Sindbad de Zeeman
Quentin Gréban
De verhalen van Sindbad de Zeeman zijn ontleend aan de zeven sprookjes over hem die behoren bij de verhalen van Duizend-en-één nacht. In dit boek zijn deze verhalen ingekort en bewerkt zodat kinderen er ook kennis mee kunnen maken.
Op de eerste afbeeldingen in het boek zien we hoe een klein jongetje luistert naar Sindbad de Zeeman.
Sindbad, inmiddels een oude man, vertelt namelijk elke avond verhalen over de avonturen uit zijn jeugd aan zijn gasten.
Toen hij achttien was stierven zijn ouders en ze lieten hem veel geld na en een huis in Bagdad. Maar Sindbad joeg zijn erfenis er snel door en omdat hij geen zin had om in armoede te leven besloot hij op reis te gaan. Hij nam wat goederen mee zodat hij die onderweg kon ruilen en ging aan boord van een schip dat naar Oost-Indië zou gaan. Na een paar weken zagen ze een eiland waar het schip aanmeerde. Ze maakten een vuurtje op het strand maar toen begon het eiland te bewegen, het eiland bleek een enorme walvis te zijn! Van schrik sprong iedereen het water in en zwommen ze gauw naar de boot en voeren weg, Sindbad in zee achterlatend. Sindbad die zich had vastgeklampt aan een stuk drijfhout kwam uiteindelijk na veel omzwervingen toch weer thuis in Bagdad aan, als rijk man bovendien!
Hij zei tegen zichzelf dat hij nooit meer weg zou gaan. Maar na korte tijd ging het weer kriebelen en wilde Sindbad weer weg en dit gebeurde tot zeven keer aan toe, steeds opnieuw stapte hij toch weer op een schip om het avontuur tegemoet te reizen.
Elke keer maakte hij heel spannende, bijzondere en griezelige dingen mee, vaak ontsnapte hij ternauwernood aan de dood, en elke keer als hij weer thuis was, zwoer hij dat hij nu écht nooit meer weg zou gaan... tot de volgende keer.
De verhalen zijn natuurlijk sterk overdreven, dat hoort bij zeemansverhalen. Maar ze zijn soms wel érg ingekort, waardoor het verhaal vreemd over kan komen. Zoals bijvoorbeeld bij het walvisverhaal. In het originele verhaal gaat het over een grote vis die al zo lang stil ligt dat er inmiddels planten op zijn rug groeien. Dit gegeven wordt in dit boek niet verteld. Nu lees je alleen over een schip dat aanmeert bij een eiland zodat mensen fruit kunnen zoeken en op het strand van het eiland wordt een vuurtje gemaakt. Verwarring alom in mijn hoofd als blijkt dat het eiland een walvis is.
Hè, een walvis? En dat zien ze niet? Een walvisrug is toch glad en kaal? Je ziet dat toch gelijk? Je gaat daar toch niet 'aan wal om fruit te zoeken' en 'aan het strand een vuurtje stoken'? Ik las het verhaal zelfs een paar keer over in de veronderstelling dat ik iets gemist had. In een sprookje kan alles als het maar geloofwaardig is en dat is het nu niet.
De andere sprookjes zijn aardig om te lezen en soms vrij luguber en hard. Er is een verhaal over een enge mensetende reus met één oog die woont in een paleis gemaakt van menselijke botten. Nonchalant wordt dat ene oog doorboord en Sindbad vaart lekker weg, de reus kermend achterlatend. In een ander avontuur wordt Sindbad levend begraven bij zijn overleden vrouw en weet uit deze griezelige situatie te te ontkomen mèt alle grafsieraden waardoor hij terugkeert als rijk man.
Ook het verhaal over het elke dag doodmaken van een olifant en de afbeelding van het olifantenkerkhof zijn vrij hard.
Sindbad blijkt geen man met veel gevoel of empathie.
Kinderen kunnen veel hebben, heel veel sprookjes zijn gruwelijk, maar het ene sprookje is het andere niet. Deze sprookjes hebben het net niet. De verhalen zijn niet echt spannend, ze kabbelen een beetje voort. De toon is afstandelijk, je kunt niet meeleven met Sindbad, je zit niet op het puntje van je stoel. Je kijkt niet uit naar zijn volgende avontuur. Weer een schipbreuk, weer een wonderbaarlijk avontuur, weer een ontsnapping en weer keert Sindbad als rijk man terug naar Bagdad. Het zijn een beetje grote-stappen-snel-thuis verhalen geworden.
Het is dat er zulke beeldschone afbeeldingen in het boek staan, daarvoor zou je het boek alleen al willen hebben. Die afbeeldingen maken veel goed, maar niet alles en dat is heel jammer.
Zie ook het inkijkexemplaar
ISBN 9789051163261 Hardcover 40 pagina's De Vier Windstreken, september 2013
Nederlandse tekst: M.E. Ander leeftijd 6+
© Dettie, 6 november 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Pinokkio
Carlo Collodi
illustraties Quentin Gréban
Carlo Collodi (pseudoniem van Carlo Lorenzini) was een Italiaans journalist en schrijver. Hij ontleende zijn schrijversnaam aan het dorp Collodi, nabij Lucca waar zijn moeder was geboren. Hoewel hij verschillende werken op zijn naam heeft staan, is hij vooral bekend gebleven als schrijver van Pinokkio (Pinocchio).
In 1875 vertaalde hij een uitgave van de sprookjes van Charles Perrault en begon hij kinderboeken te schrijven. Hij had daarbij een voorkeur voor deugnieten, waarmee hij sterk afweek van de gebruikelijke brave kinderlectuur uit die tijd. Kinderen waren gefascineerd door de wonderlijke avonturen, maar door de satirische en allegorische elementen in zijn werken spraken zij ook volwassenen aan.
In 1880 begon hij aan 'Storia di un burattino' ("Het verhaal van een marionet"), dat in wekelijkse afleveringen werd gepubliceerd in het kinderblad 'Il Giornale dei Bambini' en dit werd het verhaal van Pinokkio.
(Bron: Wikipedia)
Het sprookje over Pinokkio, de ondeugende houten marionet, blijft ondanks zijn ouderdom boeien. Ik heb het al vele malen en in verschillende uitvoeringen gelezen maar toch blijft het leuk en spannend. Het bijzondere is dat het verhaal de ene keer in het kort verteld wordt en de andere keer is er een veel langere versie. Dit boek is dus een behoorlijk uitgebreide versie.
Zoals bekend gaat het verhaal over de marionet Pionokkio. Hij is uit hout gesneden door Gepetto nadat Baas Kers de timmerman maar wat blij was dat hij dat rare pratende stuk hout kwijt was. Gepetto maakt daarop met veel liefde de marionet, de pop is vanaf nu zijn zoon en de oude man noemt hem Pinokkio Maar zo gauw Pinokkio helemaal klaar is bezorgt hij Gepetto alleen maar last, ondanks dat hij veel van Gepetto houdt.
Pionokkio loopt weg, hij liegt en bedriegt, is arrogant, goedgelovig en soms zo dom als een ezel en dat alles maakt dat hij in grote problemen komt.
Na allerlei avonturen komt Pinokkio tot inkeer en wil hij niets liever dan terug naar zijn vader, de goede Gepetto. Het liefst zou hij een echt jongetje, van vlees en bloed, willen zijn. Maar dat kan alleen maar als laat zien dat hij écht veranderd is en niet alleen maar uit eigenbelang handelt.
Het boek is natuurlijk een grote wijze les voor kinderen die ongehoorzaam en ondeugend zijn. Maar het is mooi verteld en aan het eind zelfs ontroerend.
Voorin het boek staat dat het boek oorspronkelijk vertaald is door Leontine Bijman en Annegret Böttner en dat de tekst ingekort en herzien is door M.E. Ander. Persoonlijk dacht ik dat dit het hele verhaal was maar dat blijkt dus niet zo. Goed gedaan dus door M.E. Ander. Het hele verhaal is opgedeeld in 26 hoofdstukken die zich goed lenen om per hoofdstuk voorgelezen te worden. Elk hoofdstuk beslaat één tot anderhalve pagina. De tekst is geplaatst in twee kolommen wat prettig leest. De letters zijn normaal, niet al te groot.
En dan de afbeeldingen... Het zijn aquarellen die gewoon heel erg mooi zijn, zoals je hier kunt zien in het inkijkexemplaar (klik steeds op de afbeelding). ‘Ik droomde er al jaren van om dat verhaal te kunnen illustreren. Nu is het ervan gekomen.’ zegt de veelzijdige illustrator Quentin Gréban.
Kortom, een erg prettige uitgave van een verhaal dat al meer dan honderd jaar oud is.
ISBN 978 90 5116 164 9 Hardcover 81 pagina's | De Vier Windstreken | september 2010
Voorlezen Leeftijd 6+
© Dettie, 2 februari 2011
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER