jeugd 6-9 jaar

Stefan Boonen

http://www.stefanboonen.be

http://www.tomschoonooghe.com

http://mistermelvin.com

https://www.julievangeel.be

Zie ook de recensies op Leestafel over boeken van Stefan Boonen voor jongeren van 4-5 jaar

Zie ook de recensies op Leestafel over boeken van Stefan Boonen voor jongeren van 10-12 jaar

 

Een paard met een strik om
Illustraties: Julie Vangeel
Tekst: Stefan Boonen


'Van ruilen komt huilen' wie kent het spreekwoord niet. Maar dat je door ruilen de meest bijzondere dag kunt beleven, dat weten heel veel kinderen niet.
Gelukkig is er nu het boek van Stefan Boonen waardoor je kunt zien, hoe leuk ruilen kan zijn.


In het boek ontmoeten we Vik die van de postbode een pak krijgt, er zit een wolf in! Maar wat moet hij nou met een wolf?
Gelukkig komt er net een agent met een klein meisje aanlopen.


Hee daar, jij daar?
Wat moet jij met de wolf? [...]

'Ik moet niks, 'zegt Vik.
'Ik wil die wolf niet eens.'
'Niet? Dan wil ik die wolf wel. Mag het?'
Vik knikt. 'Ja hoor.'

'Neem jij dan dit meisje?' vraagt de agent.
'Ze mag terug naar haar oma. Okay?'


Oma is zo blij dat het meisje terug is, dat Vik een heuse supersnelle sportwagen krijgt. Maar dat duurt niet lang, twee boeven willen die sportwagen wel en als dank krijgt Vik een goed rapport met negens en tienen! Nou dat is balen. Maar daar komt een mevrouw aanlopen...


De hele dag door ruilt Vik van alles, hij krijgt een luchtballon met een mandje eronder, een boot, koekjes, een emmer, een paard. Hij ontmoet ook nog eens heel bijzondere mensen, veel rovers! en de koning, een taartenbakker en nog veel meer aparte figuren.
En dan is de dag om... En nu is de vraag, waarmee komt Vik uiteindelijk thuis?


Het is een knotsgek boek, waarin alles kan. Maar de tekst is net zo 'gek', de letters zoefen en zwieren en blazen en gieren. En samen is het gewoon een heerlijk boek, dat in sneltreinvaart van de ene ruilactie in de andere valt.
En als je het boek uit hebt, dan mag je het boek ruilen voor een foto met veertig rovers!


ISBN 9789464018165 | Hardcover | 48 pagina's | Pelckman uitgevers | juli 2022
Leeftijd 7+

© Dettie, 29 augustus 2022

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

De beer naar Wammerswald
illustraties: Tom Schoonooghe
tekst: Stefan Boonen


Jakob Vandoorslaepers baalt en niet zo'n klein beetje ook. Hij is net door de twee dames van het schoolbusje voor zijn nieuwe school in de Dosstraat afgezet. Het is zijn negende nieuwe school... Zoals het altijd gaat, komt er een stoere bink op hem af die hem even laat zien dat hij de baas is. Jakob laat het gelaten over zich heen komen, dat is het beste heeft hij na al die keren wel geleerd. Maar net als hij de moed bij elkaar geraapt heeft om richting het schoolgebouw te lopen, hoort hij een stem die onder andere tegen hem zegt:


'Weet je, er zijn kinderen die beter leren als ze niet op school zijn.'
'Als ze niet op school zijn?' vroeg Jakob aarzelend.
De man knikte. 'Goede vraag', zei hij. 'Hoe dan, wat dan, waar dan? Heb je verstand van beren jongen?'
'Beren? Nee ik...'
'Mooi, dan kan je vandaag echt iets ontdekken.' De man stak zijn hand uit. 'Welkom bij de firma Tweeboom.'


Hiermee begint Deel 1 van het bijzonder verhaal over Jakob, directeur Salto, opzichter Kiergiez en de diverse gevalletjes die de firma Tweeboom moet oplossen...

Directeur Salto, hij is de man die Jakob aansprak, neemt Jakob mee naar zijn kantoor. Jakob zelf is stomverbaasd over zichzelf dat hij dat doet! Hij moet naar school, hij krijgt vast straf... maar de man met zijn zwarte punkhaar, beringde vingers en knalrode T-shirt fascineert hem. Maar waarom?

Jakob hief zijn handen. 'Ik snap er niets van', zei hij aarzelend. 'Wat voor firma is Tweeboom eigenlijk?'
Salto wachtte twee seconden voor hij antwoordde. 'We zorgen voor dieren én we verzamelen verhalen.'


En daar moet Jakob het mee doen. Hij krijgt 'bedrijfskleding' aan en een zak koekjes in zijn handen geduwd. Ze gaan op pad. Er is een gevalletje onrust gemeld.
Er loopt namelijk een beer rond in een tuin... ontsnapt uit de Zoo, hij was zijn kleine verblijf zat. Jakob en directeur Salto halen het dier daar weg. Salto neemt hem gewoon mee naar zijn huis dat op het dak van een groot flatgebouw ligt. 's Avonds vraagt Jakobs vader hoe de eerste schooldag was. 'Oh goed' antwoord Jakob...


Maar het blijft niet bij die ene dag. Er volgt nog een geval van weemoed die opgelost moet worden en een flink geval van overmoed evenals een geval wildheid. Het gevalletje kooizucht weten ze ook vlot te verhelpen. Maar de beer is nog steeds bij Salto, de Zoo wil hem niet terug! Wat nu? De kleine, spichtige, kale Meneer Kiergiez, met zijn neus voor moeilijkheden, is de opzichter van het flatgebouw en zorgt voor problemen... De beer moet weg, en wel nu!


En daar komt het ons bekende Wammerswald om de hoek kijken, want daar komt de beer vandaan... (Het is misschien zelfs wel de beer die de boswachter uit Wammerswald weg wilde hebben! De beer die bevriend was met Vindeling!) Salto en Jakob besluiten de beer terug te brengen, dan is hij weer vrij. Jakob zal het alleen moeten doen. En zo gaan we in deel twee van het boek, met Jakob mee op reis en ontmoeten we de meest bijzonder mensen en dieren.


Directeur Salto krijgt gelijk, er zijn kinderen die beter leren als ze niet op school zijn...


Zoals vaak in zijn boeken is de hoofdpersoon een kind dat vrij weinig liefde krijgt. Ze zijn niet zielig maar wel eenzaam. Zo is dat ook het geval bij Jakob, zijn omgeving, zijn ouders, houden weinig rekening met de gevolgen van hun gedrag en zo komt het dat Jakob steeds van school moet wisselen en zich maar wéér moet aanpassen.  Gelukkig zijn de kinderen in de boeken van Stefan Boonen sterk en ondernemend genoeg om het heft in eigen handen te nemen, en dat levert elke keer prachtige verhalen op en dat ook nog in de mooie, fantasierijke, karakteristieke taal van deze schrijver. Stefan Boonen verstaat namelijk de kunst om te spelen met taal waardoor zijn verhalen nóg levendiger en beeldender worden.
Ook bij dit boek is het, mede dankzij de sfeervolle illustraties, in alle opzichten weer genieten geblazen. Gewoon lezen!


ISBN 9789461318664 | Hardcover met gekleurde illustraties| 133 pagina's | Van Halewyck | juli 2018
Leeftijd 8+

© Dettie, 2 januari 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Kamp BravO
illustraties: Melvin
tekst: Stefan Boonen


We hebben in het boek Mammoet al kennis gemaakt met Theodore Bob Prinsel de Eerste, ofwel Theo genaamd, en ook met Nannie Beenhaar, zijn oppas. Maar in feite is Nannie veel meer dan dat, ze er gewoon altijd! Wat er ook gebeurt. Maar deze keer lijkt het toch anders te gaan, want Nannie brengt Theo met haar motor naar Kamp Bravo, en als er iets is waar Theo helemaal geen zin in heeft dan is het wel naar dat kamp gaan. 'Het wordt leuk... zegt Nannie Beenhaar... Ze zet hem af en vertrekt.

Daar staat Theo dan, hij leest op het bord "Kamp BravO voor grote, wilde gevaarlijke avonturen. Theo zucht ervan... Even later ontmoet hij Oswald, de man met een zwaar Italiaans accent. Theo moet eerst een test doen vertelt deze. Theo zucht opnieuw. Daar heeft hij dus écht, helemaal, serieus geen zin in, hij moet al zoveel! Gelukkig slaagt Theo voor de test en dan kan hij eindelijk naar zijn tent, die hij blijkt te delen met de stoere Jakkie.
Jakkie is al wel duizend keer op kamp geweest. 'No problem', zegt hij tegen Theo, 'Doe maar zoals ik'. Ze zijn gelijk vrienden.


© MelvinOswald is de leider van het kamp en elke keer begint hij een opdracht met de woorden 'Stel je voor! en komt vervolgens met een spannend verhaal. Bijvoorbeeld: Stel je voor dat je in de wildernis zit en moet vluchten voor een woeste stam... of Stel je voor dat je verdwaald bent en je in leven moet houden met wat er in de natuur groeit? Welke bessen kies je dan, de witte of de blauwe.


Helaas voor Theo kleunt hij steeds mis, hij vlucht met een zwaai over de rivier klatsboem, keihard op de grond en natuurlijk kiest hij de verkeerde bes, waardoor hij onder de blauwe pukkels zit. Maar er is één geluk, de verpleegster van het kamp is zijn eigen Nannie Beenhaar! Zij zorgt voor 'haar' Theo. Zelfs als hij bewusteloos is - en wij een kijkje in zijn hoofd mogen nemen - weet ze hem weer op de been te krijgen.

© Melvin
Aan de mysterieuze Ada (wie is zij toch?) schrijft Theo al zijn miskleunen én zijn leuke avonturen.Want ondanks dat hij in het begin steeds naar huis wilde, begint hij zich, afgezien van zijn missers, toch steeds fijner in het kamp te voelen. En de stoere Jakkie is écht stoer! Theo vertelt écht niet, aan niemand niet, dat Jakkie ook zijn niet zo stoere momenten heeft, en daardoor wordt de vriendschap nog beter, ze worden zelfs bloedbroeders!


Eigenlijk wordt iedereen in het kamp een beetje zelfverzekerder en blijkt die half Italiaanse Oswald een betere kijk op de kinderen te hebben dan je verwacht. En dan is het alweer afgelopen... Theo vindt het zelfs jammer! Maar als hij met Nannie onderweg naar huis is, gebeurt er alweer iets, Theo voelt zich helemaal door elkaar geschud. Dat is niet erg, vindt Nannie. En daar is Theo het mee eens... dat heeft hij wel geleerd.


Stefan Boonen en Melvin deden het weer!  Ze hebben opnieuw een fantastisch beeldverhaal neergezet. Het is qua tekeningen wat rustiger van opzet dan Mammoet, maar de speelse humor en de geweldige fantasie is er nog steeds. Je zit het boek af en toe met een brede glimlach te lezen. En Nannie? Nannie is de leukste en liefste van allemaal!

ISBN 9789462913196 | Hardcover | 95 pagina's | Uitgeverij De Eenhoorn | augustus 2018 | Leeftijd 8+

© Dettie, 10 november 2018

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Mammoet
over Theo, een van de beste jongens ooit
illustraties: Melvin
tekst: Stefan Boonen


Dit is het verhaal van Theodore Bob Prinsel de Eerste. Je mag ook Theo zeggen.


Het verhaal begint gewoon nu, op een vrijdag. Hierzo. Theo zit op een houten vlot van boomstammen. De krokodillen liggen lui te slapen op een zandbank, en de vogeltjes... Vliegen weg want er grauwt iets. Is het een boszwijn of een mammoet? Theo pakt gauw zijn pijl en boog, bang is hij niet, zegt hij tegen zichzelf. Hij ziet een enorme schaduw met dikke poten en een bobbelneus. En die schaduw maakt geluid! Is het toch de mammoet? Theo spant zijn boog... de schaduw komt dichterbij...
'Theo, het is vijf na acht. Kom uit bad.' Het is Nannie Beenhaar. De pijl heeft doel getroffen. Plop op haar voorhoofd, zoals altijd.


Nannie is Theo's oppas, zijn coach, zijn zwaardvechtpartner, zijn reken-, taal-, dans- en zanglerares, kortom, Nannie houdt Theo de hele dag bezig, ze volgt een strak schema, en leert Theo alles wat hij moet leren van zijn ouders, die hij overigens zelden ziet.
Theo's ouders zijn rijk. Zijn moeder is baas van een koekjesfabriek en zijn vader is een filmster. Sinds kort wonen Theo en zijn ouders in een huis met zesendertig kamers, in de garage staan vier auto's en zeven fietsen. Naast het huis is een groot zwembad en een tuinhuis met zolder, waar Theo graag komt. Het ontbreekt Theo materieel aan niets.

Maar eigenlijk is hij heel eenzaam, hij mist Ada. Aan haar vertelt hij alle spannende dingen die hij meemaakt. Want tijdens het middagdutje en 's avonds als Nannie naar huis is, begint de dag pas echt voor Theo. Elke middag ontsnapt hij uit het raam van zijn slaapkamer en rent dwars door de tuin, hup over het hek, het oerwoud en de oertijd in. Daar beleeft hij pas échte avonturen met de Ruigtalerstam en hun vijand de Kraggkaken... hij ziet heuse sabeltandkonijnen. Soms ziet hij een enome drol, van de mammoet. Elke keer is hij, drijfnat van het zweet, net op tijd terug voordat Nannie hem roept. Thuis tekent hij een sabeltandkonijn, voor Ada...

Maar 's avonds is het vaak écht spannend, ook dan verdrijft hij zijn eenzaamheid met avonturen in het oerwoud. Samen met een Ruigtalermeisje gaat hij op zoek naar de Mammoet, want zij weet waar hij is, zegt ze... en met zijn tweeën strijden ze tegen de akelige Kraggkaken. Maar heeft Nannie hem wel genoeg geleerd? Kan hij die vervelende Kraggkaken wel aan?
Uiteindelijk wordt het een best wel gevaarlijk, Theo doet wat hij kan, maar is het genoeg?

Natuurlijk kennen we Stefan Boonen van zijn vele prachtige boeken vol fantasierijke taal. Hij weet altijd zo beeldend te schrijven dat je de door hem gecreëerde karakters helemaal voor je ziet. Maar deze keer is het anders. We hoeven ons Theo, Nannie, de dieren en de krijgers niet voor te stellen, want ze worden weergegeven in het boek. Het hele verhaal is namelijk getekend in rood met zwart tinten, een beeldverhaal dus. Theo is een klein jongetje met een spits neusje, grote uitpuilende ogen en een flinke bos zwart haar. Nannie is een struise, stoere vrouw met een enorme kin.


Het verhaal zelf is razendsnel, humoristisch en fantasievol, maar er zit ook een zachtaardige en serieuze ondertoon in. Nannie is wel stoer en stipt maar ze blijkt ook een goed mens te zijn, die erg gek op Theo is. Zij begrijpt zijn avonturen en gaat er in mee. Heel ver in mee zelfs.
En wie is Ada? Waarom ziet Theo haar niet zo vaak? 


Aanvankelijk moest ik wennen aan dit boek, ik miste de mooie taal van Stefan Boonen, ondanks dat zijn woordvindingrijkheid ook veelvuldig in dit boek voorkomt. Ik wist niet zo goed wat ik van het boek moest vinden, door de enorme vaart in het verhaal ontging het me soms waar het nu uiteindelijk om ging. Ik werd teveel afgeleid door de drukke, levendige afbeeldingen om alles helder voor ogen te krijgen. Het kon natuurlijk aan mijn stemming van dat moment liggen, het kon eraan liggen dat ik moeite heb om een verhaal in beelden te verwoorden.
Maar nadat ik het verhaal een paar keer gelezen en bekeken heb, lijkt het wel alsof het open is gebloeid. Je ziet steeds meer details en ontdekt hoe grappig en apart het verhaal eigenlijk in elkaar zit.
Dus uiteindelijk kan ik niets anders doen dan een dikke pluim geven aan de schrijver én tekenaar. Heel knap gedaan.


ISBN 9789462911710 | Hardcover | 107 pagina's | Uitgeverij De Eenhoorn | oktober 2016
Leeftijd 8+

© Dettie, 31 maart 2017

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Hier waakt oma
illustraties: Melvin (Wout Schildermans)
tekst: Stefan Boonen


Stefan Boonen blijft je verrassen met zijn veelzijdigheid. Na de fantasievolle boeken als De Vindeling van Wammerswald, De jacht op Jozef Tentelaar, de Met opa... verhalen over de lieve opa die zijn kleinkinderen overal mee naar toe neemt of Mooi niet het boek over kunst, komt hij nu met een boek dat voornamelijk uit illustraties bestaat maar toch geen echt prentenboek of stripverhalenboek is. Het zit er tussenin, een soort kinderbeeldverhaal dus.

Het verhaal zelf is knotsgek. Het gaat over oma en haar kleinkinderen die weer een weekendje bij haar mogen logeren. Oma woont in het huis dat vroeger van een reus was. Hij heeft een tree van de trap stukgemaakt dus je moet goed opletten waar je loopt anders donder je  'in het zwart van de reus'. het grote bed van de reus staat er nog en daar slapen ze in. Maar eerst vertelt oma zoals altijd een verhaal dat soms eng, of vies of eng én vies is.
En als je hoofd nog niet moe is dan neemt oma je mee naar de dakgoot en vertelt ze over opa of de maan en soms zegt ze niet en zit je gewoon lekker te zwijgen.


Oma is oma en ze barst van de fantasie, ze geeft de kleinkinderen steeds een weekend om nooit te vergeten. Ze maakt alles lekker spannend, zelfs van het ontbijt weet ze iets bijzonders te maken, en als je dat niet leuk of lekker vindt dan is dat ook niet erg, want zo is oma. Haar jongste kleinkind (kleintje) vindt het bij oma wel heel leuk maar is ook nog een klein beetje bang voor de dingen die ze vertelt en doet.
Oma durft namelijk alles, ze loopt zomaar door de beek zonder schoenen aan, ze klimt in bomen 'en dan durven wij het ook'  maar lukt het kleintje niet dan is het ook niet erg. Dan helpt oma hem gewoon. Oma weet alles en vertelt de kinderen dat die grote afdrukken in de modder van het boszwijn zijn... misschien kunnen ze hem vinden. Oma verzint het waar je bij staat, maar leuk en lekker griezelspannend is het ook!


Opa wordt tijdens zo'n weekend nooit vergeten. Zoals altijd gaat oma met de hele stoet kleinkinderen op avonturentocht naar het graf van opa en dan vertelt oma hem wat ze allemaal voor leuks gedaan hebben, dan weet opa dat ook tenminste. En daarna... gaan ze met z'n allen een ijsje kopen bij Helga met de groene tanden maar dan moet je wel betalen met knars en dat ligt op de bodem van het diepe meer waar het water bijna zwart is... En zo gaat het door tot ze jammer genoeg weer naar huis moeten.
En ook al zijn ze nog bij oma, oma mist ze allemaal nu al, zegt ze...


De, zwart met oranje gekleurde, afbeeldingen en de tekst gaan naadloos in elkaar over. Ze vormen een prachtig geheel. De afbeeldingen zitten, net als het verhaal, vol humor.  Geweldig om te zien is ook de humeurige meneer Bordjes die met al zijn verbodsborden een grappig contrast vormt met de vrijgevochten, blije, vrolijke oma.
Bij het lezen en kijken hoor je de kinderen in gedachten al giechelen om die gekke, leuke, lieve, aparte, bijzondere en geweldige oma!
Chapeau voor zowel Stefan Boonen als Melvin.


ISBN 9789058389695 | Hardcover | 88 pagina's | Uitgeverij De eenhoorn | oktober 2014
Genoteerd op de Tiplijst Kinderjury 2015. Leeftijd vanaf 8 jaar

© Dettie, 1 februari 2015

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

De jacht op Jozef Tentelaar
Stefan Boonen


Volgens papa, Marcel Tentelaar, is Jozef uit de lucht komen vallen. Papa is nog steeds blij dat hij net op de goede plek stond om Jozef op te vangen.
Ze wonen met zijn tweeën in Koffiehuis Tentelaar. Het huis is piepklein en heeft wielen en pedalen en een stuur.  In het koffiehuis zelf, eigenlijk een hokje waar vader Tentelaar precies in past, wordt de lekkerste koffie die je ooit geproeft hebt gemaakt. Op woensdag en zaterdag kun je ook chocolademelk kopen, met schuim waarin papa Tentelaar de prachtigste figuurtjes tovert.
Moeder Annabella Victoria is weggegaan toen Jozef twee jaar was. Volgens papa hield ze teveel van Jozef en kon ze niet tegen het wonen in een stad. Mama is nu kapitein op een schip en stuurt twee keer per jaar een kaart naar Jozef. Al die kaarten hangen natuurlijk in Koffiehuis Tentelaar.


Mevrouw Elfrida, de schooldirectrice, vindt het koffiehuis maar vies en Jozefs' leven triest. Jozef kan 100 keer zeggen dat hij het fijn heeft bij papa, dat papa altijd leuk dingen bedenkt. Dat papa vindt dat je elke dag iets bijzonders moet doen - en lukt dat niet dan minstens één keer in de week. - Dat hij houdt van papa én het koffiehuis.
Maar mevrouw Elfrida luistert niet, ze houdt niet van bijzondere dingen. Kinderen moeten netjes zijn en naar school gaan en in een huis wonen. Ze praat met papa Tentelaar en stelt voor dat Jozef in het Vladdernaat gaat wonen, zodat hij een nette jongen zal worden en een goede opleiding krijgt. Natuurlijk wil papa niet dat Jozef daar gaat wonen ze hebben het veel te leuk samen.


Het Vladdernaat is van meneer Vlad, de rijkste man van de stad, hij heeft wel zeven fabrieken en 2 hotels, een gouden bed en nog wat dingen. Deze meneer Vlad heeft nu ook een raket laten bouwen en die vrijdag zal bekend worden wie daarmee naar de maan mag vliegen. Tot vaders eigen verbazing staat de naam van Marcel Tentelaar op het winnende briefje!
Marcel wordt bejubeld, hij is een held, maar 's avonds zegt hij tegen zijn zoon 'Ik ga niet echt hoor. [...] dacht je dat ik jou alleen zou laten? Dat kan toch niet. Kwibus.'

Maar alles loopt heel anders. Wat volgt is een prachtig, grappig, avontuurlijk, ontroerend verhaal over een vader en zoon, die stapelgek op elkaar zijn. Je snapt dat Jozef zoveel van zijn papa houdt want papa daalt steeds af naar zijn wereld. Jozef hoeft niet te voldoen aan al die vreemde regels van volwassenen. Hij mag kind zijn en papa is kind met hem, papa is de grote grappenmaker, papa verzint spannende avonturen, maar is gelijk Jozefs grote beschermer en levensleraar.
Papa is ook altijd eerlijk. Alles Tentelaar? vraagt Jozef dan als hij denkt dat papa zomaar wat verzint. En als papa knikt dan is het waar, maar soms is het leven niet uit te leggen. Als Jozef zijn vader iets vraagt waar geen antwoord op te geven is zegt vader Tentelaar  zachtjes:


'Dat weet ik niet'.
'Dat weet je niet?'
'Nee'.
Het bleef even stil. 'Sorry. het is nu eenmaal zo',  zei vader Tentelaar. Op fluistertoon ging hij verder. Dat het vaak leek alsof de wereld helemaal logisch was. En dat mensen, vooral grote mensen, precies wisten wat ze deden. Dat ze alles konden uitleggen. Dat ze over alles nadachten en dan verstandige beslissingen namen.
Volgens vader Tentelaar klopte dat niet.
Vaak deden mensen zomaar wat. Deden ze dingen die ze zelf ook niet begrepen. 'Ik ook', besloot hij. 'Snap je?'


Hiermee luidt vader Tentelaar zijn eigen beslissing in, die hij uit grote liefde voor zijn kind neemt. De beslissing is voor Jozef loodzwaar, het doet hem enorm pijn, maar uiteindelijk is Jozef de enige, juist omdat vader Tentelaar Jozef met heel zijn hart en ziel liefheeft, die precies begrijpt waarom vader die beslissing genomen heeft.
'Omdat hij dat graag wou... het is typisch Tentelaar.'


Dit is zo'n kinderboek dat je wilt bewaren en waar je later als volwassene vol liefde over praat. Een kinderboek zoals een kinderboek moet zijn. Vol vrolijkheid en grappen en fijne en bijzondere dingen maar ook ontroerend mooi.
Stefan Boonen laat de jonge lezer in zijn waarde, hij bereidt in zijn verhaal het kind wel voor met kleine zinnetjes en verwijzingen zodat het aanvoelt dat het niet aldoor vrolijk blijft en er iets moeilijks staat te gebeuren maar zakt niet af naar kinderlijke taal of vals sentiment.
Ook Jozef laat hij helemaal heel als hij het moeilijk heeft.  Jozef wordt geen stakker, maar een jongen met gevoelens zoals gevoelens kunnen zijn. Met zijn enorme inlevingsvermogen weet Stefan Boonen deze door elkaar gesmeten emoties op zijn eigen mooie manier weer te geven om ons daarna samen met Jozef naar het fonkelende, ontroerend einde te leiden.
Een prachtig, liefdevol, indrukwekkend boek.


ISBN 9789022329863 Hardcover 169 pagina's Uitgeverij Manteau oktober 2014
Met mooie kleurrijke, toepasselijke illustraties van Tom Schoonooghe leeftijd 9+

© Dettie, 5 december 2014

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

De Vindeling van Wammerswald
tekst: Stefan Boonen
illustraties: Tom Schoonooghe


Op een dag spoelde er een meisje aan op het Wapperstrand. Dat is een strook zand aan de oever van de rivier die langs het dorpje Wammerswald loopt. De schipper, mevrouw Kardoes vond haar en rende gauw naar agent Willy. Ze dacht dat het meisje dood was maar gelukkig was het niet zo.


"Toen ze bij het Wapperstrand kwamen, was het meisje niet meer dood. Ze had haar koffer naar de oude wilg gesleept en haar jurk aan aan een tak gehangen.
Het was een meisje met donker krullend haar en een vrolijke brede mond. [...]
'Ahum!' deed agent Willy.
Het meisje keek om. 'O, hallo', zei ze.
Ze wreef haar ogen uit en hield haar hoofd scheef.
'Is er iets?' vroeg ze.
Mevrouw Kardoes grinnikte. 'Ik dacht dat je dood was', zei ze.
'Nee hoor, ik ben alleen maar nat.'
Agent Willy rechtte zijn rug. 'Zo, eh' zei hij streng.
Een meisje in haar ondergoed, zo 's morgensvroeg op het strand.
Hij wist niet of dat kon in Wammerswald."


Het meisje weet niet meer hoe ze heet. Alleen dat ze gisteren nog in een tentje zat en nu hier was. Ze heeft alleen een rood koffertje bij zich. Mevrouw Kardoes neemt haar mee en bakt pannenkoeken. Heel Wammerswald weet binnen de kortste keren dat er een meisje aangespoeld is en dat meisje heeft een hut gebouwd en daar woont ze nu. Ze vertelt dat haar moeder dood en haar vader kwijt is en dat ze bij tante Idaliek woonde, zij is De Ergste Tante van de Hele Wereld. Ze moest van die tante in een tentje in de tuin wonen en op een nacht regende het zo dat ze gauw wat spullen in haar rode koffertje stopte en op de koffer ging zitten, ze spoelde weg en spoelde weer aan op het Wapperstrand.  De burgemeester vraagt 'Is dat de waarheid, kleine Vindeling? en vanaf die tijd heet het meisje Vindeling. Dokter Hendrik onderzoekt haar en verklaart dat Vindeling helemaal gezond is. Hij vindt dat de mensen van Wammerswald goed voor Vindeling moeten zorgen.


Vindeling vindt het heerlijk in Wammerswald. Iedereen is aardig tegen haar. Ze raakt bevriend met Mathilda, de dochter van de glazenwasser en ze vindt een baantje bij Grote Jos, de garagist van Wammerswald. Maar de burgemeester en de Denkraad hebben besloten dat Vindeling onderdak moet krijgen, ze moet bij iemand gaan wonen die als een vader... of moeder... of beide... voor haar zal zorgen.
Al gauw melden zich mensen zich kandidaat. De vrouw van de bakker wil wel een dochter na haar elf zonen, de dokter wil wel weer een kind in huis en Grote Jos vindt zo'n meisje om zich heen ook wel gezellig.
Maar niet iedereen is blij met Vindeling... Kan ze wel blijven? Ze zorgde wel voor een hoop gedoe met die beer uit het Wammerse woud. En waarom zoekt haar tante haar niet? En wat deed ze toen heer Waltz een pretpark wilde? En die keer dat het hele dorp in paniek was toen Vindeling verdwenen was... Willen de mensen uit Wammerswald wel zo'n meisje in hun dorp?

Opnieuw een heerlijk fantasievol verhaal van Stefan Boonen. Je blijft lezen tot het boek uit is. De bewoners van het dorpje hebben elk een heel eigen karakter en het is erg leuk om ze te leren kennen. Je moet bijna al bij voorbaat lachen als agent Willy er aan komt fietsen, wat zal hij nu weer te zeggen hebben in zjn eigen taaltje. Hij 'prut nogal vriemd' (praat nogal vreemd) En de burgemeester Meneer Santori, die zo graag plechtig praat, hoe zal hij aankondigen dat ze verzorgers voor Vindeling zoeken. En zal Willem, de zoon van de bakker, weer blozen als hij Vindeling ziet? En mevrouw Kardoes, die vlotte schipper (schipster zegt ze zelf), hoe zal ze omgaan met die rare heer Waltz?
Bij het verhaal over Vindeling en de Wammerswalders  staan zeer bijzondere, gekleurde afbeeldingen, gemaakt door Tom Schoonooghe, die de sfeer van het boek uitstekend weergeven.
Al met al een geweldig leuk boek waar kinderen vast heel erg van gaan genieten.


ISBN 9789022325971 Hardcover 168 pagina's Uitgeverij Manteau maart 2011
Leeftijd 7-9 jaar

© Dettie, 4 april 2011

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

De Vindeling van Wammerswald
illustraties Tom Schoonooghe

Voor je in het verhaal begint heb je er al zin in: In prachtige sierlijke letters wordt op de eerste pagina aangekondigd wat je allemaal gaat tegenkomen : een aangespoeld meisje, elf zonen, sakkersnotter, Mathilda, een beer, superdozers, tante Idaliek, een Donderkrak, spoken en een dorpje.
Je gaat gauw verder, en leest over een meisje van een jaar of tien dat op een koffer aanspoelt in Wammerswald. Het hele dorp staat op zijn kop. Wat moeten ze met dat vreemde kind? Al snel blijkt dat niet alleen de manier van arriveren vreemd is, het kind vertoont ook een erg eigenzinnig gedrag.
Agent Willy vindt het maar niks. Hij wil de indringer opsluiten of dan toch verjagen, zeker als ze hem aanrijdt met een tractor!
Bij de burgemeester, die moet bepalen wat er gaat gebeuren, stroopt hij zijn mouwen al op ‘zal ‘k moaken dat ze subiet verdwene is?’.
Maar de burgemeester vindt het verhaal dat het kind vertelt over haar verleden te vreselijk voor woorden, en ze mag voorlopig blijven. Hij is degene die haar ‘Vindeling’ doopt, en omdat ze zegt dat ze haar naam niet meer wil horen, blijft ze zo heten.
De dokter verklaart haar gezond, van lijf en leden, en hij en zijn vrouw zijn een van de eerste kandidaten, als het er om gaat het meisje onderdak te bieden. Want ze moet toch ergens wonen, vinden de dorpelingen. De burgemeester heeft een oproep gedaan. De bakkersvrouw meldt zich ook. Zij heeft al elf zonen, en een dochter erbij lijkt haar wel leuk. Maar ook Jos, de garagehouder, zou het leuk vinden als Vindeling bij hem komt. Ze heeft al een baantje bij hem, dus waarom niet? Bij wie zal ze gaan wonen...
Zeker niet bij degenen die haar weg willen hebben: niet alleen de agent, ook de boswachter vindt het maar niks die nieuweling. Want dat vreemde kind gaat zo maar in haar eentje het Donkere Bos in, en vat sympathie op voor de beer, die de boswachter graag weg wil hebben.


Eigenlijk valt het boek uiteen in twee delen. Eerst het verhaal van haar aankomst en de beer, daarna het verhaal van het pretpark en de tante.
Het is een prachtig fantasieverhaal, met heel veel leuke vondsten. Veel humor. Het leest ook prettig door de vaak grappige dialogen, de prettige bladverdeling en de mooie tekeningen van Tom Schoonooghe.
Je moet Vindeling wel aardig vinden, ze is een heel lief kind, dat open staat voor de wereld en zijn bewoners, en nieuwsgierig van aard. Ze lijkt vaak ook verstandiger dan de volwassenen die haar omringen. Het lijkt me ook een heerlijk boek om voor te lezen, vooral in de scènes waarin de agent een rol heeft. En die vlamingismen zijn best te begrijpen en voegen toe aan de jus van het verhaal.


‘Bij de kapper waren er maar liefst twee dames die er aan dachten een flauwte te krijgen’


‘Volgens mij ben jij gesnoeid in je hersenpan!’


ISBN 9789022325971 Hardcover |168 pagina's | Manteau | maart 2011
Leeftijd 7-9 jaar Tekeningen van Tom Schoonooghe

© Marjo, 11 oktober 2011

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Mijn mama is een cowboy
illustraties Jan De Kinder


Ik schuif snel een stoel onder de deurklink.
“Tessa, laat me binnen,” roept mama. Een woeste schim aan de andere kant van het ribbelglas. Scherp staal dat over het hout krast.
” Alleen als jij die bijl weglegt. “ De wind giert om het huis. Regen klettert tegen de ruiten.


Nou. Tja. Wat nu? Jullie vertellen waar het verhaal over gaat?
Dat zou toch jammer zijn. Het zou het verrassingsaspect helemaal weghalen.
Want je bent als lezer na dit beginnetje heel erg benieuwd: wat gebeurt daar? Waarom staat die vrouw buiten in de regen met een bijl te zwaaien? Hoe komt het dat de dochter zich binnen schrap zet om haar binnenkomen te voorkomen?
Nee, ik vertel niet wat er aan de hand is. Wel wil ik vertellen dat het verhaal gaat over een bijzondere vrouw, en een moedig meisje. Over een stelletje mannen dat in hun vrije tijd graag cowboytje speelt, met echte paarden en tenten. Over een onroerendgoedmakelaar die een vies spelletje speelt.
Maar vooral over vriendschap, en je niet laten kisten!


Het is een leuk en spannend verhaal, met veel spitse dialogen, in korte hoofdstukken verdeeld.
Vol humor, ja, natuurlijk, Stefan Boonen zonder humor, dat bestaat niet. En nog een vleugje romantiek ook. Lijkt me een prima recept voor de jonge lezer! Ook  voorlezen is leuk.


‘Paarden zijn zo…groot.
Nogal wiedes. Op een konijn kun je niet zitten.’


ISBN 9789068228175 | hardcover | 122 pagina's | Clavis | april 2001
Vanaf 9 jaar

© Marjo, 6 april  2011

Lees de reacties op het forum en of reageer, klik HIER

 

Tunnelbeest
Stefan Boonen


Pieter verhuist met zijn moeder naar de overkant van de straat, nadat zijn ouders besloten hebben uit elkaar te gaan. De achterliggende oorzaak is het overlijden van Pieters zusje, zijn ouders bleven elkaar maar de schuld geven van het ongeluk dat haar overkwam.
Maar er gebeuren genoeg dingen die hem afleiden van de problemen. In zijn huis duikt ineens een meisje op, dat net zo plotseling weer verdwijnt. Er wordt steeds vaker ingebroken in de buurt, en de politie staat voor een raadsel, want er zijn geen sporen van braak. En de eerste droom in zijn nieuwe huis is een akelige nachtmerrie over een tunnelbeest. Zegt zijn moeder ook nog dat sommige dromen uitkomen! Als hij, klaarwakker na die droom, in de vensterbank zit, ziet hij buiten een schim met een zaklamp rondlopen. Dat moet dat meisje zijn! Maar ze is ineens weer weg.
De volgende dag wil hij weg van huis, weg van die vervelende Erik, waar zijn moeder nu iets mee heeft.  Hij gaat hardlopen in het park, zonder zijn vader deze keer. Hij weet niet eens of ze nog wel samen zullen lopen. Alles is anders. En terwijl hij daar over piekert, wordt hij ineens beentje gelicht en staan twee oudere jongens lachend boven hem. Ze beginnen te schoppen, en Pieter laat het maar gebeuren. Tot hij, en natuurlijk de twee jongens ook, een stem horen. Het is het meisje, die de knullen weg weet te jagen. Miro, want zo heet ze, staat duidelijk haar mannetje wel. Als hij haar nader leert kennen, hoort hij dat ze niet zo’n leuk leven heeft. Ene mevrouw Cools, de huishoudster, terroriseert haar terwijl ze erin slaagt Miro’s vader de indruk te geven dat alles op rolletjes loopt.
Maar Miro kent een geheime gangenstelsel, en samen met Pieter gaan ze op onderzoek uit. Zo komen ze zelfs bij de burgemeester, en ook Pieters vader wordt erbij betrokken als stadsarchitect. En Miro blijkt Erik te kennen…
Wat een saaie zomer leek te worden, is er een vol geheimen en avonturen.


Petjiepeltjes, dit is een spannend boek, in de zin van een echt avontuurlijk jongensboek. Er kan van alles, echt realistisch kun je het niet noemen. Nu hoeft dat ook niet, het is gewoon een lekker leesboek, zonder veel diepgang.


ISBN 9789068227758 | Hardcover | 162 pagina's | Uitgeverij Clavis | oktober 2000
Vanaf ca. 9 jaar.


© Marjo, 2 mei 2011

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER