jeugd 6-9 jaar

Thijmen Gijsbertsen

altEen bofkont in Pechstad
illustraties: Marja Meijer
tekst: Thijmen Gijsbertsen


Joris is de zoon van de burgemeester van Bofstad. Een moeder is er niet meer, maar gelukkig is Nina er wel. Joris is dus maar een bofkont! Nu is dat niets bijzonders in zijn stad, want iedereen is immers een Bofkont? Iedereen is er blij, want ze wonen in mooie huizen. Dat er ook zoveel huizen leeg staan daar maakt niemand zich druk om. Nina kent er wel een liedje over, en Joris vindt dat erg geheimzinnig. Maar hij heeft nu even andere dingen aan zijn hoofd. Hij heeft onverwacht een vriendje gekregen: een wandelende tak, Dimi genaamd. Maar hij weet niet hoe hij voor dat diertje moet zorgen. En zijn vader heeft plannen waar hij niet blij mee is:

Het zou me niets verbazen als juffrouw Drakenstein uiteindelijk bij ons komt wonen.‘
’Bedoel je dat ze gaan trouwen?’ vroeg Joris.
‘Nou ja, dat denk ik wel. Dat doen grote mensen als ze elkaar heel leuk vinden.’
‘Dus ze vinden elkaar écht heel leuk?’
Joris kon het haast niet geloven. Juffrouw Drakenstein was best aardig, Maar héél leuk?
‘Waar gaat ze dan slapen?‘ vroeg Joris.
Nina kuchte. Toch was ze niet verkouden.’


Al snel ontdekt Joris dat juffrouw Drakenstein niet is wie ze lijkt. Waarom is dat lied dat Nina zingt zo erg dat ze weggestuurd moet worden? Hij begrijpt er niets van.
Maar wacht eens: Nina zong over een vergeten stad, over een luik in de kelder.  En Joris gaat op onderzoek uit.


In de titel staat ook het woord Pechstad. Bofstad en Pechstad. Tegengestelden. Daar gaat het verhaal over, over mensen die alle geluk van de wereld hebben en mensen die daarentegen altijd pech hebben. Over geboren worden op de goede of juist de verkeerde plaats.
In het boek wordt verteld over een verleden waarin er iets goed mis gegaan. In een kinderboek kan dat allemaal weer goed komen, in de echte wereld is dat niet zo makkelijk. Kinderen worden aan het denken gezet, met het verhaal van Joris, een jongen die je onmiddellijk aardig vindt.
Hij beleeft een spannend avontuur en er zit humor in de tekst. Gijsbertsen speelt met woorden:


‘Eten jullie nooit bofstamppot?’
‘Nee wij eten pechprut.’


Dit verhaal schreeuwt om een vervolg!


Thijmen Gijsbertsen
Putten, 1987) debuteerde met De pompoencaravan bij de kleine uitgeverij Eigenzinnig. Een bofkont in Pechstad is zijn eerste boek bij een grotere uitgeverij.


ISBN 9789000352333 | Hardcover | 96 pagina's | van Holkema & Warendorf| april 2017 |
Leeftijd vanaf 9 jaar

© Marjo, 14 maart 2018

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER