooltje, dat nog gloeit, in een tondeldoos, en die veer die voor zijn neus omlaag dwarrelt mag ook mee. Dat hij daar heel slim aan doet, beseft hij zelf niet, want zo slim vindt hij zichzelf helemaal niet.
Maar de voorwerpen in zijn rugtas hebben wonderbaarlijke eigenschappen!
Hansje is een bescheiden jongetje, dat open staat voor de vreemde wereld waarin hij terecht gaat komen. Zo komt het dat zijn maatjes in het avontuur Alfa en Bet (!) zijn, twee papieren – uitgeknipte – letters. En zo komt het dat hij steeds hulp krijgt uit onverwachte hoek. Want een ouderwets verhaal loopt altijd goed af! Gelukkig maar: Hansje komt in zee terecht en beleeft daar enkele angstige ogenblikken; hij wordt achtervolgd door rovers, en staat ineens tegenover een grote zwarte beer…
Omdat het verhaal niet speelt in onze tijd, kan het voor jongere kinderen wat lastige momenten opleveren. Weten zij wat een tondeldoos is? Kennen zij een dissel? Nu staat er achter in het boek een lijst met verklaringen voor dit soort woorden, maar misschien is dat te laat, en was een aanduiding bij het betreffende woord handig geweest.
De bladspiegel is heel duidelijk, veel witruimte, prettig te lezen, maar dat je het verhaal in een ruk uitleest, ligt meer aan de spanning die goed vastgehouden wordt. Je wil nu eenmaal weten of Hansje uit de handen van de rovers en van de wachters kan blijven en of het lukt om het romantische verhaallijntje tot een goed einde te brengen.
ISBN 9789081142489 | Hardcover | 144 pagina's | Uitgeverij Maan | oktober 2012
Illustraties van Geertje van der Zijpp | Leeftijd vanaf 10 jaar
© Marjo, 11 juni 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER