Knots
Knots; deel 1
Tijs van Marle
Zijn ouders vonden het een stoere naam voor een stoere jongen. Maar als je net geboren bent weet je nog helemaal niet of je wel zo stoer bent. Maar ja, hij heet dus Knots. Niets aan te doen.
Knots is een holenmens, een klein holenmens dus. Hij heeft een jonger zusje, Tuf genaamd, een druktemaker van jewelste. Tuf durft niet alleen alles, ze doet het ook!
Knots wil ook wel stoer en sterk zijn als zijn grootvader, die altijd zo boeiend kan vertellen over zijn avonturen. Maar Knots is meer een denker. Hij zit vol met vragen. Zijn juf vindt hem vaak irritant.
‘Juf Broeg had verteld dat de aarde eruitzag als een boom. De groene vallei lag op een van de takken en als je te ver naar de rand liep, viel je naar beneden.
Knots vond dat maar raar. Een boomtak was gemaakt van hout en schors en hij liep met zijn voeten op rotsen en aarde.
Bovendien, een boomtak bewoog in de wind, maar hij had de grond nog nooit heen en weer voelen bewegen.’
Op een dag gaat hij naar oom Rumo. Zijn oom woont aan het kikkermeer waar hij elke dag ging vissen.
Als Knots de speer van zijn oom zomaar op de grond ziet liggen weet hij dat er iets niet klopt. Waar is oom Rumo? Hij vindt hem in een boom, waar hij zich schuilhoudt voor een sneeuwleeuw. Er is nergens een sneeuwleeuw te zien, maar Knots doet wat zijn oom zegt: hij rent weg om de leeuw af te leiden, dan kan zijn oom hulp halen.
Hij vindt – nog - geen leeuw, maar wel een jongen. En dat is geen holenmens, dat weet Knots zeker. Oei, is het een Oerkie? Knots weet niet beter – want dat leren ze op school – dan dat Oerkies gevaarlijk zijn! Zij eten immers holenmensen. En als je ze aankijkt word je blind!
Knots maakt dat hij wegkomt, ook al heeft die jongen duidelijk hulp nodig.
Maar niet veel later komt Knots terug. Hij heeft intussen de sneeuwleeuw gevonden en dat is helemaal geen gevaarlijk wild dier, maar een lieve pup! Die zit vast in drijfzand en Knots kan hem er niet in zijn eentje uithalen. Dus hij trekt de stoute schoenen aan en gaat terug om de Oerkie om hulp te vragen.
Ook hier ontdekt Knots dat het helemaal niet waar is wat ze hem verteld hebben: de jongen is reuze aardig. Hij heet Freddy. En ja hoor, hij wil Knots wel helpen. Ook als die voorstelt de leeuw terug te brengen naar waar hij vandaan komt. Ver weg naar de sneeuwvallei.
En dan… dan is er ineens Tuf. Hij had het kunnen weten! Tuf slaagt er altijd in om mee te gaan…
Spannende avonturen volgen: met klauwkrokodillen, lachkikkers, mammoeten. Pestende apen en een levensgevaarlijke waterval… En zo ontdekt Knots dat hij misschien wel geen held is, en misschien ook niet stoer en sterk, maar hij is slim, en dat kan zomaar genoeg zijn…
Heerlijk verhaal over een toch wel stoere antiheld. Met veel fijne humor!
Tijs van Marle (1976) is een veelschrijver. De doelgroep is jeugd, en behalve boeken schrijft hij ook scenario’s . Bijvoorbeeld voor Mees Keesfilms en Dummie de Mummie.
ISBN 9789030507857 | hardcover | 176 pagina's | Uitgeverij Billy Bones | juni 2021
Illustraties van Esther van den Brink | Leeftijd 8+
© Marjo, 4 februari 2022
Lees de reacties op het forum, klik HIER